KOGELHOEF. Zondag 5 Augusti 1894. 10 centiemen per nummer. 48s,e Jaar IS*. 2905. NIEUWS- EN AANKONOIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Averechts. Valschaards -)*(- 2« Vervolg. De uithongeraars. Een en ander. DE DENDERBODE. ABONNEMENTPRIJS Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor zes maandenfr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij c. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des lands. ADVERTENTIEPRIJS Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wénden ten Bureele van dit blad. Cuique suum. Aalat, 4 Augueti 1894. Tot nu toe hebben de socialisten op den buiten weinig bijval gevonden. Toch wil len zij er kost wat kost hunne uitzinnige leerstelsels verspreiden en den landman in hunne roode klauwen vangen. Het is nu nog 'ne keer met valschheid dat de socialisten te werk gaan om hun doel te bereiken. Te Brussel, in de bureelen van het so cialistenblad, Le Peuple, verschijnt thans een nieuw zoogezeid landbouwweekblad, fetiteld Le Laboureur (de landbouwer), 'e Gent is zondag het eerste nummer ver schenen van De Landbouwer, gedrukt bij Vooruit. Onder voorwendsel van de landbouw belangen te verdedigen .zullen deze bladen de socialistische leer bij de landslieden trachten in te planten. De aanhangers der roode vod zien en ondervinden dat de buitenlieden nog niet geschikt zijn om hunne gedachten te aan- veerden de christen godsdienstzin, de reine zeden, de eerbied voor de overheid en voor den priester, het christen huise lijk leven, de vaderlandsliefde, enz. van den buitenbewoner zouden tegen al de aanvallen der rooden krachtig weêrstaan. Daarom zullen de socialisten hen trach ten te bedriegen met het masker van land- bouwvriend, dat zij aantrekken. Tusschen hunne artikels zullen zij hier en daar eenige venijnige steken toedienen aan godsdienst, eigendom, familie, enz. Alzoo zullen zij hunne lezers een lang zaam maar zeker vergift toedienen, dat den kloeken dam, die de buitenlieden be vrijdde tegen socialismus, op vele plaat sen zal ondermijnen en doen vergaan. Ziedaar de sekte der laffe valschaards en bedriegers aan 't werk, Het gevaar is voorzeker groot. De drukpers is eene der grootste zede lijke machten en wanneer men haar ge bruikt op valsche en bedriegelijke wijze gelijk de socialisten nu doen, dan wordt hare macht nog grooter. Tot alle ware katholieken roepen wij 1 Opgepast 1 De hand aan 't werk Wij moeten het allen als eene plicht beschouwen dit helsch socialistisch pro pagandamiddel tegen te werken. Laat ons bij gebuur en vriend die slechte bedriegersgazetten in hun waar daglicht stellen en de valschheid der socialisten doen uitschijnen en verachten. Laat ons overal, waar wij eenige macht bezitten, deze bladeren doen verdwijnen. DE Het meisje had den oude by den arm gegrepen, en poogde hem mefi te voeren. Om aan den strijd een einde te maken, dacht zij het best hen te scheiden. Kom meé naar de keuken, vader! zegde zy, het wordt tijd voor mg om naar het baksel te gaan zien. Al brengt de koning ook zynen wijn mei', men moet hem toch iets lekkers te eten geven De zwarte man wilde in het eerst er niet van hoo- ren; doch gal eindelyk toe. De overige personen waren langzamerhand bijgeko men, zoodat het noodig scheen, de gebeurtenis, waar van de meesten niets begrepen hadden, niet publick te maken. Brommend volgde Kasper Nannie langs eene zydeur, welke door den stal naar het voorste deel van het huis en zoo naar de keuken leidde. Achter hem stond eene dichte groep mcnschen in de schuur, die de plaats wilden zien, waar de koning hun de eer zou aandoen, te komen eten, cu tevens de toebereidsels en