Zondag 5 Februari 1895. 5 centiemen per nummer. 49*'" Jaar 2952. DIEREN Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en des Arrondissements Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Pilatus en Herodes. En thans welke verandering I DE GOUDEN PENNING Socialisten-wereld. HET HTJIS De kwestie van wie? Landbouw F J: ■w DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is twe. maal ter week voor de Stad 5 frankmei de Post verzonden 6 frank 's ja.irs, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Wen schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zouts!raat, N. 31, en in alle Posikantoren des Land. Cuique «uum. Per drukregel, Lewooe 15 centiemen P.eklamen fr. 1,00; Vomibscn op 3e bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij ïccoord. \iet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren iii»t;»ri>s«cn mouten fiiiune inzendingen doen, uiterlijk teg n den Jijnsdag xrjdn- in den voo> middag. \,.ur de advertmtien uil vreemd.' I:ju.!in xich te wenden ten ureele van dit blad. Anlst, den Fel». 189S. Wij lezen in het H Evangelie dat Pila tus om xich van dan Zaligmaker te ont maken, Hem Terzond tot Herodes den koning der Joden. Van dien dag af, xegt de gewijde text, xiju Piiatus en Herodes, die te Toren aartsvijanden waren, de bexte vrienden geworden. Dere woorden, bexte lexers, kwamen mij te binnen bij het overdenken van de handelwijze onzer tegenstrevers tijdens en sedert den laatsten kiesstrijd. Wij kennen er velen die te voren op malkan deren tuurden met oogen die vlamden van toorn en wraaklust en die thans op malkanderen oogskens pinken van liefde en vanteederheid. Doch beperken wij ons alleenlijk bij de houding van Het Land van Aelst, ten opzichte van de liberalen, vrydenkers en goddeloozen. Wij, hebben vruchteloos, sedert zes maanden en mser, eeu enkel artikelke trachten te vinden waarin het liberalis- mux wordt aangerand. Neen, men ver schiet nu liever zijn poer uaar de katho lieken, want de liberalen enz. zijn al met eens kristene? demokraten geworden. 't Is waar, het grootste getal van hen xiet men nooit in de kerk, zij spotten gaarne met God en zijne geboden, zij bas sen wel dagelijks op de priesters, maar als men kristene demokraat is dat steekt aoo nauw niet. Hoeden af, voor die hee ren I En nogtans Door welk blad werden eertijd» de libe ralen wekelyks uitgemaakt en beleedigd? Door Het Land van Aelst, In wik blad vond men wekelijks nij pende zweepslagen, bytende beschimpin gen voor de liberalen en hunnen aanhang? In Het Land van Aelst. Welk blad werd door de liberalen ge stadig vervolgd en voor de rechtbanken gebracht Het Land van Atlst. Waar werden eertijds door de liberalen de ruiten uitgesmeten, zoodanig dat men het noodig achtte er eene yzeren tralie voren te plaatsen In het bureel van Het Land van Aelst. Wie ontving er op zekerea dag in het midden der straat eenen kaakslag van een liberalen vrijdenker? De uitgever van Het Land van Aelst. Wie werd er door de liberalen bedreigd van afgeranseld en in de vaart te worden geworpen De uitgever van Het Land van Aelst. Wie dierf des avonds dus, zich eertijds niet meer vertoonen op straat uit vrees voor de liberalen De uitgever van Het Land van Aelst. Wie zyn tijdens den kiesstrijd de he vigste voorvechters geweest van de zoo gezegde volkspartij van Chipka De liberalen. 