Zondag 11 Februari 1894.
10 centiemen per nummer.
48sle Jaar N» 28S2.
NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
HET GEHEIM
Politiek overzicht.
Commissaris van Policie.
ZECBLIZLTGHEILT
van Vlaamsch België.
Liberale statistieken.
Provinciale kiezingen.
DE DENDERBODE
ABOMVEMENTPRMS
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maandenfr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N. 31, en in alle Postkantoren des lands.
ADVERTENTIEPRIJS
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. -
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen
zich te wenden ten Bureele van dit blad.
Cuique suum.
Aalst, 11 Februari 1894
Frankrijk. Invoer van granen in
Frankrijk. De minister van land
bouw heelt de maatregelen doen kennen,
die hij met zijne collegas van financiën en
van koophandel genomen heeft, betref
fende de wijzigingen in het regiem der en
trepots en de tijdelijke toelating van gra
nen.
Een verslag zal aan M. Carnot worden
toegezonden en een decreet zal hem ter
onderteekening worden voorgelegd.
Krachtens dit decreet zullen graansoor
ten van buiten Europeeschen oorsprong
de surtaxe d'enlrepót moeten betalen om
van de tijdelijke toelating te genieten.
Bloem, in entrepot gevoerd en voort
komende van tijdelijk toegelaten graan
zal in geval van in verbruikstelling, bui
ten de rechten op de granen, ook de in
tresten dezer rechten sedert den invoer
moeten betalen.
Eene commissie zal worden ingesteld,
om de taks van opbrengst van graan in
meel te bepalen.
Heden zal de minister een ontwerp
indienen, waardoor de faculteit van en
trepot voor granen op een jaar wordt ver
minderd.
Kerkelijke Staten. Aanstaande
consistorie. Volgens den Romeinschen
correspondent der Germania zullen in
het aanstaande consistorie acht nieuwe
Kardinalen benoemd worden, wijl het H.
Collegia ook in den jongsten tijd weer
door twee sterfgevallen in talrijkheid ver
minderd is, namelijk, door het overlijden
van den Kardinaal-Bisschop van Sabina,
Z. Emin. Luigi Serafini, en van den
Spaanschen Kardinaal Zefferina Gonzalez
y I>ias Tunon, die zich. naar men weet,
nog onlangs te Berlijn bij professor Berg-
mann aan eene operatie had onderworpen
maar bij zijn terugkeer te Madrid op 63
jarigen ouderdom overleden is, na sinds
november 1884 tot het H.Collegie behoord
te hebben.
De éénige moeielijkheid.die nog aan het
te houden consistorie in den weg staat,
schijnt gelegen in het preconiseercn van
Italiaansche Bisschoppen, voor wie het
exequatur door de Italiaansche regeering
geweigerd wordt. Crispi persoonlijk, zegt
de correspondent, zou uit staatsbelang
wel eenige toenadering tot den H. Stoel
wenschelijk achten, maar ofschoon zelf
een Broeder van 33® graad, is hij toch
in alles gehoorzaamheid verschuldigd aan
den grootmeester Lemmi, en hoe die over
de Kerk oordeelt, is nog pas uit diens re
devoering tot de Romeinsche logies meer
dan voldoend gebleken.
VAN DEN
-(O)-
25e Vervolg.
Hoe laat was bet, toen gij dien man zaagt 1 vroeg
de commissaris aan den getuige, zonder aan de woor
den van den advokaat de minste aandacht te schenken.
Ik verliet de stad even voor twaalven, ant
woordde Jacob Carr.en had zoo wat een halT uur geloo-
pen, toen ik aan de zijlaan kwam. Het moet dus
ongeveer half een of een paar minuten er over zijn
geweest.
Gij zijt gisteren uit eigen beweging aan het poli-
eiebureel gekomen, om de verklaring af te leggen, die
gij zooeven herhaald hebt, niet waar
Jawel, mijnheer'k hoorde er van spreken dat
de policie geloofde dat een man, en niet eene vrouw-
dien moord op den Hamiltonschen weg bedreven bad
en herinnerde mij, wat ik gezien had. Hel kon mis
schien van belang wezan, dacht ik.
De commissaris knikte met het hoofd en verklaarde,
dat bij niets meer te vragen bad.