versieringen te bewonderen, die voor j Kortom, laat ons op alle mauieren de plannen verijdelen van dezen, op wier vaandel geschreven staatOorlog aan den godsdienst, den, eigendom, het familie leven Hot gevaar is grootmoge ieder katho liek in deze omstandigheden zijne plich ten wel verstaan 1 Wij zijn het volkomen eens met onzen Confrater B De Gazette van Kortrijk aan den welke wij het bovenstaande out- leenen. Onder dien naam heeft men in de laat ste weken niet weinig den strijd gevoerd tegen het wetsontwerp, beschermende rechten voorstellende op sommige land- bouwvoortbrengsels. Rechten op het vleesch, dit ook is de bedriegelijke en valsche benaming aangenomen door de tegenstrevers der landbouwbescherming, om de tolrechten aan te duiden, op het vee gelegd, door de wet van 18 juni 1887. Volgens de vrijhandelaars moesten laats- genoemde rechten den prijs van het vleesch verhoogen en dus ook onvermij delijk het verbruik van hetzelve beperken. Zoo moest het vleesch van ossen en kal veren, volgens hun, 5 centiemen per kilo opslaan. Maar wat is er gebeurd De prijs van het vleesch is niet ver hoogd. En nogtans is het verbruik niet verminderd integendeel nu worden meer dieren geslacht als vroegergetuige daar van de opgave der slachterijen. Wat men heeft kunnen bestatigen, het is dat de invoer van vreemd vee vermin derd is want als men de stukken onder zoekt onlangs door het ministerie van geldwezen uitgegeven, dan vindt men dat de tolrechten op het vee hebben opge bracht in 1888 fr. 2,488,597 in 1889 2,025,142 in 1890 1,958,715 in 1891 1,870,678 in 1892 1,272,509 Wat hebben die tolrechten dus te weeg gebracht?..,. Heel eenvoudig de inlandsche vee kweek aangemoedigd, den vreemden in voer verminderd, en dit al zonder eenige schade voor den verbruiker. De schatkist gevuld van den Staat,voor deel gedaan aan den landbouwer die meer kweekt, en dus in 't belang geweest van iedereen. Ziedaar het klaarste bewijs dat de be scherm rechten ook zouden te weeg bren gen, moesten zij toegepast worden op al de landbouwvoortbrengsels. Ziedaar hoe de vrijhandelaars ongelijk hebben de be- schermrechten te bestempelen met den hatelijken naam van uithongeraarswet. de ontvangst waren gemaakt. Het waren grootendeels boeren in hun volkskleeding, ouden en jongen, vrou wen, meisjes en kinderen, en het viel goed, dat zg hunne nieuwsgierigheid nog met een ander doel kon den verbinden. Het was een buitengewone feestdag, op welken het gebruik eischte, eene bedevaart naar het St. Laurcnzi- kerkje te doen, dal niet ver vandaar aan een rots was gebouwd. Er waren echter ook vele voorname perso nen en tegelijk met de voetgangers waren twee lichte rijtuigjes aangekomen, en de personen die daarin za ten, behoorden tot den burgerstand, zelfs tot den adel. Uit een der rijtuigen klauterde niet zonder veel moeite een dikke, kleine man, wien de last van zijnen buik en zijn kortasemiglieid zulke beweging moeilijk maakte. Het gelukte hem slechts met behulp van een klein, doch vlug meisje, welks schoonheid door de ge- lykenis op haren vader in het geheel niet begunstigd werd. Toch zou hare verschgning geen slechten in druk hebben gemaakt, omdat haar gezichte, door de twee helder blauwe oogen, het onmiskenbare karakter van goedheid droeg, ware de goede indruk van het gelaat niet doordien van het lichaam uitgewischt want de eene zij was zoo sterk tegen den hals gedion- gen, dat hiervan een boogen schouder geen sprake kon zijn, doch alleen het woord bult de juiste ge daante weergaf. Het andere rijtuig bevatte nog meer belangwek kende personen. De boerenknecht, die voor koetsier fiprcerde, toonde door zyn