Zondag 5 Februari 1895.
5 centiemen per nummer.
49*'" Jaar 2952.
DIEREN
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en des Arrondissements Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Pilatus en Herodes.
En thans welke verandering I
DE
GOUDEN PENNING
Socialisten-wereld.
HET HTJIS
De kwestie van wie?
Landbouw
F
J:
■w
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is twe. maal ter week
voor de Stad 5 frankmei de Post verzonden 6 frank 's ja.irs, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Wen schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zouts!raat, N. 31,
en in alle Posikantoren des Land.
Cuique «uum.
Per drukregel, Lewooe 15 centiemen P.eklamen fr. 1,00; Vomibscn op
3e bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
ïccoord. \iet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren iii»t;»ri>s«cn mouten fiiiune inzendingen doen, uiterlijk teg n den
Jijnsdag xrjdn- in den voo> middag.
\,.ur de advertmtien uil vreemd.' I:ju.!in xich te wenden ten ureele
van dit blad.
Anlst, den Fel». 189S.
Wij lezen in het H Evangelie dat Pila
tus om xich van dan Zaligmaker te ont
maken, Hem Terzond tot Herodes den
koning der Joden. Van dien dag af, xegt
de gewijde text, xiju Piiatus en Herodes,
die te Toren aartsvijanden waren, de
bexte vrienden geworden.
Dere woorden, bexte lexers, kwamen
mij te binnen bij het overdenken van de
handelwijze onzer tegenstrevers tijdens
en sedert den laatsten kiesstrijd. Wij
kennen er velen die te voren op malkan
deren tuurden met oogen die vlamden
van toorn en wraaklust en die thans op
malkanderen oogskens pinken van liefde
en vanteederheid.
Doch beperken wij ons alleenlijk bij de
houding van Het Land van Aelst, ten
opzichte van de liberalen, vrydenkers en
goddeloozen.
Wij, hebben vruchteloos, sedert zes
maanden en mser, eeu enkel artikelke
trachten te vinden waarin het liberalis-
mux wordt aangerand. Neen, men ver
schiet nu liever zijn poer uaar de katho
lieken, want de liberalen enz. zijn al met
eens kristene? demokraten geworden.
't Is waar, het grootste getal van hen
xiet men nooit in de kerk, zij spotten
gaarne met God en zijne geboden, zij bas
sen wel dagelijks op de priesters, maar
als men kristene demokraat is dat steekt
aoo nauw niet. Hoeden af, voor die hee
ren I
En nogtans
Door welk blad werden eertijd» de libe
ralen wekelyks uitgemaakt en beleedigd?
Door Het Land van Aelst,
In wik blad vond men wekelijks nij
pende zweepslagen, bytende beschimpin
gen voor de liberalen en hunnen aanhang?
In Het Land van Aelst.
Welk blad werd door de liberalen ge
stadig vervolgd en voor de rechtbanken
gebracht
Het Land van Atlst.
Waar werden eertijds door de liberalen
de ruiten uitgesmeten, zoodanig dat men
het noodig achtte er eene yzeren tralie
voren te plaatsen
In het bureel van Het Land van Aelst.
Wie ontving er op zekerea dag in het
midden der straat eenen kaakslag van
een liberalen vrijdenker?
De uitgever van Het Land van Aelst.
Wie werd er door de liberalen bedreigd
van afgeranseld en in de vaart te worden
geworpen
De uitgever van Het Land van Aelst.
Wie dierf des avonds dus, zich eertijds
niet meer vertoonen op straat uit vrees
voor de liberalen
De uitgever van Het Land van Aelst.
Wie zyn tijdens den kiesstrijd de he
vigste voorvechters geweest van de zoo
gezegde volkspartij van Chipka
De liberalen.
3* Vervolg.
Dat it goed, mijne lievelinge, zegde ik, trach
tende haar wat op te nekken Ik twyfel er volstrekt
niet aan, of wij zullen, wanneer de zaak voor het
gerecht komt, in staat zijn mij volkomen te recht-
veerdigen van deze vreeseljjke, ongegronde verden
king.
Toen de zaak nu werkelijk voor het gerecht kwam,
begonnen de overheden van het MHseum zonder ecnig
metdongen hare aanklacht tegen mij in te brengen.
De bestuurder getuigde dat zich op dien en dien dag,
in die en die afdeeling een gouden penning van Wul-
fric tan Mercia had bevonden, het c gendom van ru l
Museum. Hij en Mactavish verhaalden nauwkeurig
onder welke omstandigheden de penning was verloren
geraakt. Hij vertelde, hoe ik, nadat hij m|j gesproken
had van een onderzoek, waara.in ik mij zou moeten
onderwerpen, eenen gouden penning van Wulfric
van Mercia uit mijnen vestz-.k had gehaald, en dat ik
beweerde, dat bet exemplaar mijn eigendom was. De
advokiat-generaal ging daarop tot het verboor over.
