NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN OE STAD EN T ARRONDISSEMENT AALST. Donderdag 15 November 1894. 10 centiemen per nummer. 49ste Jaar N° 2951. Bokkenrijders. DE VROUW GELE HAREN. -)«(- 4C Vervolg. Wetgevende zittijd. Provinciale Senateurs. De Kropziekte. DE DENDERBODE. IIONNEMENTPRUf S Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen De inschrijving eindigt met 31 December.' De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij c. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N. "31, en in alle Postkantoren des lands. ADVERTENTIËNPRIJS Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wénden ten Bureele van dit blad. Cuique Buum. Aalst, 1-4 November 199-4 Maandag 11. vierde de Maatschappij «DeBokkenrijders de 29"u> verjaring harer instelling. Om 10 uren begaven de leden zich Standaard aan 't hoofd, ter Sl Martens- kerk, om er het gebruikelijke jaargetijde bij te wonen, gecelebreerd ter nagedach tenis van de overledene leden van den Rijdersbond. Deze godsdienstige plech tigheid werd door talrijke leden en inge zetenen bijgewoond. Des avonds om 7 1/2 uren ving het avondmaal aan 't welk door negentig le den werd bijgewoond. De spijzen waren overheerlijk bereid en dit strekt tot oere aan den hospes des Krings De Een dracht. De heer Achilles Eeman, Sekretaris- Schatbewaarder, deed, in naam van 't Ko- mitoit, verslag over den toestand der Maatschappij. Na herinnerd te hebben dat de Maat schappij, in den loop van 't laatste dienst jaar, twee pijnelijke verliezen had onder gaan door het afsterven der heeren Emiel Be Loose en ATbrecht De Bièvre en den geldelijken toestand te hebben doen ken nen, gaf de heer Sekretaris lezing van het volgende manifest door 't Komiteit tot de Bokkenrijders gericht Mijnheer en Wij vieren dus heden met de gewone plechtigheden de 29s,c Verjaring der instelling van onzen Bond. Na onze afgestorvene leden indachtig te zijn geweest, vergaderen wij ors op dees Vriendenmaal, om aan elkander den iever mede te deelen, ten einde den strijd voor de Goede Zaak voort te zetten en den broederlijken band van samenleving nauwer aan te sluiten. In ons verslag van verleden jaar, wezen wij, Mijnheeren, op het algemeen stem recht dat in voege ging komenwij spoor den elkander aan tot gezamenlijke wer king, tot vereenzelving der krachten, ten einde het Liberalismus in onmacht te behouden en het den doolweg te laten volgen, langs waar het verdwenen is voor eeuwig, dank aan zijn stijfhoofdigheid, hardnekkigheid en ongehoorde tegenkan ting der beste voornemens van d e Katho lieke meerde rheid. Wij beoogden insgelijks de socialisten, die wij als onverzoenbare vijanden aan stipten. Zij haten den Godsdienst omdat zij daardoor belemmerd worden in het uitvoeren hunner goddelooze en helsche plannen. Zij droomen de gelijkheid der standen, al ware het ten koste der raoorderij op eene gansche klas der samenleving te plegen M EX Ja zeker. Korl nadal gy weg waart. Gij hadt nauwelijks de deur achter u toegetrokken, of zij belde en toen ik bij haar boven kwam, stond zy voor het venster. En zy zegde tegen mij dat zij lust had om eens uit te gaan, want dat zij zooveel van wind hield enkel dus maar om zich eens te laten doorwaaien, be- grijpl gij En zy vroeg mij hoe lang gij wel dacht uit te blijven, en ik vertelde haar waar gij heen waart, en dat wij gewoon zijn om half elf te sluiten. Maar zy zegde dat zy al lang voor dien tijd terug zou zijn, en toen trok zij haren ulster aan en kwam met mij naar beneden, en jnist als wij onderaan den trap zijn, zegt zij tot mij Juffrouw, zegt zij, hebt gij ook even een sjaaltje of doek voor mij Want. ziet, ik heb mijn