Zondag 11 Februari 1894. 10 centiemen per nummer. 48sle Jaar N» 28S2. NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. HET GEHEIM Politiek overzicht. Commissaris van Policie. ZECBLIZLTGHEILT van Vlaamsch België. Liberale statistieken. Provinciale kiezingen. DE DENDERBODE ABOMVEMENTPRMS Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor zes maandenfr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des lands. ADVERTENTIEPRIJS Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. - Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Cuique suum. Aalst, 11 Februari 1894 Frankrijk. Invoer van granen in Frankrijk. De minister van land bouw heelt de maatregelen doen kennen, die hij met zijne collegas van financiën en van koophandel genomen heeft, betref fende de wijzigingen in het regiem der en trepots en de tijdelijke toelating van gra nen. Een verslag zal aan M. Carnot worden toegezonden en een decreet zal hem ter onderteekening worden voorgelegd. Krachtens dit decreet zullen graansoor ten van buiten Europeeschen oorsprong de surtaxe d'enlrepót moeten betalen om van de tijdelijke toelating te genieten. Bloem, in entrepot gevoerd en voort komende van tijdelijk toegelaten graan zal in geval van in verbruikstelling, bui ten de rechten op de granen, ook de in tresten dezer rechten sedert den invoer moeten betalen. Eene commissie zal worden ingesteld, om de taks van opbrengst van graan in meel te bepalen. Heden zal de minister een ontwerp indienen, waardoor de faculteit van en trepot voor granen op een jaar wordt ver minderd. Kerkelijke Staten. Aanstaande consistorie. Volgens den Romeinschen correspondent der Germania zullen in het aanstaande consistorie acht nieuwe Kardinalen benoemd worden, wijl het H. Collegia ook in den jongsten tijd weer door twee sterfgevallen in talrijkheid ver minderd is, namelijk, door het overlijden van den Kardinaal-Bisschop van Sabina, Z. Emin. Luigi Serafini, en van den Spaanschen Kardinaal Zefferina Gonzalez y I>ias Tunon, die zich. naar men weet, nog onlangs te Berlijn bij professor Berg- mann aan eene operatie had onderworpen maar bij zijn terugkeer te Madrid op 63 jarigen ouderdom overleden is, na sinds november 1884 tot het H.Collegie behoord te hebben. De éénige moeielijkheid.die nog aan het te houden consistorie in den weg staat, schijnt gelegen in het preconiseercn van Italiaansche Bisschoppen, voor wie het exequatur door de Italiaansche regeering geweigerd wordt. Crispi persoonlijk, zegt de correspondent, zou uit staatsbelang wel eenige toenadering tot den H. Stoel wenschelijk achten, maar ofschoon zelf een Broeder van 33® graad, is hij toch in alles gehoorzaamheid verschuldigd aan den grootmeester Lemmi, en hoe die over de Kerk oordeelt, is nog pas uit diens re devoering tot de Romeinsche logies meer dan voldoend gebleken. VAN DEN -(O)- 25e Vervolg. Hoe laat was bet, toen gij dien man zaagt 1 vroeg de commissaris aan den getuige, zonder aan de woor den van den advokaat de minste aandacht te schenken. Ik verliet de stad even voor twaalven, ant woordde Jacob Carr.en had zoo wat een halT uur geloo- pen, toen ik aan de zijlaan kwam. Het moet dus ongeveer half een of een paar minuten er over zijn geweest. Gij zijt gisteren uit eigen beweging aan het poli- eiebureel gekomen, om de verklaring af te leggen, die gij zooeven herhaald hebt, niet waar Jawel, mijnheer'k hoorde er van spreken dat de policie geloofde dat een man, en niet eene vrouw- dien moord op den Hamiltonschen weg bedreven bad en herinnerde mij, wat ik gezien had. Hel kon mis schien van belang wezan, dacht ik. De commissaris knikte met