KOGELHOEP. Zondag 9 September 1894. 10 centiemen per nummer. 48ste Jaar N. 2913. NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. De toestand der E.V. Een en ander. DE DENDERBODE. ABONNEMENTPRUrS Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C- VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des lands. ADVERTENTIENPR1JS Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Guique suum. Aalst, 8 September 1894. De scheurmakers, met Lippen aan 't hoofd, roepen gedurig dat de bijzon derste reden om de welke de kiezing van onzen Woestein 't Arrondissement Aelst onmogelijk is geworden,zijn1°de strijd dien hij tegen de chineezerij voert, en 2° zijn verschil van zienswijze met den heer Beernaert.degeneraal der evenredigaards, over verschillige vraagstukken zooals de afschaffing der tabakswet, de toelagen aan de vrije scholen, de beschermrechten voorden landbouw en de militaire kwes tie. M. Beernaert wil de tabakwet zonder eenige verzachting behouden en M.Woeste wil ze afschaffen. M. Beernaert wilde gedurende 7 jaren geene toelagen aan de vrije scholen gun- en M. Woeste wel. M. Beernaert is voor de persoonlijken militairen dienst, de verzwaring der mili taire lasten en M. Woeste integendeel is voor een vrijwilligersleger, de verminde ring van den diensttijd, voor eene bezol diging der militianen van 20 of 30 franks ter maand, voor gespaarzaamheden op de begrooting van oorlog. Nu omdat M.Woeste wil wat wij,katho lieken van 't Arrondissement Aelst, willen, zouden wij onze stem niet alleen aanM.Woeste moeten weigeren,maar ook aan onze twee Senateurs en onze drij ove rige Volksvertegenwoordigers. En dan zouden wij de candidaten der Roelanders, de aanbidders van M. Beer naert, die wil wat wij niet willen, moe ten naar de Kamers zenden. Waarom zouden wij dit moeten doen, volgens de Roelanders Uit loutere aan bidding van hunnen grooten chet,M. Beer naert, die ons alles zal blijven weigeren wat wy begeeren. Maar komen wij tot ons onderwerp terug en onderzoeken wij eens wat op 't oogenblik de toestand is van 't vraag stuk der E. V. X© («ent, schreeuwde zekere kleine kapel dat men voor geene candidaten zou stemmen die zich vyandig verklaren aan de E. V. Maar wat is er gebeurd De aftredende leden van Senaat en Kamer welke vijandig zijn aan de E. V. hebben verklaard dat zij in die vijand schap blijven volherden.dat zij ten geenen pryze van hunne overtuiging afzien. Echter de zeer woelige kleine kapel moet zich bevredigen met eene verklaring van den heer Voorzitter der Katholieke Vereeniging, dat de wenschen vroeger ten voordeele van 't stelsel zoo lief aan hun jeugdig hartje,in ernstige overweging zullen genomen worden. DE -)~(- 11® Vervolg. Hij wilde juist naar de klink grijpen, toen de deur openging, en Philomena met eene kaars in de hand op den dorpel verscheen. O, daar is jufvrouw nicht vervolgde hjj tot haar, op een toon. waarin het zoo even ondervonden verdriet door den spot hoorbaar was. Jutvrouw nicht moet zich met het gezelschap van mijnen zoon alleen vergenoegen, en neef de kra mer ook. Ik ben een weinig ongesteld misschien heeft de vreugde over het bezoek mij zoo sterk aangedaan. Ik heb er reeds van geboord dat ik jufvrouw nicht nog moet bedanken, omdat zij, toen ik niet 't huis was, zoo voor de eer der Kogelheef heeft gezorgd, enden koning den bloemtuil van Nannie heeft overhandigd. Nu, mijn zoon zal het wel in mijne plaats doen ;-die kan beter spreken dan ik, oude kraker. Goeden nacht samen! Hij ging heen en sloot de de deur tamelijk hard achter zich zwijgend stonden de twee achterblijvers Aldus is de kleine zoo woelige kapel nu de bek gesnoerd. En te Brussel,daar is 't nog een ander paar mouwen. De Katholieke Vereeniging vergaderde zondag 11. en twee jeugdige advocaten ledgen