koffer nog niet uitgepakt, zegt zij. Wel zeker! Ik zal u wel helpen, zeg ik, en ik loop naar boven, om mij nen rooden omslagdoek te halen, en opeens, lerwyl ik nog boven ben, boor ik haarde voordeur dichtdoen, en toen ik beneden kwam, is zy weg en heeft mij nut- Zij verstooten de Sacramenten in 't ge heel,en het huwelijk in 't bijzonder Zij vervangen den schoonen dag der Eerste Communie in eenen dag van slem perij, op den welken de ongelukkige kin deren dier verdwaalden het brood des doods gaan nuttigen. Zulke mannen zijn de onze niet, onze stem heeft ze verwezen en nog lang zal de Vlaamsche Leeuw die soort niet dulden, in de vreedzame oorden van ons Katho liek Vlaanderen. Maar eene andere beproeving stond ons te wachten. Bij het leger der Liberalen en Socia listen sluit zich oeue derde Partij aan onder den naam van Kristeno Volks partij. En 't is een Priester, die zich aan het hoofd stelt van de 3chandigste der samen zweringen. Door het aankondigen van drogredenen, door onuitvoerbare beloften, door het ophitsen der werkende klas, door het bedriegelijk vleien der mindere standen, bekomen zij wat ophef en, zoo als de Volksfoppers van alle eeuwen, krijgen zij aanhangers. Tal der onzen lieten zich medeslepen en het leger der afgevallen ofwel scheur makers was ontstaan. Het blijft dus, Mijnheeren, eene eeuwige waarheid, dat, voor bewezen diensten, voor ongemeene zelfsopoffering, voor on- afgekroken strijd voor het Goede, hier op aarde,weinig erkentenis overblijft. Gelieve de achtbare heer Woeste ons alzoo te begrijpen en ons te ontslaan over de faut, begaan enkel door lichtzinnig heid en misplaatste wraakneming van eenige misnoegden. De ouderdom wordt even min gespaard. Hij,die zoovele jaren de moeielijkheden, de wisselvalligheden zijner politieke loop haan met onverpoosden moed voortzette Hij,die onder de ongelukswetten op kerk hoven en scholen, onze stad bijna vrij waarde, door eene behendige uitvoering of toepassing dier onheilswetten, Hij ook ondervindt 's mensches ondankbaarheid. Nochtans, Mijnheeren, beschuldigen wij heden niemand. Onze wederziidsche plicht berust elders. Wij moeten de ver loren schapen met zachtheid en overtui ging trachten terug te brengen, hunne misdacht zullen zij alzoo laten varen en weldra zullen zij gelegenheid vinden om het verledene te herstellen. Waarschijn lijk zal er eene ballottering volgen voor den Heer Woeste, den grooten Strijder der goede zaak, den koenen Leider der Rechterzijde, den vromen Kristene en voor onzen achtbaren Burgemeester, Mr Van Wambeke, Ondervoorzitter der Ka mer. Mijnheeren, zouden wij ons nog Aalste- naars durven noemen, moesten, in eene ballottering onze zoo onvermoeibare kam pers tegen twee volksverleiders ten onder blijven tcloos werk laten doen Niet heel schoon voor eene dame, dunkt mij Och, het is niet koud, zegde Smith Zij zal geen doek noodig hebben... Maar het is toch raar, bij nader inzien dat iemand die over zijne gezondheid klaagt, 's avonds met zulk weèr uitloopt. Ik hoop ten minste dat zij er gecne gewooute van maken zal, antwoordde zijne vrouwZy zou anders ons huis nog in eenen slechten reuk brengen. Slechten reuk 1 Wat praat gij toch, protesteerde Smith. Doch juist werd er geheld. Smith giug opendoen, en mevrouw Fleming kwam met eene windvlaag het portaal binnenzeilen. Hé zegde zy, terwijl zij nog even in den gang bleef slaan en toezag hoe Smith de straatdeur grendel de, dat is prachtig geweestIk mag zoo geerne de zee eens ontstuimig zien. vooral bij maneschijn. Als het mij nu maar niet slecht bekomtM. Smith, dat is eene heele geruststelling voor mij, dat gij de huisdeur zoo stevig grendelt. Men kan tegenwoordig