Wie hebben Het Land van Aelst aan
gemoedigd, aanbevolen en verspreid
De liberalen.
Wie hebben ten voordeele van Het
Land van Aelst, weerlooze priesters
vervolgd, aangevallen en geslagen?
De liberalen.
Wie gaat er iu alle vertrouwelijkheid
en gemeenzaamheid om met de opstellers
van Het Land van Aelst
De liberalen.
Wie heeft er als een man in de laatste
kiezing ten voordeele van de kandidaten
van Het Land van Aelst, gewerkt, ge
dreigd en gekozen
De liberalen.
Wie aanzien éénen priester als de red
der hunner partij, terwijl zij al do andere
priesters in hunne gesprekken en in
hunne gazetten aanvallen em lasteren
De liberalen.
Wie kwamen na de kiezing in 't bureel
van Hel Land van Aelst, gelukwenschen,
toejuichen en bouquets aanbieden
De liberalen.
Wie zijn er voortdurend de beste vrien
den van Chipka
De liberalen.
Gij ziet het, beste lezers, alles is ver
anderd. Pilatus en Herodes leven nog ten
huidigen dage.
Den eersten keer dat Het Land van
eist nog een artikel zal schrijven tegen
liberalen, sullen wij het ruchtbaar
maken in de vier hoekeu van het arron
dissement.
Maar wij zullen wachten en lang wach
ten.
Hewel I zooveel te beter. Do zooge
zegde volksmannen, de liberalen en so
cialisten moeten te zamen verbroederen
en in do naasto kiezing zulh-n wij, katho
lieken, te strijden hebben tegen eene en
kele party de liberale partij.
Almachtige en rechtvaardige God 1
Welke vernedering, welke schande voor
die mannen IJ
Maar vindt ge niet, geachte lezer, dat
er veel, veel van die socialisten gespro
ken, geschreven en gewreven wordt, en
dat er nog weinig gazetten zijn, geen om
zoo te zeggen, die dat al ne keer klaar
uiteengezet hebben, wat dat is, wat die
mannen willen.
Men hoort zeggen, alles gaat gedeeld
worden, allen zullen even rijk zijn.
Wat is er daarvan? En hoe zal dat zijn?
En hoe gaan ze dat uitleggen dat zoo'n
leven kan bestaan V
Hewel, ik zou my daar nog wel eenige
woorden willen over riskeeren om den
lezer plezier te doen.
Ten eerstealles doelen, aan den eenen
zooveel geven als aan den anderen, ja, ja
dat hebben ze nog wel gezegd, maar ze
zagen alras dat de blindste zelf zou gezien
hebben dat zulks eene lachmetterij was,
't is te zeggen, «ene volstrekte onmogelijk
heid.
Vandaag deelen en alles effen gelijk
maken, en morgen is 't weerom allemaal
Herkent gij den penning, dien ik u bier ter
hand stel T
Ja.
Als hoedanig
Als den cenigen gouden penning van Wulfric
van Mercia, toebohoorende aan het Museum.
Gij twijfelt dut volstrekt niet aan zjjne echt
heid 1
Volstrekt niet.
Verschilt hij in eenig opzicht van denzellden
penning, toen gij dien vroeger gezien hebt t
Ja hg is afgesnoeid en heelt eene kleine plooi
bekomen aan de keerzijde, juist onder de \V van
Wulfric.
Verdenkt gij den gevangene deu penning te heb
ben geschonden
Ja. Ik vroeg hem, of hij een mes bij zich had.
Hij an'woordde neen Daarop vroeg ik hem, of hij
mij toestond hem te onderzoeken. Hij willigde dit in,
uu ik vond in zijnen borstzak de uagelscheer, aan
weerszijden van eene klaine vijl voorzien, die ik u
hier ter hand stel.
Gelooft g|j dat de penning kan zijn afgesneden
met deze scheer
Ja. het goud is zeer zacht en van weinig ge
halte, het kan gemakkelijk mei een mes of eene
scheer gesnedeu worden.
Terwijl ik luis'erde, verwonderde het mij niet, dat
de jury mij bezag alsof h|j mg reeds schuldig achtte;
maar ik glimlacht* inwendig bij de gedacht*, boe vol-
om zeep. Want met die deeling zouden de
menscben van aard niet veranderen en de
eene zou sparen en verrijken en de andere
zou alras bet boeltje opgedaan hebben.
