NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD ÏAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST.
HET GEHEIM
Donderdag 3 Mei 1894.
10 centiemen per nummer.
48ste Jaar, IV0 2876.
Politiek overzicht.
Commissaris van Polieie.
Alles voor de Geuzerij.
Kopergeld.
Geneverplaag.
ka
DE DENDERBODE.
ABONHVEMENTPRUS
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betaien
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar
Men schrijft in bij C- VAN DE PUTTE-GOOSSEWS, Korte-Zoutstraat,
N. 31, en in alle Postkantoren des lands.
ADVERTENTIEPRIJS
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen
zich te wénden ten Bureele van dit blad.
Cuique suum.
An 1st, 2 Mei 1894
Nederland. Een katholiek kandi
daat te Rotterdam. DaarM. Gleich-
man gekozen is te Rotterdam en niet
voor die stad wensclu op te treden hij
is op 3 plaatsen gekozen zoo moet in
Rotterdam binnen kort eene kamerkiezing
plaats hebben.
Daar dit geval bijna drie weken lang is
voorzien, is het in vele katholieke krin
gen reeds het onderwerp van besprekin
gen geweest, met het gevolg zegt de
Maasbode, dat thans vrij algemeen het
denkbeeld bestaat om in de aanstaande
vergadering, door Recht en Orde de
katholieke kiesvereeuiging der stad -
houden,voor te stellen M. Bevers tot kan
didaat te stellen. Zooals men weet, is die
heer lange jaren lid van de Kamer ge
weest voor Doetinchem.doch daar ditmaal
tegenover den Takkiaan gevallen
Al kunnen de katholieken hier ter stede
niet alleen een kandidaat doen slagen, zij
rekenen er loch op, M. Bevers in de Ka
mer te brengen, steunende op de hulp der
liberalen, welke zij pas geholpen hebben
vijf der hunnen voor de Kamer te doen
kiezen En M. Bevers is een kandidaat,die
hun niet onaangenaam kan zijn. Als anti-
Takkiaan heeft hij gestaan aan de zijde
der Rotterdamsche afgeveerdigden, en de
katholieke anti-Takkianen zijn door de
N. R. Cl. met alle kracht verdedigd als
hare kandidaten. Was M. Bevers dus
voor de liberalen goed te Doetinehem,
waarom zou hij te Rotterdam voor hen
niet goed wezen
Nu heeft men gezegd Zullen de libe
ralen een katholiek candidaat steunen,
iets wat zij nooit gedaan hebben Kan
Vooruitgang de liberale kiesvereeni-
ging M. Bevers stellen, is dit niet in
strijd met hare statuten
Hierop werd geantwoord, dat in die
statuten wel niet voorzien zal zijn voor
het geval, dat de liberalen niet meer in
staat zijn hunne candidaten alleen te doen
slagen, en dat, zoodra zij hulp van andere
partijen noodig hebben, zij niet meer
absoluut vrij in hunne beschikkingen zijn.
Recht en Orde moet volgens hare statu
ten aan katholieke zaken arbeiden, toch
heeft zij de liberale candidaten van
Vooruitgang kunnen steunen.
Overigens zullen de liberalen erkennen
dat de billijkheid hun gebiedt hier den ka
tholieken ter wille te zijn. Deze hebben
vyf hunner kandidaten doen slagen 't is
het minst dat de liberalen hun steun ge
ven aan één katholiek.
Frankrijk. Fransche Kamer.
Woelige zitting.Maandag had alwéér,
m de Fransche Kamer, naar aanleiding
van de interpellatie-Jaurès, een groot
parlementair tornooi plaats.
-(o)-
48e Vervolg.
De herkenning was wederkeerig. Johnson slenterde
op Robert loc, alsof hij hem vuur voor zijne cigaar
wilde vragen.
Hij is binnen; alles is in orde, insppeteur I flui
sterde hij zachtjes, zjjne cigaar aantrekkende. Wij zijn
met den sneltrein van de Dover-lijn gekomen.
Hoe lang geleden vroeg Robert
Precies een uur geleden antwoordde de andere.
Hij heeft geen vermoeden, dat gij hem volgt,
hoop ik
Hij Nu nog schooner Ik heb hem zelfs het
puntje van mjjnen neus niet laten zienNeen, inspec
teur, dan kent gij niet, hoor! Ik geloof, dat ik mijn
Tak versta
Nu, nu Neem mij maar niet kwalijk, maak u
De interpellatie liep over de maatrege
len welke de regeering voornemens is te
nemen tegen de kapitalisten en priesters
die de propaganda door de daad gelde
lijk hebben ondersteund.