3* Vervolg. Dat it goed, mijne lievelinge, zegde ik, trach tende haar wat op te nekken Ik twyfel er volstrekt niet aan, of wij zullen, wanneer de zaak voor het gerecht komt, in staat zijn mij volkomen te recht- veerdigen van deze vreeseljjke, ongegronde verden king. Toen de zaak nu werkelijk voor het gerecht kwam, begonnen de overheden van het MHseum zonder ecnig metdongen hare aanklacht tegen mij in te brengen. De bestuurder getuigde dat zich op dien en dien dag, in die en die afdeeling een gouden penning van Wul- fric tan Mercia had bevonden, het c gendom van ru l Museum. Hij en Mactavish verhaalden nauwkeurig onder welke omstandigheden de penning was verloren geraakt. Hij vertelde, hoe ik, nadat hij m|j gesproken had van een onderzoek, waara.in ik mij zou moeten onderwerpen, eenen gouden penning van Wulfric van Mercia uit mijnen vestz-.k had gehaald, en dat ik beweerde, dat bet exemplaar mijn eigendom was. De advokiat-generaal ging daarop tot het verboor over. Wie hebben Het Land van Aelst aan gemoedigd, aanbevolen en verspreid De liberalen. Wie hebben ten voordeele van Het Land van Aelst, weerlooze priesters vervolgd, aangevallen en geslagen? De liberalen. Wie gaat er iu alle vertrouwelijkheid en gemeenzaamheid om met de opstellers van Het Land van Aelst De liberalen. Wie heeft er als een man in de laatste kiezing ten voordeele van de kandidaten van Het Land van Aelst, gewerkt, ge dreigd en gekozen De liberalen. Wie aanzien éénen priester als de red der hunner partij, terwijl zij al do andere priesters in hunne gesprekken en in hunne gazetten aanvallen em lasteren De liberalen. Wie kwamen na de kiezing in 't bureel van Hel Land van Aelst, gelukwenschen, toejuichen en bouquets aanbieden De liberalen. Wie zijn er voortdurend de beste vrien den van Chipka De liberalen. Gij ziet het, beste lezers, alles is ver anderd. Pilatus en Herodes leven nog ten huidigen dage. Den eersten keer dat Het Land van eist nog een artikel zal schrijven tegen liberalen, sullen wij het ruchtbaar maken in de vier hoekeu van het arron dissement. Maar wij zullen wachten en lang wach ten. Hewel I zooveel te beter. Do zooge zegde volksmannen, de liberalen en so cialisten moeten te zamen verbroederen en in do naasto kiezing zulh-n wij, katho lieken, te strijden hebben tegen eene en kele party de liberale partij. Almachtige en rechtvaardige God 1 Welke vernedering, welke schande voor die mannen IJ Maar vindt ge niet, geachte lezer, dat er veel, veel van die socialisten gespro ken, geschreven en gewreven wordt, en dat er nog weinig gazetten zijn, geen om zoo te zeggen, die dat al ne keer klaar uiteengezet hebben, wat dat is, wat die mannen willen. Men hoort zeggen, alles gaat gedeeld worden, allen zullen even rijk zijn. Wat is er daarvan? En hoe zal dat zijn? En hoe gaan ze dat uitleggen dat zoo'n leven kan bestaan V Hewel, ik zou my daar nog wel eenige woorden willen over riskeeren om den lezer plezier te doen. Ten eerstealles doelen, aan den eenen zooveel geven als aan den anderen, ja, ja dat hebben ze nog wel gezegd, maar ze zagen alras dat de blindste zelf zou gezien hebben dat zulks eene lachmetterij was, 't is te zeggen, «ene volstrekte onmogelijk heid. Vandaag deelen en alles effen gelijk maken, en morgen is 't weerom allemaal Herkent gij den penning, dien ik u bier ter hand stel T Ja. Als hoedanig Als den cenigen gouden penning van Wulfric van Mercia, toebohoorende aan het Museum. Gij twijfelt dut volstrekt niet aan zjjne echt heid 1 Volstrekt niet. Verschilt hij in eenig opzicht van denzellden penning, toen gij dien vroeger gezien hebt t Ja hg is afgesnoeid en heelt eene kleine plooi bekomen aan de keerzijde, juist onder de \V van Wulfric. Verdenkt gij den gevangene deu penning te heb ben geschonden Ja. Ik vroeg hem, of hij een mes bij zich had. Hij an'woordde neen Daarop vroeg ik hem, of hij mij toestond hem te onderzoeken. Hij willigde dit in, uu ik vond in zijnen borstzak de uagelscheer, aan weerszijden van eene klaine vijl voorzien, die ik u hier ter hand stel. Gelooft g|j dat de penning kan zijn afgesneden met deze scheer Ja. het goud is zeer zacht en van weinig ge halte, het kan gemakkelijk mei een mes of eene scheer gesnedeu worden. Terwijl ik luis'erde, verwonderde het mij niet, dat de jury mij bezag alsof h|j mg reeds schuldig achtte; maar ik glimlacht* inwendig bij de gedacht*, boe vol- om zeep. Want met die deeling zouden de menscben van aard niet veranderen en de eene zou sparen en verrijken en de andere zou alras bet boeltje opgedaan hebben. De kopstukken hadden dat ook al rap gezien en zij hebben eeu ander stuk op 't getouw gesteken. 