Zondag Januari 1895. 5 centiemen per nummer. I9st0 Jaar 2914. M. Woeste. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en des Arrondissements Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. VOORWAARDEN INSCHRIJVING Katholieken I Leest en ver spreidt Den Denderbode, Ons program. DE GOUDEN PENNING De 'Vrede. Z.H. LEO XIII Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week Yoor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste Yan den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, "N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique au um. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Beklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wénden ten Bureele Yan dit blad. Anlsl, 25 Januari 1898. van De Denderbode» verschijnt tweemaal ter week s woens dags en 's zondags, en kost. Voor de kuip der Stad, tweemaal ter week fr. 5,00. Voor den Buiten, met de Post verzonden, twee maal ter week fr. 6 00. Het nummer deszondaags alleen voor den bmit n.metde Post verzonden fr 4,00. Het zondag nummer zal in de Stad en op den Buiten verkocht worden legen den prijs van 5 cen tiemen Binnen zeer weinige weken, zal toformaat van pen Denderbode Uitventers voor den Buiten wor den gevraagd eene deftige winst wordt hun verzekerd. Waarom verschijnen wij bijzonderlijk met eene nieuwe inrichting, als lokaal blad van Stad en Buiten voor ons Arron dissement Ons bijzonder inzicht is van de schade die onze katholieke partij door de droeve gebeurtenissen geleden heeft te herstel len ons inzicht is van de verbrokkelde katholieke macht wederom krachtdadig aan een te sluiten, om op ernstige en vol doende wijze de ware belangen van eenie der te handhaven en te verdedigen. Eu waarom Omdat wij overtuigd zijn dat de onver deelde katholieke macht in staat is van 't algemeen welzijn te verwezenlijken, of liever, omdat wij weten dat zij en zij alleen zulks kan te wege brengen. De vereenigde katholieke macht im mers kan en zal bewaren hetgeen moet bewaard worden zij ea zy alleen kan en zal veranderen hetgeen voor eenieders geluk en welzijn mocht veranderd wor den zij en zy alleen zal en kan bestrij den hetgeen moet bestreden worden. I. Er bestaan slechts twee gouden penningen van Wulfric cn Meroia. De een bevindt zich in het Britkch Museum, de andere is in mijn bezit. Het vreeselijkste voorval uit mijn geheel leven is ten nauwste verbonden met zijne ontdekking van dien gouden penning. En daar het niet overdreven is te zeggen, dat de ontdekking grooten invloed heeft uitgeoefend op geheel mijn volgend bestaan, zoo aar zel ik ook niet dc geschiedenis er van bier een weinig uitvoerig mcê te dcelen. Ik bevond mij in juli van het jaar 1879 voor myne zomervakantie te Lichfield, toen ik op zekeren dag toevallig een ouden landbouwer ontmoette, die mg vertelde hoe hij onlangs eenen geheelen voorraad munten op het slagveld zooals hij het noemde, had opgedolven, eene plek, waar, gclyk ik wist, den kelijk eenmaal bet houten paleis der koningen van Mercia moest gestaau hebben. Vol blijde verwachting volgde ik den maa naar zijn Ten eersten, wij zullen verdedigen, ondersteunen en j behouden hetgeen moet verdedigd, onder steund en behouden worden Godsdienst, Huisgezin en Eigendom, i De Godsdien»!. Overbodig van te bewijzen dat de Gods- dienst de eerste steun is van samenleving I en 's volks geluk. Wie kan, en wie zal j den Godsdienst genoegzaam verdedigen en ondersteunen? Do vereenigde katholieke macht en niets anders alle andore wendingen of pogingen zijn gevaarlijk voor den Gods dienst, of