KOGELHOEP.
Zondag 9 September 1894.
10 centiemen per nummer.
48ste Jaar N. 2913.
NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
De toestand der E.V.
Een en ander.
DE DENDERBODE.
ABONNEMENTPRUrS
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar.
Men schrijft in bij C- VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N. 31, en in alle Postkantoren des lands.
ADVERTENTIENPR1JS
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen
zich te wenden ten Bureele van dit blad.
Guique suum.
Aalst, 8 September 1894.
De scheurmakers, met Lippen aan
't hoofd, roepen gedurig dat de bijzon
derste reden om de welke de kiezing van
onzen Woestein 't Arrondissement Aelst
onmogelijk is geworden,zijn1°de strijd
dien hij tegen de chineezerij voert, en 2°
zijn verschil van zienswijze met den heer
Beernaert.degeneraal der evenredigaards,
over verschillige vraagstukken zooals de
afschaffing der tabakswet, de toelagen
aan de vrije scholen, de beschermrechten
voorden landbouw en de militaire kwes
tie.
M. Beernaert wil de tabakwet zonder
eenige verzachting behouden en M.Woeste
wil ze afschaffen.
M. Beernaert wilde gedurende 7 jaren
geene toelagen aan de vrije scholen gun-
en M. Woeste wel.
M. Beernaert is voor de persoonlijken
militairen dienst, de verzwaring der mili
taire lasten en M. Woeste integendeel is
voor een vrijwilligersleger, de verminde
ring van den diensttijd, voor eene bezol
diging der militianen van 20 of 30 franks
ter maand, voor gespaarzaamheden op de
begrooting van oorlog.
Nu omdat M.Woeste wil wat wij,katho
lieken van 't Arrondissement Aelst,
willen, zouden wij onze stem niet alleen
aanM.Woeste moeten weigeren,maar ook
aan onze twee Senateurs en onze drij ove
rige Volksvertegenwoordigers.
En dan zouden wij de candidaten der
Roelanders, de aanbidders van M. Beer
naert, die wil wat wij niet willen, moe
ten naar de Kamers zenden.
Waarom zouden wij dit moeten doen,
volgens de Roelanders Uit loutere aan
bidding van hunnen grooten chet,M. Beer
naert, die ons alles zal blijven weigeren
wat wy begeeren.
Maar komen wij tot ons onderwerp
terug en onderzoeken wij eens wat op
't oogenblik de toestand is van 't vraag
stuk der E. V.
X© («ent, schreeuwde zekere kleine
kapel dat men voor geene candidaten zou
stemmen die zich vyandig verklaren aan
de E. V.
Maar wat is er gebeurd
De aftredende leden van Senaat en
Kamer welke vijandig zijn aan de E. V.
hebben verklaard dat zij in die vijand
schap blijven volherden.dat zij ten geenen
pryze van hunne overtuiging afzien.
Echter de zeer woelige kleine kapel
moet zich bevredigen met eene verklaring
van den heer Voorzitter der Katholieke
Vereeniging, dat de wenschen vroeger
ten voordeele van 't stelsel zoo lief aan
hun jeugdig hartje,in ernstige overweging
zullen genomen worden.
DE
-)~(-
11® Vervolg.
Hij wilde juist naar de klink grijpen, toen de deur
openging, en Philomena met eene kaars in de hand op
den dorpel verscheen. O, daar is jufvrouw nicht
vervolgde hjj tot haar, op een toon. waarin het zoo
even ondervonden verdriet door den spot hoorbaar
was. Jutvrouw nicht moet zich met het gezelschap
van mijnen zoon alleen vergenoegen, en neef de kra
mer ook. Ik ben een weinig ongesteld misschien heeft
de vreugde over het bezoek mij zoo sterk aangedaan.
Ik heb er reeds van geboord dat ik jufvrouw nicht nog
moet bedanken, omdat zij, toen ik niet 't huis was,
zoo voor de eer der Kogelheef heeft gezorgd, enden
koning den bloemtuil van Nannie heeft overhandigd.
Nu, mijn zoon zal het wel in mijne plaats doen ;-die
kan beter spreken dan ik, oude kraker. Goeden nacht
samen!
Hij ging heen en sloot de de deur tamelijk hard
achter zich zwijgend stonden de twee achterblijvers
Aldus is de kleine zoo woelige kapel nu
de bek gesnoerd.
En te Brussel,daar is 't nog een
ander paar mouwen.
