404 - Art. 3. Zijn afgevaardigd tot het ontvaügen der inschrijvingen 4° In, lie,provincie Qost-Vlaanderen Af, Ely, Ernst, commies bij het provinciaal Gouvernement, te Gent. Art. 4..Dit,besluit zal in den Moniteur opgenomen worden. Brussel,,den 28n Maart 1899. F. SCHOLLA.ERT. ONDERRICHTINGEN. 2. De belanghebbenden, die volledige middelbare studiën gedaan hebben en die de onmogelijkheid zouden bewijzen waarin zij zich bevinden zulks vast te stellen door een in den vereischten vorm opgemaakt getuigschrift, zullen, in plaats van dat getuigschrift, Stukken mogen neerleggen, waaruit zou blijken dat zij volledige middelbare studiën deden (programma's van prijsuitreikingen, kwijtschriften van schoolgeld, brieven, vooral oudere, van het hoofd van het gesticht of van professors in bediening, toen de leerling zijne studiën deed, of de private meesters die het onder wijs gaven, enz.). 6. Wanneer het programma of de programma's van het onder wijs gevolgd door de dragers van getuigschriften, door de hoofden der gestichten bij de afgeleverde getuigschriften zullen gevoegd zijn of rechtstreeks aan de jury gezonden (koninklijk besluit van 4" April 1895, art. 4), zullen dit of deze programma's de volgende vermeldingen bevatten A. Indien het een gesticht van middelbaar onderwijs geldt 1° De algemeene indeeling, per studiejaar, van al de vakkon, die den vollcdigen leergang van humaniora of van professipneele studiën uitmaken 2° Het getal uren les, per week, aan ieder vak toegekend,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 12