Vóór de vacantie was deze interpellatie
tot over eene maand verschoven, zij stond
dus nu boven aan de orde van den dag.
De sociaal-democraten brachten Jaurès
en Millerand in het veld. Do rechterzij
werd door haar grooten redenaar graaf
de mun, ditmaal slecht ter sprake, Mgr
D'Hulst en den burggraaf d'Hugues verte
genwoordigd. en voor de regeering traden
op Dubost en de premier, M. Casimir
Périer.
M. Jaurès hield eene groote rede,waarin
meer werd gesproken over de politiek der
regeering tegen de rechterzij en het
clericalism,dan over het eigenlijke onder
werp der interpellatie, een onzinnig
onderwerp trouwens.
Het werd het motief tot eene nieuwe
poging van de uiterste linkerzij om eene
kloof te graven tusschen de republikaan-
sche meerderheid en rechts. De poging is
opnieuw mislukt met 340 tegen 179
stemmen werd de door de regeering ver
langde eenvoudige orde van den dag aan
genomen.
De vergadering was zeer woelig. MM.
Baudin en Leydet werden tot de orde ge
roepen, aan Mgr. D'Hulst werd het spre
ken om zoo te zeggen anmogelijk gemaakt.
Van de vele vermakelijke onderbrekin
gen is de beste die van Mgr. D'Hulst op
het beweren van den premier, dat het
ministerie nimmer de hulp der rechterzy-
de had noodig gehad,om overwinnaar te
blij ven in het debat.
Dat is u toch eens gebeurd, viel Mgr.
D'Hulst in de rede; en wel den avond zelf
van de voorlezing der ministirieele ver
klaring. Zonder de rechterzij zou de dag
uwer geboorte tevens uw sterfdag zijn
geweest.
De premier meende de juistheid dier
bewering te moeten betwijfelen; maar
Mgr D'Hulst heeft gelijk gehad zonder
rechts zou het ministerie-Casimir Perier
den 4e december over het voorstel-Grons-
set tot uitveerdiging eener algemeene
amnestie gevallen zijn. Dit zou zonder
de rechterzij overigens ook gebeurd zijn
bij de eindstemming over het voorstel-
Jaurès, om de vermoedelijke besparing
der conversie ten goede te doen komen
aan den landbouw.
Mijnheer de Burlet, schrijftDe Onaf
hankelijke lieoft in zijn budjet eene som
van 300,000 fr. gebracht, ten voordeele
der aanneembare vrije scholen. Dit doet
de liberalerij schuimbekken van woede.
Wat anderen zouden onze centen op
trekken, en wij (die nochtans niets ver
liezen) zouden katholieke scholen gesub-
niet boos Ik vroeg het maar zooIk ga nu naar
binnen en zal wel een oogje op hem houden.
Als het u belieft, inspecteur, hernam de man be
leefd aan zijnen hoed tikkende, alsof hij voor het vuur
van zijne cigaar bedankte, want hCt gehouden gesprek
was zeer snel gevoerd gworden. Dan hebt gij er zeker
niets tegen, dat ik eens wat ga eten 'en een beetje
rondloopen. Ik heb zoolang hier in de kou geschilderd!
M. Norfolk heeft gezegd, dat ik hier onder uwe orders
slond, weet gij, en daarom als gij er niets tegen hebt.
Voor morgen gaat onze man toch niït weg bij is voor
zaken van het hotel overgekomen, dat heb ik uitge.
vischt.
Robert dacht een oogenblik na. Hij vond het zeer
hard den detective den ganschen dagen nacht voor het
hotel te wachten. Zelfs indien Sint-AIba M. Hunter
zou hij toch zeker niet dadelijk weg-
i, maar minsten eenen nacht overblijven.
Gij kunt gaan, Johnson, sprak hg eindelijk.
Maar onthoudt wel, gij zorgt voor de beide staties en
de stoombooten en bij het lichten van den dag, zjjt gij
weer hier. En nu, maakt dat gij weg komt, zij mogen
ons niet te samen zien spreken.
De detective tikte nogmaals aan zijnen hoed en
haastte zich weg te komen, niet weinig in zijn schik
bekomen vetlof.
't Power trad intusschen bet hotel binnen, na
raf overtuigd te hebben, dat niemand zijne
Johnson had opgemerkt.