't Is daarom niet veel sterker dan 't vo rige. Het hedendaagsch socialismus zou de Staat eenigen eigenaar maken van al de voortbrengingsmiddelcn. Versta wel al dat nog kan dienen tot nieuwe voortbrengst zou aan den Staat toehooren. Land, fabrieken, mijnen, alles aan den Staat,en iedereen zou vrij zijn van te doen wat hij wil, of liever iedereen zou de slaaf wordou van den Staat, iedereen zou moeten werkeu op zijnen toer dan in de fabrieken, dan in de koolmijnen, wilde bij van zijnen goedhertigcu meester den Staat, nen boterham krijgen. En denkt, als 't u belieft, niet geachte lezer, dat ik overdrijf, geen beetje, ik zal u zelfs zeggen dat de geleerde bollen die bet zich aldus getroost hebben om hunne heerschzucht te voldoen, moeten, bekennen, dat elk op zijnen toer zal moe ten de straat vagen, wasschen en plassen enz. Iedereen zou immers gelijk zijn, 't is dat precies wat ze willen.dat ergecne verschillige standen meer zouden zijn en ge begrijpt gemakkelijk dat iedereen al eens zou willen van straatvagen verlost zijn en een ander postje bekleeden zoo als minister zijn, advokaat of dokt oor, misschien. Spijtig dat de eenvoudige menschcn dat niet weten, de socialisten zouden rap pak en zak mogen maken en hunne matten op rollen. Maar weet ge hoe fijn dat die socia listen koppen zich uit den slag trek ken wanneer men hun die belachelijkheid doet opmerken? Eenvoudig 't deze Iu den socialisten- staat zal iederen volmaakt zijn, bereid om alles, gelijk wat te doen, op het gege ven teeken van Vader deu Staat. Deugnieten, dieven en schelmen zullen op eens als weggevaagd zijn,daar zai men nooit meer hooren van spreken. Luiaards en diergelijke zullen ook niet meer te vin den zyn. Iedereen zal neerstig zijn, om te neer- stiger; 'tzou wel kunnen gebeuren dat men uit loutere neerstigheid malkanders boterhammen zal opeten. Verders iedereen rechtveerdig iu den hoogsten graad woorden zooals onrecht- veerdig en dief moeten uit de woorden boeken geschrabt worden. Men zal ook uitermate vredelievend zijn, daarom zal de eene den anderen altijd in alles toegeven; twisten eu kra- keelen daar is geen spraak meer van. O socialisten-wereld, land van belofte, ge kunt er niet gauw genoeg meer zijn Dunkt u dat ook niet, geachte lezer Ik peis als de socialisten eens aan 't roer moesten komen, dat de Moniteur, 't is te zeggen, 't officieel blad eenen dag zou aaukoudigen op dewelken allen zouden gehouden zijn des morgens, al op eens, zoo maar volmaakt uit hun bed op te staan. komen Emily's en des landbouwers getuigenis deze verdenking zou logenstraffea. De volgende getuige was de knecht, die met het kuischen der raten van het Museum belast was. Zijne getuigenis opende niet vele nieuwe gezichtspunten, totdat ten leste de advokaat hem een papier, enkele kleine stukjes geel metaal bevattende, voorlegde en hem zegepralend vroeg of hij deze herkende. De man antwoordde toesteromand. Er ontstond eene diepe stilte. Het gerechtshof be gon belangstelling te gevoelen, het werd nieuwsgie rig. En plotseling, ik begreep zelf niet juist waarora> gevoelde ik mij allen moed ontzinken. Wat z|jn het dan vroeg do advokaat. Het zijn kleine snippers goud, die ik b|j het uitschudden van de kokosmal op den vloer gevonden heb van galerij 27, zaterdag na de poging t*t diefstal. Het was mij, alsof er plotseling eene m|jn onder mijne voeten sprong. Hoe ter wereld mochten die stukjes zacht goud daar op den groud gekomen zijn Hot was mij een raadsel Het was mij onbegrijpelijk Maar dit stond mij eensklaps duidelijk voor oogen deze vreemde, onverklaarbare