geven wapens aan zijne hevig ste vijanden. liet huisgezin. Wie zal het huisgezin genoegzaam ver dedigen en in al zijne rechten doen bloeien Nog eens de vereenigde katholieke macht, die alleen het wel meent met de j maatschappelijke orde en met Gods hei lige voorschriften. De eigendom. Wie zal den eigendom beschermen in deze droeve tijden van woelzucht en alge- meene ophitsing Nog eens de vereenigde katholieke alleen in staat is die door iedereen te doen eerbiedigen. Ten tweeden, wij willen en bewerken de veranderingea die door iedereen betracht worden. Wij willen verbetering voor den werk man, voor den landbouwer, voor den bur ger wij willen dat krachtdadig en op ernstige wijze daarom volgens het on sterfelijk woord van onzen II. Vader, Leo XIII, zal de Godsdienst de grondsteen zijn op denwelke wij ons steunen om de vereischte verbeteringen te bewerken. En zoo zullen wij spreken en werken voor de vereenigingen dei- leden van den zelfden levensstand wij zullen spreken en werken tot het bekomen van wetten die eenieders belangen vooruithelpen en verdedigen Wij zullen spreken en werken voor de afschaffing van lasten die wegen op de schouders der verdrukten, en tevens ook spreken en werken yoor de invoering van rechtveerdige en tot hiertoe niet bestaan de lasten voor degene die ze kunnen en moeten dragen. Ten derdon wy willen en zullen bestrijden hetgeen voor een ieders geluk en welvaart moet bestreden worden. Wij zullen bestrijden 1° Het liberalism. Het hoeft niet bewezen te worden hot liberalismus werkt voor dc vernedering van onzen H. Godsdienst en bijgevolg voor den ongergang der samenleving. Wy zullen bestrijden huis, ten einde de munten in oogenschouw te nemen, want gedurende vele jaren ben ik verzamelaar van oude Engelsche gouden en zilveren munten geweest, en het kwam mij niet onmogelijk voor, dat de schat van mijn vriendelijk boerken de veelbelovende plek, waar hij hem vond, in aanmerking genomen, iets goeds kon bevatten met betrekking tot Angelsak sische pennies en shillingen. En inderdaad, ik had mij niet vergist. De vond, geborgen in een ruw voortbrengsel dor Angelsak sische poltebakkerskunst (thans N° 127 in afdeeling LIX in het Sou'h Kensington museum) bevatte een aantal gewone Frankisch-Merovingische munten, be nevens twee of drie vrij zeldzame Kcntschc pennies, t« n tijile van Ethelbert, te Canterbury en Dover ge slagen. Te midden dezer schatten van minder belang viel echter mijn oog op een enkel goudstuk, blijkbaar nagemaakt van den keizerlijken romeinschen aureus door den pretendent Carausius, hetwelk ik aanstonds herkende als een geldstuk, bijna eenig in zjjne soort cn van de grootste weerde voor de numismatiek. Ik nam het in de hand en beschouwde het aan dachtig en een oogenblik van onderzoek gal mij de volkomen zekerheid, dat het inderdaad een echte pen ning van Wulfric van Mercia was. welks «eérga mij nog nimmer, zoover ik wist, onder de oogen was ge komen. Ik bood aanstonds den ouden man vijf pond voorde geheele verzameling. Verheugd nam hij injjn aanbod 2° Het socialism. Iedereen weet het het socialismus, onder alle vormen, is de omverrewerping van alle orde, van alle gezag en van alle stoffelijke en zedelijke welvaart. Wij xullen bestrijden 3° De vermeerdering van krijgsluistei). Het is algemeen gekend dat dc- krijgs lasten alle landen ten gronde verarmen en uitputten. Daarom dat zij verminderen en niet vermeerderen Dat is on# verlan gen en daarom zullen wij streven. Wij zullen bestrijden -4° Al wat ons in den weg zal staan om ons bedexdd inzicht te verhinderen, te