Zondag 8 April 1894. 10 centiemen per nummer. 485le Jaar N. 2868. NIEUWS- EN MNXONDIGINGSBUD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. IK HET GEHEIM De roode vod. Politiek overzicht. Commissaris van Policie Inkomende Rechten. LANDBOUW. DE DENDERBODE. ABONNEMEIVTPRIJS I Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 trank 's jaars fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C- VAM DE PUTTE-GQOSSENS, Korte-Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des lands. s - ADVERTENTIENPR1JS Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wénden ten Bureele van dit blad. Guique suum. Aalst, 1 April 1894 Ontwapening. De Yoss. Zeil., de samenkomst lussclien souvereinen bespre kende, zegt dat nooit de vrede beter ver zekerd was dan voor het oogenblik. Het drievoudig verbond zal getrouw blijven aan het princiep van het defensief verbond. Het blad zegt dat het goed is te verkla ren, dat de beslaande generatie nog de gedeeltelijke ontwape ning zal zien geschieden. Weenen, G april. Keizer Wilhelm II zal hier op 13 april, ten 11 ure aankomen. Frans Jozef en al de aartshertogen zullen aan de statie zijn om hem te ontvangen. Na een bezoek aan de Hofburg zal Wilhelm II revue houden over zijn regiment huzaren, daarna zal hij de mess der officieren bijwonen. Ten 5 ure galafeestmaal, 's Anderdaags gaan de vorsten op kemphanenjacht voor ver scheidene dagen. Later gaat Z. M. de bruiloft van Coburg bijwonen. Weenen, 6 april. Eene bom. Volgens de Swonsky Kurier is eene bom gevonden in 't paleis van den Griekschen kanonik te Przeseysl. De bom was half met wit en half met zwart poeier geladen. Het toestel was vervat in eene houten doos en eene half verbrande lont reikte tot midden in de bom. Hadde deze ontploft, heel het gebouw zou verwoest geweest zijn. Een briefje met het opschrift Dood aan de papen doet veronderstellen dat er godsdiensthaat in het spel is. Madrid, 5 april. Tegen de anarchisten.Het wets ontwerp, ingediend door den minister van justicie, tegen de anarchistische aan slagen, vraagt de doodstraf of eeuwigdu rende dwangarbeid voor daders van aan slagen met gevolgen, dwangarbeid voor anarchisten die helsche machienen, welke niet ontploffen, of voor hen die ontplofbare stoffen fabriekeeren. Zelfs zij die bedreigingen uitbrengen worden streng gestraft. Handelsblad VAN DEN -(O)- 41e Vervolg. XXIII. Ik begin met eene veronderstelling aldus ving M. Norfolk de uiteenzetting van het besluit aan, waar toe hij, zooals hij zegde, door ernstig nadenken geko men was. Een onderstelling is w el geen zeer vaste grond om op te bouwen,maar, wij hebben niets beters. Laten wij dus onderstellen, dat die Sint-Alba inder. daad de man is, die Madeleine Faurc vermoord heeft. Brusel zweert bij hoog en bij laag, dat het zoo is en naar ik vernomen heb, zijt gij, doktor, het in dit punt volkomens met hem eens... Goed! dan nemen wij aan hij is de man Hij kan ons hier niet hooren en wy kunnen het dus gerust zeggen, zonder mijnheer te bclecdigcn. Maar nu komen de volgende, belangrijke vragen Welke reden kan die man gehad hebben om lot zulk een uiterste, tot een moord te komen Wat had hij uit te staan met die Madeleine Faurc L'n eindelijk Wie is die Madeleine Faure i M. Norfolk zweeg en de detective achtte het oogen blik gekomen, om van zijnen kant cenige inlichting te Om te kunnen zegepralen zult gij u on der de röode vlag moeten scharen Zie daar wat de hoofdman der Gentsche socialisten, op een banket te Brussel, den radikalen toeriep. En meester Janson antwoordde dade lijk Wij, radikalen, zullen ons onder geene andere vlag scharen dan onder de driekleurige vaderlandsche vlag Die antwoord van meester Janson met