omstandigheid zou mü- ne zaak groot nadeel doeu. Thans begon mijn advokaat het verhoor der getui gen togen mij, niet sti ik vragen; maar het geluste hom niet, iets van ecnig belang uil hen te krijgen. Integendeel, zijne vragen aan den mclaalkuudige van de munt, die opgeroepen was, ten einde de hoedanig heid van b*t goud te ondarzeeken, hadden slechts te Bij die mannen is dat zoo klaar als 't klaarste pompwater. Voor mij is 't dan ook klaar, dat die Anseele's en consoorten die daar in de Kamers zitten te huilen en te tieren en uit schelden dat zij zich dapper zullen moeten haasten om de vereischte vol maaktheid te verwerven. Den vriendelijken goeden dag, lezer, tot op 'nen anderen keer. Vicq. VAN DEN WERKMAN. Hoe zijn de tijden toch veranderd 1 Ja, als men ziet boe dat sommige werkmen- schen bandelen, moet men uitroepen 't eu zijn do zelfde niet meer van over 25 jaar! Eertijds was de woning vau de werk man de heilige plaats,waar hij het zuiver vermaak, de zoetste vreugde genoot te midden zijner vrouw en xijuer kinderen, die hem des middags en des avonds, als hij moê gewerkt was, hem kwamen tegen- geloopen, en die door de teekens vau blijdschap en van genegenheid die zij hem toonden, hem de vermoeienissen van den dag deden vergeten. Des zondags ging de man zijn vermaak niet zoeken in slechte herbergen of in gemeene koten, maar hij had ziju plezier in zijn huis zelve. Voor en ua het eten werd er altijd gebeden. Des avonds, voor dat zich eenieder ter rust oegaf, werd door de oudste zoon of oudste dochter het avondgebed voorge lezen, waaraan gansch de kleine familie godvruchtig antwoordde en waarop een - Vader ons volgde voor vader- of moeders zielelafcnis. Zekerlijk op onze dagen zijn er nog veel werklieden, die aan die schoone vaderlijke gewoonten zijn getrouw ge bleven, die al hunne krachten inspannen om aan hünne kiuders eene goede en deftige opvoeding te geven, cn om hen van de gevaren van de wereld te ver wijderen. Zeker verre zij van ons het gedacht dat wij nu sulke huisgezinnen bij ons werk volk niet meer en vinden, Maar ongelukkiglijk wat moeten wij nu maar al te dikwijls zien Somtijds leeft man en vrouw in twist de kiuders van als zij nauw eenige woor den kunnen uitspreken, volgen het voor beeld van vader en moeder, en lasteren de naam van dien God, die alléén iu het huishoudelijk leven, de rust en de vrede kan doen heerschen de kinders worden naar scholen gezonden, waar zij helaas I maar al te weinig van God en zijn gebod, van de HH. Sakramenten, van het gebed hooren spieken 'thuis gekomen, onder vinden de ouders al de eerste vrucht van zulke opvoeding, zij zijn wederspannig, ongehoorzaam, en zoo vermeerderen zij nog de tweedracht, die ongelukkiglijk tusschen man en vrouw, maar al te dik wijls, al te lang bestaat. Welke mogen nu de oorzaken zijn van die verandering in het huisgezin Eerst en vooral de gevolge, dat het metaal der afgesneden «tukjes ver klaard werd geheel overeen te komtn met dat van den geschonden penning. Geen wonder indien de jury meende, dat de zaak zich tegen mij wend«e. Toen deed mijn advokaat zjjne getuigen voorkomen. Ik luisterde in angstige spanning. De eerst* was de landbouwer van Lichfield, een welmeenend oud man. doch niet al le helder van hoofd, die blijkbaar reeds van zijn stuk raakte, toen hij zich tegenover zoovele deftige, gepruikte rechtsge leerden geplaatst zag. Niettemin slaagde mijn advokaat er in, met einde loos geduld en groote bekwaamheid, de ware geschie denis uit hem le krijgen. De oude nun vertelde ons ten leste, dat h|j de munten bad opgegraven en ze mij had verkocht voor vyf pond ook, dat er een goudeu bij was, waarop een wonderlijke kop met groote, uit- puizende oogen was sfgebeeld. Toen h|j had geëindigd begon de advokaat-generaal zijn verhoor met strikvragen. Hjj overhandigde den boer ecucn gouden penning. Hebt