niet voorzichtig genoeg zjjn.... En wilt gij wel aan uwe vrouw zeggen, dat ik mijn eigen sjaaltje nog over eenen stoel op mijne kamer heb vinden hangen T Op dit oogenblik verscheen juffrouw Smith in eigen l' persoon, met den rooden doek over haren arm. O, wat spjjt het mij, dat ik u nutteloos moeite Ihcb laten doen riep mevrouw Fieming haar toe Ik maakte daar juist al bij uwen man ojijii excuus er over. Neen dat mag niet 1 dat zal niet Geen Katholiek Aalstenaur zal dit gedoo- gen I Een algemeen oproep moet geschieden De eer van ons Arrondissement is in 't spel, wij moeten toonen dat onze Katho lieke Vlaamsche Bevolking niet ondank baar is voor zijne weldoeners. Mijnheeren, vergeten wij ook niet dat het Vaandel van onzen Rijdersbond alle standen der samenleving belommertin anderewoorden, wij moeten en wij zullen den braven werkman liefhebben, het ver beteren van zijnen toestand zal volgen door de medehulp van allo openbare machten. Niets ten zijnen voordcele mag verwaarloosd werden maar onthouden wij ons van onmogelijke beloften vooral geene volksbedriegerij 1... Wij, wij zullen den werkman ondersteunen en hem niet misleiden wij zullen strijden met hem en zulks uit plicht des Godsdienstes, uit liefde des Vaderlands en uit zucht naar Vrede tusschen de verschillige standen der samenleving. Leve Woeste Leve Van Wambeke Aalst den 12 November 1894. De lezing van dit manifest werd menig maal door goedkeurende toejuichingen onderbroken en bij 't eindigen waren zij algemeen. Het Leve Woeste! Leve Van Wambeke deed de zaal dreunen. De heer V-an Wambeke welke tegen woordig was, bedankte de vergadering over de blijken van genegenheid welke zij hem eens te meer kwam te betoonen. In zijne redevoering herinnerde Hij het verledene der Katholieke Partij in onze Stad, alles wat door de Katholieke Geko zenen werd gedaan om onze katholieke rechten, om de gemeentevrijheden onge schonden te bewaren, om de liberale dwingelandij te dooden, den vrede te doen heerschcn en onze Stad gezond te maken en te verfraaien. De redevoering van den heer Burgemeester werd geestdriftig toe gejuicht. Eindelijk werd er in uitvoering der Sta tuten overgegaan tot de drijjaarlijksche vernieuwing van het Komiteit. De uittre dende leden werden hij toejuiching her kozen. Het muzikaal feest is uitmuntend wel gelukt Talrijke fraaie stukken voor sym- phonie werden uitgevoerd,talrijke ernstige en boertige liederen en arias als de oude Bokkenliedcren gezongen. Men was het eens om te bekennen dat men nog nooit een feest had bijgewoond waar meer broederlijkheid, waar meer vrolijkheid onder de leden heerschte. Leve de Bokkenrijders I Volksknmer. Gister Dijns dag werd de wetgevende zittijd 1894-95 zonder troonrede geopend. Een talrijk publiek bevond zich in de openbare tri- 't Is niets, 't is niets, antwoordde juffrouw Smith koeltjes. Want, ofschoon zij beweerde dat het niets was, vond z|j het in wezenlijkheid heel veel. Zij had namelijk eenen ingeboren hekel aan trappeD klim men, en niets greep haar zoozeer in hare weerdigheid, als dat iemand haar nutteloos werk liet doen. Het was vriendelijk van u, hernam mevrouw Fleming, en als ik geweten had dal ik u zooveel moeite veroorzaakte, dan zou ik stellig op u gewacht hebben, of anders u hebben toegeroepen dat het niet meer noodig was. O, het was niets, het was geen moeite, loog nogmaals juffrouw Smith. Nu, goeden nacht zegde Mevrouw Fleming. Ik had eigenlijk al lang in bed moeten liggen. Als ik nu maar geen kotT heb gevat met die excursie. Want ik ben niet sterk, en ik moet mij zeer in acht nemen. Wel te rusten Wel te rusten, mevrouw. Mevrouw Fleming ging naar boven, en het