m
NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST.
HET GEHEIM
Woensdag 1 November 1895. 10 centiemen per nummer. 48"lt' Jaar, !V 28^25.
Allerheiligen - Allerzielen
Eigendom en Genot.
Commissaris van Politie.
^LANDBOUW.
DE DENDERBODE.
AR0NNEMEIVTPRI.1S
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSF.NS, Korte-Zoutstraat,
N. 31, en in alle Postkantoren des lands.
ADVERTENTIEPRIJS
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen
zich te wenden ten Bureele van dit blad.
Guique suum.
Aalst, 31 October 1893
Door de trotsche kerkgewelven,
Mengt de plechtige orgeltoon
Zich bij 't blijde Gaudeamus,
Hemel lief, wat klinkt dat schoon
't Is het feest der zegepralen
Dat nu juichend wordt gevierd,
En het hart van eiken Kristen
Met de reinste vreugden siert.
Voor de helden, die hier streden
In den lang vervlogen tijd,
En nu eeuwig zegevieren
Voor den overwonnen strijd.
Liefde, dank- en zegetoonen
Galmen nu uit ieders mond,
't Is al vreugde en zegevieren
Dat de blijde dag verkondt.
Dochnauw is de gloriezonne
Langs de westerkim voorbij.
Of de sombre klokketoonen
Wekken ons tot medelij.
Uit hun kille stalen monden
Klaagt een toch treurig lied
Liefste vrienden dezer aarde,
Ach vergeet uw broedren niet
Die hier op den doodenakker
U reeds zijn voorafgegaan.
Hoort, hoe ze uit hun kille grafstee
Smeeken, hen toch bij te staan
Ach wij lijden toch zoo bitter,
Breng ons toch uw medelij
Denk, dat de aarde is onbestendig
Heden ik, en morgen gij 1
Op zondag 20 oogst 1893, schreef advo
caat De Pelsemaecker, in Klokke Roe
land
Ons Heer schiep den grond en volgens
het H. Schrift, Hij gaf hem aan de kin-
n deren der menschen terrain didit fdiis
w hominum niet aan Piet of aan Paul
w neen de grond moet dienen algemeen tot
n onderhoud van iedereen.
Nu, in wezentlijkheid (sic) dient hij
r. bijzonder tot 't onderhoud van een klein
getal, juist diegene (sic) die de aarde
niet bewerken.
Die toestand is tegenstrijdig met
n den toil van God en juist daarom
levert hij voor de samenleving de
grootste gevaren op. -
Deze woorden zijn eene stellige looche
ning van den bijzonderen of privaat eigen
dom, in andere woorden, bij u, advocaat,
even als bij de socialisten eigendom is
diefstal.
En dit is 't gene wij u ten kwade duiden,
zouden de schoolpedanten zeggen.
Die dwalleer wilt gij staven door een
schrijven vanMgr deKetteler.Wij bezitten
het werk van dien Kerkvoogd nietwij
zijn immers niet gehouden eene boeken
kast te bezitten zoowel voorzien als die
van eenen rechtsgeleerde die den Thomas
a Kempis spelen wil.
Dus, advocaat, deel ons in Klokke
Roeland meè den oorspronkelijken Duit-
schen tekst,letterlijk,dan zullen wij kun
nen oordeelen of er soms, gelijk in de zaak
Mgr de Harlez, geene zinsneden verminkt
en verwrongen zijn geworden.
Wat wij u van heden af kunnen zeggen:
't is dat die aanhaling van Mgr de Kette-
ler hier te pas komt gelijk een gouden
ring door den neus van een varken. Die
eerbiedweerdige Duitschen Kerkvoogd
handelt over het gebruik en misbruik der
rijkdommen. LeCourrierde Bruxelles
bewees onlangs dat Mgr de Ketteler verre,
ja. zeer, zeer verre is van uwe meening
en die der zoogezegde christene volks
mannen diesaangaande te deelen. [Cour-
rier de Bruxelles 24 en 27 september en
7 october 1893.)
In stede dus van Mgr de Ketteler wille
keurig aan te halen en ons te bedreigen
met bewijzen van HH. Kerkvaders.., Zeg
ons eens klaar en duidelijk in Klokke
Roelandhoe gij uwe loochening van
den privaat eigendom, of liever,uw stelsel
van eigendom en genot doet overeenstem
men met de volgende leeringen van Z. H.