gij dit wel meer gezien T vroeg hij bedaard. Ja zeker, antwoordde de nun, het hem toege reikte n untstuk met open mond bekijkend. Wat is het dan Het is de penning, dien ik aan M. Fait daar heb verkocht, e«n van de munten, die er in het *ude kan netje «aren. De advokut wendde zich zegevierend tot dan rechter. Godsdienst die uit het huis verbannen is eeu huis immers waar niet gebeden wordt, waar integendeel den Heiligen Naam van God van 's morgens tot s avonds gelasterd wordt door kleinen en door grooten, kan den zegen van den Heer over zich niet trekken. Daarby nog de slechte gazetten, die ongelukkiglijk op onze dagen zoo nyg verspreid en soo veel gelezen worden die den walg inboezemen voor al wat kristen en deftig is die het huishoudelijk leven willen vernietigen die de menschen eenen afkeer doen krijgen 7an de kerk en hare priesters die hen noglhans zoo nijg genezen zijn. En zulke gazetten vinden de kinders als zij 't huis komen, zulke gazetten zien de kinders dat hunne ouders lexon en dus goedkeuren Oh wat staat er te wachten voor zulke ouders Wat is het wreed de kinders in zulke gevoelens te zien op groeien Wat mogen zij verwachten van zulke kinders Ah I ouders,past op uwe kinders,gelijk gij ze kweekt als ze nog jong zijn, zult gij ze hebben in den verderen ouderdom. Zijn zij de vreugde of dc droefheid van uwen ouden dag, gij moet het toewijten aan de opvoeding, die gij hen gegeven hebt als zij nog jong waren. Hier immers komt die vergelijkenis te pas eene jonge boom kan men leiden naar beliefte, maar eens dat dien boom nen zekeren ouderdom heeft, eens dat z ne wortelen diep in den groud geschoten zijn, wordt hij wederspannig en onge- hoorsaam. Amicus. Men heeft verleden week in de Kamers gesproken, van ons werkvolk dat alle ja ren naar Frankrijk gaat werkan, of in andere woorden van onze franschmans. Een lid uit de Kamer heeft daarover aan de Minister van Justicie gevraagd, ofdat het niet mogelijk was, daar by die werklieden in Frankrijk, eenige priesters to zenden, om aan die menschen het vol brengen hunner geestelijke plichten te vergemakkelijken. Edel en schoon gedacht, zeker maar daar er hier in ons Bisdom juist niet te veel priesters zijn, sou men kunnen beter doeu, van daar de priesters naartoe zen den, die hierin bet Bisdom geeue bedie ning hebben, en die hier niet kunnende ;ehoorzamen, daar misschien voorbeel- lige apostels zouden zijn Daarbij weet dien heer misschien niet dat er te Parijs twee priesters zijn, die zich daar uitsluitelijk met de Vlamingen die daar werken bezighouden, onder an der den E. H. De Keyser, oud-professor van het St.-Martensgesticht Of zou die heer misschien denken van zekere pries ters vleugelen aan te doen om de Vlaam- sche werklieden te volgen overal waar zij zich verspreiden Gebensieskoib. Mylord, zegde hij, het muntstuk, dit de getuige onder e«de verklaart hetzelfde te zijn als dalgeen, wat hij den aangeklaagde verkocht, i* een goudstuk van Ethelwulf van Wessex, de algemeenste en goed koopste munt van bet gehecle Angelsaksische tijd perk. En in gezelschap van den Wulfric van Mercia deed de Ethelwulf van Wessex de ronde bij de jury ket onderscheid »as, zooals ik zelf zeer goed wist, inder daad zichtbaar genoeg Alle overeenkomst die de oude man tusschen de beide penningen kon opgemerkt hebben, moest in de oud Angelsaksische wijze van munten gelegen zijn. Na het verboor van dezen getuige, begon ik inder daad le begrijpen, dal mijne zaak verloren was. Mijn advokaat trachtte bij het heronderzoek den ouden man te doen in zien, dat de penning welke hij mij verkocht had. en de Ethelwulf niet een en de zelfde waren. Te vergeefs. De boer koesterde blijkbaar den vreeselgksten angst voor meineed en zou om uiets ter wereld zijn eerste, onder eed verklaarde getuigenis hi-bben teruggenomen. Neen, neen, mijn heer, zegde hij herhaaldelijk, in