Aan den Bisschop van Clermont werd
zondag in de kapel van den kardinaal
diaken, Mgr Mertel, met groote plechtig
heid hel pallium verleend. Deze buiten
gewone onderscheiding is aan den zetel
van Clermont door Leo XIII verleend,
omdat Paus Urbanus II aldaar een Conci
lie hield om den eersten kruistocht te
prediken, waarvan eerlang te Clermont
het 9e eeuwfeest zal gevierd worden.
Aon de Katholieke
De maatschappelijke vraagstukken, die
dagelijks meer en meer op den voorgrond
treden, de nieuwe toestand, waarin wij
ons door de uitbreiding van het stemrecht
bevinden, de noodzakelijkheid der toena
dering van de leidende standen tot het
volk, dit alles geeft aan de volkstaal eene
eereplaats.
Immers, hoe kan die toenadering ge
beuren? hoe kunnen de honderd duizenden
nieuwe kiezers van 't Vlaamsche land bij
de katholieke partij ingelijfd worden? hoe
kan het maatschappelijk vraagstuk in
vrede en rechtveerdigheid opgelost wor
den, wanneer de hoogere standen de
Vlaamsche taal onmachtig zijn, of niet
gebruiken willen
Zonder de volkstaal kunnen de katho
lieken in Vlaanderen, al verdubbelden zij
ook hunne werkzaamheid .en hune opoffe
ring, niets verrichten.
Een onzer uitstekendste dagbladschrij
vers, Mr W. Verspeyen, bestatigde het in
zijn boekje, Le parti catliolique beige.
Sprekende van de moedertaal, die te wei
nig gekend en onreclitveerdig misprezen
wordt door de hoogere standen, vraagt
hij Zijn we in die orde van gedachten
niet blind en onvoorzienig geweest
Hebben wij ons niet te verwijten op die
wijze de misverstanden verzwaard en de
kloof der ongelukkige scheidingen gedol
ven te hebben Hebben wij zelfs niet
vergeten, uit het eenig oogpunt der gods
dienstige belangen, dat de nationale taal
een heilig vat is, welk het geloof, de
overleveringen, de zeden, het vernuft van
een volk bevat, als den gouden kelk, dien
's priesters handen opheffen, het bloed
van Jesus-Christus
Zonder hier een geschiedkundig en
terugblikkend rekwisitorium op te maken,
zonder het deel der verantwoordelijkheid
te willen bepalen, bestatig ik dat wij
tegenover eenen slechten toestand staan
en dat het onze eerste plicht is hem te
verhelpen, indien wij tot het einde toe, er
de ongemakken en de gevaren niet willen
van dragen.
Uit dit oogpunt beschouwd, raakt de
Vlaamsche zaak, die te lang als eene
zuiver grillige taal- en letterkundige
M. Ford echter wenschte nog wel iets te weten.
Ofschoon het haast de moeite niet waard is,
begon hij, den getuige aanziende, wil ik toch een paar
punten tol klaarheid brengen. Gjj zegt, dat gij een
man hebt gezien, die eene tesch droeg. Zijt gij zeker,
volkomen zeker, dat bet eene tesch was
Bepaald zeker kan ik niet zeggen, dat het er een
was. Ik heb gezegd het kwam mij voor eece tesch te
z\jn geweest.
Kan het niet een zak zjjn geweest
Wel mogelijk, mijnheer.
Of eene mand, zoo'n langwerpige mand, waarin
de timmerlieden hun gereedschap bewaren
O, ja.
Met andere woorden bet kan wel van alles
geweest zjjn.
Ik heb in het verhoor gezegd, hernam Jacob
Carr bedaard, dat ik een man heb gezien, die iets in
de hand droeg, dat ik voor eene reistesch hield,anders
niets.
Heel goed, houdt u aan de waarheid dat is het
beste Maar nu omtrent dien man. Gij bebt hem niet
nauwkeurig opgenomen
Neen, het was zeer donker en ik zag niet veel
meer dan eene schaduw.
Gij kunt dus niet zeggen, hoe hij gekleed was 1
Neen, mijnheer.