het hoofd en verklaarde, dat bij niets meer te vragen bad. Aan den Bisschop van Clermont werd zondag in de kapel van den kardinaal diaken, Mgr Mertel, met groote plechtig heid hel pallium verleend. Deze buiten gewone onderscheiding is aan den zetel van Clermont door Leo XIII verleend, omdat Paus Urbanus II aldaar een Conci lie hield om den eersten kruistocht te prediken, waarvan eerlang te Clermont het 9e eeuwfeest zal gevierd worden. Aon de Katholieke De maatschappelijke vraagstukken, die dagelijks meer en meer op den voorgrond treden, de nieuwe toestand, waarin wij ons door de uitbreiding van het stemrecht bevinden, de noodzakelijkheid der toena dering van de leidende standen tot het volk, dit alles geeft aan de volkstaal eene eereplaats. Immers, hoe kan die toenadering ge beuren? hoe kunnen de honderd duizenden nieuwe kiezers van 't Vlaamsche land bij de katholieke partij ingelijfd worden? hoe kan het maatschappelijk vraagstuk in vrede en rechtveerdigheid opgelost wor den, wanneer de hoogere standen de Vlaamsche taal onmachtig zijn, of niet gebruiken willen Zonder de volkstaal kunnen de katho lieken in Vlaanderen, al verdubbelden zij ook hunne werkzaamheid .en hune opoffe ring, niets verrichten. Een onzer uitstekendste dagbladschrij vers, Mr W. Verspeyen, bestatigde het in zijn boekje, Le parti catliolique beige. Sprekende van de moedertaal, die te wei nig gekend en onreclitveerdig misprezen wordt door de hoogere standen, vraagt hij Zijn we in die orde van gedachten niet blind en onvoorzienig geweest Hebben wij ons niet te verwijten op die wijze de misverstanden verzwaard en de kloof der ongelukkige scheidingen gedol ven te hebben Hebben wij zelfs niet vergeten, uit het eenig oogpunt der gods dienstige belangen, dat de nationale taal een heilig vat is, welk het geloof, de overleveringen, de zeden, het vernuft van een volk bevat, als den gouden kelk, dien 's priesters handen opheffen, het bloed van Jesus-Christus Zonder hier een geschiedkundig en terugblikkend rekwisitorium op te maken, zonder het deel der verantwoordelijkheid te willen bepalen, bestatig ik dat wij tegenover eenen slechten toestand staan en dat het onze eerste plicht is hem te verhelpen, indien wij tot het einde toe, er de ongemakken en de gevaren niet willen van dragen. Uit dit oogpunt beschouwd, raakt de Vlaamsche zaak, die te lang als eene zuiver grillige taal- en letterkundige M. Ford echter wenschte nog wel iets te weten. Ofschoon het haast de moeite niet waard is, begon hij, den getuige aanziende, wil ik toch een paar punten tol klaarheid brengen. Gjj zegt, dat gij een man hebt gezien, die eene tesch droeg. Zijt gij zeker, volkomen zeker, dat bet eene tesch was Bepaald zeker kan ik niet zeggen, dat het er een was. Ik heb gezegd het kwam mij voor eece tesch te z\jn geweest. Kan het niet een zak zjjn geweest Wel mogelijk, mijnheer. Of eene mand, zoo'n langwerpige mand, waarin de timmerlieden hun gereedschap bewaren O, ja. Met andere woorden bet kan wel van alles geweest zjjn. Ik heb in het verhoor gezegd, hernam Jacob Carr bedaard, dat ik een man heb gezien, die iets in de hand droeg, dat ik voor eene reistesch hield,anders niets. Heel goed, houdt u aan de waarheid dat is het beste Maar nu omtrent dien man. Gij bebt hem niet nauwkeurig opgenomen Neen, het was zeer donker en ik zag niet veel meer dan eene schaduw. Gij kunt dus niet zeggen, hoe hij gekleed was 1 Neen, mijnheer. Hij droeg misschien werkroanskleêrcn 1 Misschien wel, mijnheer. Ik ben niet in slaat het tegendeel te beweren. beweging beschouwd is geweest, langs alle zijden aan de godsdienstige, vader- landsche