KOGELHOEF Meeting te Oordegem. Kieskronijk. Correspondentie. Lager Onderwijs Kaatsspel Houtmarkt. DE woord van eerlijk man, en eerlijke man nen zijn liet, niet waar Jan Ze geven ons hun eerlijk woord dat ze alles zullen doen om 't lot van boer en werkman te verbeteren. Houden ze hun woord niet of is het hunne schuld dat er ons geen vol doening is gegeven geworden, wel binnen 4 jaren zetten wij ze aan de deur. Hebt ge 't goed begrepen, Jan Jan. Ja, ja, goed begrepen en ik denk dat het beste zal zijn wat wij doen kunnen. De oude peerden brengen den wagen naar huis, zegt 't spreekwoord. Als ze niet wel doen, ze binnen vier jaar aan de deur kegelen.... Ook, Koben, priester Donche is al twee maal jesuït, onderpastoor, professor en wat weet ik nog al geweest, en gelijk dat 't 'ne vent is die verandert van gedacht gelijk 'nen weerhaan, zou hij ons ook kunnen laten vlotten en naar de Kamers niet meer omzien. Koben.Nom de suikeren pot! dat heet ik gesproken en laat ons nu werken voor onze oude Katholieke Kandidaten. Jan.Wees gerust, Koben, zie ginder op het baantje komt Ciesken Van Korten- hove en ik ga er hem eens over handelen. Koben. Jan tot later, jongen.... en een goeden dag thuis aan de vrouw. Ken vierde kandidaat voor de Volkafoppei-e. Donderdag voormiddag, rond 10 uren, zag men «lel Cneteleyn, den vermaar den bard van Eecloo, alhier, van den trein atstappen. Jef begaf zich in de richting der Molenstraat en,omtrent deWerfkapel, zag men hem den knecht van Sixtus met zijn nieuw hoedeken aanspreken De geburen die Jef kenden, vroegen zich af: Wat gaat er gebeuren Jef moet gevraagd hebben waar -v,j aaj Daeus woont, want men zag hem zich naar de u De gebroken ruit richten waar de leider der scheurmakers ver blijft. Jef trok binnen en toen hij terug ter straat kwam zegde hij aan de aanwezige personen dat hij zich aan jojbj Daens als vierde candidaat der Volkspartij had voorgesteld. Ik heb hem gezegd, vertelde Jef Castclcyn, dat ik in de dagbladen kwam te lezen dat er aan de Christenc Volks partij een vierde candidaat ontbreekt en, daar ik mij weerdig acht in hun gezel schap opgenomen te worden, ik mij als de ontbrekende vierde candidaat kwam voorstellen. En wat meer, zei Jef, 't is toch voor 't oordje dat gij strijdt, men heer Daens, en ik, Jef, zou er ook willen naar doen 4 duizend pattotters 'sjaars!.. Jef zou ei uit wezen gelijk gij En wat heeft hij geantwoord, vroeg men hem Wel hij heeft mij gezegd dat ze reeds eenen vierden candidaat, nog 'nen bete ren dan ik, ievers 'nen Flankaart, gevon den hadden en het dus te laat was, dat het hem grootelijks speet enz., enz., en daar mee was ik de deur uit.... zei Jef. En Jef begaf zich verder de stad in, overal in de herbergen lezing gevende van zijn manifest-programma der Christene Volksfopperij. Op zekere plaatseu ging het er zeer leutig toe. Gesteund door minister De Bruyn en de familie Schellekens. In ons vorig nummer hebben wij meegedeeld dat vol gens L'Etoile Beige, joted Daens door minister De Bruyn en de Familie Schelle kens openbaarlijk wordt ondersteund. Wij voegden er bij dat wij op deze zaak zouden terugkomen, indien wij het noodig oordeelden. Wij hebben dus onze informeerkazak eens aangetrokken en vernomen dat liet onwnur 1h dal .ïoptd ünens, dooi- minister l>e Itruy n en de KamilleHoliel- lekuna, in zijnen strijd te- gen de katlioliekcparti j op ecnige liocgenaa inde wijze ondersteund wordt. In tegendeel de heer minister en de hoeren Schellekens hebben hunne onte vredenheid laten blijken over de versprei ding van dit valsch gerucht. Wij hebben verder nog vernomen dat dit valsch gerucht hier is verspreid ge worden door zekere aanhangers der scheurmakers en dit naar alle waarschijn lijkheid op hun bevel. 