Hij droeg misschien werkroanskleêrcn 1
Misschien wel, mijnheer. Ik ben niet in slaat het
tegendeel te beweren.
beweging beschouwd is geweest, langs
alle zijden aan de godsdienstige, vader-
landsche en maatschappelijke belangen
van het hoogste gewicht. Er zou een
nieuwe en onherstelbare misslag begaan
worden, indien er niet zonder uitstel ge
dacht werd aan de noodige herstellingen,
aan den in te winnen verloren tijd, aan
de mannelijke voornemens, die moeten
gemaakt worden, wil men niet onmachtig,
ontwapend en verzeild staan voor de gol
ven die klimmen, en de gevaren die voor
speld worden. Ik wil wel toegeven dat
wij den sleutel van den toestand bezitten,
maar de Vlaamsche taal is er hetslot van,
ten minste in Vlaanderen.
Mgr Lambrecht zaliger heeft honderd
maal die woorden gezegd, welke alle
helderziende mannen zich moeten eigen
maken.
Men wete immers dat de socialisten in
het katholieke Vlaanderen reeds diep
ingeworteld zijn, omdat zij het volk in
zijne taal aanspreken,en de verfransching
of de onverschilligheid der begoede men-
schen behendig uitbuiten om het volk op
te hitsen.
In sommige katholieke kringen van het
Vlaamsche land heeft men de gegrondheid
van dit gezegde erkend. Aan de nationale
taal van Vlaanderen wordt eene min of
meer belangrijke plaats verleend,in hunne
vergaderingen, in hunne feesten. Een deel
der redevoeringen, der tooneel- of zang
stukken zijn reeds Vlaamsch. We kunnen
die kringen niet genoeg gelukwenschen,
omdat zij aldus hulde brengen aan detaal,
die gansch het volk is.
Die eerste stap zal ongetwijfeld den
tweeden en den derden ineèbrengen. Van
uitzondering zal het gebruik der volks
spraak, de algemeene regel worden. Dit
hopen en wenschen wij, in 't belang van
den godsdienst in Vlaanderen. Aldus zal
het volk volledige vertrouwen hebben in
de katholieke kringen, waar zijne taal
gesproken en in eere gehouden wordt.
Wat er ook van zij, de noodzakelijkheid
van 't gebruik der Vlaamsche taal dringt
zich op. De staatkundige twisten zullen
meer en meer in 't openbaar geslecht
worden. Hoe zal het den katholieken
mogelijk zijn, het gesproken en geschre
ven woord te verkondigen, om het volk
voor hunne zaak te winnen,indien zij het
niet geleerd hebben En eene taal kent
men slechts wanneer men ze dagelijks
beoefent.
Welnu, de leden der katholieke kringen
kunnen de volkstaal beoefenen, zooveel
als ze willen. Dat zij de nationale taal
gebruiken in hunne kringen, in hunne
samenspraken, in hunne redevoeringen,
in hunne tooneel-en zangfeesten en vooral
in hunne letterkundige gilden. Die gilden
kan men immers hervormen in sprekers
bonden, waar de leden tot het moeilijk,
maar eervol ambt van spreker kunnen
opgeleid en geoefend worden om met de
pen en het woord,het geloof en de samen
leving te verdedigen.
Nu dal de werkzaamheden van de
katholieke kringen met nieuwe kracht
hervat worden, durven wij de hoop koes
teren, dat ons billyk verlangen zal inge
willigd worden.
Gehoor gevende aan de naastenliefde
en aan de dringende smeeking van hare
beroemdste strijders, zal de katholieke
partij in België den hinderpaal doen ver
dwijnen, die de hoogere van do lagere
standen scheidt, en de katholieke kringen
zullen door hun voorbeeld den grootsten
stoot geven om dien scheidingsmuur af te
breken.
Dan zal men, lijk voorheen in den
bloeitijd onzer geschiedenis, éénen gods
dienst, één volk, ééne taal in Vlaanderen
zien
Namens den Vlaamschen katholieken
Zitdagte Brugge gehouden, op 21 en
22 Oogst 1893.
Zoo Vertel mjj dan eens een andere zaak. Is
het uwe gewoonte zoo laat nog op den weg te zijn
Ik ga op alle uren naar huis. Soms is het laai,
soms vroeg dat hangt van het werk af.
Maar in ieder geval uw werk houdt u wel eens
tot twaalf ure bezig
O ja, mijnheer, dikw ijls later.