aalwoord op dc zacht zinnige aansporing van mijnen advokaat, al zjjt gij nog knap, tot eenen valschen eed znlt gij mij niet dwingen. De volgende getuige was Emily. Rleek en met roode oogen, doch zeer vrijmoedig kwam zij voor. Mijn ad vokaat vroeg haar uitstekend, en zij bleef met echt vrouwelijke volharding stokstijf volhouden, dat zij Het voeden Het is belangrijk goed te boeren op 't land, maar belangrijker nog is het goea te boeren in den stal. De meeste voort brengselen van 't land zijn onder den voet, daar de beesten meestal nog 'nen prijs gelden. Daarbij Boer in den stal Js boer overal. De - Den der bode heeft voor zich ge nomen in eene reeks artikelen de eerste grondstellingen over het voeden der die ren aan zijne lezers uiteen te doen. De eerste vraag is waartoe dient het voedsel dat men aan de dieren geeft Dat weten de boeren allemaalhoor ik roepen. Het kan zyu; maar ik wil toch dat wat verklaren. Al de organen van het lichaam der die ren ondergaan gedurig sleet. De stoffen die weggaau moeten door andere vervan gen worden. De mensch houdt de dieren opdat zo hem nut verschaffen. Van som mige vraagt hij krachtinspanning. Deze veroorzaakt eene meerdere ontvorming of sleet, die ook moet hersteld worden. Van andere vraagt hij vleesch, vet, melk, enz. Daarvoor zijn or boven de stoffen die de sleet herstellen, ook andere noodig. Elke stof die dient om 't lichaam te onderhou den of nut te verschaffen, heet voedsel. - Het lichaam der dieren bestaat uit de 12 elementen, dio we niet gaan opnoe men. Die twaalf lichamen, volstrekt noo dig, zyn in de vier volgende soorten van grondstoffen behouden Stikstof houdende stoffen, (eiwitachtige, lijmachtige en hoornachtige), vet, mine rale stoffen, water. Lawes en Gilbert, twee Engelschmans geloof ik, hebben door een groot aantal ontlediugen, te Rothamsted uitgevoerd, vastgesteld onder welke verhouding die vier soorten van stoffen in het dieren- lichaam voorkomen. Zij vonden op 100 kilogrammen ts ÈL cw O O N <4 S O c 2. er D- 0 3. p" •o 13 Water 48.4 fil 48, t 37,1 58,1 43 Eiwicht. stof. 18,1 3,4 15,8 13 tl.S 14,5 11.4 Vel 20.8 32 ttf 37,8 48.3 24,6 43,0 Assche •Ml 4.2 3,3 3 3,1 2,81 1,7 Uit dc tafel blijkt dat het water in da meeste hoeveelheid voorkomt. Men be merkt ook dat die hoeveelheid vermindert met het vetten der dieren zij vermindert nog met hunnen ouderdom. Het vet is het bijzonderste vaste deel; het vermeerdert in grooto hoeveelheid als do dieren vet worden. Samenstelling van het voeder. Het voeder, om aan het lichaam si de noodige stoffen te geven en in alle riine noodwendigheden te voorsieu, moet "be vatten zelf den gesnoeiden penning en geenen ander, n op den morgend van den vermeenden diefstal had g< zien. Zij wist dat het zoo was, omdat z|j zich duidelijk het opschriftWulfric Rex herinnerde en de bmbaar- sche kinderachtigheid der beeldtenis. De advokaat-generaal met tweo vragen laatig v wel wat pijnlijk, doch recht toch gedaan gene voor de rechtbank Hel antwoord kwam De advokaat-generaal de jonge dame slechts De eene was misschien tl in het belang van het Was zjj met den pevan- en bedeesd diep adem zag haar scherp in het gelaat. Kon z|j het opschrift op dezen penning lezen Hij overhandigde l aar den Ethelwulf. Groote God Ik doorzag eensklaps deu toeleg maar ik was buiten machte haar te waarael.u*< ii. Emily beschouwde bet eehrill lang en aandachtig. Neen, zegde z|j ten leste, doodsbleek, woidrnde en zich aan de bank vasthoudende. Ik kan de letter niet, waarin hel geschreven is. Natuurlijk niethet randschrift was in h. t eigen aardige half-Kunische Angelaeksisrhe schrift Zij had ook de woord«n Wulfric Rex niet geleien ik had ze hear voorgelezen, en zij bad ie onthouden, later zonder twijfel meenende dat zij ze zelve bad ontcijfert. (WorM —trhjend.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 1