weten van te verwezenlijken den welstand van werkman, landbouwer en burger. Voor dezen strijden wij, en zullen wij onverpoosd strijden met al de krachten en den invloed waarover wij beschikken. Moge God onze pogingen zegenen Moge Hij ons verhooren in ouzo vurige, rechtveerdige en hertelijkste wenschen En gij. beste lezers, gaat voort met ons uwe hulp te verleenen 1 Helpt ons om overal ons blad te verspreiden helpt ons -crcmi mcagguctliigcn—laa v ons niet rusten noch verpaozen, tot dal de groote katholieke Zaai over geheel ons Arrondissement en over 't gansche Land hare volle rechten hebben veroverd en den waren vrede en 't ware geluk hebbe gesticht. Pas eenige dagen weergalmden onze kerken van den vredewensoh over 1891 jaren door de Engelen op aarde gebracht aan de monschen van goeden wil. Gij weet het, vriend lezer, die weusch wierd ons gebracht door 's Hemelsbo den bij de geboorte van den Stichter van allen vrede, bij de goboorto vnn onzen Goddelijken Verlosser. Ha I mochten die vrede gesmaakt wor den door al onze landgenoten en bijzon derlijk door onze geliefde vrienden van ons duurbaar Arrondissement I Helaas Wie weet het nietHoe diep en droevig is die vrede sedert eenige maanden in geheel ons Arrondissement en zelfs tot in de kleinste gemeente niet geschokt en gestoord geworden Ha niet waar, hoe heeft men den op stand tegen 't waar en 't deftig gezag niet aangevuurd Hoe heeft men de gemeenten, de ge buurten, do familiën niet rau een gerukt, verdeeld en in den war gebracht Ha! 'ti« droef en wellicht onherstel - baar En nochtans de vrede is ons be loofd aan, cn ik kochten betaalde den vond op staanden voet. Toen ik terugkwam in mijne kamer, kon ik den geheelen avond niels anders doen, dan mijn gouden penning bewonderen. Ik was verrukt over het bezit van zulk eenen schat, en brandde van verlangen oin er mcé naar het Brilsch Museum te gaan, ten einde te zien o( zelfs in de nationale verzameling zulk een exemplaar wel te vinden zou zijn, en daar ik van nature enthousiast cn voortvarend ben, besloot ik zonder verwijl den volgenden dag naar de slad te gaan en te trachten de geschiedenis van mijnen pen ning op te sporen. Dan kan ik juist twee vliegen in eenen slag slaun, zegde ik bij mij zeiven. Emily, is nog niet uit de stad dus loop ik eerst even hij haar binnen cn maak afspraak om 's avonds met haar cn hare mooder naar den schouwburg te gaan, en dan dadelijk door naar het Museum, om te zien wat mijn vond woerd is. Den volgenden morgen reeds vroeg vertrok ik naar Londen cn voor een uur was ik bij Emily. Hé, Harold, riep zij, mij tegemoet snellend om mij in den gang te groeten (want zij had mij uit het venster der huiskamer reeds gezien), hoe komt gij zoo cmsklnps uit de lucht gevallen Ik dacht, dat gij goed en wel te Lichfield waart met uw Oxfordsche vrienden. Dat ben ik ook, antwoordde ik, officieel ben ik te Lichfield. Maar gedeeltelijk om u te zien, gedecl- eljjk om zaken ik heb gisteren namelijk eenen Ha, trachtten wij allen de voorwaarde te vervullen die er toe vereischt wierd I Ja. zijn wij allen van goeden wil Wer pen wij eenen sluier op 't droevig verle- dene, doen wij eenen terugkeer op ons eigen zeiven, en zien wij wat er moet ge daan worden om dien beloofden vrede te veroveren 1 Dc voorwaarde door de Engelen daar gesteld, welke is zij anders, dan den stichter van den vrede, dan God zelve te aanhooren en hem aan te kleven Eu kan men hem anders aanhooren en aankleven, tenzij met te aanhooren en aan te kleven de Kerke die hij heeft ge sticht en diegenen die hij lieeft