hoeveel fierheid zij ook werd gegeven, streedt tegen de waarheid, want lang reeds hadden de radikalen de driekleurige vaderlandsche vlag laten varen om de hedendaagsche blauwe geuzenvlag aan hunne lokalen te heeschen en bij hunne optochten aan 't hoofd van den stoet dragen. Die blauwe geuzenvlag is nu ook aan kant gelegd geworden, en dit schijnt ons onbetwistbaar daar de radikalen zich ont houden hebben protest aan te leekenen tegen de volgende woorden door Anseele te Quaregnon uitgesproken Indien de radikale partij met ons arm aan arm gaat, zal zij door het socialism medegesleept worden. De invloed der socialisten op de radikalen zal ontzag- lijk zijn De kleur der vlag zal niet violet worden blauw en violet zullen ver- dwijnen, er zal niets overblijven dan rood. De radikalen zwijgen en treden dus die verklaring van den rooden leider bij. Zelfs meester Janson in stede van er zich tegen te verzetten begroet thans het reddend socialism.... Waarom is meester Janson nu van ge dacht veranderd, 't is te zeggen, aanbidt hij nu heden wat hij vroeger veroordeelde? Wel omdat de radikale leiders, zonder de hulp der socialisten, machteloos zijit om een wetgevend mandaat te veroveren. La Chronique,het doctrinaire orgaan, overtuigd dat hare meesters, wanneer zij op eigen krachten alleen moeten steunen,machteloos zijn, om in de kiezin gen te zegepralen juicht om zoo te zeggen aan do verklaringen van Anseele toe. De stoutmoedigste eischen der soc.ia- listen, schrijft La Chronique doen geene de minste ontroering of veront- n weerdiging meer ontstaan en zij voegt er bij Wat er dan ook van zij, voor wie slechts rekening van de uitslagen houdt, is 't bewezen dat de Belgische - werkerspartij niet gewelddadig en op- 1. roerig is eD dat op zekere punten de liberale pariij haar ondersteunen kan en zich bij haar aansluiten n zonder gevaar te loopen van beschul- digd te worden van den maatschap- pelijken vrede te willen storen. Kortom het congres der radikalen is goed geweest dat der socialisten was niet slecht en men verhoopt veel van dit der doctrinairs of oude pruiken. Zouden wij op het punt zijn van betere dagen te gaan beleven Men hoeft niet veel inspanning te gebruiken om te begrijpen dat de vurigste wensch van de doctrinaire Chronique is, dat er een verbond tusschen de drie frac- tiën der liberale partij zou gesloten worden, opdat zij betere dagen zouden kunnen beleven. Betere dagen beleven dat is voor de liberalen aan 't zoo geliefde staatsgeld- schotelken geraken, waarvan zij nu tien jaren lang zijn verstoken geweest. Ja, en om dit zoo betrachte schotelken in hunne macht te krijgen, gaan ze niet achteruit om een verbond te sluiten met de socialisten, met de ergste vijanden van samenleving en vaderland, die liet op de eigendommen gemunt hebben en te Quaregnon de afschaffing van het Konink- dom en de stichting eener Belgische republiek stemden. Maar wat geeft het aan de doctrinairs der Chronique dat dit verbond monster achtig geheelen wordt als er maar betere dagen komen. En wat meer is, op godsdienstig gebied zijn de drij fraction der liberale partij het eens ze zijn alle drij met den zelfden godshaat, met de zelfde vijandschap tegen de R. K. Kerk en hare kinderen behebt. Zekere doctrinaire organen loochenen de mogelijkheid van dit verbond, doch La Chronique is hier ten minste recht zinnig. Ja, zij die heden dit verbond loochenen, zullen wij zich morgen onder de roode vod zien scharen, onder de vlag van vernietiging van Godsdienst, eigendom, huisgezin en vaderland, en dit in de hoop van betere dagen te beleven, in andere woorden, van opnieuw het zoo betrachte geldschotelken te mogen uitlekken dat thans, dank zij het wijs en