KOGELHOEF.
Zondag 5 Augusti 1894. 10 centiemen per nummer. 48s,e Jaar IS*. 2905.
NIEUWS- EN AANKONOIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Averechts.
Valschaards
-)*(-
2« Vervolg.
De uithongeraars.
Een en ander.
DE DENDERBODE.
ABONNEMENTPRIJS
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maandenfr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar
Men schrijft in bij c. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N. 31, en in alle Postkantoren des lands.
ADVERTENTIEPRIJS
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen
zich te wénden ten Bureele van dit blad.
Cuique suum.
Aalat, 4 Augueti 1894.
Tot nu toe hebben de socialisten op den
buiten weinig bijval gevonden. Toch wil
len zij er kost wat kost hunne uitzinnige
leerstelsels verspreiden en den landman
in hunne roode klauwen vangen.
Het is nu nog 'ne keer met valschheid
dat de socialisten te werk gaan om hun
doel te bereiken.
Te Brussel, in de bureelen van het so
cialistenblad, Le Peuple, verschijnt thans
een nieuw zoogezeid landbouwweekblad,
fetiteld Le Laboureur (de landbouwer),
'e Gent is zondag het eerste nummer ver
schenen van De Landbouwer, gedrukt bij
Vooruit.
Onder voorwendsel van de landbouw
belangen te verdedigen .zullen deze bladen
de socialistische leer bij de landslieden
trachten in te planten.
De aanhangers der roode vod zien en
ondervinden dat de buitenlieden nog niet
geschikt zijn om hunne gedachten te aan-
veerden de christen godsdienstzin, de
reine zeden, de eerbied voor de overheid
en voor den priester, het christen huise
lijk leven, de vaderlandsliefde, enz. van
den buitenbewoner zouden tegen al de
aanvallen der rooden krachtig weêrstaan.
Daarom zullen de socialisten hen trach
ten te bedriegen met het masker van land-
bouwvriend, dat zij aantrekken.
Tusschen hunne artikels zullen zij hier
en daar eenige venijnige steken toedienen
aan godsdienst, eigendom, familie, enz.
Alzoo zullen zij hunne lezers een lang
zaam maar zeker vergift toedienen, dat
den kloeken dam, die de buitenlieden be
vrijdde tegen socialismus, op vele plaat
sen zal ondermijnen en doen vergaan.
Ziedaar de sekte der laffe valschaards
en bedriegers aan 't werk,
Het gevaar is voorzeker groot.
De drukpers is eene der grootste zede
lijke machten en wanneer men haar ge
bruikt op valsche en bedriegelijke wijze
gelijk de socialisten nu doen, dan wordt
hare macht nog grooter.
Tot alle ware katholieken roepen wij 1
Opgepast 1 De hand aan 't werk
Wij moeten het allen als eene plicht
beschouwen dit helsch socialistisch pro
pagandamiddel tegen te werken.
Laat ons bij gebuur en vriend die slechte
bedriegersgazetten in hun waar daglicht
stellen en de valschheid der socialisten
doen uitschijnen en verachten.
Laat ons overal, waar wij eenige macht
bezitten, deze bladeren doen verdwijnen.
DE
Het meisje had den oude by den arm gegrepen, en
poogde hem mefi te voeren. Om aan den strijd een
einde te maken, dacht zij het best hen te scheiden.
Kom meé naar de keuken, vader! zegde zy,
het wordt tijd voor mg om naar het baksel te gaan
zien. Al brengt de koning ook zynen wijn mei', men
moet hem toch iets lekkers te eten geven
De zwarte man wilde in het eerst er niet van hoo-
ren; doch gal eindelyk toe.
De overige personen waren langzamerhand bijgeko
men, zoodat het noodig scheen, de gebeurtenis, waar
van de meesten niets begrepen hadden, niet publick
te maken. Brommend volgde Kasper Nannie langs
eene zydeur, welke door den stal naar het voorste
deel van het huis en zoo naar de keuken leidde.