licht barer koers viel op haar geel haar en op haren ulster. Midden op de trap echter keerde zij aich om en zegde Ja. dat is waar ook Ik ben 's nachts altoos wat angstig en ik heb eenen lichten slaap en en daarom weet ik geerne waar ergens de roenscben in huis des nachts te vinden zijn. Ik vermoed dat mijne kamerlx-l beneden uitkomt en daar zou ik dus niet veel aan bebben, als ik bij geval eens iets noodig had.. Waar is uwe slaapkamer, juffrouw Smith O, geen nood Gjj hoeft niet bang te zjjn, me- bunen. De socialisten wekten de alge- meene aandacht. Men bestatigde dat allen gansch in den nieuwen waren gestoken en zich hadden laten pommaderen. De heer Coomans van Turnhout, deken van ouderdom, zat voor, bijgestaan als sekretarissen door de heeren Carbon en Van der Velde, socialist. De heer Voorzitter deelde in eene be wogen bewoording meê de dood des Kei zers van Rusland. De rechter- en linkerzijde aanhoorden den Voorzitter rechtstaande, doch de socialisten bleven neêrzitten. Een verzoekschrift, onderteekend door MM. De Galan-Daens, Miers, De Roeck en consoorten, vraagt de totale vernieti ging der kieziug te Aalst uit hoofde van bedrog, omkooperij en drukking. Naar men ons verzekert, worden door dit ver zoekschrift feiten duidelijk ten laste ge legd van de Voorzitters der opnemings- bureelen van Sottegem en Ninove, iets wat voorzeker niet outegengesproken zal doorgaan. Nu, weet men wie men van colossaal kiosbedrog beschuldigt. Wij zullen het afwachten. Voegen wij er bij dat 't vertoogschrift in eene geweldige zelfs bclecdigenae en las terende taal is opgesteld tegen magistra ten en bijna opal de feiten wijst die men in Het Land van Aalst heeft aangetroffen. Er zijn geene bewijzen van de aange klaagde feiten. Een vertoogschrift der Katholieke Ver- eeniging vraagt dat men tot heropneming van al de stembrieven zou overgaan. De Commissie gelast met die heropne ming is samengesteld uit 4 katholieken waaronder M. De Sadeleer, 2 socialisten en 1 liberaalzij is voorgezeten door M. Colaert,afgeveeruigde van Yperen. De Commissie heeft bevolen dat de'hee- ren Vrederechters dadelijk de stembrie ven naar de griffie der Kamer moeten zenden. Verder heeft de vergadering zich onle dig gehouden met de verificatie der ver schillige kiczingen en ze goedgekeurd. Meest al de leden van 't Vlaamsche land legden den eed af in onze moedertaal. De heer minister van Justicie stelde aan de Kamer voor de loslating te beve len van den socialist Brenez op 't oogen blik in 't gevang voor misdaden van ge meen recht. §enaat. De hooge vergadering hield zich ook onledig met de verificatie der Kiezingen. Verscheidene kiezingen wierden goed gekeurd en de aanwezige leden legden den eed af. De Kiezing van Aelst alleen wordt be twist om dezelfde reden als voor de kie ziug der Volkskamer. v, antwoordde de aangesprokene laitig. Wij heb ben hier te Drumville geene inbrekers. Er is maar een enkel geweest, en dat is jaren geleden, en het was in een hotel. En, in elk geval, als gij roepen mocht, dan zonden wij u wel hooren. Wjj slapen op de verdieping boven u. Aan den voorkant, of aan den achterkant T vroeg mevrouw Fleming. Aar. den achterkant. Maar hooren zouden wjj u toch wel. Goed zoo 1 Dank u. Het is altijd goed als men hit weet, zegde mevrouw Fleming. En hierraeé ging zij verder de trap op naar hare kamer. Ill Juffrouw Smith raapte baar naaiwerk bijeen en borg het weg in hare lat. Vervolgens doofde zjj de nog gloeiende kolen uit den heerd en draaide eene der twee gasvlammen uit, die de keuken verlichtten. Dit laatste wekte eiken avond de stille verontweer- digiug van baren echtgenoot. Het was 's mans gewoonte, nog een