spaarzaam bestuur der katholieken, weer eens goed gevuld is uitgesproken door M Allard, gewezen Boild der Katholieke Kringen, bestuurder der munt in België. In die redevoering deed M. Allard een I der oorzaken van de landbouwcrisis ken- i nen, eene oorzaak die veelal over het hoofd gezien wordt, en die nochtans van j zeer groot gewicht is. De landbouwers klagen over den steeds toenemenden afslag van hunne voort brengsels, en vooral over de concurrentie der vreemde granen. De oorzaak van dien afslag en van die concurrentie vindt M. Allard in den vreemden wissel. geven. Het is u bekend, mijnheersprak bij, dat ik dadelijk naar Parijs getelegrafeerd en later nog ge schreven heb I lk heb echter ongelukkig genoeg, geen enkel bevredigend antwoord gekregen.De naam Faure moet of een aangenomen naam zijn geweest of zij kwam niet uit Parijs, zoools zij voorgaf. De Parijzer policie heeft niet stil gezeten,dat kan ik u verzekeren, maar zij kon geene enkele vermiste jonge vrouw van dien naam ontdekken Een bewjjs te meer voor hetgeen ik zeg, viel de hoofdinspekteur in. Geen enkel van de vragen, die ik zooeven gesteld beb, is tot nu toe opgelost. Van de verhouding tusschen Sint- Iba en de vermoorde Made leine Faurc, als zjj bestaatweten wij niets, hoege naamd niets I En ziedaar wat onze onderstelling juist zoo zwak maakt. Voelt gij dat zelf niet. doktor? 't Is mogelijk, dat gij en Brusel er mij later heel wat van zult weten te vertellen, maar in die tusschcntijd kan de ongelukkige Charlotte Duvivicr al lang veroordeeld zijn Doen wij dns wel goed er langer bij stil Ie slaan? Wanneer wij de zaak van den anderen kant aanvatten en met jufvrouw Duvivier beginnen, dan hebben wij hier iemand en hij wees op den oudburgemeester van Rouaan, die ons omtrent haar althans volledige inlichtingen kan geven. Zonder van Power of Brusel antwoord af te wachten, wendde hij zich dadelijk in het fransch tot den vreemdeling. Kunt gij u ook. herinneren, vroeg hij of uw nichtje, mejufvrouw Charlotte, ooit bekend is geweest met eene dame. die Madeleine Faure heette Over eenige dagen is een zeer belang wekkend werkje verschenen, eene kleine brochuur van slechts 24 bladzijden, en voor titel dragend L'agriculture viclime du change élranger, de land bouw slachtoffer van den vreemden wissel. Die brochuur bevat eene redevoering, op 25 januari laastleden te Parijs, in de Landbouwersmaatschappij van Frankrijk, Zekere landen willen enkel het goud erkennen als wisselgeld en daardoor is de prijs van het goud ^opgeslagen, terwijl daarentegen de prijs van bet zilver afsloeg. Men weet dat het zilver vijffrank stuk thans nog wel eene wettelijke weerde van 5 frank heeft, maar dat in verhouding met den prijs van het goud, de stoffelijke weerde ruim een derde min der is Door het gebrek aan goud is in ver scheidene landen de prijs van dit metaal op buitensporige wijze geklommen. In Italië, om 100 tr. in goud te krijgen, moet men 113 fr. 25 in zilver of in koopwaren geven in Spanje 118 frank; in Lissabon; 123 fr. 50 in Rusland, 132 frank in Brazilië,lG2fr. 75; in Argentina 170fr.G0. Dat verschil wordt het agio genoemd. Wolk is het gevolg van dit agio Dat men met 100 frank in goud, uit Europa meegenomen, in Argentina voor 170 fr. graan kan koopen. Ziedaar, volgens M. Allard, de voornaamste oorzaak waarom de vreemde granen onze inland- sche landbouwvoortbrengsels de concur- rencie komen aandoen. Dank aan het agio op het goud, on danks de groote kosten van vervoer en de inkomende rechten, levert de handel in vreemde granen overgroote winsten op. En zoo komt het, bijvoorbeeld, dat de Argentijnsche Republiek, die in 1891 1 miljoen ton graan had uitgevoerd, in 1892 er reeds 1 