Leo XIII, onzen Paus, vervat in zijne
Encykliek over den toestand der werk
lieden
A »Dat verder 13od de Heer de aarde ten
gebruike heeft gegeven aan het geheele
menschdotn, is geenszins in tegenspraak
met den bijzonderen eigendom.
Immers, God heeft de aarde aan het
menschdom overgelaten,niet in dien zin als
zouden allen zonder onderscheid meester
over die aarde zijn, maar in zoover als Hij
zelfaangeen enkelen inensch een bijzonder
deel ervan ten bezit heeft aangewezen,
maar veeleer aan de vlijt der menschen
en aan de wetgevingen der volken de
afbakening en verdeeling van den bijzon
deren eigendom heeft overgelaten.
B Men beweert namelijk dat echt,
wezenlijke grondeigendom,tegen de recht
vaardigheid strijden zou alleen het
gebruik van den grond of van een ge
deelte ervan zou den enkelen mensch
kunnen worden toegestaan de opper
vlakte die het huis van eenen eigenaar
draagt of de vruchten van hem die het
land bebouwde, zouden aan geen van
beiden toebehooren.
Men ziet niet in. dat zulk een bcwee-
ren gelijk zou staan met eene poging om
iemand van den door zijnen arbeid ver
kregen eigendom te berooven. Dat vroe
ger onbebouwde stuk grond heeft immers
-(oy-
I.
Op 20 October des jaars 1879, kon men in schier
alle dagbladen van de hoofdstad en graafschappen van
Engeland het onderstaande bericht lezen op eene in
het oogvallende plaats met groote letters gedrukt,
moest het van zelf de algemeene aandacht trekken
GEHEIMZINNIGE MOORD IN SANDBANK.
Gisteren morgend, tusschen 9 en 10 ure, werd
te Sandbank eene vreeselgke ontdekking gedaan in
een villa, bekend onder den naam van Rob-Rov-
Villa, gelegen aan den straatweg naar Hamilton.
Het huis wordt bewoond door de weduwe Gregory,
die er kamers verhuurt aan families en dames,
welke gedurende het seizoen in deze gunstig bekende
zeebadplaats rust en versterking komen zoeken.
Benige dagen geleden kwam eene jonge vrouw by
haar, blijkbaar een Iransche van geboorte. Haar
naam is Fore of Fort. Deze dame huurde eene
door de vlijt van dengene, die er het eerst
de ploeg in zette en door zijn kundig
beleid, een geheel ander aanzien gekre
gen van eene woestenij, is het een
vruchtbare akker geworden, van een
waardeloos voorwerp, eene bron van rijk
genot. Wat aan dien grond die nieuwe
gedaante schonk, is zoo geheel en al één
met den grond zeiven, dat het er, voor
het grootste deel onmogelijk van af te
scheiden is.
C Het bijzonder bezit berust,gelijk Wij
aantoonden, op de natuurlijke orde. Het
gebruik daarvan, natuurlijk binnen de
grenzen van het recht,is niet alleen geoor
loofd, maar het is ook, bij het maatschap
pelijk bestaan van den mensch, eene
noodzakelijkheid. Het is geoorloofd,
aldus de H Thomas, dat de mensch
eigendom bezit, en het is te gelijk noodig
voor het inenschelijk leven. Vraagt
men nu, op welke wijz.e het gebruik van
dat bezit moet geregeld zijn, dan ant
woordt ons de Kerk met dienzelfden
Leeraar De mensch moet de uiterlijke
dingen niet als eenen eigendom beschou
wen en behandelen,maar als gemeengoed,
in zooverre namelijk dat hij er zich
gemakkelijk toeneigt die dingen aan
'de noodlijdenden af le staan. Daarom
zegt de ApostelBeveel aan de rijken
van deze wereld.... dat zij gaarne geven
en mededeelen.
D De verplichting evenwel vindt de
uiterste nood daarbuiten gelaten haren
;rondslng niet in eeuig recht, maar in de
iristelijke liefdeen daarom kan ook niet
langs de gerechtelijken weg hare vervul
ling worden geëischt. Zij vindt intusschen
wel degelijk hare bekrachtiging in eene
uitspraak, die krachtiger is dan alle bepa
ling, door aardsche wetgevers en rechters
vastgesteld, in het woord namelijk van
den Eeuwigen Rechter die op velerlei
wijzen de mildadigheid heeft aanbevolen
Het is zaliger, te geven dan te ontvan
gen, en die op den laatsten dag het
geven of weigeren van eene aalmoes aan
Zijne armen, beschouwen zal als eene
gave of weigering, Ilemzelven ten deel
gevallen Wat gij aan eenen van deze
Mijne geringste broeders gedaan hebt, gij
hebt het aan Mij gedaan.