gegalonneerde klak en Niet zonder reden dus zegde de Fran- scbe minister Méline reeds over twee jaar in de Kamers n Wilt gij goedkoop brood hebben maak n dat er veel gezaaid wordtwilt gij sma- kelijk en goedkoop vleesch, maak dat de inlandsche veekweek bloeie. Want n als men de goede koop van brood en vleesch betracht met den vreemden in- voer te vergemakkelijken, dan is zulks maar een bedriegelijk voordeel, aange- n zien hij slechts profijtig is voor een klein getal, ten grooten schade van al dezen die leven moeten met den landarbeid. De eigen ondervinding heeft die woor den van minister Méline bewaarheid.Leve dus de bescherming van den landbouw (Gazette van Rousselaere.) Hoe wij de kwestie van den dag ook beschouwen, wij komen er altijd op neêr dat de maatschappelijke crisis, hierin grootendeels bestaat omdat de landbouw in plaats van beschermd te worden, ver drukt wordt. De bloei van den landbouw in den lan de, is de bloei van alle nijverheid, de bloei van allen handel. De bloei van den landbouw is het terug houden in onze dorpen van zooveel dui- zende landbouwwerkiieden, die thans den prijs van den arbeid in de nijverheids middelpunten gaan doen dalen, en noodzakelijker wijze ook, het leger der socialisten gaan vergrooten. Is de bloei van den landbouw nog mo gelijk? Met het tegenwoordige belastingstelsel, neen 1 Wanneer de boer beschermingsrechten vraagt, dan antwoordt men hem n Gij vraagt eene broodbelasting, brengt meer voort, uwe redding ligt daar in. Heel goed. Maar is dan de belasting van den grond geene broodbelasting Zijn dan de hooge rechten by de pu blieke verkoopingen van granen en gras, geen brood en vleeschbelasting Is dan de belasting van al wat de boer noodig heeft om te kunnen brood voort brengen, geene grondbelasting Is dan de bescherming van elke nijver heid welke niet de landbouwnijverheid is, ook niet en rechtstreeksch eene broodbe lasting Brengt meer voortroept men maar hoe De boer verdient niet genoeg om nu zijne werklieden te betalen, hoe zou hij dan meer werklieden kunnen gebruiken, en die heeft hij nochtans noodig om meer voort te brengen een soort livrijfrak dien hij over zijn lange leêren broek droeg, dat zgn meester tot deu dcltigen stand der streek behoorde. De verschgning van dezen beantwoordde evenwel nietgcheel aan de verwachting, welke men gewoon is van zulke menscheu te koesteren. Hij zag er uit als iemand die in verarming is. Lang en byzonder mager, had hij het uiterlijk vau iemand, die ziekelyk is, of gebrek heeft aan het noodige elen. Wel droeg hij onder den spitsen en gekromden neus eencn knevel, die volgens Hongaarsche mode lang en stijf was, doch ook dit was niet voldoende, om zekere uitdrukking van bangigheid en vrees te verbergen, die aan zijn uiterlijk eigen scheen. Twee knechts waren behulpzaam om de paarden uit te spannen en de wagen achter bet huis te trekken verder om de pakken van het eerst gezegde paar af te laden, die door bunne boeveelheid deden denken, dat hun verblijf van langen duur zgn zou. In de nabijheid schoolden eenige boeren saam, om de gasten te zien, en lieten niet na, hunne aanmer kingen op deze (e maken. De Kogelboer krijgt inkwartiering, zegde eene flinke boerin, in wier doen en laten uien hel bewys zag vóórharen welstand, nog meer dan in het goud, dat zg aan handen, hals en op de borst droeg. Wie J zgn die personen Wel, kent gg dan den dikken leurder of teut van Tolz niet, by wien gg reeds hondermaal zoo vele din gen kocht antwoordde lachend haar man. De aan het knopsgat vastgebonden gouden munt bewees dat Brengt goedkooper voortn voegt men er bij, en men belast den armen boer zoodanig dat