Achter hem stond eene dichte groep mcnschen in
de schuur, die de plaats wilden zien, waar de koning
hun de eer zou aandoen, te komen eten, cu tevens de
toebereidsels en versieringen te bewonderen, die voor
j Kortom, laat ons op alle mauieren de
plannen verijdelen van dezen, op wier
vaandel geschreven staatOorlog aan den
godsdienst, den, eigendom, het familie
leven
Hot gevaar is grootmoge ieder katho
liek in deze omstandigheden zijne plich
ten wel verstaan 1
Wij zijn het volkomen eens met onzen
Confrater B De Gazette van Kortrijk
aan den welke wij het bovenstaande out-
leenen.
Onder dien naam heeft men in de laat
ste weken niet weinig den strijd gevoerd
tegen het wetsontwerp, beschermende
rechten voorstellende op sommige land-
bouwvoortbrengsels. Rechten op het
vleesch, dit ook is de bedriegelijke en
valsche benaming aangenomen door de
tegenstrevers der landbouwbescherming,
om de tolrechten aan te duiden, op het
vee gelegd, door de wet van 18 juni 1887.
Volgens de vrijhandelaars moesten laats-
genoemde rechten den prijs van het
vleesch verhoogen en dus ook onvermij
delijk het verbruik van hetzelve beperken.
Zoo moest het vleesch van ossen en kal
veren, volgens hun, 5 centiemen per kilo
opslaan.
Maar wat is er gebeurd
De prijs van het vleesch is niet ver
hoogd. En nogtans is het verbruik niet
verminderd integendeel nu worden meer
dieren geslacht als vroegergetuige daar
van de opgave der slachterijen.
Wat men heeft kunnen bestatigen, het
is dat de invoer van vreemd vee vermin
derd is want als men de stukken onder
zoekt onlangs door het ministerie van
geldwezen uitgegeven, dan vindt men dat
de tolrechten op het vee hebben opge
bracht
in 1888 fr. 2,488,597
in 1889 2,025,142
in 1890 1,958,715
in 1891 1,870,678
in 1892 1,272,509
Wat hebben die tolrechten dus te weeg
gebracht?..,.
Heel eenvoudig de inlandsche vee
kweek aangemoedigd, den vreemden in
voer verminderd, en dit al zonder eenige
schade voor den verbruiker.
De schatkist gevuld van den Staat,voor
deel gedaan aan den landbouwer die meer
kweekt, en dus in 't belang geweest van
iedereen.
Ziedaar het klaarste bewijs dat de be
scherm rechten ook zouden te weeg bren
gen, moesten zij toegepast worden op al
de landbouwvoortbrengsels. Ziedaar hoe
de vrijhandelaars ongelijk hebben de be-
schermrechten te bestempelen met den
hatelijken naam van uithongeraarswet.
de ontvangst waren gemaakt. Het waren grootendeels
boeren in hun volkskleeding, ouden en jongen, vrou
wen, meisjes en kinderen, en het viel goed, dat zg
hunne nieuwsgierigheid nog met een ander doel kon
den verbinden.
Het was een buitengewone feestdag, op welken het
gebruik eischte, eene bedevaart naar het St. Laurcnzi-
kerkje te doen, dal niet ver vandaar aan een rots was
gebouwd. Er waren echter ook vele voorname perso
nen en tegelijk met de voetgangers waren twee lichte
rijtuigjes aangekomen, en de personen die daarin za
ten, behoorden tot den burgerstand, zelfs tot den
adel.
Uit een der rijtuigen klauterde niet zonder veel
moeite een dikke, kleine man, wien de last van zijnen
buik en zijn kortasemiglieid zulke beweging moeilijk
maakte. Het gelukte hem slechts met behulp van een
klein, doch vlug meisje, welks schoonheid door de ge-
lykenis op haren vader in het geheel niet begunstigd
werd. Toch zou hare verschgning geen slechten in
druk hebben gemaakt, omdat haar gezichte, door de
twee helder blauwe oogen, het onmiskenbare karakter
van goedheid droeg, ware de goede indruk van het
gelaat niet doordien van het lichaam uitgewischt
want de eene zij was zoo sterk tegen den hals gedion-
gen, dat hiervan een boogen schouder geen sprake
kon zijn, doch alleen het woord bult de juiste ge
daante weergaf.