het uitdrukkelijk voorstel neèr van geenen enkelen candidaat voor de Kamer te aanveerden die de plechtige verbintenis niet wil aannemen van de E. V. voor te staan. En door wie werd dit voorstel bevoch ten Door M. Beernaert, den chef der Even redigaards. M. Beernaert stelde voor het besluit te nemen dat alle candidaat vol gens zijn geweien zal mogen handelen in de Kamers, dat er aan niemand een gebiedend mandaat mag opgelegd En de vergadering nam dit voorstel van M. Beernaert met eenparigheid om zoo te M. Beernaert ging zelfs zoo verre te verklaren dat hij persoonlijk voor de te- strevers der E. V. zal stemmen van den oogenblik dat zij diensten aan de katho lieke zaak en aan 't Land hebben bewe zen. Wat klinkende kaatsmeet niet waar Lippen voor u en uwe gezellen M. Beernaert verloochent u en hij roept al de voorstaanders der E. V. toe Stemt voor M. Woeste, want hij heeft dien sten bewezen aan de kath. zaak en aan V Land, want ware ik kiezer te Aalst, ik zou het zeket- doen De priester, de socialisten en de liberalen. Indien de priester, schrijft onze Con frater De Standaerd van Vlaanderen,n zich naar den wil van de socialisten en der liberalen gansch wilde schikken, dan zou hij door hunne drukpers als een ware volksverlichter, als een mensch die onverschrokken, zijnen plicht volbrengt, tot in den derden geuzenhemel verheven worden. Maar nu 't is juist 't contrarie dat ge beurd. De priester is de tegenstrever van 't socialismus en 'tliberalismus. Hij waar schuwt het volk tegen zijne ongodsdien stige en onheilvolle leerstelsels en belet aldus dat velen er zouden door bedrogen worden. De eerste en opperste plicht van den priester is het volk te onderwijzen. Gaat, zegt onze Zaligmaker en onderwijst alle volkeren. De priester is dan ook door God aangesteld om als onderwijzer des volks op te treden. Wat willen socialisten en liberalen De priester moet uit de school gebannen worden. Weg met de christelijke leering en catechismus... wij willen dat do nakomende geslachten vol gens de vrije onafhankelijke zedelecr leven. tegenover elkander, Het gelaat van het meisje, dat met bloed overgoten scheen te zijn, bewees al te dui delijk, dat zij den angel in de woorden van den boer bad gevoeld. Lenz bevond zich na het bericht van Nannie's vlucht en het gesprek met zijnen vader in zulk een zwaarmoedige stemming, dat hij zelf niet wist wat er eigenlijk om hem voorviel. Dikwijls stond hij op het punt in gelach uit te bersten over de trotschc boerenmeid, die zulk een goeden dienst verliet, omdat men haar niet als een prinses behandeld en op de handen gedragen haddoch het kwam niet zoover, want op hetzelfde oogeublik gevoelde hij weer eene heimelijke smart, alsof hein een deel van zichzelven was ontnomen, waarvan bij vroeger niets geweten had, of ten minste niet had gemeend, dat het gemis daarvan hem zoo hard zou valien. De nicht was de eerste, die haar moed terugkreeg, en zij hield Lenz terug, toen hij wilde weggaan om, zooals hij zegde, naar de keuken te gaan. Blijf hier, neef! zegde zij met bevende stem, en over haar gezicht lag zoaveel hartelijkheid verspreid, dat hjj zich liet overhalen. Uw vader spreekt ioo vreemd, dat ik met u geerne daarover wilde spreken. Kom, zegde zij, hem bij de hand vattend, kom, laat ons aan de tafel gaan zitten, en openhartig met elkander spreken zoo, zonder omwegen Lenz lachte halfluid voor antwoord. Het was dezelfde spottende toon, waarop zijn vader had gesproken als hij slechts geweten had, wat zij wilde zeggen. De zin spelingen van den kramer waren te lomp geweest, om En de priester zou zich hiertegen niet mogen verzetten hij zou de kinderzielen aan God en aan de kerk onteger gesproken moeten laten ontrukken. Dikwijls schrijven en zeggen de socia listen en liberalen de