De kopstukken hadden dat ook al rap
gezien en zij hebben eeu ander stuk op
't getouw gesteken.
't Is daarom niet veel sterker dan 't vo
rige.
Het hedendaagsch socialismus zou de
Staat eenigen eigenaar maken van al de
voortbrengingsmiddelcn.
Versta wel al dat nog kan dienen tot
nieuwe voortbrengst zou aan den Staat
toehooren.
Land, fabrieken, mijnen, alles aan den
Staat,en iedereen zou vrij zijn van te doen
wat hij wil, of liever iedereen zou de
slaaf wordou van den Staat, iedereen zou
moeten werkeu op zijnen toer dan in de
fabrieken, dan in de koolmijnen, wilde
bij van zijnen goedhertigcu meester den
Staat, nen boterham krijgen.
En denkt, als 't u belieft, niet geachte
lezer, dat ik overdrijf, geen beetje, ik
zal u zelfs zeggen dat de geleerde bollen
die bet zich aldus getroost hebben om
hunne heerschzucht te voldoen, moeten,
bekennen, dat elk op zijnen toer zal moe
ten de straat vagen, wasschen en plassen
enz.
Iedereen zou immers gelijk zijn, 't is
dat precies wat ze willen.dat ergecne
verschillige standen meer zouden zijn en
ge begrijpt gemakkelijk dat iedereen al
eens zou willen van straatvagen verlost
zijn en een ander postje bekleeden zoo
als minister zijn, advokaat of dokt oor,
misschien.
Spijtig dat de eenvoudige menschcn dat
niet weten, de socialisten zouden rap pak
en zak mogen maken en hunne matten op
rollen.
Maar weet ge hoe fijn dat die socia
listen koppen zich uit den slag trek ken
wanneer men hun die belachelijkheid
doet opmerken?
Eenvoudig 't deze Iu den socialisten-
staat zal iederen volmaakt zijn, bereid
om alles, gelijk wat te doen, op het gege
ven teeken van Vader deu Staat.
Deugnieten, dieven en schelmen zullen
op eens als weggevaagd zijn,daar zai men
nooit meer hooren van spreken. Luiaards
en diergelijke zullen ook niet meer te vin
den zyn.
Iedereen zal neerstig zijn, om te neer-
stiger; 'tzou wel kunnen gebeuren dat
men uit loutere neerstigheid malkanders
boterhammen zal opeten.
Verders iedereen rechtveerdig iu den
hoogsten graad woorden zooals onrecht-
veerdig en dief moeten uit de woorden
boeken geschrabt worden.
Men zal ook uitermate vredelievend
zijn, daarom zal de eene den anderen
altijd in alles toegeven; twisten eu kra-
keelen daar is geen spraak meer van.
O socialisten-wereld, land van belofte,
ge kunt er niet gauw genoeg meer zijn
Dunkt u dat ook niet, geachte lezer
Ik peis als de socialisten eens aan 't roer
moesten komen, dat de Moniteur, 't is
te zeggen, 't officieel blad eenen dag zou
aaukoudigen op dewelken allen zouden
gehouden zijn des morgens, al op eens,
zoo maar volmaakt uit hun bed op te
staan.
komen Emily's en des landbouwers getuigenis deze
verdenking zou logenstraffea.
De volgende getuige was de knecht, die met het
kuischen der raten van het Museum belast was. Zijne
getuigenis opende niet vele nieuwe gezichtspunten,
totdat ten leste de advokaat hem een papier, enkele
kleine stukjes geel metaal bevattende, voorlegde en
hem zegepralend vroeg of hij deze herkende. De man
antwoordde toesteromand.
Er ontstond eene diepe stilte. Het gerechtshof be
gon belangstelling te gevoelen, het werd nieuwsgie
rig. En plotseling, ik begreep zelf niet juist waarora>
gevoelde ik mij allen moed ontzinken.
Wat z|jn het dan vroeg do advokaat.
Het zijn kleine snippers goud, die ik b|j het
uitschudden van de kokosmal op den vloer gevonden
heb van galerij 27, zaterdag na de poging t*t diefstal.
Het was mij, alsof er plotseling eene m|jn onder
mijne voeten sprong. Hoe ter wereld mochten die
stukjes zacht goud daar op den groud gekomen zijn
Hot was mij een raadsel Het was mij onbegrijpelijk
Maar dit stond mij eensklaps duidelijk voor oogen
deze vreemde, onverklaarbare omstandigheid zou mü-
ne zaak groot nadeel doeu.