't Gene aan dit gerucht eenigeu grond van waarheid verschafte, 't is dat men de verledene week, rond 9 1/2 ure 's avonds, eerst Mirreeus en wat later de Aalmoeze nier, langs de achterpoort van zeker huis had zien binnensluipen, bewoond door personen min of meer verwant aan de Familie Schellekens. Deze laatste omstandigheden gepaard aan de verspreiding van 't bedoelu ge rucht door de scheurmakers zei ven, moet de inbeelding van den correspondent der Etoile in gisting hebben gebracht. Oaena komt ons nog maals eene correspondentie toe te sturen. Wij deelen ze meê en onze geëerde lezers zullen kunnen oordeelen hoe poverkes zijne antwoord is op gansch ons nummer van zondag 11 Aalst, 26 September 1894. MT Van de Putte, Dat is aardig. Heel uwe gazet van zondag loopt over jojej Daensmaar geen enkel woord over 't programma of over de ijdele en onmoge lijke beloften der Katholieke Bewaar ders. (A) Dat ware nochtans, mij dunkt, voor uwe lezers veel belangrijker dan te weteu of mijn habijt nieuw of versleten is, of ik woon op 't eiland Chipka of wel recht over 't kapelleken. (B) Blijf liever uitschelden en beleedigen, Mr Clemens, dat gaat u beter af dan den geestigaard te spelen.- Schoenmaker, houd u bij uwe leest. Ik zal slechts één of twee puntjes raken van uw gezeever want mijn tijd is te kos telijk om mij met zulke onnoozelheden bezig te houden daarbij uii dat één punt zullen uwe lezers gemakkelijk verstaan wat zij moeten denken van al uwen rim ram. Zoo dan,ik zou op de Meeting van Lede gezegd hebben God is de .eerste socia list geweest Valschheid en dommigheid M' Van de Putte. (C) Ik zeide nopens 't artikel van óns pro gramma Klimmende belasting,» dat de lasten, zoo veel mogelijk, moeten gedragen wor den door den overvloed der rijken en niet door den nooddruft der arbeiders. Ik voegde er bij dat de Paus zegt De opstapeling der fortuinen nevens de volks- armoede is eene voorname oorzaak van maatschappelijke wanorde. Om die rampzalige opstapeling te belet ten vragen wij de klimmende belasting. De Staat heeft het recht, niet van den eigendom te schenden, maar van hem te regelen en te beperken door wettelijke middelen. Ik haalde het voorbeeld aan der Duit- schekatholieken die in hunprogramma vragen dat het recht van grondeigendom door de wet worde beperkt te weten dat een enkele persoon niet moge bezitten bijv. de helft van een dorp. En als wij daarom socialisten zijn, dan bevinden wij ons in goed gezelschap. God zelf is maar éénmaal tusschenge- komen in de regeling van den stoffelijken toestand 't was voor 't volk van Iraël. Hij verdeelde het land tusschen al de famiïiën van Iraël; men mocht koopen en verkoopen, maar na de 50 jaren moesten al de landerijen terugkeeren tot de eerste bezitters. Dat heb ik gezegd, Mr Van de Putte weerleg dat, als gij kunt. (D) Tweede zaak die aardig is. Volgens u, doet 't Laatste Nieuws niets dan liegen en lasteren maar vindt gij er iets in dat gij tegen mij kunt draaien, oh I dan is 't Laatste Nieuws zuivere en onfaalbare waarheid, het Evangelie zelf (E) Waarom, Mr Van de Putte, altoos twee maten en twee gewichten En wanneer zult gij eens recht gaan op uwe wegen A. Daens, priester. (A) Indien er onmogelijke beloften worden gulaan dan is hel nel door de scheuruiakcrskliek. Maar nat balen kaars en bril. Als de uil met zieu en uil? (R) Gij zijt een troimlonze tegenstrever. Waar of wanneer heeft De Uenderbode gesproken van uw nieuw of versl. ten habijt, of over uwe woning Y Zeg. trouweloost 'jaicd waar of wanneer («ij hebt te Lede gezegd dat God de eerste socialist is geweest dat valt niet 'e loochenen. Per sonen die duizend fuaal beter te geluoven zijn dan gij, truuwelooze vent, zullen desnoods onder eed bevesti gen dat gij die benoeming van God waarlijk heb uit gekraamd. Weet