priester moet de armen troosten en ondersteunen. Goed, maar waarom verdrijven de socialisten en liberalen overal de priester uit de welda- digheidbureelen, alhoewel hij beter dan iemand in staat is te weten waar er oprechte nood is, en op welke wijze men troost en hulp zou kunnen bijbrengen Waarom stellende socialisten en liberalen alle middelen in het werk om de magere vergoeding die de priester van den Staat over de vroeger beroofde kerkgoederen ontvangt, af te schaffen en zijn verder inkomen in te krimpen zooveel het moge- lyk is Wie niet heeft kan niet geven. De priester moet ook, zeggen de socia listen en liberalen, de zieken troosten en dc stervenden bijstaan. Is 't schijnheilig genoeg 1 Wat gebeurt er in de hospitalen waar de liberalen meester zijn De priester wordt stelsel matig van de bedsponde der zieken ver wijderd, duizenden christenen laat men naar de eeuwigheid afreizen zonder L de HH. Sacramenten. En wee de bediende die verdacht wordt den eenen of anderen priester verwittigd te hebben, dat deze of gene zieke naar hem verlangt. En wat meer is,hebben de socialisten en liberalen onder hen geene helsche maatschappij of vereeniging tot stand gebracht wier leden zich bij eed verbonden hebben zonder den bijstand der priesters, buiten allen gods dienst en meest al, met de godverlooche- nmg op de lippen te sterven Wie durft betwisten dat de socialisten en de libe ralen niet werken en zwoegen om de huidige samenleving tot daar te brengen, 't is te zeggen, alle ue menschen tot god verloochenaars temaken? En dat zijn de mannen die durven vooruit zetten dat de priester zijne zen ding met iever moet vervullen maar zich niet met politiek mag inlaten. Zoolang deze twee sekten tot strekking zullen hebben den godsdienst te bevech ten,zoolang zal het voor den priester eene gewetensplicht wezen zich met de politiek te bemoeien en aan die plicht san de priester niet te kort blijven zonder zich aan de zwaarste meineedigheid schuldig te maken. Rekent er dus maar op, heeren socia listen en liberalen, zoolang gij den gods dienst en zijnen heilzamen invloed zult blijven bevechten, zoolang ook zult gij priesters ontmoeten die u eenen krach- tigen wederstand zullen bieden. Houdt op den godsdienst te bevechten, zijne leering te verstooten, zijne ceremo niën te dwarsboomen en depriester zal geene reden meer hebben het liberalis- mus te bestrijden. Maar neen, dat zult gij niet, omdat gij weet dat, van dit oogen blik af, uwe partij een deel van hare reden van bestaan zou verliezen 1 die niet te begrijpen het was blijkbaar zjjn plan, era den jongeling de ongelukkige dochter tot vrouw te geven. In stilte maakte hjj daarom reeds zijn ant woord gereed, dat hij wilde geven, als zjj hem nu met dit plan zou overvallen. Ik weet niet, begon zij, wat uw vader met dien bloemtuil bedoelde. Door den spoed waarmee hjj ons verliet, kon ik hem niet zeggen, dat ik mij daartoe niet heb opgedrongen. Ik heb over de gehecle bloemenge- schicdenis geen enkel woord gesproken, en als ik geweten had, dat daaruit zulke onaangenaamheden zouden voortkomen, en uw vader of gij zooveel belang in het meisje stelden, bad ik haar en u geerne die vreugde gelaten. Mij 1 vroeg Lenz verontweerdigd, alsof hem een zware beschuldiging werd ten laste gelegd. Ik bekom mer mij in het geheel niet om dat meisje. En hij sprak, zoo hij meende, waarheid. Waarom moest hij, de rijke boerenzoon, de eenige erfgenaam der hoeve, zich bekommeren om een arm boerenmeisje En toch was er, toen hij die woorden uitsprak, iets in zijn binnenste dat hem tegensprak. Des te beter zegde Philomena. Dan kunnen wij over iets anders spreken. Gij zult wel reeds gemerkt hebben, welke plannen mijn vader heeft, zegde zij stamelend, lerwiji zij de oogen naar baren voorschoot sloeg