Het andere rijtuig bevatte nog meer belangwek
kende personen. De boerenknecht, die voor koetsier
fiprcerde, toonde door zyn gegalonneerde klak en
Niet zonder reden dus zegde de Fran-
scbe minister Méline reeds over twee jaar
in de Kamers
n Wilt gij goedkoop brood hebben maak
n dat er veel gezaaid wordtwilt gij sma-
kelijk en goedkoop vleesch, maak dat
de inlandsche veekweek bloeie. Want
n als men de goede koop van brood en
vleesch betracht met den vreemden in-
voer te vergemakkelijken, dan is zulks
maar een bedriegelijk voordeel, aange-
n zien hij slechts profijtig is voor een klein
getal, ten grooten schade van al dezen
die leven moeten met den landarbeid.
De eigen ondervinding heeft die woor
den van minister Méline bewaarheid.Leve
dus de bescherming van den landbouw
(Gazette van Rousselaere.)
Hoe wij de kwestie van den dag ook
beschouwen, wij komen er altijd op neêr
dat de maatschappelijke crisis, hierin
grootendeels bestaat omdat de landbouw
in plaats van beschermd te worden, ver
drukt wordt.
De bloei van den landbouw in den lan
de, is de bloei van alle nijverheid, de
bloei van allen handel.
De bloei van den landbouw is het terug
houden in onze dorpen van zooveel dui-
zende landbouwwerkiieden, die thans den
prijs van den arbeid in de nijverheids
middelpunten gaan doen dalen, en
noodzakelijker wijze ook, het leger der
socialisten gaan vergrooten.
Is de bloei van den landbouw nog mo
gelijk?
Met het tegenwoordige belastingstelsel,
neen 1
Wanneer de boer beschermingsrechten
vraagt, dan antwoordt men hem n Gij
vraagt eene broodbelasting, brengt meer
voort, uwe redding ligt daar in.
Heel goed.
Maar is dan de belasting van den grond
geene broodbelasting
Zijn dan de hooge rechten by de pu
blieke verkoopingen van granen en gras,
geen brood en vleeschbelasting
Is dan de belasting van al wat de boer
noodig heeft om te kunnen brood voort
brengen, geene grondbelasting
Is dan de bescherming van elke nijver
heid welke niet de landbouwnijverheid is,
ook niet en rechtstreeksch eene broodbe
lasting
Brengt meer voortroept men
maar hoe
De boer verdient niet genoeg om nu zijne
werklieden te betalen, hoe zou hij dan
meer werklieden kunnen gebruiken, en
die heeft hij nochtans noodig om meer
voort te brengen
een soort livrijfrak dien hij over zijn lange leêren
broek droeg, dat zgn meester tot deu dcltigen stand
der streek behoorde.
De verschgning van dezen beantwoordde evenwel
nietgcheel aan de verwachting, welke men gewoon is
van zulke menscheu te koesteren. Hij zag er uit als
iemand die in verarming is. Lang en byzonder mager,
had hij het uiterlijk vau iemand, die ziekelyk is, of
gebrek heeft aan het noodige elen.
Wel droeg hij onder den spitsen en gekromden
neus eencn knevel, die volgens Hongaarsche mode
lang en stijf was, doch ook dit was niet voldoende,
om zekere uitdrukking van bangigheid en vrees te
verbergen, die aan zijn uiterlijk eigen scheen. Twee
knechts waren behulpzaam om de paarden uit te
spannen en de wagen achter bet huis te trekken
verder om de pakken van het eerst gezegde paar af te
laden, die door bunne boeveelheid deden denken, dat
hun verblijf van langen duur zgn zou.
In de nabijheid schoolden eenige boeren saam, om
de gasten te zien, en lieten niet na, hunne aanmer
kingen op deze (e maken.
De Kogelboer krijgt inkwartiering, zegde eene
flinke boerin, in wier doen en laten uien hel bewys
zag vóórharen welstand, nog meer dan in het goud,
dat zg aan handen, hals en op de borst droeg. Wie
J zgn die personen
Wel, kent gg dan den dikken leurder of teut van
Tolz niet, by wien gg reeds hondermaal zoo vele din
gen kocht antwoordde lachend haar man. De aan
het knopsgat vastgebonden gouden munt bewees dat
Brengt goedkooper voortn voegt
men er bij, en men belast den armen boer
zoodanig dat bij niet goedkoop voort
brengen kan.
En terzelfder tijd beschermt men den
vreemden landbouwer van Amerika en
Asië, die hij, geene lasten draagt.