gij nat dom en nog dommer dan dom, wat valschheid is, 'tis uwe dwaze hoogmoed, 't i< do strijd van u, priester, tegen de katholieke partij, 't zijn de laffe en lasterlijke belecdigingen die door ne scheurmakers op hunne meelingen en in hunne nieuwsbladen tegen de katholieke partij, tegen de cathulieke kandidaten worden uitgesproken. D) bat dom gezeever wederleggen daar gaan wij ons wel van nachten. (E) Hel Laatste Nieuws, hel orgaan der g- zworne en hardnekkigste vijanden vau God. der Kei k en der Priesters, in zijn nr van Woensdag 26 September 1891, prijst u, looit u en *<rhefl u. Priester,tot in den derden gcuzcnhrmel.... Waarom Noem ons een enkel priester in gansch 't Land. als ge kunt, die door 'l Laatste nieuws, dit religichatend blad, bewonderd en geprezen wordt. En dat is alles wat de groote held weet Ie ant woorden op gansch ons n' vau Zoudag II. Gij bedreigt ons gedurig met de Rechtbank van Dendcrmunde. benkt gij wellicht dat de rechters onder uwe bevelen slaan Is het omdat die Rechtbank u twee maal gelijk lieert gegeven Weet dat er ook een Hof van beroep bestaal te Geut en daar zal er neven de kwestie niet te pleiten vallen. Hoor je Men schrijft ons De meeting der scheurmakers is eene schandige nederlaag voor hun geweest. De Ninovesche predikanten in plaats van over het scheurmakend programma te handelen, deden eenen geweldigen uitval tegen rijkdom en kapitaal. Zij ver geleken den hedendaagschen toestand aan dien van vóór de Fransche revolutie van de jaren 1790. Gelijk alsdan de schandalige voorrechten van den edeldom, door den opstand van het volk, zijn ver dwenen, riepen zij uit, zullen nu ook de voorrechten der rijke burgerij een einde nemen. Zou men misschien ook eene revolutie willen? Men ziet het de scheurmakers hebben aan Anseele, Volders en andere helden der roode partij niets meer te benijden. Eu dat alles wordt uitgekraamd onder den dekmantel der religie Doch men is het antwoord aan de scheurmakers niet schuldig gebleven. Een moedige burger trad op, laakte en schand vlekte, onder de toejuichingen der aan wezigen, het schandelijk gedrag dier zoo gezegde katholieken. Hij rukte hen het schijnheilig masker af en bewees dat het doel der scheurmakers niet is het lot van boer en werkman te verbeteren, maar wel hunne heerschzuchtige driften te vol doen.... 't Is eene oprechte klopjacht op den grooten pot van 4000 pattoterkens. Onze onverschrokken burger werd door dc aanwezigen geestdriftig toegej uicht, en buiten eenige liberale heetekoppen dank ten al de kiezers hem over zijne moedige tusschenkomst Zoo zou het overal moeten gebeuren 1 Aalst. Uit al de streken onzes Arrondissements ontvangen wij de beste berichten. Overal bestatigt men dat de actiën der scheurmakers schrooraelijk dalen naarmate men de rare vogels beter leert kennen. Verder meldt men ons ook nog dat de kandidaten der scheurmakerij door de oude liberalen en geusche schoolmeesters van 1879-84, ondersteund worden. Dit doet overal de oogen openen. De dagbladen kondigen aan dat de kan- didaat-seuatcur der scheurmakerij zekere heer Van Bunnen is, woonachtig te Sint- Joost-ten-Noode. Nu men verzekert ons dal die heer den vollen cijns niet betaalt en nergens op de principale lijst der kiesbaren voor den Senaat ingeschreven is. Verder hij bewoont onze provincie niet en indien hij op de bijvoegelijke lijst der kiesbaren voor het Senaat van eene andere provincie moest ingeschreven zijn, dan mag hij in Oost-Vlaandercn niet ge kozen worden. 