bij niet goedkoop voort brengen kan. En terzelfder tijd beschermt men den vreemden landbouwer van Amerika en Asië, die hij, geene lasten draagt. Men gaat verder Men beschermt den jood, den speculeerder op het graan, die, wanneer hij de gelegenheid klaar heeft, bij gebrek, dit zoodanig duur zal doen stijgen, dat de arme bliksem zelfs geheel het brood zal moeten missen. Nu, is het niet op het graan dat de jood speculeert, maar op het goud en op het zilver. Het graan dient hem enkel als middel tot zijne woekerachtige speculatie. In Argentina krijgt men voor 100 frank in goud, 175 in zilver. In België is 100 frank in goud slechts 100 frank in zilver waard.' Wat doet de speculateur Hij gaat mot het Belgisch goud naar Argentina, hij koopt daar graan met goud. Voor 100 fr. goud, krijgt hij voor 175 fr. graan. Het goud is er immers zoo hoog gekwo- teerd. Hij voert het graan naar België waar het zilver even hoog staat als het goud, en hij verkoopt het hier aan eiken prijs. V oor hem staat hot alleen te doen van daar ginder slechts veel te kunnen koopen en hier veel te kunnen verkoopen, om altoos meer en meer premie te maken met het Belgisch goud dat zachtjes aan van de markt verdwijnt. Hoe kan de landbouwer daartegen con- curreeren Brengt hij meer graan voortwel dan vermindert de invoerder nog zijne prijzen zijne winsten zijn immers toch nog zoo groot—en voor hem is het slechts kwestie van veel te kunnen leveren. De graanteelt is dus in- ons land niet meer mogelijk. Met welke teelt haar vervangen De kleine landbouw-nijverheden zijn verdrukt. De wetten op de suikerfabrieken en op do stokerijen zijn den landbouwer nood lottig. De suiker is beterkoop in Engeland waar wij suiker naartoe zenden, dan hier! Dus,kunnen wij niet concurrecren tegen Engeland in de nijverheid der conserven die veel suiker noodig hebben. Is het dan te verwonderen dat bij over vloed, de kersen en pruimen onzer boom gaarden zoo laag dalen, dat de boer nog het plukken er van met de opbrengst niet kan betalen Overal zouden er kunnen op het platte land kleine landbouw-nijverheden worden in het leven geroepen, maar zij worden in hare wieg versmacht door de onrecht vaardigheid onzer wetgeving, die hare hg lol de gemeente behoorde, onder welke ook de Kogelhoeve gerekend werd. Ja, dat is waarzegde de boerin, waar stonden toch myne oogenIk had hem immers wel aan zijne dochter kunnen kennen, die de geldkas overal mei* draagi, opdat deze of gene zich over haar zou erbar men, en... met haar trouwen. Ik heb haar de leste maal tijdens den Vasten te Tolz gezien zij is er niet schooner bg geworden. Och, houd den mond, antwoordde de andere, gy schijnt op alles iets te moeten zeggen. Wees blij dat zij niet uwe dochter is, en zeg mij liever of gij daar dien anderen mijnheer kmt. Over hem gaat het mij evenals u ik meen toch, dat ik hem meer gezien hel., doch weel niet waar hem l'buis te brengen, antwoordde de vrouw. Dan kan ik u het wol zeggen, meende lachend een daar nevens staande boerenjongenIk ken dien heer, van toen ik bg hem in dienst was. 't Is mynheer von Steinerling von Slein. de menscben noemen hem mijnheer de baron. Als hij inderdaad baron is, hoort hij tot de magere gemeente; langer dan acht dagen heb ik het bij hem niet uitgehouden. Mg dunkt, dat gij nog al erg. vervelend wordt, zegde een ander persoon met een fatsoenlijk gezicht! gg bluft nergens langer dan acht dagen. Ik had er wel willen blyven, zegde de jongen lachend maar heer von Steinerling heelt ieder week een anderen koetsier. Vroeger ging het hem nog slech ter dan nu, toen had hij niets dan een klein huis ginder ver aan den kruisweg gelegen