Thans begon mijn advokaat het verhoor der getui
gen togen mij, niet sti ik vragen; maar het geluste
hom niet, iets van ecnig belang uil hen te krijgen.
Integendeel, zijne vragen aan den mclaalkuudige van
de munt, die opgeroepen was, ten einde de hoedanig
heid van b*t goud te ondarzeeken, hadden slechts te
Bij die mannen is dat zoo klaar als
't klaarste pompwater.
Voor mij is 't dan ook klaar, dat die
Anseele's en consoorten die daar in de
Kamers zitten te huilen en te tieren en
uit schelden dat zij zich dapper zullen
moeten haasten om de vereischte vol
maaktheid te verwerven.
Den vriendelijken goeden dag, lezer,
tot op 'nen anderen keer. Vicq.
VAN DEN WERKMAN.
Hoe zijn de tijden toch veranderd 1 Ja,
als men ziet boe dat sommige werkmen-
schen bandelen, moet men uitroepen
't eu zijn do zelfde niet meer van over
25 jaar!
Eertijds was de woning vau de werk
man de heilige plaats,waar hij het zuiver
vermaak, de zoetste vreugde genoot te
midden zijner vrouw en xijuer kinderen,
die hem des middags en des avonds, als
hij moê gewerkt was, hem kwamen tegen-
geloopen, en die door de teekens vau
blijdschap en van genegenheid die zij hem
toonden, hem de vermoeienissen van den
dag deden vergeten. Des zondags ging de
man zijn vermaak niet zoeken in slechte
herbergen of in gemeene koten, maar hij
had ziju plezier in zijn huis zelve. Voor
en ua het eten werd er altijd gebeden.
Des avonds, voor dat zich eenieder ter
rust oegaf, werd door de oudste zoon of
oudste dochter het avondgebed voorge
lezen, waaraan gansch de kleine familie
godvruchtig antwoordde en waarop een
- Vader ons volgde voor vader- of
moeders zielelafcnis.
Zekerlijk op onze dagen zijn er nog
veel werklieden, die aan die schoone
vaderlijke gewoonten zijn getrouw ge
bleven, die al hunne krachten inspannen
om aan hünne kiuders eene goede en
deftige opvoeding te geven, cn om hen
van de gevaren van de wereld te ver
wijderen.
Zeker verre zij van ons het gedacht dat
wij nu sulke huisgezinnen bij ons werk
volk niet meer en vinden,
Maar ongelukkiglijk
wat moeten wij nu maar al te dikwijls
zien
Somtijds leeft man en vrouw in twist
de kiuders van als zij nauw eenige woor
den kunnen uitspreken, volgen het voor
beeld van vader en moeder, en lasteren
de naam van dien God, die alléén iu het
huishoudelijk leven, de rust en de vrede
kan doen heerschen de kinders worden
naar scholen gezonden, waar zij helaas I
maar al te weinig van God en zijn gebod,
van de HH. Sakramenten, van het gebed
hooren spieken 'thuis gekomen, onder
vinden de ouders al de eerste vrucht van
zulke opvoeding, zij zijn wederspannig,
ongehoorzaam, en zoo vermeerderen zij
nog de tweedracht, die ongelukkiglijk
tusschen man en vrouw, maar al te dik
wijls, al te lang bestaat.
Welke mogen nu de oorzaken zijn van
die verandering in het huisgezin
Eerst en vooral de
gevolge, dat het metaal der afgesneden «tukjes ver
klaard werd geheel overeen te komtn met dat van den
geschonden penning.
Geen wonder indien de jury meende, dat de zaak
zich tegen mij wend«e.
Toen deed mijn advokaat zjjne getuigen voorkomen.
Ik luisterde in angstige spanning.
De eerst* was de landbouwer van Lichfield, een
welmeenend oud man. doch niet al le helder van
hoofd, die blijkbaar reeds van zijn stuk raakte, toen
hij zich tegenover zoovele deftige, gepruikte rechtsge
leerden geplaatst zag.
Niettemin slaagde mijn advokaat er in, met einde
loos geduld en groote bekwaamheid, de ware geschie
denis uit hem le krijgen. De oude nun vertelde ons
ten leste, dat h|j de munten bad opgegraven en ze mij
had verkocht voor vyf pond ook, dat er een goudeu
bij was, waarop een wonderlijke kop met groote, uit-
puizende oogen was sfgebeeld.
Toen h|j had geëindigd begon de advokaat-generaal
zijn verhoor met strikvragen. Hjj overhandigde den
boer ecucn gouden penning. Hebt gij dit wel meer
gezien T vroeg hij bedaard.