De Katholieke Vereeniging vergaderde
zondag 11. en twee jeugdige advocaten
ledgen het uitdrukkelijk voorstel neèr van
geenen enkelen candidaat voor de Kamer
te aanveerden die de plechtige verbintenis
niet wil aannemen van de E. V. voor te
staan.
En door wie werd dit voorstel bevoch
ten
Door M. Beernaert, den chef der Even
redigaards. M. Beernaert stelde voor het
besluit te nemen dat alle candidaat vol
gens zijn geweien zal mogen handelen in
de Kamers, dat er aan niemand een
gebiedend mandaat mag opgelegd
En de vergadering nam dit voorstel van
M. Beernaert met eenparigheid om zoo te
M. Beernaert ging zelfs zoo verre te
verklaren dat hij persoonlijk voor de te-
strevers der E. V. zal stemmen van den
oogenblik dat zij diensten aan de katho
lieke zaak en aan 't Land hebben bewe
zen.
Wat klinkende kaatsmeet niet waar
Lippen voor u en uwe gezellen
M. Beernaert verloochent u en hij roept
al de voorstaanders der E. V. toe Stemt
voor M. Woeste, want hij heeft dien
sten bewezen aan de kath. zaak en aan
V Land, want ware ik kiezer te Aalst,
ik zou het zeket- doen
De priester, de socialisten en de
liberalen.
Indien de priester, schrijft onze Con
frater De Standaerd van Vlaanderen,n
zich naar den wil van de socialisten en
der liberalen gansch wilde schikken, dan
zou hij door hunne drukpers als een
ware volksverlichter, als een mensch die
onverschrokken, zijnen plicht volbrengt,
tot in den derden geuzenhemel verheven
worden.
Maar nu 't is juist 't contrarie dat ge
beurd. De priester is de tegenstrever van
't socialismus en 'tliberalismus. Hij waar
schuwt het volk tegen zijne ongodsdien
stige en onheilvolle leerstelsels en belet
aldus dat velen er zouden door bedrogen
worden.
De eerste en opperste plicht van den
priester is het volk te onderwijzen. Gaat,
zegt onze Zaligmaker en onderwijst alle
volkeren. De priester is dan ook door
God aangesteld om als onderwijzer des
volks op te treden. Wat willen socialisten
en liberalen De priester moet uit de
school gebannen worden. Weg met de
christelijke leering en catechismus... wij
willen dat do nakomende geslachten vol
gens de vrije onafhankelijke zedelecr
leven.
tegenover elkander, Het gelaat van het meisje, dat
met bloed overgoten scheen te zijn, bewees al te dui
delijk, dat zij den angel in de woorden van den boer
bad gevoeld. Lenz bevond zich na het bericht van
Nannie's vlucht en het gesprek met zijnen vader in
zulk een zwaarmoedige stemming, dat hij zelf niet wist
wat er eigenlijk om hem voorviel. Dikwijls stond hij
op het punt in gelach uit te bersten over de trotschc
boerenmeid, die zulk een goeden dienst verliet, omdat
men haar niet als een prinses behandeld en op de
handen gedragen haddoch het kwam niet zoover,
want op hetzelfde oogeublik gevoelde hij weer eene
heimelijke smart, alsof hein een deel van zichzelven
was ontnomen, waarvan bij vroeger niets geweten
had, of ten minste niet had gemeend, dat het gemis
daarvan hem zoo hard zou valien.
De nicht was de eerste, die haar moed terugkreeg,
en zij hield Lenz terug, toen hij wilde weggaan om,
zooals hij zegde, naar de keuken te gaan.
Blijf hier, neef! zegde zij met bevende stem, en
over haar gezicht lag zoaveel hartelijkheid verspreid,
dat hjj zich liet overhalen. Uw vader spreekt ioo
vreemd, dat ik met u geerne daarover wilde spreken.
Kom, zegde zij, hem bij de hand vattend, kom, laat ons
aan de tafel gaan zitten, en openhartig met elkander
spreken zoo, zonder omwegen
Lenz lachte halfluid voor antwoord. Het was dezelfde
spottende toon, waarop zijn vader had gesproken als
hij slechts geweten had, wat zij wilde zeggen. De zin
spelingen van den kramer waren te lomp geweest, om
En de priester zou zich hiertegen niet
mogen verzetten hij zou de kinderzielen
aan God en aan de kerk onteger gesproken
moeten laten ontrukken.