on spelend de zoom er van omvouwde, Hij wil mijn broeder de kramerij overdoen, en van mij wil bij dekogelhoerin maken. LANDBOUW. Moet men den peerden- steert verkorten. De steert van het peerd is een prachtig versiersel. Inderdaad, niets is lieflijker dan een rijpeerd met bevalligheid en behendigheid rondloopende, een langen schoonen steert verioouende, dien het met kracht en fier heid telkens wanneer de spoor zich laat voelen in beweging brengt. In de Belgische provinciën wordt de steert van het nog jonge veulen door den peerdensmid in de guillotine gedaan. Zulks is eene oude gewoonte opgenomen doer de aankweekers vele humier doen zelfs den steert afkorten zonder te weten waarom Het is de gewoonte, de mode. Men doet wat men altijd heeft zien doen. De steert, laat ons zulks goed opmer ken, is niet alléén een versiersel voor het peerd het is een groot nut, want de huid van het peerd is over het algemeen fijn en zeer gevoelig aan herhaalde steken van honderde vliegen die er hun maal komen opnemen. Dat is zoo waar dat het schier onmogelijk is voor het peerd zijne gezond heid en krachten te bewaren in de streken waar de insecten in overvloed zijn als het niet voorzien is van den vliegenverjager waarmee de natuur het begiftigd heeft. En merk deze afwezigheid van logiek op bij den mensch hij verkort vrijwillig den steert van zijn peerd en 's zomers is hij verplicht het versiersel dat hij weg genomen heeft te vervangen en het peerd te bedekken met een groot en duur vlie- genverjaagnet en op den rug eenige met bladeren voorziene takken te hangenDie doenwijze is zooveel te meer onlogisch daar de kunstmatige middelen van be scherming niet altijd voldoende zijn om diegene te vervangen waarmede de natuur het peerd begiftigd had. Hoeveel peerden zien wij niet op hol gaan, omdat zij ge kweld worden door de steken van insecten die zij zouden hebben kunnen veijagen indien hun meester hen niet onbehendig verminkt hadde. De Engelsche ruiterij heeft verschei dene malen gelegenheid gehad in het vastenland al de noodige gevolgen te on dervinden van het verkorten der peerdc- stcerten. Het grootste gedeelte van dat korps onderging verliezen door de dood van de peerden, welke de vliegen deden sterven, bij Dettingue, in 1743, en bij Frizlar, Ilochkrich, Wilhelmstal, enz. In den zevenjarigen oorlog, die in 1756 be gon, brachten de vliegen de engelsche ruiterij in zulke wanorde, bij Minden, dat het leger op 't punt was den slag te ver liezen ook hebben sedert dezen laatsten oorlog, al de peerden van het engelsche leger hunnen steert. De grootste wanorde kan dus heerschen in eene ruiterij, samengesteld uit peerden met afgekorten steert en diensvolgens ongeschikt zichzelven te ontmaken van de talrijke vliegen die ze steken en kwellen. De steert afsnijden is vooral af te keu ren bij de merriën die veulens hebben, en dezen zouden kunnen kwetsen als zij ge noodzaakt zouden zijn het hoofd of hunne ledematen te brengen, om zich van de vliegen, die hen kwellen te ontdoen. Doch dit is niet alles het peerd door de vliegen gekweld en ze met zijnen steert niet kunnende verjagen, heeft geen oogen blik rust't is altijd in beweging slaat met de hoeven en beweegt gedurig zijne spie ren het brengt de lippen naar de zijden, den rug, overal waar het hoopt de vlie- fen te bereiken en aldus de straf van 'antalus ondergaande dat peerd verspilt zijne krachten, wordt moede en uitgeput zonder werken, magert en verzwakt zicht baar. Dikwijls ook kwest het zichzelven of zijne buren, zelfs den man die het ver zorgt. Het is evenzoo wanneer het inge spannen is het door de vliegen gestoken peerd werkt slecht, gaat van recht tot links, houdt stil om te slaan, gaat moei lijk vooruit, enz. kortom het put zich uit in nuttelooze krachtinspanningen. Men