't Zal dan ook, zoo 't schijnt, weêr een flut zijn. Do bedienden van spoorwegen, posterijen en telegrafen, hadden gemeend zich in den kiesstrijd te mogen mengen. Eene meeting was tegen zondag bijeen geroepen, om de grieven van het perso neel van M. Vaudenpeereboom te bespre ken en eenen candidaat-bediende aan te wijzen. M. Vandenpeereboom heeft op de poli tieke begeestering eenen emmer koud wa ter geworpen. Hij heeft in de bureelen doen aanplakken, dat alle bedienden, die naar meetings gingen waar men de mi nistersdaden bespreekt, zich aan disci plinaire straffen zullen bloot stellen. Zeer wel. De liberale bladen schreeu wen verontweerdigd, maar zij die willen dat in een bestuur de tucht heersche, keureu good. Overigens wat zou M. Buis of M. Van Ryswyck doen, moesten de stadhuisklerken en stadsbedienden eens meeting houden tegen hunne meesters Aalst, den 27 September 1894. Heer Uitgever, Ik dank U hartelijk voor de bereidwil ligheid waarmede Gij mijnen brief van 14 dezer hebt opgenomen en verzoek U ook dit schrijven een plaatsje in te winnen in uw geëerd blad. Alle partijen in ons land zien de nood zakelijkheid in van het volksondemcht misschien zijn zij het niet eens over de wijze waarop dit onderwijs moet inge richt wordendat willen wc niet onder zoeken wii nemen den toestand zooals hij is en stellen vast, dat de Staat de in richting van het Lager Onderwijs op zich heeft genomen, te zamen met ue Provin ciën en Gemeenten. Wij zijn dus Staats ambtenaars. De Staat heeft veel in 't werk gesteld om ons te nopen het Onderwijzersambt te aanvaarden, hij heeft ons toelagen (ge ringe 't is waarverleend om onze stu diën te voltrekken, hij heeft ons de plech tige verklaring doen teekenen een zeker getal jaren Onderwijzer te blijven in een openbaar gesticht, enz. Het is dus ook met reden, dat wij ons tot den Staat wen den, wanneer we aanspraak maken op eene bezoldiging in overeenkomst met de diensten welke men van ons vergt, wan neer we vragen gelijk te worden gesteld met de andere Staatsbedienden, warneer we eene regelmatige rangopklimming en periodieke verhooging van jaarwedden verlangen. De wetten van 79 en 84 zijn ons, in het opzicht van stoffelijke welvaart, niet voordeelig geweest en al de onder wijzers, van welke gezindheid ook, vragen dat de toekomende wet het bestaan van den geringen leermeester onafhankelijk zoude maken van de wisselvalligheden der politiek en van de organische regeling van het openbaar onderwijs, even als de verkregen positie van den spoorwegbe diende onafhankelijk is van ae verande ring der wetten op de gemeenschapsmid delen. De onderwijzer begint najaren studie (voor 20 jaar is het niet mogelijk onder wijzer te worden) met eene jaarwedde van 1000 frs. Na afhouding van zijn aandeel, te storten in de pensioenkas, maakt het zoo wat 2,50 daags, men eischt van hem dat hij waardig zijnen stand houde, sier lijk gekleed ga, in een burgerlijk kost huis inwone, men wil dat hij op de hoogte blijve van de vorderingen der moderne wetenschap en van de voorschriften der nieuwste onderwijsmethoden. Alles met 2,50 fr. daags. Van een huisgezin spreek ik niet. De onderwijzer heeft daarbij wei nige of geene hoop op lotsverbetering en voortdurend kwelt hem de vrees zijne geringe broodwinning tengevolge eener nieuwe wet te zullen verliezen. En toch zijn er menscheu die het lot van den on derwijzer te schoon vinden Er zijn in ons land, Heer Uitgever, 5432 onderwijzers waarvan 600 met eene jaar wedde van min dan 1100 frs., 1560 met eene bezoldiging van min dan 1200 frs., slechts 843 genieten eene jaarwedde van 2000 frs. en meer, waarin begrepen zijn de onderwijzers van Brussel, Gent, Ant werpen en Luik. Is het niet treurig ons ambt door al de dagbladen en sprekers te hooren ophemelen als het verdienstelijk ste, het waardigste dat men bedenken kan, geprezen te worden als de pionniers de la civilisation en tevens te ondervinden hoe karig ons edel ambt wordt beloond en immer in de onzekerheid te verkeeren of het pionnierschap waaraan