't Woord is aan u, advocaat
Vergocdinqen aan de doenaren van
rundvee afgekeurd voor liet verbruik
uit hoofde van pokziekte longtering
Reglementaire schikkingen.
LEOPOLD II, Koning der Belgen,
Aan alle tegenwoordigen en toekomen
den, Heii.
Gezien de wet van i Augustus 1890,
betreffende de vervalsching der eet
waren
slaapkamer op -le eerste verdieping achter in het
huis. Gisteren morgend kwam zij niet naar beneden
om te ontbijten, zooals anders hare gewoonte was.
Jufvrouw Gregory ging naar boven, maar vond de
deur van de slaapkamer van binnen afgesloten. Op
haar herhaald kloppen en roepen geen antwoord
ontvangende, kreeg zij achterdocht. Zij wachtte
echter nog «enigen tijd voorzg een smid liet komen,
om het slot open te stoken.
Een afschuweiyk tafereel wachtte de binncn-
tredenden. De jonge vrouw lag met afgesneden hals
up het bed De vloer van de kamer en do meubels
waren vol bloed. Alles toonde aan, dat de ongeluk-
kige, hoewel haar lijk op het bed werd gevonden, ii
wakenden toestand was overvallen en vermoord. De
gruwelijke moordenaar had haar eerst, nadat alles
was afgcloope», op hel bed neêrgclcgd.
Hel is later gebleken, dat de vermoorde den vori-
gen avond het bezoek van eene vreemde vrouw ont-
ving, welke hel buis op geheimzinnige wijze moet
hebben verlaten, terwijl de overige bewoners reeds
in slaap waren. Hel spreekt van zelf, dat de pclicie
alle mogelijke middelen in het werk stelt om deze
vreemde bezoekster te vinden, n
Ziedaar het eerste bericht, hetwelk het publiek
ontving van eenen moord, zoo koelbloedig en onmen-
sclielijk volvoerd als maar zelden kan geschieden,
zonder dat de dader op heeterdaad betrapt of alth:
onmiddclgk herkend wordt.
De moord van Sandbank was dan ook weldra in
ieders nrnnd- Het gansche land stelde belang in de
zaak en elke bgzonderheid,welke de dagbladen konden
meédeelen, werd des morgens en des avonds door
Gezien het reglement op den vleesch-
liandel, van 9 Februari 1891, alsook het
ministeriëel besluit van 28 derzelfde
maand, genomen in uitvoering van arti
kel 3 van dit reglement
Gezien het. koninklijk besluit van 3
April 1892, waarbij op de begrooting van
landbouw eene vergoeding toegestaan
wordt aan iederen eigenaar van rund-
dieren die, uit hoofde van pokziekte
(longtering), voor het verbruik afgekeurd
worden
In acht nemende dat de ondervinding
bewezen heeft dat het wenschelijk is
zekere schikkingen van dit besluit te
wijzigen
Gezien het koninklijk besluit van 10
December 1890, dat den veeartsenijdiensL
herinricht
Gezien de adviezen van de inspecteurs
veeartsen
Op voorstel van den minister van
landbouw, nijverheid en openbare wer
ken,
Wij hebben besloten en besluiten
Art. 1. Er zal op de fondsen van den
Staat eene vergoeding toegekend worden
aan eiken eigenaar wiens runddieren, na
afmaking,erkend zullen zijn van pokziekte
(longtering) te zijn aangedaan, en waar
van het vleosch geheel en al voor de voe
ding onbruikbaar verklaard wordt.
Deze vergoeding wordt uitbetaald, na
visa van den inspecteur-veearts der pro
vincie waar de afmaking heeft plaats
gehad, en op vertoon der stukken vast
stellende dat de vereischte formaliteiten
vervuld werden.
Art. 2.Om recht te hebben op de
vergoeding, moet de eigenaar van het
dier vertoonen
1° Een getuigschrift van den keurder
veearts, verklarende de waarde van het
dier en bevestigende dat hetvleesch heele-
maal ongezond is.