Dikwijls schrijven en zeggen de socia
listen en liberalen de priester moet de
armen troosten en ondersteunen. Goed,
maar waarom verdrijven de socialisten en
liberalen overal de priester uit de welda-
digheidbureelen, alhoewel hij beter dan
iemand in staat is te weten waar er
oprechte nood is, en op welke wijze men
troost en hulp zou kunnen bijbrengen
Waarom stellende socialisten en liberalen
alle middelen in het werk om de magere
vergoeding die de priester van den Staat
over de vroeger beroofde kerkgoederen
ontvangt, af te schaffen en zijn verder
inkomen in te krimpen zooveel het moge-
lyk is Wie niet heeft kan niet geven.
De priester moet ook, zeggen de socia
listen en liberalen, de zieken troosten en
dc stervenden bijstaan.
Is 't schijnheilig genoeg 1 Wat gebeurt
er in de hospitalen waar de liberalen
meester zijn De priester wordt stelsel
matig van de bedsponde der zieken ver
wijderd, duizenden christenen laat men
naar de eeuwigheid afreizen zonder L de
HH. Sacramenten. En wee de bediende
die verdacht wordt den eenen of anderen
priester verwittigd te hebben, dat deze of
gene zieke naar hem verlangt. En wat
meer is,hebben de socialisten en liberalen
onder hen geene helsche maatschappij of
vereeniging tot stand gebracht wier leden
zich bij eed verbonden hebben zonder den
bijstand der priesters, buiten allen gods
dienst en meest al, met de godverlooche-
nmg op de lippen te sterven Wie durft
betwisten dat de socialisten en de libe
ralen niet werken en zwoegen om de
huidige samenleving tot daar te brengen,
't is te zeggen, alle ue menschen tot god
verloochenaars temaken?
En dat zijn de mannen die durven
vooruit zetten dat de priester zijne zen
ding met iever moet vervullen maar zich
niet met politiek mag inlaten.
Zoolang deze twee sekten tot strekking
zullen hebben den godsdienst te bevech
ten,zoolang zal het voor den priester eene
gewetensplicht wezen zich met de politiek
te bemoeien en aan die plicht san de
priester niet te kort blijven zonder zich
aan de zwaarste meineedigheid schuldig
te maken.
Rekent er dus maar op, heeren socia
listen en liberalen, zoolang gij den gods
dienst en zijnen heilzamen invloed zult
blijven bevechten, zoolang ook zult gij
priesters ontmoeten die u eenen krach-
tigen wederstand zullen bieden.
Houdt op den godsdienst te bevechten,
zijne leering te verstooten, zijne ceremo
niën te dwarsboomen en depriester zal
geene reden meer hebben het liberalis-
mus te bestrijden. Maar neen, dat zult gij
niet, omdat gij weet dat, van dit oogen
blik af, uwe partij een deel van hare
reden van bestaan zou verliezen 1
die niet te begrijpen het was blijkbaar zjjn plan, era
den jongeling de ongelukkige dochter tot vrouw te
geven. In stilte maakte hjj daarom reeds zijn ant
woord gereed, dat hij wilde geven, als zjj hem nu met
dit plan zou overvallen.
Ik weet niet, begon zij, wat uw vader met dien
bloemtuil bedoelde. Door den spoed waarmee hjj ons
verliet, kon ik hem niet zeggen, dat ik mij daartoe niet
heb opgedrongen. Ik heb over de gehecle bloemenge-
schicdenis geen enkel woord gesproken, en als ik
geweten had, dat daaruit zulke onaangenaamheden
zouden voortkomen, en uw vader of gij zooveel belang
in het meisje stelden, bad ik haar en u geerne die
vreugde gelaten.
Mij 1 vroeg Lenz verontweerdigd, alsof hem een
zware beschuldiging werd ten laste gelegd. Ik bekom
mer mij in het geheel niet om dat meisje. En hij sprak,
zoo hij meende, waarheid.
Waarom moest hij, de rijke boerenzoon, de
eenige erfgenaam der hoeve, zich bekommeren om een
arm boerenmeisje En toch was er, toen hij die
woorden uitsprak, iets in zijn binnenste dat hem
tegensprak.
Des te beter zegde Philomena. Dan kunnen wij
over iets anders spreken. Gij zult wel reeds gemerkt
hebben, welke plannen mijn vader heeft, zegde zij
stamelend, lerwiji zij de oogen naar baren voorschoot
sloeg on spelend de zoom er van omvouwde, Hij wil
mijn broeder de kramerij overdoen, en van mij wil
bij dekogelhoerin maken.