geheel ons leven is gewijd, ons morgen niet als eene misdaad zal aangerekend worden, en wij niet wat anders dan billijk loon zullen oogsten. Men zegt wel, Heer Uitgever, iedereen klaagt, van de meestee tot de minsten, maar wc weten ook dat de grooten ge makkelijker aanhoord en verhoord wor den dan de nederige die veel al te veraf staan om hunne grieven te doen in aan merking nemen. Onze wenschen echter zijn niet overdreven. Dat men ons en vooral de politiek uit het onderwijs banne, het zal er niet slech ter bij varen dat de eene partij de on derwijzers niet doe boeten voor de fouten door de andere partij begaan, dat men ons lot verzekere, ziedaar, Heer Uitge ver, waarom wij allen de handen in elkaar hebben gelegd, waarom wij allen den vrede wenschen en waarom wij een kruis hebben gemaakt over de onhebbe lijke namen aangenomen en officieële onderwijzers. We zijn allen ambtsbroe ders, we uiten de zelfde wenschen, we hebben door de zelfde oorzaken geleden en bevinden ons thans nog in eenen jam merlijken toestand. We hebben nu echter de zoete overtuiging dat de aanstaande wetgeving daaraan beslissend verhelpen zal. Aanvaard, Heer Uitgever, de uitdruk king onzer hoogachting. De schrijvers van het Syndikaat der onderwijzers van 't Arrondissement Aalst. VAN OP DEN BOSCH J. Priesterlijke benoemingen. Is Pastoor benoemd op S. Macarius te Gent, de E. H. W. Impens, pastoor te S. Martens-Laathem. Is pastoor der Vlamingen te Parijs be noemd, de E. H. Van Essche, onderpas toor te S. Martens-Lierde. Is bijgevoegde aalmoesenier in het cen traal gevang benoemd,de E.H. E. Buysse, onderpastoor op S. Pieters te Gent. Zijn onderpastoors benoemd: op S. Pie ters te Gent, deE. H. J. Van den Dries- sche professor te Audenaerde te S. Mar tens-Lierde, de E. H. Waegeman, profes sor in het college te Gecraardsbergen. Zijn professor benoemd te Geeraards- bergen, M. Van Ooteghem, subdiaken in het seminarie te Lokeren, de EE. HH. Cornelis en Volckaert, professors in S. Gregoriusgesticht te Ledebergin Lievenscollege te Gent, de EE. HH. Fae- lens en Van Hulle, priesters der laatste wijding; in S. Gregorius te Ledeberg, de HH. Leloup, diaken in het seminarie, en Audries, subdiaken in het seminarie in het college te Audenaarde, de E.H. Mols, professor, in S. Lievenscollege. Zijn surveillant benoemd te Eecloo, in vervanging van den E. H. Pycke, die pro fessor wordt, de E. H. Reyns, priester der laatste wijding te Dendermonde, de H. Lercangée, diaken in het seminarie in S. Lievenscollege te Gent, de E. H. De Wolf, priester der laatste wijding in de normaalschool, te Nicolaas, de E. II. Van Heuverswijn, priester der laatste wijding. Zijn naar de hoogeschool van Leuven gestuurd om hoogere studiën te doen voor de Godgeleerdheid, de E. H. Corné; voor wijsbegeerte en letteren, de heeren Walckiers en Maere. Naar het Belgisch College, M. Schoc- kaert, van Oordegem naar het Instituut van hoogere studiën te Leuven, M. Fae- le*s, van Gent. Zondag 30 September, Om 10 ure voor- en om 1 ure namiddga. GROOTE LUTTE tusschen Rebaix, Laeken, Aalst en de 5 .hoofdmans Cooremans, Herdersem Beygaert, Nieuwerkerken Van der Hey- den, HofstadeWaegeman, Lebbeke en Spruit, Buggenhout. Dezen Kampstrijd zal opgeluisterd wor den door een goed en schoon Fanfaren- in uziek. Jan.Ik zeg dat zij al lang aan 'troer zitten en toch nog niet veel gedaan hebben. Koben. Laat ons dal nu maar eens aauncmcn, zullen tfe Donchisten het be ter doen... Zij, die nog nooit iets voor het volk hebben gedaan Jan. G'hebt zeker Dc Denderbode of de Standaard gelezen Koben. Dat is nu gelijk, maar ik moet die bladen niet lezen om te weten dat onze Katholieke Seuateurs en Repre sentanten altijd alles hebben gedaan wat mogelijk is ten voordeele van 't volk en, wie doet