2° Een proces-verbaal van de schatting
der waarde van het dier, gedaan op kos
ten van den eigenaar door een beëedig-
den keurder, tol dien einde door de plaat
selijke overheid benoemd.
Dit proces-verbaal Izal onder anderen
het gewicht en de waarde per kilogram
vleesch aanduiden. Het zal, door de plaat
selijke policie, echt verklaard moeten
worden voor wat het gewicht betreft.
3° Eene verklaring der plaatselijke
overheid bevestigende dat het. vleesch
onbenuttelijk gemaakt en gedolven of
vernietigd is geworden door physische of
scheidkundige behandelingen, overeen
komstig de reglementaire bepalingen.
De eigenaar zal verder nog moeten vast
stellen dat het dier zich sedert ten minste
90 dagen in het land bevindt.
Art. 3. Het vleesch evenals de afval
moeten ter beschikking gelaten worden
duizendcD nieuwsgierige lezers gretig verslonden.
Verslaggevers van alle dagbladen werden naar Sand
bank gezonden om eene nauwkeurige beschrijving van
de plaats des onheils te geven.
De engclscbe pers toonde zich in één woord, hare
roeping waardig en geen enkele gelegenheid werd
verzuimd om het publiek op de hoogte te houden. Ook
ce illustraties bleven niet achter en prijkten weldra
groote en kleine afbeeldingen van Rob-Roy-Vi
en de kamer, waarin de verschiikkelgke moord had
plaats gehad.
HetGeïllustreerd Policienieuws vertoonde
zijne eerste bladzijde een tafereel, dat niet alleen aan
bloederigheid niets te wenschen overliet, maar daaren
boven met eeu uitvoerigheid was geschetst, alsof de
teekenaar door den moordenaar zelf genoodigd was
geweest om bij do voorstelling tegenwoordig te zijn.
De tgd echter, deed ook hierzgn werk.
Toen er cenige weken overheen waren gegaan en de
sluier der geheimzinnigheid, welke de zaak omhulde,
steeds even ondoordringbaar bleef, begon de belang
stelling van het publiek te wijken, om voor nieuwere
indrukken plaats te maken.
De dagbladen lieten de zaak rusten, er was zooveel
ander nieuws «en spoorwegongeluk, een brutale
inbraak, een ontbinding van bet Parlement,die nieuwe
kiezingen noodzakelijk maakte. Het is in onzen tijd
aan de dagbladen nu eenmaal niet vergund lang bg
eenzelfde zaak stil te staan.
Het leven gaat zijnen gangeen nieuw tooneelstuk,
dat binnen kort zal worden opgevoerd, een of ander
schandaal in hoogere kringen, de herziening van eene
wet dat ailes moet besproken of liever beschreven
van den provincialen inspecteur-veearts
des zomers gedurende de twee dagen, en
des winters gedurende de drie dagen na
het bezoek van den keurder-veearts (i).
Na verloop van dien tijd, zullen alleen
lijk de zieke organen gedurende nog twee
dagen behouden worden in eene oplossing
die er de bewaring van verzekeren kan.
Art. 4. De taks der vergoeding is
bepaald op een derde der waarde van de
dieren,zonder dat nochtans de vergoeding,
in geen geval, de som van 125 frank
per dier overschrijden kunne,
Het gemiddelde cijfer der schatting van
den veearts en den keurder dient tot
basis voor het bepalen van de waarde der
dieren.
Art. 5. Ieder veearts, ten titel van
vleeschkeurder ontboden, die het bestaan
der pokziekte erkent, is gehouden er,
zonder uitstel en in alle gevallen den dag
zelf, den provincialen inspecteur-veearts
van te verwittigen en, kosteloos, aan het
gemeentebestuur een dubbel af te leveren
van zijn keuringscertificaat, telken male
dat het vleesch voor het gebruik afge
keurd wordt.
Art. 6. De vergoedingen zullen
betaald worden door de bestendige
deputation der provincieraden voor de
dieren afgemaakt vóór 1" Januari
1894. Te rekenen met dezen dag,zullen
de vragen tot den minister van land
bouw, nijverheid en openbare werken
moeten gericht en zal de vergoeding
door de zorgen van het middenbestuur
geregeld worden.
Nochtans, in de proviciën waar een
bijzonder fonds bestaat bestemd de hou
ders van dieren voor de sterfte onder het
vee schadeloos te stellen, zal het bedrag
der vergoeding ten bate van dit fonds
mogen betaald worden, voor zooveel de
bepalingen van het huidig besluit en van
bedoeld fonds stipt zullen nageleefd zijn.