Men gaat verder Men beschermt den
jood, den speculeerder op het graan, die,
wanneer hij de gelegenheid klaar heeft,
bij gebrek, dit zoodanig duur zal doen
stijgen, dat de arme bliksem zelfs geheel
het brood zal moeten missen.
Nu, is het niet op het graan dat de jood
speculeert, maar op het goud en op het
zilver.
Het graan dient hem enkel als middel
tot zijne woekerachtige speculatie.
In Argentina krijgt men voor 100 frank
in goud, 175 in zilver.
In België is 100 frank in goud slechts
100 frank in zilver waard.'
Wat doet de speculateur Hij gaat mot
het Belgisch goud naar Argentina, hij
koopt daar graan met goud.
Voor 100 fr. goud, krijgt hij voor 175 fr.
graan.
Het goud is er immers zoo hoog gekwo-
teerd.
Hij voert het graan naar België waar
het zilver even hoog staat als het goud, en
hij verkoopt het hier aan eiken prijs.
V oor hem staat hot alleen te doen van
daar ginder slechts veel te kunnen koopen
en hier veel te kunnen verkoopen, om
altoos meer en meer premie te maken
met het Belgisch goud dat zachtjes aan
van de markt verdwijnt.
Hoe kan de landbouwer daartegen con-
curreeren
Brengt hij meer graan voortwel dan
vermindert de invoerder nog zijne prijzen
zijne winsten zijn immers toch nog zoo
groot—en voor hem is het slechts kwestie
van veel te kunnen leveren.
De graanteelt is dus in- ons land niet
meer mogelijk.
Met welke teelt haar vervangen
De kleine landbouw-nijverheden zijn
verdrukt.
De wetten op de suikerfabrieken en op
do stokerijen zijn den landbouwer nood
lottig.
De suiker is beterkoop in Engeland
waar wij suiker naartoe zenden, dan hier!
Dus,kunnen wij niet concurrecren tegen
Engeland in de nijverheid der conserven
die veel suiker noodig hebben.
Is het dan te verwonderen dat bij over
vloed, de kersen en pruimen onzer boom
gaarden zoo laag dalen, dat de boer nog
het plukken er van met de opbrengst niet
kan betalen
Overal zouden er kunnen op het platte
land kleine landbouw-nijverheden worden
in het leven geroepen, maar zij worden in
hare wieg versmacht door de onrecht
vaardigheid onzer wetgeving, die hare
hg lol de gemeente behoorde, onder welke ook de
Kogelhoeve gerekend werd.
Ja, dat is waarzegde de boerin, waar stonden
toch myne oogenIk had hem immers wel aan zijne
dochter kunnen kennen, die de geldkas overal mei*
draagi, opdat deze of gene zich over haar zou erbar
men, en... met haar trouwen. Ik heb haar de leste
maal tijdens den Vasten te Tolz gezien zij is er niet
schooner bg geworden.
Och, houd den mond, antwoordde de andere,
gy schijnt op alles iets te moeten zeggen. Wees blij
dat zij niet uwe dochter is, en zeg mij liever of gij
daar dien anderen mijnheer kmt.
Over hem gaat het mij evenals u ik meen toch,
dat ik hem meer gezien hel., doch weel niet waar hem
l'buis te brengen, antwoordde de vrouw.
Dan kan ik u het wol zeggen, meende lachend
een daar nevens staande boerenjongenIk ken dien
heer, van toen ik bg hem in dienst was. 't Is mynheer
von Steinerling von Slein. de menscben noemen hem
mijnheer de baron. Als hij inderdaad baron is, hoort
hij tot de magere gemeente; langer dan acht dagen heb
ik het bij hem niet uitgehouden.
Mg dunkt, dat gij nog al erg. vervelend wordt,
zegde een ander persoon met een fatsoenlijk gezicht!
gg bluft nergens langer dan acht dagen.
Ik had er wel willen blyven, zegde de jongen
lachend maar heer von Steinerling heelt ieder week
een anderen koetsier. Vroeger ging het hem nog slech
ter dan nu, toen had hij niets dan een klein huis
ginder ver aan den kruisweg gelegen dat op ieder
zorgen met voorliefde besteedt aan de
groote nijverheid.
Tot nu toe heeft men den landbouw
altoos averechts bovoordeeligd het is
tijd dat de landbouwers die thans do
macht van het getal hebben, zich vereeni-
gen, om aan dien averechtschen vooruit
gang een einde te stellen.