aange steld om haar te bestieren In andere woorden, willen wij den vrede, brave lezers, zijn wij goede en brave Katholieken, getrouwe kinderen van GodsH. Kerk, vrienden en partijge noten van hare DedienaarsDaarom gaan wij hand in hand met hen, gaan wij vooruit moedig en zonder vrees, en wie ons best rijde of vervolge, blijven wij ver- eenigd onze zaak is heilig als de Kerke zelve, en zooals deze is zij gebouwd op eene steenrots, en zoo als deze ook zal zij niet vergaan 1 Leve «ie Vrede Leve de Eendracht Eeve~cl« Kti thoIfelCe zank Over weinige dagen, ontving Z. H. Paus Leo XIII de kardinalen, die hem hulde kwamen brengen met Kerstdag en Nieuw jaar. Zijne Heiligheid antwoordde op het adres van den Ddeken van het heilig Collegie onder ander het volgende Onder deze zoo aangename weu- n schen, bemerken wij voornamelijk den wensch, bij de volkeren de christelijke beschaving te zien verspreiden en bloeien en het Rijk Gods op aarde te zien uitbreiden. Wij moeten het dankbaar bekennen, waarlijk overvloedig was daarbij 's he- mels zegen, en die zegen geeft Ons n* n nieuwe reden tot bemoediging en hoop. n Wij willen voornamelijk spreken van n heilzame en veelbelovende ontwaking van het godsdienstig geloof, die bij n verschillige volkeren opkomt. n Eertijds en veel eeuwen gedurende, waren die volkeren door het geloof be- gunstigd en met uitmuntende zegenin- gen overladen. Doch vele hunner, dat werk der hergeboorte vergetende, be- gonnen het te beleedigen en te mis- n kennen. n En nu gebeurt het, door de schik- king der Voorzienigheid, dat zij juist door tegenspoed cn ramp, door klim- menden zedelijken en maatschappelij- n ken nood, beginnen in te zien en te herkennen, welk eene groote dwaas- hccl merkweerdigen penning bemachtigd ben ik voor eenen dag overgekomen. Een penningantwoordde Emily voorwendende te pruilen. Mij en eenen penning gij weet ons nau welijks meer van elkaar te onderscheiden Maar ik verzeker li. Harold, dat ik den eenen of anderen lijd nog eens heel jalocrsch op al die munten en pennin gen zal worden. Als gij een enkelen dag overkomt, zoogenaamd om mij ie zien, is het eigenlijk een pen ning, die u naar Londen voert. Wat leert men hieruit Trouw nu eens met eenen man, die lijdt aan de lief hebberij om munten en gedenkpenningen te verzame len O, maar gij weel niet, hoe prachtig deze is, Emilv riep ik met geestdrift. Zie eens hier Is bij niet schoon Ziet gij het randschrift wel, Wulfric Rex Ik heb er nog nooit ergens eenen gezien die er op geleek. hraily nam den penning achteloos in de hand. Ik zie er niets bijzonders aan, zegde zjj op hare gewone schertsende mauier, niets schooner dan aan eene van de andere oude munten, die gij altoos de hemel weet waar vandaan haalt Dat was al, wat wij toen over dc zaak spraken. Latere gebeurtenissen hei-ben ieder woord van dit korte onderhoud onuitwischbaar in mijn geheugen gegrift. Nooit, hoe oud ik wordeu moge, zal ik het toenmaals gesprokene vergeten. Ik bleef ongeveer een uur bij Emily, gebruikte er heid het is, het Rijk Gods en zijne gerechtigheid te verwaarloozen en te verachten. Zij zien nu dat tnenschen en Staten n vruchteloos geluk en welzijn en vol- n maaktheid najagen, als zij die niet b zoeken in den oppersten Schepper, den b Leider van al net geschapene en tot b Wien het al wenden moet. Zij zien nu b dat er geene duurzaamheid beslaat b noch in plichtbesef noch in burger- b deugd, als het geloof in God is verdwe- n nen, en dat wetten en strengheid niet b voldoende zijn om de gemoederen te b regeeren en de menigte in toom te hou- b