Sint-AIba was nergens te zien. Van een der knecht*
sieerd zien door het Gouvernement. Dit
kan, dit mag niet zijn; de eer van het
Liberalismus, de Constitutie, de onzijdig
heid werpen zich daartegen open
ander gesammel.
Rechtzinniger zouden zij spreken, in
dien ze zeiden Het Gouvernement, de
Staatskas is onze eigendom. Niemand dan
wij mag er aan raken, wij leven daarin,
daardoor, daarvan. Gy, burgers en boe
ren, zult werken en zweefce» voor ons;
zoo wil het de liberale constitutie.
En dat armzalig thema wordt in boe
ken en bladen, lot in de Kamer der Volks
vertegenwoordigers opgehaald en onbe
twistbaar volgehouden, en, tot vervelens
toe, gezaagd, gewreven en gepoleerd.
Wij zijn dan nog eens te meer genood
zaakt ertegen in te brengen wat ons
rechtvaardig en billijk schijnt. Van
den oogenblik dat het Gouvernement de
taak op zich neemt scholen in te richten,
moet het zorgen, niet enkel voor dezen die
geen godsdienst willen, maar ook voor
dezen die hunne kinderen willen opgevoed
zien in den Katholieken Godsdienst.
Wie kan zulks tegenspreken 1 Nu,
het meerendeel onzer bevolking wil zulks.
Aldus hel Gouvernement, dat onzijdige
scholen inricht voor die het willen, moet
ook, zooniet confessionneele scholen in
richten, ze dan toch handhaven, voor an
dersdenkenden. Of zou een gouvernement
het algemeen welzijn behartigen,met ette
lijken te voldoen op kosten van allen.
Dit spreekt luid, en wij zijn waarlijk be
schaamd daarop te moeten aandringen.
Natuurlijk, dit strookt niet met de
princiepen der vrijmetselarij en hunne
handlangers, de liberalen. Volgens dezen,
moet de school onzijdig zijn, en zoo onzij
dig, dat er nooit van God of zijn gebod
raag gerept worden. Een gevolg daarvan
is dat de priester uit de school moet blij
ven.
In een onlangs verschenen ontwerp,
stelt Mgr de Harïez voor iedereen te vol
doen. Gij wilt onzijdige scholen, gy zult
ze hebben, waar en hoeveel gij wilt. Maar
in Gods naam, laat ons vrij onzo kinders
anders op te brengen dan zonder God of
zijn gebod.
Edoch, dat is niet hun doel. Anderen
doen werken voor hunnen winkel; ze
niets betalen; en alleen zwieren met onze
centen, ziedaar een echt liberaal streven,
Wij hopen wel dat de aanstaande kie
zingen hun een ander deuntje zullen lee-
ren.
vernam hg, dat M. Duvivier met M. Hunter in diens
afzonderlijke vertrekken het middagmaal had gebruikt
en dat de beide heeren zich thans beneden in de rook
zaal bevonden,
Robert richtte zgnc schreden naar dit vertrek
hetzelfde, waarin Sint-AIba zich kort voor zijne aan
houding had opgehouden en sloeg het aanbod van
den knecht af, die hem den weg wilde wijzen. Hij vond
den edelman en den oud-burgemeester van Rouaan in
een dikken damp van rook gehuld en zwijgend tegen
over elkander zitten. Zg verkeerden blijkbaar in een
zeer gedrukte stemming en schenen beiden troost in
hunne sigaar te zoeken.
Is er iets grbeurd was Robert's eerste vraag,
toen hg de zaal binnentrad.
Gebeurd Neen, wat zou er golieurd zijn vroeg
M. Hunter op zjjne Leurt, niet weinig verschrikt door
den toon, waarop Power gesproken had.
De jonge man slaakte een diepen inchl van vera
deming. Zijn bange voorgevoelens waren dus niet ver
wezenlijkt.
Ik was doodelijk bevreesd te laat te komendat
is alles 1 riep bij uit.
Doodelijk bevreesd? herbaalde M. Hunter. Mijn
God, zeg dan toch wat er is!
Robert begreep, dat hij te veel had losgelaten om
vei der te zwijgen; bij moest een volledige verklaring
afleggen. Dit was bovendien ook noodig, omdat het
gevaar nog niet geheel bezworen was. M. Hunter was
in slaat Sint-AIba te gaaD opzoeken; de driftige, oude
In zitting der Kamer van Volksver
tegenwoordigers van verleden donderdag
hebben zich eenige Kamerleden bezig ge
houden mei het kopergeld waarmede
België in de laatste jaren overstroomd is
geworden.