wat hij kan, is woerd dat hij leeft.... Dat zij alles niet hebben kunnen verkrygen wat wij begeeren dat weet ik, maar zij maken ook alleen den dans met uit.... Jan.Dat is waarheid dat moetik bekennen. Koben. Hebt gij al eens nagezien, Jan, hoeveel wetten onze Katholieke Kan didaten hebben helpen maken ten voor deele der werklieden, ten voordeele van den landbouw?.... Als ge wilt ik zal ze eens opsom mcu. Jan. -- Ik ken die wetten ook.... maar mij dunkt z'hebben toch nog niet genoeg gedaan. Koben. Indien zij voor ons, land bouwers, niet meer hebben kunnen doen dan is 't de schuld der liberalen. Er waren beschermrechten voorgesteld op dc boter, de margarine, de haver, enz. enz. en door de vlucht der liberalen uit de Ka mers, is alles in 't waterken gevallen. Jan. Ja, ja, daar zijn wij nu toch vet meê. Koben. Vet meê!... zouden do Don chisten hot misschien heter kunnen doen?.... Ah, gedenkt dat zij den dans alleen zullen uitmaken, dat zij den toe stand zoo in eens gaan doen veranderen! Ach, Jan jongen, en ge gelooft dat Jan. Wel geloovcn en gelooveii is twee... maar de Donchisten beloven veel, zeer veel.... Als ze gekozen zijn alles zal veranderen, zeggen zij de landbouw zal bloeien.de werklieden zullen werk hebben met de macht, de mcnschcn zullen min moeten werken en meer winnen en nog meer wat weet ik al... Nu, ge verstaat.... Koben. Ge wilt zeker zeggen dat er naar geluisterd wordt.... Nu dat geloof ik.... maar ik zeg er bij dat zij die er naar luisteren geen oogenblikskeu hebben on derzocht of die beloften geen kasteden in Spanje zijn. Jan. 't Is waar, vele menschen ge looveii alles wat men hun wijsmaakt van den oogenblik dat men hun 't eene of "t ander voordeel of profijt belooft. Koben.. Voor mij beloven de Don chisten ons to veel en dat veel beloven staat mij niet aan. Veel beloven en dan luttel geven, doet de zotten in vrede le ven.... en zoo zal 't zijn. Jan. aop:j Donche zal voor alles zorgen Koben. Ik ben curieus te zieu, hoe de Donchisten het zullen aan boord leg gen om aan ons allen des zondags twee soorten vleesch met toebehoorten en bier op tafel te verschaffen en van gratis voor met met den trein te mogen meerijden, enz. enz. enz. Jan. Ik ook, 'kwensch dat't waar ware; idle zondagen reed ik naar ievers... als 't toch voor niet is 1 Koben. Moet ge niet waarlijk nog dommer zijn dan 't kalf van mijn gebuur Ciesken, om zulke domme stroken te kunnen geloovcn Jan. En de pachten zullen dan moe ten afslaan. Koben. Brol, jongen, brol, brol.!.. de pachten zijn reeds afgeslagen, maar als ze niet meer afslaan, dan is 't zeerdik- wijls de schuld der boeren. Zie eens als er een plekje leeg komt, ze grijpen er wel met 20 handen naar.... Jan. Dat is een beetje waarheid; maar ziet dat komt om dat elkeen zoekt aan den kostte geraken.... Koben. Oorzaak van decs, oorzaak van geen, ik bestatig slechts wat ik zie. Nu 't wordt laat, ik moet naar huis, maar ik ga u vooreerst eens mijn gedacht zeg gen. Luistert - De Doucheukliek kan onmogelijk al die beloften houden. Wij zijn nu voor de eerste maal kiezer en mij dunkt dat het onze plicht is voor de man- ueu te kiezen die hunnen dienst kennen, *t is te zeggen, voor onze oude Senateurs en Representanten. Zij geven ons hun 14* Vervolg. Zij was alleri). Haar pleegvader Kasper was niel bij de plechtigheid tegenwoordig, voornamelijk omdat hij geen kleeren had, die voor zulk een gelegenheid ge schikt waren. Ook later deed lo t meisje haar best, om aan hel gedrang en de oogrn der menigte te ontsnappen zij was daarom bij Int begin dei processie door eene zijdeur naar buitrn gevlucht. Zij wilde het graf met den wille rvzeuslruik nog eens bezoeken, waar zij langs een zijweg onopgemerkt hoopte to komen waot hel was gelegen op het meest afgelegen