den ja dat ze veleer dienen om te b verbitteren. b Waar zich zulke feiten opdoen, wie b ziet niet het allergrootste belang, dat b allen eendrachtig zouden samenwer- b ken, opdat die herleving ett opvlam- b ming des geloofs zich vrijelijk versprei- b de en krachtig doordringe in al de b aderen van het openbaar en hijzonder b leven Ah, men geve God zijne eer terug, b die zoo ouweerdig is bezoedeld Dat b ziin geëerbiedigde naam wederom b klinke in de Parlementen, in de hoo- b gere en leegere scholen, in de vereeni- b gingen, in de huisgezinnen dat door b hen wier zending het is, Gods naam teruggegeven worde aan de kazernen, b aan het ouderwijs, aan de werkplaat- n sen, aan de volkeren die dorst heb- 8 ben naar dien naam b Wanneer aldus het godsgeloof vror- b tel heeft geschoten en geheel de maat- b schappij door zijnen geest is bezield, b dan zal men den mensch zien herboren b worden als tot een nieuw leven, zien b streven naar een edeler doel, naar de b verhevenste waarheden zien zoeken, b zich met hoogere beschaving zien ver- 8 sieren, zich zien toerusten met de b schoonste eigenschappen, welke hem n tevens in het aardsche leven volmaken b en tot verovering van het eeuwig leven b leiden, b Deze toespraak van Paus Leo XIII dient door alle katholieken overwogen te worden. Le Matin een Fransch dagblad, deelt een onderhoud meê dat zijn correspon dent te Brussel gehad heeft met M. Woeste. Wij deeleu het onder alle voor behoud meê B Laat mij vooreerst protest aautec- kencu, zegde hij ons, tegen een uitdruk king die men gaarne gebruikt wanneer men over mij spreekt. Ik ben de leider niet van eene groep der katholieke partij mijne vrienden en ik wij zijn alleenlijk katholieken b, onderdanige zonen van Z. H. den Paus. Er kunnen geene groepen onder ons bestaan. het ontbijt en maakte afspraak, om met haar en hare moeder dien avond naar het Liccum Ié gaan. Toen reed ik naar het llritsch Museum cn vroeg verlof om de augelsaksische munten uit het nierciaansche tijdperk te bezichtigen. Dc directeur van liet muntenkabinet, die mij van aanzien cn van naam als eenen niet geheel onkundi gen liefhebber-verzamelaar kende, stond uiij gercede- lijk toe, een paar kassen der vroegste nierciaansche gouden en zilveren munten te bezichtigen, Ik had eenige boeken over munt- eu penningkunde meege bracht en ging zitten om op mijn gemak dc schoonu verzameling in oogenschouw te nemen. Na nauwkeurig de geheele reeks cn de beschrij vingen te hebben nagezien, kwam ik tol de overtui ging, dat er nog juist zulk eenen gouden penning be stond als die welke ik in den zak had, cn wel het fraaie, goed benaarde exemplaar daar yoor mg in de kas. Het was beschreven in de leste uitgaaf van Sir Theopnilus Uraxtcu's Nobthumbhian and Mebcian Numismatist als een geheel eenig gouden muntstuk van Wulfric van Mercia, eene nabootsing van den welbekenden aureus, door den valschen keizer Carau sius. Ik zucht in den kaülogus ua, voor welkeu prijs hij gekocht was, en vond lot mijne groote verrassing, dat dc koopprijs honderd-vijftig pond sterling was geweest. Ik verheugde uiij onuitsprekelijk over zulk eene prachtige aanwinst. b Gij zult mij nogthans toelaten, M. de Volksvertegenwoordiger, u uwe strijden met M. Beernacrt en pries 'er Daens te herinneren, twee katholie ken, en u te doen opmerken dat uwe eerste daad, bij uwen terugkeer in de Kamer, het stellen is geweest van eene soort van ultimatum aau 't ministerie (ie Burlet. Is dat niet het bewijs van 't be staan van verschillige groepen in de meerderheid b De tegenwerping had getroffen.... en 