dat op ieder zorgen met voorliefde besteedt aan de groote nijverheid. Tot nu toe heeft men den landbouw altoos averechts bovoordeeligd het is tijd dat de landbouwers die thans do macht van het getal hebben, zich vereeni- gen, om aan dien averechtschen vooruit gang een einde te stellen. Koper geld. Het vreemd koper geld wordt in de Banken nog aan- veerd aan vollen prijs, tot 10 September. Van 11 September te beginnen zal er verlies op zijn. Na 15 Augusti mag geen enkel patroon zijn werkvolk in vreemd koper geld meer betalen, of hij zal gestraft worden. Men schrijft uit Brussel aan Het Han delsblad van 2 Augusti. Onze officiers in Congo. Moil is aan hoogerhand ongerust ge worden over de artikels ten opzichte on zer officiers in de Fransche pers men ontneemt ze aan 't Belgisch leger, om er het Inlandsch leger van Congo meè te versterken. 't Ware ongelukkig indien, op zekeren dag, officiers van het Belgisch leger en die nog o]) de kaders staan in België, in eene botsing tegen de Fransche troepen zouden gemengd worden. Men is tot het besluit gekomen aan hoogerhand wat meer burgers naar Congo te zenden. Zoo is reeds de advocaat Palliadt, van Fontame-TEvêque, benoemd tot ouder- intendent, een ambt dat tot hiertoe steeds door een officier is bekleed. Van een anderen kant heeft de souve- rein den Engelschen kapitein Salisbury, als bevelhebber eener statie in boveu- Congo aangeworven. Brief van kapitein Dcs- cainps. Het bestuur der anti-sla- vernijmaatschappij van België ontving eenen brief van kapitein Descamps, ge- dagteekend Sungula, 20 Februari. Zooals was overeengekomen met Jac ques verliet Descamps den 8 Februari Albcrtville om op Kabambarre te rukken; hij liet den post van Albcrtville onder het beheer van M. Miot. Deu 10 ontmoette hij, M. de Wouters den 12 bereikte hij den post van Mouhina, waar kapitein Long en M. Chargeois zich bij hem aansloteu den 19 eindelijk sloot hij zich te Sungula aan bij de voorwacht van Dhanis, onder bevel van kapitein Lothairo en de luitenants Hambursin en Henry. Den 20 rukten de veroonigde krijgs machten van den Staat (Dhanis, 300 ge- oogenblik kon instorten, al noemde hg het dan ook zgn kasteel. Nu heeft hg het beter. Hij is met die dikke tooverheks, die rgkc weduwe getrouwd, omdat zij zoo gcerne mevrouw de baronnesse wilde genoemd zyn. Wel, wel is hij dat? viel de andere in ja daar heb ik iets van gehoord zy moet erg gierig zijn. Gierig als de duivel, antwoordde de jongen. Wie er aan twgfelt, moet slechts lieer von Steinerliog zien; hij ziet er uit als de schrale lyd. De jongen scheen wel genegen nog meer over de familie te willen vertellen, maar hy werd door het na- dertreden van den heer zelf belet, die, rond ziende alsof hy iets zocht, naar het huis ging. Ook de kleine dikke mijnheer, met zijne dochter en zijne pakken kwamen bij en liep naar Lenz, die precies de vreem delingen en hunne bedoeling in het oog had gekregen en hen met verwonderd en vragend oog aanzag. Hoe is het, vroeg de koopman, komt men hier niemand tegen, die goeden dag zegt 1 Waar is toch de Kogelboer Voor 't oogenblik zult gij u met my moeten be helpen, zegde Lenz de Kogelboer is met thuis. Hij is met den Koning op de gemzenjaeht, omdat hij de klo ven en wegen beter kent, dau al de andere jagers - Ja, dat wil ik gcernc gclooven, antwoordde de dikke lachend, ik geloof dat hij zich hierin onder scheidt Zgn heel leven lang is hij een echt wildjagcr geweest. Dat wilde ik ook zeggen, hervatte Lenz, iemand wccren) cu van do Anti-Slavcrnijmaat- schappij (Descamps 200 geweeren) naar Mazanse op, waar men dacht dat Ruma- liza was. Men bezette aldus den noorderoever