LANDBOUW.
Moet men den peerden-
steert verkorten. De steert
van het peerd is een prachtig versiersel.
Inderdaad, niets is lieflijker dan een
rijpeerd met bevalligheid en behendigheid
rondloopende, een langen schoonen steert
verioouende, dien het met kracht en fier
heid telkens wanneer de spoor zich laat
voelen in beweging brengt.
In de Belgische provinciën wordt de
steert van het nog jonge veulen door den
peerdensmid in de guillotine gedaan.
Zulks is eene oude gewoonte opgenomen
doer de aankweekers vele humier doen
zelfs den steert afkorten zonder te weten
waarom
Het is de gewoonte, de mode. Men doet
wat men altijd heeft zien doen.
De steert, laat ons zulks goed opmer
ken, is niet alléén een versiersel voor het
peerd het is een groot nut, want de huid
van het peerd is over het algemeen fijn en
zeer gevoelig aan herhaalde steken van
honderde vliegen die er hun maal komen
opnemen. Dat is zoo waar dat het schier
onmogelijk is voor het peerd zijne gezond
heid en krachten te bewaren in de streken
waar de insecten in overvloed zijn als het
niet voorzien is van den vliegenverjager
waarmee de natuur het begiftigd heeft.
En merk deze afwezigheid van logiek
op bij den mensch hij verkort vrijwillig
den steert van zijn peerd en 's zomers
is hij verplicht het versiersel dat hij weg
genomen heeft te vervangen en het peerd
te bedekken met een groot en duur vlie-
genverjaagnet en op den rug eenige met
bladeren voorziene takken te hangenDie
doenwijze is zooveel te meer onlogisch
daar de kunstmatige middelen van be
scherming niet altijd voldoende zijn om
diegene te vervangen waarmede de natuur
het peerd begiftigd had. Hoeveel peerden
zien wij niet op hol gaan, omdat zij ge
kweld worden door de steken van insecten
die zij zouden hebben kunnen veijagen
indien hun meester hen niet onbehendig
verminkt hadde.
De Engelsche ruiterij heeft verschei
dene malen gelegenheid gehad in het
vastenland al de noodige gevolgen te on
dervinden van het verkorten der peerdc-
stcerten. Het grootste gedeelte van dat
korps onderging verliezen door de dood
van de peerden, welke de vliegen deden
sterven, bij Dettingue, in 1743, en bij
Frizlar, Ilochkrich, Wilhelmstal, enz. In
den zevenjarigen oorlog, die in 1756 be
gon, brachten de vliegen de engelsche
ruiterij in zulke wanorde, bij Minden, dat
het leger op 't punt was den slag te ver
liezen ook hebben sedert dezen laatsten
oorlog, al de peerden van het engelsche
leger hunnen steert.
De grootste wanorde kan dus heerschen
in eene ruiterij, samengesteld uit peerden
met afgekorten steert en diensvolgens
ongeschikt zichzelven te ontmaken van de
talrijke vliegen die ze steken en kwellen.
De steert afsnijden is vooral af te keu
ren bij de merriën die veulens hebben, en
dezen zouden kunnen kwetsen als zij ge
noodzaakt zouden zijn het hoofd of hunne
ledematen te brengen, om zich van de
vliegen, die hen kwellen te ontdoen.
Doch dit is niet alles het peerd door
de vliegen gekweld en ze met zijnen steert
niet kunnende verjagen, heeft geen oogen
blik rust't is altijd in beweging slaat met
de hoeven en beweegt gedurig zijne spie
ren het brengt de lippen naar de zijden,
den rug, overal waar het hoopt de vlie-
fen te bereiken en aldus de straf van
'antalus ondergaande dat peerd verspilt
zijne krachten, wordt moede en uitgeput
zonder werken, magert en verzwakt zicht
baar. Dikwijls ook kwest het zichzelven of
zijne buren, zelfs den man die het ver
zorgt. Het is evenzoo wanneer het inge
spannen is het door de vliegen gestoken
peerd werkt slecht, gaat van recht tot
links, houdt stil om te slaan, gaat moei
lijk vooruit, enz. kortom het put zich
uit in nuttelooze krachtinspanningen.