en maatschappelijke belangen van het hoogste gewicht. Er zou een nieuwe en onherstelbare misslag begaan worden, indien er niet zonder uitstel ge dacht werd aan de noodige herstellingen, aan den in te winnen verloren tijd, aan de mannelijke voornemens, die moeten gemaakt worden, wil men niet onmachtig, ontwapend en verzeild staan voor de gol ven die klimmen, en de gevaren die voor speld worden. Ik wil wel toegeven dat wij den sleutel van den toestand bezitten, maar de Vlaamsche taal is er hetslot van, ten minste in Vlaanderen. Mgr Lambrecht zaliger heeft honderd maal die woorden gezegd, welke alle helderziende mannen zich moeten eigen maken. Men wete immers dat de socialisten in het katholieke Vlaanderen reeds diep ingeworteld zijn, omdat zij het volk in zijne taal aanspreken,en de verfransching of de onverschilligheid der begoede men- schen behendig uitbuiten om het volk op te hitsen. In sommige katholieke kringen van het Vlaamsche land heeft men de gegrondheid van dit gezegde erkend. Aan de nationale taal van Vlaanderen wordt eene min of meer belangrijke plaats verleend,in hunne vergaderingen, in hunne feesten. Een deel der redevoeringen, der tooneel- of zang stukken zijn reeds Vlaamsch. We kunnen die kringen niet genoeg gelukwenschen, omdat zij aldus hulde brengen aan detaal, die gansch het volk is. Die eerste stap zal ongetwijfeld den tweeden en den derden ineèbrengen. Van uitzondering zal het gebruik der volks spraak, de algemeene regel worden. Dit hopen en wenschen wij, in 't belang van den godsdienst in Vlaanderen. Aldus zal het volk volledige vertrouwen hebben in de katholieke kringen, waar zijne taal gesproken en in eere gehouden wordt. Wat er ook van zij, de noodzakelijkheid van 't gebruik der Vlaamsche taal dringt zich op. De staatkundige twisten zullen meer en meer in 't openbaar geslecht worden. Hoe zal het den katholieken mogelijk zijn, het gesproken en geschre ven woord te verkondigen, om het volk voor hunne zaak te winnen,indien zij het niet geleerd hebben En eene taal kent men slechts wanneer men ze dagelijks beoefent. Welnu, de leden der katholieke kringen kunnen de volkstaal beoefenen, zooveel als ze willen. Dat zij de nationale taal gebruiken in hunne kringen, in hunne samenspraken, in hunne redevoeringen, in hunne tooneel-en zangfeesten en vooral in hunne letterkundige gilden. Die gilden kan men immers hervormen in sprekers bonden, waar de leden tot het moeilijk, maar eervol ambt van spreker kunnen opgeleid en geoefend worden om met de pen en het woord,het geloof en de samen leving te verdedigen. Nu dal de werkzaamheden van de katholieke kringen met nieuwe kracht hervat worden, durven wij de hoop koes teren, dat ons billyk verlangen zal inge willigd worden. Gehoor gevende aan de naastenliefde en aan de dringende smeeking van hare beroemdste strijders, zal de katholieke partij in België den hinderpaal doen ver dwijnen, die de hoogere van do lagere standen scheidt, en de katholieke kringen zullen door hun voorbeeld den grootsten stoot geven om dien scheidingsmuur af te breken. Dan zal men, lijk voorheen in den bloeitijd onzer geschiedenis, éénen gods dienst, één volk, ééne taal in Vlaanderen zien Namens den Vlaamschen katholieken Zitdagte Brugge gehouden, op 21 en 22 Oogst 1893. Zoo Vertel mjj dan eens een andere zaak. Is het uwe gewoonte zoo laat nog op den weg te zijn Ik ga op alle uren naar huis. Soms is het laai, soms vroeg dat hangt van het werk af. Maar in ieder geval uw werk houdt u wel eens tot twaalf ure bezig O ja, mijnheer, dikw ijls later. Dikwijls zelfs later. Nu, als gij zoo laat naar buis