heeft dikwijls gezien dat peerden weigeren te eten, dat zij trappelen, zwce- teu, elkander kwetsen, vermageren uit oorzaak der vliegen, omdat zij dezen met den steert niet kunnen verjagen terwijl diegenen der vreemde regimenten, die heel den steert hadden, hen gemakkelijk veijoegen, gerust waren,in vrede laten en gezond waren. Het schijnt dat wanneer de eerste Bel- gisehe peerden in de Vereenigde Staten werden ingevoerd, de Amerikanen zich ingebeeld hebben, niet zonder schijn van reden, dat wij hun peerden zonden welke wij niet meer wilden, gebrekkelijke of ongeschikte peerden waarvan wij ons ont maken wilden. Er bestaat in zekere landen eene ziekte welke men aanduidt onder den naam van plotselinge staartverrottingDie ziekte is te wijten aan de voeding, de armoede en de onreinheid. Ge ziet het, de Amerikaan, met zijnen grooten praktischen zin, was niet van de waarheid verwijderd wanneer hij onze peerden met afgekorten steert beschouwde als peerdeu aangetast door gebreken of ziekten. Het is omdat men in Amerika nooit de peerden den steert afsnijdt, daar deze dieren in de weilanden kampen kunnen tegen duizende insekten, waarvan zij zich moeten kunnen bevrijden zonder ophou den en zonder zich te veel te vermoeien. Vlaamsche Nickels. Eene eerste uitgaaf vanVlaamsche nickelstuk- ken van 5 en 10 centiemen heeft verleden week plaats gehad. Ja, ja, zegde Lenz half lachend. Dal had ik wel moeten opmerken, al was ik blind en doof geweest maar Spaar u maar, neefviel zij hem in de rede, tot mijn vader heneden komtIk zie wel in, dat het eene eer voor mij zou zijn ook zou ik goed verzorgd zijn. als ik kogelboerin werd, en ik zou het met u ook in zoo verre goed eens kunnen zijn. 't Is maar jammer, merkte Lenz aan, dat om het goed eens te zijn, beider toestemming behoort. Dat zeg ik ook, riep Philomena uit, en juist daarom wilde ik u nu eens spreken. Lenz had een gevoel, alsof hij met koud water werd overgoten. Mijn broér, vervolgde tij, is niet geerne in de kramerij. Hij kan dat winkelhok niet uitslaan hjj is liever in het bosch of in het veld en hij zou niets lie ver worden dan houtvester of jager. Ik, daarentegen, om u de waarheid te zeggen, ben geerne in den han del reeds in het klooster waar ik opgevoed ben, was ik aan een zittend leven gewoon en wilde geerne daarbij blijven, ik geloof ook, dat ik niet geschikt ben, om boerin te worden. Lenz was zoo beschaamd, dat hij te vergeefs naar een antwoord zocht. Hij had zich reeds voorbereid, haar eene weigering te geven, en ontving haar op om- verbleemde wijze. Philomena scheen een oogenblik op een antwoord te wachten doch daar dit niet kwam, vervolgde zjj, doch op veel beklemder toon dan zjj begonnen was En daarom moet ik u verzoeken, niet boos op mij tc zijn, als. ik u zeg dat ik u niet bemin, en dat gij mij moet helpen om van u af Ie komen Nu, dat zal zoo moeilijk niet gaan, riep Lenz half beleedigd uitGij hoeft dan uw vader slechts tc zeg gen, dat gij geen kogelboerin worden wilt. Dat kan ik niet, antwoordde zij, en dat durf ik ook nietvader is tc streng Daarom heb ik bedacht dat het beste is. als gij op u neemt vader te zeggen dat gij niet van mij houdt. Max meende ook... Max Wie is dat vroeg Lenz, tcrwjjl hij de verandering in het gelaat van het meisje beschouwde, hetwelk door haar overijling in het spreken purperrood werd. Max, antwoordde zij nauwelijks verstaanbaar, Max is onze bediende. Nu kon Lenz zich niet langer bedwingen. De toestand waarin hjj zich bevond, was zoo eigenaardig dat hij onwillekeurig in lachen uitberstte. Welke beleedigin- gen had hij dien dag reeds moeten afwachten Een boerenmeisje, dat zoo ver beneden hem stond, had trotsch en booveerdjg tegenover hem geslaan en had geen oogenblik geaarzeld, hem geheel en al te