Het blijkt uit de bespreking, die daar
door ontstond, dat er in ons land voor
meer dan 4 milliocn Fransche kopermunt
in omloop is. Die munt echter vertegen
woordigt geene wezenlijke waarde; dus
moeten wij het Fransche koper beschou
wen als eene slechte belemmerende munt.
Met die Fransche kopermunt is het
eenigszins gelegen zooals met de assigna
ten 't is eene waarde waaraan niets
beantwoordt. Zelfs de bank van Frankrijk
zou iedere groote betaling in Fransch
koper weigeren. De assignaten hebben
ons vroeger den gedwongen koers aange
bracht; voor den geringen man is dat nu
ook het geval met het Fransch koper.
Ongetwijfeld is koper voor hen die het
maar als pasmunt kennen, weinig belem
merend. Maar voor den werkman, den
kleinhandelaar en den nijveraar heeft het
wel bepaald een gedwongen koers. Im
mers hoe zouden zij de eenige munt wei
geren die de koopers bezitten
Het in omloop brengen van dat geld
onder het volk heeft voor gevolg dat het
overvloedig in de handen van den nijve
raar komt en deze wordt aldus de ware
bankier van het kopergeld.
En zoo komt het dat sommige nij ve
raars voortdurend voor mindere of groo-
re sommen in hunne kas hebben, sommen
die slechts voor een derde wezenlijke
waarde hebben.
Vroeger waren onze Noorderburen, de
Nederlanders, onder de Belgische centen
als 't ware begraven; er waren er wel
voor vier millioen, zoodanig dat men ge
noodzaakt was er nieuwe in ons land te
slaan. Nederland nam toen maatregelen
tegen den omloop van de Belgische pas
munt en heden zijn er daar geene Belgi
sche centen meer.
De Regeering bekreunt zich overigens
steeds over dezen toestand doch tot nu
toe zijn hare pogingen met geen goeden
uitslag bekroond geworden. Zij zal dus
wel verplicht zijn, om den omloop van
het kopergeld tegen te gaan, hare toe
vlucht te nemen tot dusdanige maatrege
len waarmede Nederland den omloop der
Belgische centen geweerd heeft.
De Belgische staat onvangt jaarlijks
37 millioen belasting, van de genever-
stokerijen. Het fabrikaat van den vuur-
drank kost uitsluittelijk aan belasting
stuivers, 37 millioen en de verkoop
*an genever bereikt bijna een half milliard
heer moest dus vooral tot kalmte en voorzichtigheid
«orden aangespoord.
Ik bespeur dat gij het groote nieuws nog niet
vernomen hebt, begon Power. Ik zal het u vertellen
Sint-AIba is uit Londen overgekomen en bevindt zich
op dit oogenblik hier in dit hotel.
Die schurk hier? riep M. Hunter uit, met de
grootste drift uit zgnen stoel overeind springende.
Wacht, ik zal hein krijgen
Robert kon een glimlach niet bedwingen.
Het is juist, zooals ik verwacht had! hernam hg,
MHunter zachtjes tegenhoudende, ik was er zoo goed
als zeker van, dat gij op hem zoudt aanvliegen zoodra
gij boordet. dat hg hier was! Maar laat ik u een ding
mogen zeggen, mijnheerAls het uw wensch is juf
frouw Duvivier Ie redden, doe dan niets van dien aard.
Ik dank den hemel, dat ik nog tijdig genoeg ben geko
men om u te waarschuwen.
Wal! Mag ik dien kerel niet in een hoek duwen
en de waarheid uit zjjne valscbe keel te nijpen?... riep
M. Hunter met de onstuimigste gebaren.
Ik heb u al van den morgend gcicgd, mijnheer!
hernam Power bedaard, dat Sint-AIba gccncn man is,
die zich op zulk eene w jjs laat vangen. Alles aan hem
is leugen en bedrog wij moeten hem met zijne eigen
wapens bestrijden. Met openhei tigheid of geweld krij
gen wjj niets van hem gedaan geloof mjjHelp mij
toch, M. Duvivier, ging Roberi voort, zich tot den
Franscbman wendende, help mij in het belang van
uw nichle, M. Hunter overreden van zjjn plan af te
Dit half milliard dient dus enkelijk om
het volk te verdierlijken, te verbeesten,
te vergiftigen, te ruïneeren, den huisvre
de te ondermijnen en de schrikkelijke
misdaden te doen ontstaan, welke ons de
dagbladen, bestendig ter lezeng brengen,
en zelfs tot de kleinste dorpen met bloed
bevlekken.