gaat, ontmoet gij dan wel eens menschen onder weg 1 Somtijds welmaar meestal zie ik geen levende ziel, behalve den politieagent. Maar somtijds wel, zegt gjj Ja, mijnheer, vooral 's zomers als er veel men schen in de stad zijn Toen gij dien man zaagt, vondt gij er toen op dat oogenblik iets vreemds in 1 Ik bedoel, trof het u als iets bijzonders, dat die persoon zoo laat dien zijweg insloeg Neen, mijnheer, dat kan ik niet zeggen. Eerst toen ik hoorde dat men vermoedde, dat een man dien moord had gedaan, dacht ik er aan. Precies 1 dat is alles wat ik van u weten wilde. Wij hebben geene getuigen meer voor te bren gen verklaarde de commissaris aan de rechters, terwijl Jacob Carr de getuigenbank verliet. Het woord was aan den verdediger. M. Ford stond op met. indrukwekkende gebaren en sprak eene klinkende pleitrede uit, waarin hij punt voor punt de beschuldiging weerlegde. Onder den titel teeken van slechten tyd komt de liberale drukpers voor den dag met eene vergelijkende statistiek van het gel al kloosters en kloosterlingen in 1846 en in 1890. In 1846 waren er in ons land slechts 776 kloosters^ zegt inen en in 1890 waren er 1,775; in 1846 waren er slechts 19,968 kloosterlingen en in 1890 waren er 30,098. Welnu, en dan Wat kwaad steekt er in dat,onder den invloed der vrijheid van vereeniging, liet getal van kloosters en kloosterlingen is aangegroeid Integendeel die kloosterlingen houden zich bezig, de eenen met het verplegen van zieken, de anderen met het verzorgen van krankzinnigen, doofstommen, blin den, enz., anderen nog met het onderwijs der volkskinderen. Overal waar zij bestaan dienen de kloosters tot ontlasting van godshuizen en armbesturen, tot vermindering der gemeente- en staatsuitgaven voor hot openbaar onderwijs. Daarbij vragen zij geenen centiem aan Staat, Provincie of Gemeente, tenzij, in zake van onderwijs, de hulpgelden waar zij, aan de vereischte voorwaarden vol doen, evenals alle andere burgers, recht op hebben. Welk is dan het doel van de liberale schreeuwers met het mededeelen van die statistiek Ziehier De Belgische kloosters zeggen zij moeten ten huidige dage, aan roe rende en onroerende goederen, eenen rijk dom van meer dan 1 milliard zeggen 1000 millioen bezitten. Zoo bceerde hij verder dat M. Sint-Alba in den avond van den 24 October lestleden, deu datum van den moord, zijne kamer niet verlaten had, maar zich integendeel vroegtijdig te bed had begeven om er den slaap der rechlveerdigen te genieten. De eenige getui ge, die dit laatste het zekerst van allen zou kunnen verklaren, voer de rechtsgeleerde voort met een sier lijken zwaai van zijne hand, is de dame, die daar ginds gezeten is. Ik bedoel Mev. Sint-Alba, de vrouw van mijn kbènt, maar wg weten, dat de wet hare lippen verzegelt. Do verklaringen, die ik u zal doen liooren.zijn echter even afdoende en zullen u, hieraan twijfel ik geen oogenblik, de volkomen overtuiging sclicnkeD, dat de zoo diep beleedigde man, die nog op de bank der beschuldigden zit, door u ten spoedigste van alle vervolging behoort te worden ontslagen. Als rccht- vcerdige mannen, als mannen van eer, bekleed met het gezag der wet, zal die plicht u ongetwijfeld nu reeds duidelijk zijn. Het is mij onbekend of mijn cliënt, wanneer hjj weer in den kring der zjjnen zal zijn teruggekeerd, eene vervolging zal instellen tegen de personen, die op zulk een ondoordachte, onverant woordelijke w(jze den spot durven drijven met de erkende rechten en vrijheden van den Britschen onder daan, dat is eene zaak, welke geheel aan zijne edel moedigheid moet worden overgelaten Maar uit kracht van mijn ambt, met het oog op de