't is na eene poos stilzwijgendheid dat de uitmuntende staatsman hernam Ja, ik heb gedacht mij, uit mijne ganscher krachten, te moeteu verzetten tegen de ontwerpen van M. Beernaert. n Indien de evenredige vertegenwoor diging ware aangenomen geweest, wij waren vorplelterd Mijn achtbare col lega zal u zeggen dat hij zijne berekenin gen had gemaakt, dat hij zeker was de meerderheid aan onze partij te geven, dit is eene beklaaglijke dwalingWij zouden verslagen geweest zijn, zeg ik u, en dit op vele punten onze historische tegenstrevers, de liberalen enradikalen zouden ons overwonen hebben. Indien ik het dus mijne plicht ge acht heb de verwezenlijking te beletten van betreurlijke Utopia's en de Kamer te doen terugwerken tegen de strekkingen van den eersten minister van toen, 't is dat ik er eene noodzakelijkheid van eer ste orde ingezien heb. De toekomst mij ner partij legde my den plicht op de bij komende beschouwingen over personen ter zijde te stellen. De uitslagen hebben mij gelijk gegeven; zie over welke meer derheid wij hier beschikken. Wat de houding betreft die ik aaugo- nomen heb ten opzichte der milititaue ontwerpen des ministeries zij is niet te verwonderen. b De katholieke partij heeft altijd mot de uiterste krachtdadigheid de overwel diging van 't militarism, dit kwaad welk onze naburen opvreet, bevochten. Wij zullen het tot onzen zoo godsdienstigen buiten niet laten doordringen. b Alle onze krachten moeten wij voor taan inspannen tegen het maatschappelijk gevaar, 't Is op dit terrein dat de strijd heden beperkt is. Ook heb ik uit alle mijne krachten de kandidatuur van pries ter Daens bevochten, die onder den dek mantel van kristene socialism, den strijd der klassen of standen ia Vlaanderen heeft gepoogd te verwekken. b Die geestelijke heeft wellicht gedacht een werk van rechtveerdigheid te verich- teu, niet zich iu 't Arrondissement Aalst aan 't heofd der werkersbeweging te stel len. Hij is er slechts in geslaagd een steumiunt aan onze tegenstrevers te ver- schallen. b Voorzeker, wij allen, katholieken, zijn demokrateu in dezen zin dat wij ver langen recht te laten wedervaren aan de Toen ik echter de exemplaren nauwkeurig verge leek, bemerkte ik, dat, hoewel zy volkomen denzelf den stempel droegen cn, naar de letter te oordeelen, in dezelfde munt waren geslagen, zy toch een weinig van eikender verschilden. Mijn penning,jpatuurlijk slechis met eenen hamer gestempeld cn toen op den vorm afgesneden naar de wijze van dien lyd.'was dichter aan den rand afgesnoeid dan het exemplaar van het Museum, en had bovendien eene kleine plot i aan de keerzijde juist onder de W van Wulfric. In alle andere opzichten waren zy volkomen aan elkar- dcr gelijk. Langen tijd stond ik voor de lade cn be schouwde piet de grootste belangstelling de beide exemplaren, terwijl de oppasser van het Museum, (Maclavish gehecten, dien ik bij vorige bezoeken I menigmaal had gezien, rondliep eu, zooals zijn plicl.t was, mij streng in het oog hield). Ongelukkigerwijs had ik er den bestuurder ni.t van gesproken, dat ik ecu dubbel van den gouden Wulfric in bezit had. cn evenmin Maclavish er op merkzaam op gemaakt dat ik eenen penning, aan mij toebchoorendc, mei het doel om hem te verge lijken, uit mijnen vestzak had gehaald. Om dc waarheid te zeggen, was ik geneigd voorloopig nog wat geheimzinnig met mijn gouden Wulfric te zijn. alvorens ik alles, wat er van te weten viel, had uii- gevonden, verlangde ik niet dat een ander over mijne ontdekking sprak. Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 1