Dikwijls zelfs later. Nu, als gij zoo laat naar
buis gaat, ontmoet gij dan wel eens menschen onder
weg 1
Somtijds welmaar meestal zie ik geen levende
ziel, behalve den politieagent.
Maar somtijds wel, zegt gjj
Ja, mijnheer, vooral 's zomers als er veel men
schen in de stad zijn
Toen gij dien man zaagt, vondt gij er toen op dat
oogenblik iets vreemds in 1 Ik bedoel, trof het u als
iets bijzonders, dat die persoon zoo laat dien zijweg
insloeg
Neen, mijnheer, dat kan ik niet zeggen. Eerst
toen ik hoorde dat men vermoedde, dat een man dien
moord had gedaan, dacht ik er aan.
Precies 1 dat is alles wat ik van u weten wilde.
Wij hebben geene getuigen meer voor te bren
gen verklaarde de commissaris aan de rechters,
terwijl Jacob Carr de getuigenbank verliet.
Het woord was aan den verdediger.
M. Ford stond op met. indrukwekkende gebaren en
sprak eene klinkende pleitrede uit, waarin hij punt
voor punt de beschuldiging weerlegde.
Onder den titel teeken van slechten
tyd komt de liberale drukpers voor den
dag met eene vergelijkende statistiek van
het gel al kloosters en kloosterlingen in
1846 en in 1890.
In 1846 waren er in ons land slechts
776 kloosters^ zegt inen en in 1890
waren er 1,775; in 1846 waren er slechts
19,968 kloosterlingen en in 1890 waren
er 30,098.
Welnu, en dan Wat kwaad steekt er
in dat,onder den invloed der vrijheid van
vereeniging, liet getal van kloosters en
kloosterlingen is aangegroeid
Integendeel die kloosterlingen houden
zich bezig, de eenen met het verplegen
van zieken, de anderen met het verzorgen
van krankzinnigen, doofstommen, blin
den, enz., anderen nog met het onderwijs
der volkskinderen.
Overal waar zij bestaan dienen de
kloosters tot ontlasting van godshuizen
en armbesturen, tot vermindering der
gemeente- en staatsuitgaven voor hot
openbaar onderwijs.
Daarbij vragen zij geenen centiem aan
Staat, Provincie of Gemeente, tenzij, in
zake van onderwijs, de hulpgelden waar
zij, aan de vereischte voorwaarden vol
doen, evenals alle andere burgers, recht
op hebben.
Welk is dan het doel van de liberale
schreeuwers met het mededeelen van die
statistiek
Ziehier
De Belgische kloosters zeggen zij
moeten ten huidige dage, aan roe
rende en onroerende goederen, eenen rijk
dom van meer dan 1 milliard zeggen
1000 millioen bezitten.
Zoo bceerde hij verder dat M. Sint-Alba in den
avond van den 24 October lestleden, deu datum van
den moord, zijne kamer niet verlaten had, maar zich
integendeel vroegtijdig te bed had begeven om er den
slaap der rechlveerdigen te genieten. De eenige getui
ge, die dit laatste het zekerst van allen zou kunnen
verklaren, voer de rechtsgeleerde voort met een sier
lijken zwaai van zijne hand, is de dame, die daar ginds
gezeten is. Ik bedoel Mev. Sint-Alba, de vrouw van
mijn kbènt, maar wg weten, dat de wet hare lippen
verzegelt.
Do verklaringen, die ik u zal doen liooren.zijn
echter even afdoende en zullen u, hieraan twijfel ik
geen oogenblik, de volkomen overtuiging sclicnkeD,
dat de zoo diep beleedigde man, die nog op de bank
der beschuldigden zit, door u ten spoedigste van alle
vervolging behoort te worden ontslagen. Als rccht-
vcerdige mannen, als mannen van eer, bekleed met
het gezag der wet, zal die plicht u ongetwijfeld nu
reeds duidelijk zijn. Het is mij onbekend of mijn
cliënt, wanneer hjj weer in den kring der zjjnen zal
zijn teruggekeerd, eene vervolging zal instellen tegen
de personen, die op zulk een ondoordachte, onverant
woordelijke w(jze den spot durven drijven met de
erkende rechten en vrijheden van den Britschen onder
daan, dat is eene zaak, welke geheel aan zijne edel
moedigheid moet worden overgelaten Maar uit kracht
van mijn ambt, met het oog op de wetten van ons land.
durf ik van u een volkomen vrijspraak eischen van een
man, die diep belecdigd, van u het herstel zijner eer
Men merke wel op dat dit geene sta
tistiek meer is, maar eene schatting, eene
onbewezene veronderstelling van de
heeren opstellers der liberale drukpers.