deel van het kerkhof, naast het beenderhuis. Uitmaal had zij zich echter, hoe slim haar plan ook bedacht was, misre kend, want de stoet kwam haar op den weg om de kerk juist tegemoet. Om te wjjken, moest zij tusschen de rijen graven gaan slaan, en toen de stoet, die voortdurend breeder werd, op het smalle pad geen ruimte geooeg Ind, bevond zij zich eensklaps, zonder bette weten, midden ouder de in bet zwait gekleede /ouwen, met het kruis en de lijkkransen. Al degenen, die bij den stoet behoorden, hadden den rozenkrans om de hand geslagen, en zegden met luide stem de litanie op, terw ijl zij allen op de woor den van den voorbidder antwoordden. Reeds na weiuige oogenblik ken verraadde een onregelmatigheid in het koor der biddenden, dat iels moest gebeurd zijn, dat hunne opmerkzaamheid alieide en liet duurde oiet lang of onder de heilige woorden werden zeer wereldscbe uitroepen gemengd. Door den ouverwachten, plotsclingen dood was ook al hei andere, wat in samenhang met hel bezoek des konings op de Kogelhoef was voorgevallen, overal in het rond op areudsvKugelen verspreid, en had, even als het zaad van het onkruid, overal welig worlel gescholen Nannie werd reeds om het gebeurde met den bloemtuil van hoogmoed beschuldigd dit was nog meer bet geval, toen meu hoorde dal zij tusschen- lijds haren Jienst had verlaten, want natuurlijk met bet vorige in verband wcad gebracht Wat nu voorviel, deed de ou&uustige stemmmg jegens het meisje ten top klimmen, wa>.l ieder meende in de tegenwoordig heid van Nannie bij de begrafenis nog eene trotsche volharding in hare hoogmoedige voornemens te zien. Wat is dat Hoe komt zjj hier Wat verbeeldt zich dat meisje wel, om bij de klaagvrouwen plaats te nemen Dat waren de uitroepeu, die spoedig tusschen het bidden van den Vader ons gehoord werden, en de stoel stood op bet punt in wanorde te geraken. De i burgemeester, die in de nabijheid vau den geestelijke den stoet volgde, had nauwelijks het gebeurde ontdekt, of bij begreep reeds terstond wat de oorzaak was van deze wanorde en drong zoo spoedig mogelijk door de treurenden heen om haar Ic verwijderen. lu dc volle schemering zijner wccrdighcid, met een hoofd gloeiend als dat van een kalkoenschcn liaan, sprong hij op Nannie toe, vatte haar bij den arm en rukte haar weg, zoodat de stort zijnen weg kon ver volgen Nannie, die door den schrik was bevangen, viel legen den kerkmuur, doch hield zich nog aan een kruis vast. Moet gij hier juist op den wi g gaan slaan Wat hrbt gij hier te doen schreeuwde hij met gedempte stem, doch luide genoeg om door alle omstanders gehoord te worden. Wilt gij ook hier nog tweedracht zaaien Deze onverwachte gebeurtenis bracht Nannie een oogenblik buiten zirhzelven. Doch de woorden van den burgemeester schonken haar nieuwe kracht. Zij richtte zich op, en door de tranen, die in hare oogen glinster den, trof hem een blik even krachtig als die, welke Lenz had getroffen bij hare besliste weigering in de feesttent. Waarom mag ik niet hier zijn vroeg zij. Ik geloof, dat ik daartoe het recht heb. Het is niets meer dan mijn plicht, den braven man de leste eer te bewijzen, die voor mij een vader is geweest, en bij wien ik ben opgegroeid. Ja, en dien gij nog voor zijn dood hebt verlaten, hernam de burgemeester spottend. Ik kan mij voor stellen, boe bedroefd gij zijt. Het is echter goed dat ik u ontmoetals burgemeester heb ik nog een appeltje met u te schellen. Het is bij ons de gewoonle niet, een dienst te verlaten, zonder voorat tegen den bepaalden tijd de huur op tc zeggen. Ik zal deu gemeente-agent last geven u te pakken, dan kunt gij u daarvoor verantwoorJen. En dan zal ik mij zeer goed kunnen verantwoor den, hernam Nannie, wier moed meer en meer terug keerde, hoe meer men haar