Koper geld. Het vreemd
koper geld wordt in de Banken nog aan-
veerd aan vollen prijs, tot 10 September.
Van 11 September te beginnen zal er
verlies op zijn.
Na 15 Augusti mag geen enkel patroon
zijn werkvolk in vreemd koper geld meer
betalen, of hij zal gestraft worden.
Men schrijft uit Brussel aan Het Han
delsblad van 2 Augusti.
Onze officiers in Congo.
Moil is aan hoogerhand ongerust ge
worden over de artikels ten opzichte on
zer officiers in de Fransche pers men
ontneemt ze aan 't Belgisch leger, om er
het Inlandsch leger van Congo meè te
versterken.
't Ware ongelukkig indien, op zekeren
dag, officiers van het Belgisch leger en die
nog o]) de kaders staan in België, in eene
botsing tegen de Fransche troepen zouden
gemengd worden.
Men is tot het besluit gekomen aan
hoogerhand wat meer burgers naar Congo
te zenden.
Zoo is reeds de advocaat Palliadt, van
Fontame-TEvêque, benoemd tot ouder-
intendent, een ambt dat tot hiertoe steeds
door een officier is bekleed.
Van een anderen kant heeft de souve-
rein den Engelschen kapitein Salisbury,
als bevelhebber eener statie in boveu-
Congo aangeworven.
Brief van kapitein Dcs-
cainps. Het bestuur der anti-sla-
vernijmaatschappij van België ontving
eenen brief van kapitein Descamps, ge-
dagteekend Sungula, 20 Februari.
Zooals was overeengekomen met Jac
ques verliet Descamps den 8 Februari
Albcrtville om op Kabambarre te rukken;
hij liet den post van Albcrtville onder het
beheer van M. Miot.
Deu 10 ontmoette hij, M. de Wouters
den 12 bereikte hij den post van Mouhina,
waar kapitein Long en M. Chargeois zich
bij hem aansloteu den 19 eindelijk sloot
hij zich te Sungula aan bij de voorwacht
van Dhanis, onder bevel van kapitein
Lothairo en de luitenants Hambursin en
Henry.
Den 20 rukten de veroonigde krijgs
machten van den Staat (Dhanis, 300 ge-
oogenblik kon instorten, al noemde hg het dan ook
zgn kasteel. Nu heeft hg het beter. Hij is met die
dikke tooverheks, die rgkc weduwe getrouwd, omdat
zij zoo gcerne mevrouw de baronnesse wilde genoemd
zyn.
Wel, wel is hij dat? viel de andere in ja daar
heb ik iets van gehoord zy moet erg gierig zijn.
Gierig als de duivel, antwoordde de jongen. Wie
er aan twgfelt, moet slechts lieer von Steinerliog
zien; hij ziet er uit als de schrale lyd.
De jongen scheen wel genegen nog meer over de
familie te willen vertellen, maar hy werd door het na-
dertreden van den heer zelf belet, die, rond ziende
alsof hy iets zocht, naar het huis ging. Ook de kleine
dikke mijnheer, met zijne dochter en zijne pakken
kwamen bij en liep naar Lenz, die precies de vreem
delingen en hunne bedoeling in het oog had gekregen
en hen met verwonderd en vragend oog aanzag.
Hoe is het, vroeg de koopman, komt men hier
niemand tegen, die goeden dag zegt 1 Waar is toch de
Kogelboer
Voor 't oogenblik zult gij u met my moeten be
helpen, zegde Lenz de Kogelboer is met thuis. Hij is
met den Koning op de gemzenjaeht, omdat hij de klo
ven en wegen beter kent, dau al de andere jagers
- Ja, dat wil ik gcernc gclooven, antwoordde de
dikke lachend, ik geloof dat hij zich hierin onder
scheidt Zgn heel leven lang is hij een echt wildjagcr
geweest.
Dat wilde ik ook zeggen, hervatte Lenz, iemand
wccren) cu van do Anti-Slavcrnijmaat-
schappij (Descamps 200 geweeren) naar
Mazanse op, waar men dacht dat Ruma-
liza was.
Men bezette aldus den noorderoever
van het Tanganika-moer, iets wat do
Araabsche werking ten zuiden der Lu-
kuuga totaal gaat verlammen.