Zelfs indien men die voor waarheid
moest aannemen, zou dat nog maar ge
middeld op het burger fortuintje van
30,000 franks per kloosterling konten, of
een inkomen, aan 3 p. h. gerekend van
900 franks, waarmede liet onmogelijk zijn
zou, zonder werken, rijk te leven en te
smeeren, zooals de geuzenbladen immer
aan de kloosterlingen verwijten.
Doch, als men weet dat die schatting
of veronderstelling op geene de minste
gronden berust, dat zij wellicht meer dan
de helft overdreven is als men weet dat
die eigendommen voor do negen tienden
bestaan, niet uit goud en waardijen, maar
uit niets opbrengende kerk- en klooster
gebouwen, dan vraagt men zich af, wat
kwaad of wat gevaar or wel steken mag
in die zoo hoogopgevijzelde rijkdommen
der kloosters.
De doktrinaire geuzerij zoekt alzoo,
door de kloosters, aan het misleide en
van den godsdienst afgetrokken volk,voor
te stellen als met rijkdommen en schatten
opgepropt, de aandacht van het socialis-
mus af te leiden van de geldkoffers harer
bazen-
In plaats van hot socialismus met open
vizier te bestrijden, poogt de geuzerij het
opgehitste volk op een dwaalspoor te
brengen en roept zij de ontevredene en
verbitterde menigte loe
Zoekt daar, in de kloosters, daar zult
gy de schatten vinden welke uwen dorst
naar geld, naar weelde, naar genietingen
zullen verzadigen.
't Kan gebeuren dat, moest de roode
vlag eens zegepralend wapperen hovende
puinen der maatschappelijke orde, hare
volgelingen eerst en vooral de kloosters
zouden gaan plunderen.
Doch, bitter teleurgesteld, zouden zij al
spoedig op hunne stappen terugkoeren en
gaan zoeken wat zij verlangen bij al de
rijken, zonder onderscheid, geene ver
schooning gevende aan dezen die hun de
kloosters tot plundering hebben aange
wezen.
Tot welke orders de kloosterlingen be-
hooren.
Met hoevelen zijn zij.
Welke kloosters eene nijverheid of
bedrijf uitoefenen weldanig die nijver
heid of dat bedrijf is; wie er werkt wat
er voor het werk betaald wordt.
Of die kloosters vergrooten wat er
in 't publiek van gezegd wordt of zij na-
deelig zijn aan de andere handelaars.
Of zij politieken invloed hebben. Welke
de onderwijzende kloosterlingen zijn.
Welke de prijs is voor inwonende leer
lingen en voor de dagschool. Hoeveel
leerlingen zij hebben.
Op hoeveel de fortuin van ieder
klooster geschat wordt.
En waartoe moeten al die inlichtingen
aan de logie dienen
Dat blijkt uit den volzin, waarmede de
omzendbrief eindigt,en die luidt als volgt:
Tegenover de zwakheden van zooge
zegde republiekeinen, tegenover het
klerikalismus, dal sterker is dan ooit
toonen wij dat ons ordewoord nog
altijd is dat van Voltaire laat ons den
eerlooze verpletleren.
De «eerlooze» dat is, zooals onze lezers
weten, de katholieke godsdienst en de
vrijmetselarij denkt dat dezen het eerst
en het gevoeligst to treffen in den persoon
zyner waardigste en verdienstelijkste
kinderen, de kloosterlingen van beido
geslachten.
Aan dat schandelijk en eerloos vervol-
gingswerk in de inaat zijner krachten
medewerken dat is, natuurlijk, het vu
rigste verlangen der liberale drukpers.
Vaderland.)
Overigens, 't is weer de hand der vrij
metselary welke in die onderduimsche
opstokingen legen kloosters en klooster
lingen te bespeuren is.