miljoen 500,000 ton uit voerde. De groote bankiers, der joodsche finan- ciemannen, hebben, veel belang bij het behouden van den wissel. De speculaties op het agio hebben hun reeds te groote winsten opgeleverd om daaraan te ver zaken. In afwachting, zegt het N. V. D. D., blijft er aan de Europeesche regeeringen niets anders over,om den landbouw tegen de vreemde concurrentie te beschermen, dan invoerrechten in te stellen. En wij voegen er bij Het is de plicht onzer regeerders den landbouw to beschermen, en grooter nog is die plicht, wanneer die bescherming tegen de verrukking der Joden moet geschieden. De oude heer schudde het hoofd. In Frankrijk zeker met, verklaarde hij. Mijn nichtje is in eene Zuslersschool te Rouaan opgevoed. Later kwam zij bij mij inwonen tot dat ik haar. op herhaald aandringen van M. Hunter en zijne vrouw, toestond met die familie naar Engeland te gaan In Rouaan woont niemand, dio Faure heet. daarvan ben zeker. Maar op de Zustcrsschoul, onder hare mede- schol eren M. Duvivier glimlachte even. Men kan gemakkelijk zien, hervatte hij, dat gjj met mijne geboorte plaats niet bekend zjjt. Het is geene stad als Londen. Iedereen is daar bekend, ten minste bij mij en de andere oude inwoners. Ik kende ieder, die met Charlotte omging, zoowel de Zusters de leerlingen van de school. Charlotte had veel En- gclsche meisjes onder hare vriendinnen zij heeft altijd veel gehouden van uw land en uwe taal. Geloof mjj, ik kan u de verzekering geven, dat zij, zoolang zij onder mijn opzicht was, nooit niemand gekend beeft, die Madcloihe Faure heette. Kan zij zoo iemand niet in Parijs hebben ont moet Mijn nichtje is inderdaad eenige malen in Parijs geweest, maar altijd in mijn gezelschap en onder mijn geleidde. Charlotte's kennissen zijn mijne kennissen, maar wij kennen gccuc Madeleine Faure. Zelfs in hare veelvuldige brieven, want zij schreef mij geregeld en zeer dikwijls, heeft zij dien naam nooit genoemd M.Norfolk zag in, dat ,hij op dit punt niet verder behoefde te vragen i De zes-en-twinligste algemeene verga dering van den Bond der Katholieke Kringen en behoudsgezinde Vereenigingen zal dit jaar plaats hebben te Dinant, op zaterdag 19 en zondag 20 Mei. Den zaterdag zal de zitting geopend worden om 4 ure namiddag en den zon dag om 10 ure 's morgens; denzelfden dag, om 1 ure, banket. 1. Aanspraak van den heer Woeste, voorzitter. 2. Verwelkoming der leden; 3. Adres aan den H Vader 4. Verslag van den sekretaris van den middenraad en plaatselijke verslagen 5. Verslag van den Schatbewaarder 6. Vraagpunten ter bespreking I. Burgerlijke verpersoonlijking te ver- ieenen aan de Vak vereenigingen. Verslaggevers de heeren L. Boulengé en Lamolte. II. Rol van den Staat in den openbaren onderstand, onder het dubbel oogpunt der openbare gezondheidsvoorzorg pn der ge neeskundige hulp op den buiten. Verslaggever de heer Delvaux, volks vertegenwoordiger. III. Maatregels te nemen tegen het veegevecht. Verslaggever de heer Doucet, volks vertegenwoordiger. IV. Werkers-syndikaten.Landbouw- syndikaten, boerenbonden.met bijvoeging van maatschappijen van onderlingen bij stand en pensioenkassen. Verslaggevers de heeren Cousol en Henry. V. Militaire kwestie Verslaggever de heer de Montpellier, volksvertegenwoordiger. VI. Politieke inrichting Werken der drukpers, voordrachten, enz. godsdien stige, politieke en maatschappelijke wer ken in het arrondissement bestaande. Verslaggever de heer Legrand. Ik dacht het niet slecht, er bjj u onderzoek naar te doen. vervolgde hij, nu wij toch het genoegen heb ben u hier te zien, maar de kwestie is overigens niet van belang. Ik sprak er zoo even met de heeren over, dat wij ons best moesten doen