kwartiertje op te bljjven nadat zijne vrouw ter ruste was gegaan, en hy zag geene enkele reden waarom bij daarbij het genot van die tweede gasvlam moest missen. Juffrouw Smith beschouwde blijkbaar die tweede Ivlam als overbodig, van bet oogenblik af dal zij z<lve er geene behoefte meer aan had. Smith liet baar stil begaan, maar hjj stak bet licht Ziehier de namen der senateurs, in de zittingen der provincieraden benoemd ANTWERPEN. MM. Selb, Witt- mann en Cools, conservatieve!. BRABANT. MM. de Burlet, Lefeb- vre, Lejeune en Pastur, id. OOST-VLAANDEREN. MM. Leger, Fiévé en Claeys-Bouart, id. WEST-VLAANDEREN. - MM. Van Outryve, Struye en Capelle, id. LUIK. MM. Gilon, Charles en Jan- son, radicalen. LIMBURG. M. Meyers en den eerw. heer Keesen, conservatieven. HENEGAUW. MM. Paternoster, Bufquin, Bara en Picard, twee liberalen en twee socialisten. LUXEMBURG. MM. Notbomb en Otlet, conservatieven. NAMEN. MM. de Beauffort en Pon- celet, conservatieven. Het is nu bepaald zeker dat men een middel heeft gevonden tegen de krop ziekte of den kroep. Men berekent dat jaarlijks in Belgie vier duizend personen kinderen en vol wassenen sterven aan den kroep. In vergelijking met den kroep is de cholera, zoo zeer gevreesd dat men er niet durft van spreken als hij heerscht, een nietig iets. Maar zie, de cholera komt ineens ea woedt slechts eenige dagen of weken, alle 10, 15 of 20 jaren. De kroep echter heerscht voortdurend en het gansche land door en rukt, nu hier, dan daar, zijne slachtoffers uit het leven. Tot hiertoe waren er geene middels, doch eindelijk zijn de geleerden erin ge lukt een middel te vinden dat zoo sterk is tegen den kroep als de pokkenzetting tegen de pokken. Gelijk men weet, komt de oorspronke lijke entstof tegen de pokken van do koeien; het geneesmiddel tegen den kroep komt van de peerden. De kropziekte wordt ook veroorzaaktdoor microben of levelingen om de ziekte te genezen moet men die levolingen kunnen dooden of vergiftigen. Het is in den bloei der peerden, daar toe vooraf aan een bijzondere onderhan deling onderworpen, dat men de stof vindt die de levelingen doodt. Deze stof wordt ook ingeëut gelijk de pokstof. De kropstol' voorkomt ook de ziekte en daarbij, eens dat men ervan is aange daan doodt zij de levelingen en geneest den zieke. Om echter de kroepstof voor te bren gen moet men peerden hebben die daar- wcer aan zoodra zij de deur achter zich dichtgetrokken had. In de eerste dagen van zijn huwelijksleven had bij gepriiteateerd doch zijne vrouw gaf hem te beduiden dat het zonde cn verkwisting was, 's nachts te blijven opzitten bij eene zee van licht. Na verloop van t(jd had h(j zijnen mond gehouden en zijn geluk gezocht in list. Het liaardvunr echter kon hjj nooit weèr herstellen. Zijne vrouw doofde het met zoo vaste band uit, dat de kolen, verstrooid en onder de asch gewenteld, al spoedig zwart en koud werden. Eens had hjj gewaagd, zjjnen hulselijken heerd nel behulp vau eenige houtjes weèr te doen ontvlammen doch zijne overtreding was ontdekt geworden, en bjj had er zulk eeue schrobbing voor gekregen, dat bij zich aan eene herhaling van de overtreding niet meer duiltie wagen. Zoo was hjj dus al bly wanneer hij met de tang de overgebleven kolen op elkaar kou leggen, om ten miu- ste zijne voeten nog wat te kunnen verwannen. Geerne zou by eene pjjp bebben opgestoken doch ook dit was hem ten strengste verboden. Jntrouw Smith beweerde dat de tabakswalm aansloeg op het kcukengerief en dal zij hem proeven kon in bare tbee. Neem een voorbeeld aan Emma'e vader zegde zy, die rookt nooit. (Wordt voortfeeet.j

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1894 | | pagina 1