Men heeft dikwijls gezien dat peerden
weigeren te eten, dat zij trappelen, zwce-
teu, elkander kwetsen, vermageren uit
oorzaak der vliegen, omdat zij dezen met
den steert niet kunnen verjagen terwijl
diegenen der vreemde regimenten, die
heel den steert hadden, hen gemakkelijk
veijoegen, gerust waren,in vrede laten en
gezond waren.
Het schijnt dat wanneer de eerste Bel-
gisehe peerden in de Vereenigde Staten
werden ingevoerd, de Amerikanen zich
ingebeeld hebben, niet zonder schijn van
reden, dat wij hun peerden zonden welke
wij niet meer wilden, gebrekkelijke of
ongeschikte peerden waarvan wij ons ont
maken wilden.
Er bestaat in zekere landen eene ziekte
welke men aanduidt onder den naam van
plotselinge staartverrottingDie ziekte is
te wijten aan de voeding, de armoede en
de onreinheid.
Ge ziet het, de Amerikaan, met zijnen
grooten praktischen zin, was niet van de
waarheid verwijderd wanneer hij onze
peerden met afgekorten steert beschouwde
als peerdeu aangetast door gebreken of
ziekten.
Het is omdat men in Amerika nooit de
peerden den steert afsnijdt, daar deze
dieren in de weilanden kampen kunnen
tegen duizende insekten, waarvan zij zich
moeten kunnen bevrijden zonder ophou
den en zonder zich te veel te vermoeien.
Vlaamsche Nickels. Eene
eerste uitgaaf vanVlaamsche nickelstuk-
ken van 5 en 10 centiemen heeft verleden
week plaats gehad.
Ja, ja, zegde Lenz half lachend. Dal had ik wel
moeten opmerken, al was ik blind en doof geweest
maar
Spaar u maar, neefviel zij hem in de rede, tot
mijn vader heneden komtIk zie wel in, dat het eene
eer voor mij zou zijn ook zou ik goed verzorgd zijn.
als ik kogelboerin werd, en ik zou het met u ook in
zoo verre goed eens kunnen zijn.
't Is maar jammer, merkte Lenz aan, dat om het
goed eens te zijn, beider toestemming behoort.
Dat zeg ik ook, riep Philomena uit, en juist
daarom wilde ik u nu eens spreken.
Lenz had een gevoel, alsof hij met koud water werd
overgoten.
Mijn broér, vervolgde tij, is niet geerne in de
kramerij. Hij kan dat winkelhok niet uitslaan hjj is
liever in het bosch of in het veld en hij zou niets lie
ver worden dan houtvester of jager. Ik, daarentegen,
om u de waarheid te zeggen, ben geerne in den han
del reeds in het klooster waar ik opgevoed ben, was
ik aan een zittend leven gewoon en wilde geerne
daarbij blijven, ik geloof ook, dat ik niet geschikt ben,
om boerin te worden.
Lenz was zoo beschaamd, dat hij te vergeefs naar
een antwoord zocht. Hij had zich reeds voorbereid,
haar eene weigering te geven, en ontving haar op om-
verbleemde wijze.
Philomena scheen een oogenblik op een antwoord
te wachten doch daar dit niet kwam, vervolgde zjj,
doch op veel beklemder toon dan zjj begonnen was
En daarom moet ik u verzoeken, niet boos op mij tc
zijn, als. ik u zeg dat ik u niet bemin, en dat gij mij
moet helpen om van u af Ie komen
Nu, dat zal zoo moeilijk niet gaan, riep Lenz half
beleedigd uitGij hoeft dan uw vader slechts tc zeg
gen, dat gij geen kogelboerin worden wilt.
Dat kan ik niet, antwoordde zij, en dat durf ik
ook nietvader is tc streng Daarom heb ik bedacht
dat het beste is. als gij op u neemt vader te zeggen dat
gij niet van mij houdt. Max meende ook...
Max Wie is dat vroeg Lenz, tcrwjjl hij de
verandering in het gelaat van het meisje beschouwde,
hetwelk door haar overijling in het spreken purperrood
werd.
Max, antwoordde zij nauwelijks verstaanbaar,
Max is onze bediende.
Nu kon Lenz zich niet langer bedwingen. De toestand
waarin hjj zich bevond, was zoo eigenaardig dat hij
onwillekeurig in lachen uitberstte. Welke beleedigin-
gen had hij dien dag reeds moeten afwachten Een
boerenmeisje, dat zoo ver beneden hem stond, had
trotsch en booveerdjg tegenover hem geslaan en had
geen oogenblik geaarzeld, hem geheel en al te ontloo-
pen, waardoor zij hem duidelijk toonde, hoe weinig
zjj zich om hem bekommerdeen nu, om den dag tc
besluiien, moest hjj hooren dat een gebult meisje,
hoewel hij zelf er niet aan gedacht had haar te nemen,
hem afwees.