De aanvragen van vergoeding moeten
tot het departeineni van landbouw,nijver
heid en openbare werken gericht worden
ten laatste binnen de 30 dagen na de
afmaking.
De vragen die niet ingediend zijn vóór
den 1" Mei van het jaar dat volgt op dit
gedurende hetwelk de afmaking gebeurde
worden tot de betaling niet meer aange
nomen.
Art. 7. Bij overgangsbepalina
wordt de vergoeding voor de pokzieke
dieren, sedert 1 Juli 1893 geslacht, ge
regeld volgens 1 van artikel 4 en na
vervulling der formaliteiten voorzien
door het koninklijk besluit van 3 April
1892.
Art. 8. Onze minister van land
bouw, nijverheid en openbare werken is
gelast met de uitvoering van het huidig
besluit.
worden, om aan deu geeuwhonger van het lezend pu
bliek le voldoen, en het duurde dan ook niet lang of
de verschrikkelijke misdaad, welke een oogenblik de
gemoederen zoo algemeen in beweging bad gebracht,
geraakte op den achtergrond en werd,behalve in Sand
bank. door niemand meer herdacht.
Toch was er een man,die de zaak geen enkel oogen
blik uil het oog verloor. Met onverdroten geduld en
hardnekkige vasthoudendheid had hg zich de oplossing
van dit geheimzinnige raadsel ten taak gesteld. Ilij
wilde niet rusten, eer hij licht had gebracht in deze
duisternis en het onbegrijpelijke had opgehelderd.
II.
Op den morgend van den 25 October den dag
voor dat de zaak door de dagbladen ter kennis van hc(
publiek werd gebracht had zich eene menigte
nieuwsgierigen voor de woning verzameld, welke in
Sandbank algemeen onder den naam van Rob-Roy-
Villa bekend stond.
Rob-Roy-Villa was eene eenvoudige woning, waar.
aan buiten niets bijzonders was waar te nemen aan
de linkerzgde was zij met de naburige huizen verbon
den, de andere zijde was vrij en gaf uitzicht op een
stuk grond, dat, hoewel voor bouwgrond bestemd, tel
nu toe, geen koopers had kunnen vinden.
De straatweg naar Hamilton, waaraan de villa gele
gen was, liep achter het dorp om, op ongeveer een
kilometer afstand van de hoofdstraat en vormde als
het ware een overgang tusschen hel leven in de bad
plaats en het land. Nevens en tusschen de villa's lagen
stukken hofgroBd, die door de groenteboeren, welke
dagelijks met hun waren naar de londensche markt
reilen, werden gepacht en aan het geheel een meer
landelijk voorkomen gaven.
Het grootste gedeelte van het terrein langs den weg
behoorde aan eenen rijken beenhouwer, die zgne
zaken aan kant had gedaan. Deze weerdige man was
met zijn tgd meégegaan. Hg meende niet beter te
kunnen doen, dan zyn grond voor bouwgrond in te
richten. Iiy had zelf verscheidene woningen en villa's
gebouwd cn daar hij, sedert hij de zaken had verlaten,
een ieverig romanlezer was geworden en vooral met
Walter Scott, den geschiedschrijver, dweepte, had bg
al zijn villa's met de schoonste namen, aan de «erken
van dien schrijver ontleend, gedoopt en vond men er
dus behalve de reeds genoemde Rob-ltoy-ViUa ook nog
een Wavcrlcy-, een Kenilworth-, een Ivanhoe- en
andere villa's.
Op den geicgden morgen van den 25 october stond
Mcj. Gregory de eerzame weduwe van eenen
beambte aan het havenkantoor aan de deur harer
woning, omringd door een kring van nieuwsgierigen,
van beider geslacht Haar gewoonlijk welgedaan eu
vruolijk gelaat stond strak en verwilderdhare haastige
zenuwachtige bewegingen toonden aan, dat zjj zich
onder den indruk viu een hevigen schrik bevond. De
haar omringde buren schenen niet minder ontsteld, te
oordeelen naar de kreten van schrik cn verbazing, die
uit den kring opgingen. Een man met zandkleurig
haar en bakkebaarden, in eeu werkpak en met eene
mand met smids- en timmermansgereedschappen,
stond naast haar, zgn gelaat drukte een plecbtigen
ernst uit.
(Wordt voortgezet.)