zooveel mogelijk van uw nichtje te weten te komen, maar ik begrijp nu zeer goed, dat cit niet veel kan zijn. Uw nichtje heeft zeer beslist verzekerd, dat zij nooit een Madeleine Faure gekend heeft, en die verklaring komt dus geheel met de uwe overeen. Het andere punt, dat ik met doktor Power en mijn detective hesprak, betreft onze onder stelling,dat die St-AIba inderdaad de ware moordenaar is. WH geven die veronderstelling wel niet op, maar er meel meer gedaan worden, willen w(j op den grond van de zaak komen. Ik geloof, dat het beste, met die Madeleine Faure zelve te beginnen. Zoolang wij niet weten, wie zij iscn waar zij thuis hoorde, werken wij in het duister. Ik heb daar wat op bedacht, viel Brusel onver wachts in. En wat is dat vroeg zijn chef opziende. Laten w jj ;Sint-Alba zoo streng mogelijk bewa ken Zij zeggen, dat hij naar Parijs is gegaan. Wat heeft hij te Parijs te maken Dat zou ik geerne willen weten Sint-Alba is niet in Parijs, antwoordde M. Nor folk droogweg. Hij heeft Engeland geen oogenblik verlaten en is nu hier in Londen. In Londen riep Robert Power in de grootste verbazing uit. Dat begrijp ik ook nietvoegde de detective er bij. Wij zijn gisteren zijn buis gaan zien en vonden het liet Lnndzout. Vervolg.) Men mag het sodanitraat oflandzout nooit voor den winter toepassen men gebruikt het bij voorkeur in de lente wanneer de planten hunnen groei herne men. Men moet het zeer ondiep inploegen of ineggen want het zijgt zeer gemakke lijk door de bebouwbare laag naar den den ondergrond, en vermits de aarddeelt- jes zeer moeilijk en weinig stikstofzuur opslorpen, en het dus niet gemakkelijk aangevat wordt, zou men maar groote verliezen kunnen ondergaan. Men ge- van onder tot boven gesloten Hoe kan dat zijn mijn. heer? M. Norfofk glimlachte spottend. Het schijnt, dat ik beter ben ingelicht dan de detectives, sprak h|j. Sint-Alba bevindt zich op dit oogenblik in Londen. Ik ben volkomen zeker van het feit. Dat hij zich schuil houdt, kan wel zijn, om zijn talrijke vrienden,die hem allen natuurlijk geluk willen wenschcn, een weinig te ontloopen Misschien heeft hij nog een andere reden, wie weet? Wel, mijnheerIk kan het u zeggen, gij doet mjj verbaasd staan hernam Rrusel, die inderdaad zijn chef als een beeld van verbazing met wijd geopende oogen aanstaarde Dat zal u, hoop ik, niet beletten om dien mijn heer behoorlijk in het oog Ie houden, vervolgde M. Norfolk, want ik vind uw plan uitstekend. Zij doen en laten kan ons licht wat nieuws leereu. Maar dan hebben wij nog die vrouw, sprak Brusel. I>e vrouw van dien Stanley. Ja Wat die er meé te maken heeft, is een raadselerkende de hoofdinspekteur volmondig. Ik begrijp er niets van Indien wij onze eerste veron derstelling omtrent Sint-Alba blijven vastbonden, dan moeten wij aannemen, dat bij Madeleine Faure, van wie w ij altijd nog nieU weten, in vroeger jaren gekend heelt en dat zij hem, op welke manier dan ook, zoo danig in den weg stond, dat hij alleen door haar te vermoorden, kans zag zich te redden. DaarmeA zou de misdaad verklaard zijn. Ook de rol, die jufvrouw Duvivicr in het drama heeft moeten spelen is dan opgehelderd. Een man die tot zulk een afschuwelijkeu bruikt het ook in strooing of als dekmest, maar steeds in kleine hoeveelheid het wordt zeer voordeelig aangewend om een gewas (vooral een graangewas) op te jagen, wanneer hetzelve kwijnt of ach terblijf!. Alsdan strooit men het over het land met een stil en droog weder, en zoo veel mogelijk wanneer men regen ver hopen mag. Voor de vorming van zaden, knollen en wortelen is de werking van sodanitraat niet zeer gunstig, hier zouden phosphoor- zuur en potascli beter op hunne plaats zijn maar voor de