Nu, als het anders niet is, riep hij uil, kan ik u
en Max wel helpen. Ik zal uw vader wel duidelijk ma-
Monselen. Nu er opnieuw veel
mosselen geëten worden, geven wij hier
een middel om dezelve in volle gerustheid
en zonder gevaar te mogen eten.
Het is voldoende vier of vijf goede
snuifjes soda-carbonaat over de mosselen
te strooien om alle gevaar te doen wijken.
Het gift der mosselen 'wordt voortge
bracht door de lever van het weekdier.
Door de werking van het soda-carbonaat,
dat men bij alle apothekers en drogisten
voor eenige centiemen verkrijgen kan,
wordt het gift onschadelijk gemaakt.
Dus, geene mosselen geëten, zonder er
eerst, vóór het zieden, eenige snuifjes
soda-carbonaat over gestrooid te hebben
Men merke echter wel aan dat het
meeste getal der vergiftiugen door mos
sels voortkomen van bedorven mosselen,
en als ze bedorven zijn kan soda-carbo
naat niet helpen. {Fondsenblad).
lO oorzaken tot bevorde
ring der armoede.
1Alle mannen klagen en rooken.
2. Velen zuchten over de slechte oog
sten en troosten zich met een glas te drin
ken.
3. Men zucht over de duurte der melk,
eu men drinkt cognac.
4. Men stort tranen over het verval der
stielen en men koopt niets anders dan
vreemde koopwaren.
5. Men klaagt over den slechten tijd,
en men bezoekt veel de herberg.
6. Men klaagt over het familieleven, en
men doet zich als lid in tien sociëteiten
aanveerden.
7. Men verschrikt over den prijs van
het brood, en men koopt de nieuwste mo
deartikels.
8. Allen hekelen het misbruik der
feesten en allen loopen er om te zeerst
henen.
9. Men vindt de kleeren te duur, en
men schaamt zich halfwollen goed te dra
gen.
10. Men klaagt over het gebrek aan
goede landbouwwerklieden cn men zendt
al de jongelingen naar de stad of op do
kantoren.
Dat men dus ophoude met klagen zoo
lang men dit alles niet veranderd heeft I
Voor de keuken. Om de
vliegen van het vleesch te houden, wrijft
men het in met het bekende soepkruid,
dragon. Het houdt de vliegen vau hot
vleesch en dit krijgt er een aangenamen
smaak door.
Xijdent* eeii onweêr moet
men in haard of kachel geen rookend
vuur onderhouden, want een dichte rook
kolom uit den schoorsteen trekt den blik
sem aan en kan dus gevaarlijk worden.
ken, dat ilc u niet kan uitstaan. Als gij liever een kale
winkelbediende hebt dan een rijken boer kunt gij
hem krijgem.
Philomona kon niet meer antwoorden, want de
kramer trad binnen, even opgeruimd als altjjd cn
en gestemd tol scherts.
Zoo is het goed zegde hij lachend. Gij zit daar
samen zoo geheel alleen in de 'schemering 1 Dat doet
mij genoegen.
Neef zal wel gelijk hebben, zegde Lenz, terwijl
hij naar dc klink der deur greep, en als neef eerst maar
eens weet, wat wij samen gezegd hebben, zal hij recht
verheugd zijn. Nu moet ik eerst eens zien, waar he*
eten zoo lang blijft.
Dit zeggende verliet Lenz de kamer en liet de gasten
aan hunne eenzame gedachten over, die zeer verschil
lend zullen geweest zijn terwijl bet meisje, overtuigd
dat zij haar doel bereikt had, levendig verbljjd was.
stond de zaak den dikken kramer niet aan.
Het bevalt mij niat, momdelde hij, tcrwjjl eene
dienstbode met de gebraden kiekens binnentrad en
deze op tafel zette. Als hei morgen hier op geen ande
ren toon gaat, zal ik een anderen aanslaan. Vandaag
wil ik mij echter niet meer ergeren, en mjjn eetlust
niet bederven de kiekens zien er goed uit. Terstond
zette hij zich aan tafel, cn sneed het gebraad zoo net,
alsof hij voorsnijder aan het hof geweest was.
Wordt voortgezet