wetten van ons land. durf ik van u een volkomen vrijspraak eischen van een man, die diep belecdigd, van u het herstel zijner eer Men merke wel op dat dit geene sta tistiek meer is, maar eene schatting, eene onbewezene veronderstelling van de heeren opstellers der liberale drukpers. Zelfs indien men die voor waarheid moest aannemen, zou dat nog maar ge middeld op het burger fortuintje van 30,000 franks per kloosterling konten, of een inkomen, aan 3 p. h. gerekend van 900 franks, waarmede liet onmogelijk zijn zou, zonder werken, rijk te leven en te smeeren, zooals de geuzenbladen immer aan de kloosterlingen verwijten. Doch, als men weet dat die schatting of veronderstelling op geene de minste gronden berust, dat zij wellicht meer dan de helft overdreven is als men weet dat die eigendommen voor do negen tienden bestaan, niet uit goud en waardijen, maar uit niets opbrengende kerk- en klooster gebouwen, dan vraagt men zich af, wat kwaad of wat gevaar or wel steken mag in die zoo hoogopgevijzelde rijkdommen der kloosters. De doktrinaire geuzerij zoekt alzoo, door de kloosters, aan het misleide en van den godsdienst afgetrokken volk,voor te stellen als met rijkdommen en schatten opgepropt, de aandacht van het socialis- mus af te leiden van de geldkoffers harer bazen- In plaats van hot socialismus met open vizier te bestrijden, poogt de geuzerij het opgehitste volk op een dwaalspoor te brengen en roept zij de ontevredene en verbitterde menigte loe Zoekt daar, in de kloosters, daar zult gy de schatten vinden welke uwen dorst naar geld, naar weelde, naar genietingen zullen verzadigen. 't Kan gebeuren dat, moest de roode vlag eens zegepralend wapperen hovende puinen der maatschappelijke orde, hare volgelingen eerst en vooral de kloosters zouden gaan plunderen. Doch, bitter teleurgesteld, zouden zij al spoedig op hunne stappen terugkoeren en gaan zoeken wat zij verlangen bij al de rijken, zonder onderscheid, geene ver schooning gevende aan dezen die hun de kloosters tot plundering hebben aange wezen. Tot welke orders de kloosterlingen be- hooren. Met hoevelen zijn zij. Welke kloosters eene nijverheid of bedrijf uitoefenen weldanig die nijver heid of dat bedrijf is; wie er werkt wat er voor het werk betaald wordt. Of die kloosters vergrooten wat er in 't publiek van gezegd wordt of zij na- deelig zijn aan de andere handelaars. Of zij politieken invloed hebben. Welke de onderwijzende kloosterlingen zijn. Welke de prijs is voor inwonende leer lingen en voor de dagschool. Hoeveel leerlingen zij hebben. Op hoeveel de fortuin van ieder klooster geschat wordt. En waartoe moeten al die inlichtingen aan de logie dienen Dat blijkt uit den volzin, waarmede de omzendbrief eindigt,en die luidt als volgt: Tegenover de zwakheden van zooge zegde republiekeinen, tegenover het klerikalismus, dal sterker is dan ooit toonen wij dat ons ordewoord nog altijd is dat van Voltaire laat ons den eerlooze verpletleren. De «eerlooze» dat is, zooals onze lezers weten, de katholieke godsdienst en de vrijmetselarij denkt dat dezen het eerst en het gevoeligst to treffen in den persoon zyner waardigste en verdienstelijkste kinderen, de kloosterlingen van beido geslachten. Aan dat schandelijk en eerloos vervol- gingswerk in de inaat zijner krachten medewerken dat is, natuurlijk, het vu rigste verlangen der liberale drukpers. Vaderland.) Overigens, 't is weer de hand der vrij metselary welke in die onderduimsche opstokingen legen kloosters en klooster lingen te bespeuren is. Een blad van Parijs le Peuple fran cais, heeft de hand gelegd op eenen om zendbrief uitgaande van de logie la