Descamps is hier nu volop bezig de be
volking in den wapenhandel te oefenen,
zoodat nog in den loop des jaars de anti-
esclavagistische krachten met een lOOOtal
soldaten zullen versterkt zijn.
Joubert richt te Mpala 200 jongelingen
in den wapenhandel af.
Ziedaar het middel om den slavenhan
del voor goed onmogelijk te maken. Als
de Arabieren eene goed gewapende neger-
bevolking voor zicli vinden, is hun gezag
gebroken.
De veldtocht van Dhanis, schrijft Des
camps, heeft de gelukkigste gevolgen ge
had in de Tanganikastreek.
Descamps zegt dat, om do Arabieren
voor altijd te beletten in den Vrijstaat te
dringen, drie posten op de Tanganika
noodig zijn ten noorden, ten zuiden en
in 't midden.
Descamps maakt ten slotte eene geest
driftige beschrijving van de prachtige
landstreek.
Kniviinnal Ledochowaky.
Een telegram uit Luzern (Zwitserland),
meldt dat kardinaal Ledochowsky aldaar
zondag overleden is.
Deze eerbiedweerdige prelaat heeft een
veelbewogen leven gehad. Geboren te
Gorki (Polen) in 1823, werd hij in 1845
priester gewijd. In 1802 was lui pauze-
Iijke nuneius te Brussel. Aartsbisschop
vau Gnesen benoemd, stond bij aldaar
bloot aan eene gedurige vervolging, en
werd eindelijk, in 1874 te Posen aange
houden. Later werd hij tot de weerdig-
heid van kardinaal verheven en begaf
zich naar Roomen, alwaar zijne tegen
woordigheid .oorzaak was van talrijke di
plomatische moeielijkheden. De Paus gaf
eventwel niet toe, en hij vereerde dezen
die in Pruizen zoo klockelijk had gestre
den on geleden, tijdens de Kerkvervolging
aldaar. Nu eventwel was de toestand ge
heel veranderd, en keizer Willem, tijdens
zijn laatste bezoek te Roomen, vereerde
den kardinaal grootelijks en daar ieder
een het bemerkte. Sedert twee jaren was
kardinaal Ledochowsky prefekt van do
H. Congregatie der Propagande.
Na deze doodsmare, komt er oprecht
goê nieuws. Een telegram meldt namelijk
het volgende
Het bericht der agencie Havas, de
dood meldende van kardinaal Ledo-
n chowsky, is volkomen onjuist. De kar-
w dinaal leeft en is in volle gezondheid, n
Welke van de twee is nu de ware maro?
Wij zullen maar verhopen dat het
n° 2 is.
st het wagen iett tot nadeel van myu vader te
zeggen.
Wat, van uw vader? riep de man verbaasd uit
terwijl hij den mantel, die op zijne schouders hing,
afwierp om de armen uit tc steken. Gij z(jt alzoo de
zoon, Lenz
Vix.r dat de jongeling zich verdedigen kon. had de
dikke zgn voornemen reeds vervuld, hing hem om den
bals en kustte hem overal waar hij hem raken k<m.
Zie eens, Philomcne vervolgde hy. toen hg ein
delijk moest loslaten, om adem te scheppen, dat is
neef Lenz. Gij weet wel, met wien gij zoo dikwijls
gespeeld hebt.toen gij nog een klein kind waart! Kom,
groet hem eens Omhelst malkaar Zoo'n nauwe
familie hoeft daarvoor niet verlegen Ie zgn.
Lenz kou niet nalaten, met een half onderdrukten
lach een paar slappen achteruit te gaan. Onwillekeu
rig dacht hij er aan, hoe hg kort te voren in een soort
gelijk en toch heel andergeval verkeerd had; hij scheen
le vreezen, dat Pbilomenc niet zou «achten om, aan
devaderlyke vraag gevolg te geven. Zijne zorg was
nochtans onnoodig. Het verlcgene schepsel had den
moed niel, naderby te komen, al blonk er ook iets in
hare oogen. dat onmiskenbaar welgevallen jn den
schoonen, linken neef verraadde.
De oude lachte dal hy schokte, omdat hg de verle
genheid van alle twee meende te zien. hy dacht er
aan de weerhouding van den jongeling een onderen
grond hebben kon.
(Wordt voortgezet).