trachtte te onderdrukken. Ik heb een zuiver geweten en vrees geen menschen, al waren het er tien zooals gij. Ik zal u ook niet onlloopen als ik dat had willen doen, had ik het reeds lang gedaan, cli wie mij zoekt kan mij vinden. Gij weet waar ik tlniis ben in de hut van Kasper kunt gij mij vinden. De burgemeester wist uiel wat te beginneu. Wel was het grootste deel van den stoet reeds voorbjj. en achter de kerk verdwenen doch een groot aanta| nieuwsgierigen was achter gebleven, die wilde zien, welk einde dit oneerbiedig naspel zou hebben. EeD stille aftocht scheen den burgemeester nog het beste toe om zijne weerdigheid te bewaren, aangezien de plaats tot de voortzetting vau zijn onderzoek hem zeer ongeschikt voorkwam. Gelukkig werd hij uit zjjn lastige positie door een ander toeval verlost. Wie verlangt iets van Pekdraad Kasper riep pl< tseling de oude uit, die tusschen de grafkruisen te voorschijn trad. waardoor bij tusschen Nannie en den bu gemeester stond. Béiden waren verrast door deze verschijning, te meer daar zjjn met roet bedekt gelat een buitengewone uitdrukking had. Zijne oogen von kelden zjjnc wangen gloeiden, alsof hij naast den smeltoven zat, en over zijn geheele gelaat lag zulk een strijdlustige uitdrukking, dat de burgemeester, die anders zjjn man zeer goed kon staan, achteruit trad. Wat wilt gij zegde hij, hem van top tol teen beziende. Zijt gij dwaas geworden of dronken Nog niet, hernam kasper, doch zoo iets zou vandaag zeer goed kunnen gebeuren. Hebt gij tuij geroepen, burgemeester Nu, het is mij welik wilde u precies gaan bezoeken. Ik hen bijna hierheen gevlogen die weg van het busch naar hier moet vandaag de helft korter geworden zjjn, of mijne voeten tweemaal zoo lang. Ook Nannie scheen in de bezorgdheid van den burgemeester te declen. Wat scheelt u toch, vader zeide zij, terwijl zij haren arm in den zijnen stak. Ik wilde op weg gaan naar u nu kunnen wjj samen gaan. Ja. dat zullen wij ook, riep Kasper met een schaterlach uit doch bjj sloeg terstond niet de hand op den mond. Stil, vervolgde hij, wie durft de arme zielen beleedigen, door op bet kerkhof zoo luid te lachen Kom burgemeester, laten wjj deze plaats verlaten, en naar den weg gaan. Ja, op den grooten weg ben ik het liefsten nu gij toch van den gemeente-agent gespro ken hebt, kunt gij hem roepen om het bekend te maken wij zijn dan zeker, dat het heele dorp bijeen komt De burgemeester dacht het voor het beste, den blijkbaar van zijn verstand beroofden niensch alleen of ten minste buiten hel kerkhof te brengen, welke plaats'voor zulk een gesprek wel het allerminst geschikt was. Hjj wenkte Kasper vooruit te loopen, waarop deze, met eene trotscbe houding, lachend gelaat en niet Nannie aan den arm door de menigte naar de straat liep, waar hjj in de nabijheid der pastorij aankwam. Nannie wilde ongemerkt den oude naar een zijpad voeren om hem aan dc oogen der menigte te ont trekken doch hjj verzette zich daartegen met zooveel kracht, dat zij haar voornemen moest verlaten en toezien, hoe hij midden op de straat bleei staan en ook den burgemeester staande hield. Ziezoo, riep hij, bier is bet juist de plaats, waar ieder alles goed zien en hooren kan de eer om te beginnen is aan u. burgemeester. Gij waart onlangs de hoofdpersoon, toen alle omstanders zich beieverdtn om dat arme meisje te beleedigen. Gjj hebt gezegd, dat het eene schande voor de Kogelhoef zou zjjn, als zij den koning den bloemtuil overhandigde maak dat nu wéér goed door haar vergiffenis te vragen. Maak dat gij weg komt, oude kwant, antwoordde de burgemeester, terwijl hij trachtte den kring van menschen te verbreken, die weldra rondom hen gevormd was. Wordt voortga et).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1894 | | pagina 2