ontloo- pen, waardoor zij hem duidelijk toonde, hoe weinig zjj zich om hem bekommerdeen nu, om den dag tc besluiien, moest hjj hooren dat een gebult meisje, hoewel hij zelf er niet aan gedacht had haar te nemen, hem afwees. Nu, als het anders niet is, riep hij uil, kan ik u en Max wel helpen. Ik zal uw vader wel duidelijk ma- Monselen. Nu er opnieuw veel mosselen geëten worden, geven wij hier een middel om dezelve in volle gerustheid en zonder gevaar te mogen eten. Het is voldoende vier of vijf goede snuifjes soda-carbonaat over de mosselen te strooien om alle gevaar te doen wijken. Het gift der mosselen 'wordt voortge bracht door de lever van het weekdier. Door de werking van het soda-carbonaat, dat men bij alle apothekers en drogisten voor eenige centiemen verkrijgen kan, wordt het gift onschadelijk gemaakt. Dus, geene mosselen geëten, zonder er eerst, vóór het zieden, eenige snuifjes soda-carbonaat over gestrooid te hebben Men merke echter wel aan dat het meeste getal der vergiftiugen door mos sels voortkomen van bedorven mosselen, en als ze bedorven zijn kan soda-carbo naat niet helpen. {Fondsenblad). lO oorzaken tot bevorde ring der armoede. 1Alle mannen klagen en rooken. 2. Velen zuchten over de slechte oog sten en troosten zich met een glas te drin ken. 3. Men zucht over de duurte der melk, eu men drinkt cognac. 4. Men stort tranen over het verval der stielen en men koopt niets anders dan vreemde koopwaren. 5. Men klaagt over den slechten tijd, en men bezoekt veel de herberg. 6. Men klaagt over het familieleven, en men doet zich als lid in tien sociëteiten aanveerden. 7. Men verschrikt over den prijs van het brood, en men koopt de nieuwste mo deartikels. 8. Allen hekelen het misbruik der feesten en allen loopen er om te zeerst henen. 9. Men vindt de kleeren te duur, en men schaamt zich halfwollen goed te dra gen. 10. Men klaagt over het gebrek aan goede landbouwwerklieden cn men zendt al de jongelingen naar de stad of op do kantoren. Dat men dus ophoude met klagen zoo lang men dit alles niet veranderd heeft I Voor de keuken. Om de vliegen van het vleesch te houden, wrijft men het in met het bekende soepkruid, dragon. Het houdt de vliegen vau hot vleesch en dit krijgt er een aangenamen smaak door. Xijdent* eeii onweêr moet men in haard of kachel geen rookend vuur onderhouden, want een dichte rook kolom uit den schoorsteen trekt den blik sem aan en kan dus gevaarlijk worden. ken, dat ilc u niet kan uitstaan. Als gij liever een kale winkelbediende hebt dan een rijken boer kunt gij hem krijgem. Philomona kon niet meer antwoorden, want de kramer trad binnen, even opgeruimd als altjjd cn en gestemd tol scherts. Zoo is het goed zegde hij lachend. Gij zit daar samen zoo geheel alleen in de 'schemering 1 Dat doet mij genoegen. Neef zal wel gelijk hebben, zegde Lenz, terwijl hij naar dc klink der deur greep, en als neef eerst maar eens weet, wat wij samen gezegd hebben, zal hij recht verheugd zijn. Nu moet ik eerst eens zien, waar he* eten zoo lang blijft. Dit zeggende verliet Lenz de kamer en liet de gasten aan hunne eenzame gedachten over, die zeer verschil lend zullen geweest zijn terwijl bet meisje, overtuigd dat zij haar doel bereikt had, levendig verbljjd was. stond de zaak den dikken kramer niet aan. Het bevalt mij niat, momdelde hij, tcrwjjl eene dienstbode met de gebraden kiekens binnentrad en deze op tafel zette. Als hei morgen hier op geen ande ren toon gaat, zal ik een anderen aanslaan. Vandaag wil ik mij echter niet meer ergeren, en mjjn eetlust niet bederven de kiekens zien er goed uit. Terstond zette hij zich aan tafel, cn sneed het gebraad zoo net, alsof hij voorsnijder aan het hof geweest was. Wordt voortgezet

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1894 | | pagina 1