Waarvan moet dit half milliard komen?
Heel en gansch uit de zakken der klei
ne burgerij en der nederige volksklas, die
in ons land zoo talrijk zijn.
Dit half milliard, nutteloos verteerd,
is dus heel en gansch de vrucht van een
zuurgewonnen dagloon, zij brengt armoe
de, onrust en verstrooiing in de huishou
dens, belet deszelfs vooruitgang en verbe-
tering, vernietigt de opvoeding der kin
deren en deszelfs gezondheid.
Dit half milliard voedt de gasthuizen
met zieken, de doodenhuizen met lijken,
de zothuizen met krankzinnigen, de ge
vangenissen en bedelaarsgesiichten met
bandieten, dieven en straatloopers. Van
de opgeslotenen te Merxplas, zijn 95 ten
100 alkooldrinkers of zatlappen, volgens
de verklaringen der geneesheeren.
Men noemt do Belgische conscriptie, en
dit met veel recht, de bloedwet, omdat
zij de vrije Belgen met geweld den ransel
op riemt en naar de kazern sleurt, maar,
hoe zou men dan het alkolismus moeten
noemen, dat zonder nut, maar tot ons ei
gene groote schade, ziel en lichaam be
derft, en ons ten slotte in de armoe, in
het ongeluk en in de schande brengt.
De kwestie van het alkolismus is voor
ons land thans eene kwestie van dood of
leven geworden, 't is werkelijk eene
schande voor heel de wereld, het kleine
België met zijn 160 duizend geneverkroe-
gen!
Welk treurig' en akelig tafereel.
Toelage aan de vrije sclio-
leu. De verledene week heeft de
Volkskamer eene toelage van 300 duizend
franks gestemd ten voordeele der vrije
scholen die zich in den toestand bevinden
om te kunnen aangenomen worden.
Die toelage heeft men ten meerderendeele
te danken aan 't onophoudend aandringen
van onzen achtbaren Vertegenwoordiger,
M. Woeste en verscheidene andere katho
lieke Kamerleden.
De liberale oude pruiken gesteund door
de progressisten zijn in eene haatvolle be
woording tegen die toelage uilgevaren.
Zij die toen zij aan 't bewind waren
millioen en millioenen hebben verkwist
om scholen te bouwen zonder leeringen
en aan zekere olllcieele luifrakken lustig
te laten leven, durfden roepen dat het
een schandaal is die geringe toelage
van 300 duizend franks toe te staan voor
't onderhoud van scholen waar duizende
I mijne te
zien, dat alles kan bederven, en liever 1
volgen...
En met ongekunstelde welsprekendheid zette hij de
nadeclige gevolgen uiteen, welke van een ontmoeting
tusschen M. Hunter en Sint-AIba te wachten waren.
Kort en zakelijk legde hg het plan bloot, hetwelk hij
in overleg met M. Norfolk had opgemaakt. Hij vertelde
van het nieuwe spoor, dat M. Kmgsford hem had aan
gewezen en hoe hg hoopte; dat M. Hunter hem in die
kringen zou binnenleiden, woar hij meer van den itali-
aanschen Sint-AIba zou kunnen vernemen, inlichtin
gen, die hem ongetwijfeld op de hoogte van het verle
den van bun gebeimzinnigen tegenstander zouden
brengen.
Robert sprak met vuur en overtuiging en de beide
oude vriedden luisterden met aandacht.
Hoe opbruisend van aard Hunter ook mocht zijn, zjjn
helder verstand moest zich gewonnen geven voor den
vloed van redenen, die l'owcr aanvoerde.
Gij hebt gelijksprak hg, Robert met edele open
hartigheid de hand drukkende. Ik stond op het punt
een dollen streek te begaan; ik hen er nu van over
tuigd Nog eens, gij hebt gelijk, wij moeten dien kerel
de ruimte laten; hg moet niet merken, dat wij hem
geen oogenblik uit liet gezicht laten. Ik beloof u, dok
tor, ik zal mijn best doen om mjj in te houden, ais ik
hem ontmoet, hoewel... eindigde hij op zijnen ouden
driltigcn toon, de duivel mag welen, hoe ik bet zaj
aanleggen om beleefd tegen hem te zijn
Wordt voortgezet.)