Clé mentine Amitié en gericht aan al de vrijmetselaarslogiën zonder onderscheid. Daarin wordt aan de logiën gevraagd Hoeveel kloosters er binnen hun gebied z(jn. erwacht door de verklaring, dat deze gehecle zaak een grove misvatting is geweest en hij deze gerechts zitting verlaat zonder een schijn van blaam op zjjn karakter De toejuichingen, welke zich bij dit krachtige slot hier en daar onder het publick deden hooren, werden door den voorzitter onmiddeljjk onderdrukt. De beurt was aan M. Ford om zijne getuigen voor le brengen. De eerste van allen was onze oude kennis, de driftige, Schotschc directeur van het Marine-hotel, Mac Gregor. Hij was er de man niet om veel woorden te verspil len. Op de vraag of het handschrift van den heer Sint-Alba hem bekend was, haalde hij zwijgend een hussel brieven en rekeningen voor den dag. Zij waren allen door een loopende koopmanshand geschreven, en vertoonden niet de minste overeenkomet met het staande dunne spinnepootachtige schrift, hetwelk de inspecteur Power onder eed verklaard bad, als dat van M. Sint-Alba te hebben erkend. De rechters onderzochten het handschrift met de meeste nauwkeurigheid. Kon de heer Mac Gregor beweren, dat deze stukken door AI. Sint-Alba geschre ven waren Natuurlijk, hij had den eed immers reeds afgelegd. Verscheidene van die stukken, namelijk die, welke de maandelijksche afrekeningen betroffen,wareu in zijne tegenwoord'gheid geschreven. Hij wees er enkele van aan. Was hjj daarvan zeker Kon er geen vergissing plaatshebben t Een wetsontwerp is aangeboden krach tens hetwelk er dees jaar afgeweken wordj, van de bepalingen der artikels 114 en25. van de samengevoegde kieswetten. De kiezing voor de hernieuwing der helft van den Provincieraad, die met Mei aanstaande moest plaats hebben, zal dus niet geschieden en de lastgeving der raadsheeren die op 3 Juli moesten aftre den wordt verlengd tot don dag der ont binding van den Raad. De Bestendige Afveerdiging blijft in we zen tot aan de instelling der afveerdiging door den nieuwen Raad te kiezen. Geen verandering is voorgeschreven wegens den toestand der provinciale gref- fiers. De lijst der kiesbaren voor den Senaat zal dees jaar slechts opgemaakt worden met 1 September aanstaande. Eindelijk dc kiezers-examens voorzien door de wetten van 24 Augustus 1893 on 26 Mei 1888 zullen dees jaar geen plaats grijpen. Natuurlg'k was hjj daarvan zeker en vergissingen waren in deze onmogelijk. M. Kingsford schudde ernstig hel hoofd. De eerste bediende van deu heer Mac Gregor legde een gelijke verklaring af. De volgende getuigen twee bedienden van het hotel, verklaarden, dat M. Sint-Alba zich op den avond van den 24 October vroegtijdig naar zijne kamer had begeven en deze voor zooverre zjj wisten, niet verlaten had, vódr den volgenden morgend. Power's vriend de tweede huiskuecht eindelijk, getuigde, dat hij de schoenen van M. Sint-Alba voor miJdernacht buiten de slaapkamerdeur had gevonden en ze van daar had weggenomen om Ie poetsen Dit besliste de zaak. Eenparig was het publiek van oordccl.dat dc politie een oogehoorden, ouvergeeflijken misslag had begaan. M. Sint-Alba was geheel onschuldig en schandelijk behandeld Ook dc rechters schenen niet vee! tijd noodig te hebben gehad om tot eene beslissing tc komen. Zjj kwamen na eene zeer korte afwezigheid terug en deden door hunne verschijning de gesprekken in de zaal omniddciyk verstommen. Dc eenige persoon, welke onder al die spauning en nieuwsgierigheid dezelfde kalme, onverschillige hou ding had bewaard, was de beschuldigde zelf. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1894 | | pagina 1