van het Tanganika-moer, iets wat do Araabsche werking ten zuiden der Lu- kuuga totaal gaat verlammen. Descamps is hier nu volop bezig de be volking in den wapenhandel te oefenen, zoodat nog in den loop des jaars de anti- esclavagistische krachten met een lOOOtal soldaten zullen versterkt zijn. Joubert richt te Mpala 200 jongelingen in den wapenhandel af. Ziedaar het middel om den slavenhan del voor goed onmogelijk te maken. Als de Arabieren eene goed gewapende neger- bevolking voor zicli vinden, is hun gezag gebroken. De veldtocht van Dhanis, schrijft Des camps, heeft de gelukkigste gevolgen ge had in de Tanganikastreek. Descamps zegt dat, om do Arabieren voor altijd te beletten in den Vrijstaat te dringen, drie posten op de Tanganika noodig zijn ten noorden, ten zuiden en in 't midden. Descamps maakt ten slotte eene geest driftige beschrijving van de prachtige landstreek. Kniviinnal Ledochowaky. Een telegram uit Luzern (Zwitserland), meldt dat kardinaal Ledochowsky aldaar zondag overleden is. Deze eerbiedweerdige prelaat heeft een veelbewogen leven gehad. Geboren te Gorki (Polen) in 1823, werd hij in 1845 priester gewijd. In 1802 was lui pauze- Iijke nuneius te Brussel. Aartsbisschop vau Gnesen benoemd, stond bij aldaar bloot aan eene gedurige vervolging, en werd eindelijk, in 1874 te Posen aange houden. Later werd hij tot de weerdig- heid van kardinaal verheven en begaf zich naar Roomen, alwaar zijne tegen woordigheid .oorzaak was van talrijke di plomatische moeielijkheden. De Paus gaf eventwel niet toe, en hij vereerde dezen die in Pruizen zoo klockelijk had gestre den on geleden, tijdens de Kerkvervolging aldaar. Nu eventwel was de toestand ge heel veranderd, en keizer Willem, tijdens zijn laatste bezoek te Roomen, vereerde den kardinaal grootelijks en daar ieder een het bemerkte. Sedert twee jaren was kardinaal Ledochowsky prefekt van do H. Congregatie der Propagande. Na deze doodsmare, komt er oprecht goê nieuws. Een telegram meldt namelijk het volgende Het bericht der agencie Havas, de dood meldende van kardinaal Ledo- n chowsky, is volkomen onjuist. De kar- w dinaal leeft en is in volle gezondheid, n Welke van de twee is nu de ware maro? Wij zullen maar verhopen dat het n° 2 is. st het wagen iett tot nadeel van myu vader te zeggen. Wat, van uw vader? riep de man verbaasd uit terwijl hij den mantel, die op zijne schouders hing, afwierp om de armen uit tc steken. Gij z(jt alzoo de zoon, Lenz Vix.r dat de jongeling zich verdedigen kon. had de dikke zgn voornemen reeds vervuld, hing hem om den bals en kustte hem overal waar hij hem raken k<m. Zie eens, Philomcne vervolgde hy. toen hg ein delijk moest loslaten, om adem te scheppen, dat is neef Lenz. Gij weet wel, met wien gij zoo dikwijls gespeeld hebt.toen gij nog een klein kind waart! Kom, groet hem eens Omhelst malkaar Zoo'n nauwe familie hoeft daarvoor niet verlegen Ie zgn. Lenz kou niet nalaten, met een half onderdrukten lach een paar slappen achteruit te gaan. Onwillekeu rig dacht hij er aan, hoe hg kort te voren in een soort gelijk en toch heel andergeval verkeerd had; hij scheen le vreezen, dat Pbilomenc niet zou «achten om, aan devaderlyke vraag gevolg te geven. Zijne zorg was nochtans onnoodig. Het verlcgene schepsel had den moed niel, naderby te komen, al blonk er ook iets in hare oogen. dat onmiskenbaar welgevallen jn den schoonen, linken neef verraadde. De oude lachte dal hy schokte, omdat hg de verle genheid van alle twee meende te zien. hy dacht er aan de weerhouding van den jongeling een onderen grond hebben kon. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1894 | | pagina 1