ontwikkeling van de groene planten deelen, zooals voor sten gels en bladeren, werkt landzout op eene buitengewone manier en zeer spoedig in gezien zijn groot gehalte in stikstof. Men mag het sodanitraat nooit alleen gebruiken, wanneer men eene volledige bemesting beoogtde reden daarvan ligt in zijne eigene samenstelling. Immers het is eene onvolledige meststof, het bevat niets anders dan stikstof en moet dus in den regel met phosphoorzuurvetten en potaschzouten toegediend worden, 't Is juist hetgeen het meerendeel onzer land bouwers niet hebben geweten. Zij gebrui ken verschillige jaren achtereen enkel nitraat tot hulpmest en bekwamen daar door buitengewone oogsten. Maar nu be komen zij die schoone uitslagen niet meer, en de eerste uitlegging de beste nemende, hebben zij besloten dat het landzout in kracht verminderd is, dit is nogtans de ware reden niet. Door verschillige groote oogsten werden, in evenredigheid van de stikstof, ook phosphoorzuur en potasch weggenomen, en men gaf door de mesten zooveel van die stoffen aan de gronden niet weer, als er werd uitgenomen, daar door werd het phosphoorzuur en de pot asch, die oplosbaar waren in water al- lengskens uitgeput, dit gebeurde eerder voor het phosphoorzuur, dan voor de pot asch, daar de gronden dit eerstgenoemd bestanddeel veeial in kleine hoeveelheid bevatten en de stalmest er ook maar weinig van behelst. Het landzout, evenals de andere stik- stofbevattende hulpmesten verlangt den duur van den plantengroei, vertraagt derhalve de rijpwording en laat de naoogst min tijd om te groeien. Daarom gebruikt men dit zout veelal samen met een phos- phaat, dat snel oplost, en eene tegen overgestelde werking uitoefent. Wanneer men eenen grond, die geen mest genoten heeft, met graan bezaait, en vervolgens met dit zout alleen bestrooit, dan zal men bij het dorschen in zijne ver wachting bitter teleurgesteld worden, want men zal veel strooi, maar weinig graan bekomen immers nitraat werkt op den bladgroei en phosphaat op de granen, anders gezegdsodanitraat werkt, in 't algemeen genomen, op de hoeveel heid en een phosphaat op de hoedanigheid der produkten. moord in staat is, ut cr natuurlijk niet tegen opzien, den schijn op een onschuldigen te werpen en daar voor de noodige, wel overlegde maatregelen te nemen. Dat bet arme meisje met hem in hetzelfde hotel logeerde, maakte den schurkenstreek nog gemakkelij ker I Dat alles volgt als het waro van zelfliet past volmaakt in de onderstelling, waarvan wij zijn uitge gaan. Maar nu komt in eeus die vrouw Stanley er tusschen Wat heeft die cr mefi te maken In ons stelsel is voor haar geen plaats Ik sta er voor in, dat zeg ik n !...- Wat is uwe meening doktor Weet gij iets 'meer van haar Tot verleden zaterdag, ga Power hierop ten antwoord, had ik niet het geringste vermoeden, dat die vrouw met Sint-Alba in betrekking was. In Woolchesler was zij geen patiente van mij, noch van doktor Merrit, ik werd onverwachts bij haar geroepen, behandelde haar voor eene lichte ongesteld heid en toen volgde hetgeen u bekend is. Ziedaar allesDal zij of haar man Sint-Alba kenden, is geen oogenblik bij mij opgekomen. De man van die vrouw is een zeer gevaarlijke kerel.! Gij wist dat niet denk ik.toen die beschuldiging tegen u werd ingebracht. Ik had er geen gedacht van Hij had in Wool chesler een goede, fatsoenlijke betrekking als portier bij eene groote firma. Toen ik hem leerde kennen,was hij nog niet lang getrouwd, geloof ik. Zijne vrouw was uit de plaats zelf en vroeger als modemaakster werkzaam geweest hare ouders waren arme, maar fatsoenlijke bnrgcrsmeuschcn. (Wordt voortgeaet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1894 | | pagina 1