Een blad van Parijs le Peuple fran
cais, heeft de hand gelegd op eenen om
zendbrief uitgaande van de logie la Clé
mentine Amitié en gericht aan al de
vrijmetselaarslogiën zonder onderscheid.
Daarin wordt aan de logiën gevraagd
Hoeveel kloosters er binnen hun gebied
z(jn.
erwacht door de verklaring, dat deze gehecle zaak
een grove misvatting is geweest en hij deze gerechts
zitting verlaat zonder een schijn van blaam op zjjn
karakter
De toejuichingen, welke zich bij dit krachtige slot
hier en daar onder het publick deden hooren, werden
door den voorzitter onmiddeljjk onderdrukt.
De beurt was aan M. Ford om zijne getuigen voor le
brengen.
De eerste van allen was onze oude kennis, de
driftige, Schotschc directeur van het Marine-hotel,
Mac Gregor.
Hij was er de man niet om veel woorden te verspil
len. Op de vraag of het handschrift van den heer
Sint-Alba hem bekend was, haalde hij zwijgend een
hussel brieven en rekeningen voor den dag. Zij waren
allen door een loopende koopmanshand geschreven,
en vertoonden niet de minste overeenkomet met het
staande dunne spinnepootachtige schrift, hetwelk de
inspecteur Power onder eed verklaard bad, als dat van
M. Sint-Alba te hebben erkend.
De rechters onderzochten het handschrift met de
meeste nauwkeurigheid. Kon de heer Mac Gregor
beweren, dat deze stukken door AI. Sint-Alba geschre
ven waren Natuurlijk, hij had den eed immers reeds
afgelegd. Verscheidene van die stukken, namelijk die,
welke de maandelijksche afrekeningen betroffen,wareu
in zijne tegenwoord'gheid geschreven.
Hij wees er enkele van aan. Was hjj daarvan zeker
Kon er geen vergissing plaatshebben t
Een wetsontwerp is aangeboden krach
tens hetwelk er dees jaar afgeweken
wordj, van de bepalingen der artikels 114
en25. van de samengevoegde kieswetten.
De kiezing voor de hernieuwing der
helft van den Provincieraad, die met Mei
aanstaande moest plaats hebben, zal dus
niet geschieden en de lastgeving der
raadsheeren die op 3 Juli moesten aftre
den wordt verlengd tot don dag der ont
binding van den Raad.
De Bestendige Afveerdiging blijft in we
zen tot aan de instelling der afveerdiging
door den nieuwen Raad te kiezen.
Geen verandering is voorgeschreven
wegens den toestand der provinciale gref-
fiers.
De lijst der kiesbaren voor den Senaat
zal dees jaar slechts opgemaakt worden
met 1 September aanstaande.
Eindelijk dc kiezers-examens voorzien
door de wetten van 24 Augustus 1893 on
26 Mei 1888 zullen dees jaar geen plaats
grijpen.
Natuurlg'k was hjj daarvan zeker en vergissingen
waren in deze onmogelijk.
M. Kingsford schudde ernstig hel hoofd.
De eerste bediende van deu heer Mac Gregor legde
een gelijke verklaring af.
De volgende getuigen twee bedienden van het
hotel, verklaarden, dat M. Sint-Alba zich op den
avond van den 24 October vroegtijdig naar zijne kamer
had begeven en deze voor zooverre zjj wisten, niet
verlaten had, vódr den volgenden morgend.
Power's vriend de tweede huiskuecht eindelijk,
getuigde, dat hij de schoenen van M. Sint-Alba voor
miJdernacht buiten de slaapkamerdeur had gevonden
en ze van daar had weggenomen om Ie poetsen
Dit besliste de zaak.
Eenparig was het publiek van oordccl.dat dc politie
een oogehoorden, ouvergeeflijken misslag had begaan.
M. Sint-Alba was geheel onschuldig en schandelijk
behandeld
Ook dc rechters schenen niet vee! tijd noodig te
hebben gehad om tot eene beslissing tc komen. Zjj
kwamen na eene zeer korte afwezigheid terug en deden
door hunne verschijning de gesprekken in de zaal
omniddciyk verstommen.
Dc eenige persoon, welke onder al die spauning en
nieuwsgierigheid dezelfde kalme, onverschillige hou
ding had bewaard, was de beschuldigde zelf.
(Wordt voortgezet.)