Ja zeker, antwoordde de nun, het hem toege
reikte n untstuk met open mond bekijkend.
Wat is het dan
Het is de penning, dien ik aan M. Fait daar heb
verkocht, e«n van de munten, die er in het *ude kan
netje «aren.
De advokut wendde zich zegevierend tot dan rechter.
Godsdienst
die uit het huis verbannen is eeu huis
immers waar niet gebeden wordt, waar
integendeel den Heiligen Naam van God
van 's morgens tot s avonds gelasterd
wordt door kleinen en door grooten, kan
den zegen van den Heer over zich niet
trekken. Daarby nog
de slechte gazetten,
die ongelukkiglijk op onze dagen zoo nyg
verspreid en soo veel gelezen worden die
den walg inboezemen voor al wat kristen
en deftig is die het huishoudelijk leven
willen vernietigen die de menschen
eenen afkeer doen krijgen 7an de kerk
en hare priesters die hen noglhans zoo
nijg genezen zijn.
En zulke gazetten vinden de kinders
als zij 't huis komen, zulke gazetten zien
de kinders dat hunne ouders lexon en dus
goedkeuren Oh wat staat er te wachten
voor zulke ouders Wat is het wreed de
kinders in zulke gevoelens te zien op
groeien Wat mogen zij verwachten van
zulke kinders
Ah I ouders,past op uwe kinders,gelijk
gij ze kweekt als ze nog jong zijn, zult gij
ze hebben in den verderen ouderdom.
Zijn zij de vreugde of dc droefheid van
uwen ouden dag, gij moet het toewijten
aan de opvoeding, die gij hen gegeven
hebt als zij nog jong waren.
Hier immers komt die vergelijkenis te
pas eene jonge boom kan men leiden
naar beliefte, maar eens dat dien boom
nen zekeren ouderdom heeft, eens dat
z ne wortelen diep in den groud geschoten
zijn, wordt hij wederspannig en onge-
hoorsaam.
Amicus.
Men heeft verleden week in de Kamers
gesproken, van ons werkvolk dat alle ja
ren naar Frankrijk gaat werkan, of in
andere woorden van onze franschmans.
Een lid uit de Kamer heeft daarover
aan de Minister van Justicie gevraagd,
ofdat het niet mogelijk was, daar by die
werklieden in Frankrijk, eenige priesters
to zenden, om aan die menschen het vol
brengen hunner geestelijke plichten te
vergemakkelijken.
Edel en schoon gedacht, zeker maar
daar er hier in ons Bisdom juist niet te
veel priesters zijn, sou men kunnen beter
doeu, van daar de priesters naartoe zen
den, die hierin bet Bisdom geeue bedie
ning hebben, en die hier niet kunnende
;ehoorzamen, daar misschien voorbeel-
lige apostels zouden zijn
Daarbij weet dien heer misschien niet
dat er te Parijs twee priesters zijn, die
zich daar uitsluitelijk met de Vlamingen
die daar werken bezighouden, onder an
der den E. H. De Keyser, oud-professor
van het St.-Martensgesticht Of zou die
heer misschien denken van zekere pries
ters vleugelen aan te doen om de Vlaam-
sche werklieden te volgen overal waar zij
zich verspreiden
Gebensieskoib.
Mylord, zegde hij, het muntstuk, dit de getuige
onder e«de verklaart hetzelfde te zijn als dalgeen,
wat hij den aangeklaagde verkocht, i* een goudstuk
van Ethelwulf van Wessex, de algemeenste en goed
koopste munt van bet gehecle Angelsaksische tijd
perk.
En in gezelschap van den Wulfric van Mercia deed
de Ethelwulf van Wessex de ronde bij de jury ket
onderscheid »as, zooals ik zelf zeer goed wist, inder
daad zichtbaar genoeg Alle overeenkomst die de oude
man tusschen de beide penningen kon opgemerkt
hebben, moest in de oud Angelsaksische wijze van
munten gelegen zijn.
Na het verboor van dezen getuige, begon ik inder
daad le begrijpen, dal mijne zaak verloren was.
Mijn advokaat trachtte bij het heronderzoek den
ouden man te doen in zien, dat de penning welke hij
mij verkocht had. en de Ethelwulf niet een en de
zelfde waren. Te vergeefs. De boer koesterde blijkbaar
den vreeselgksten angst voor meineed en zou om
uiets ter wereld zijn eerste, onder eed verklaarde
getuigenis hi-bben teruggenomen. Neen, neen, mijn
heer, zegde hij herhaaldelijk, in aalwoord op dc zacht
zinnige aansporing van mijnen advokaat, al zjjt gij
nog knap, tot eenen valschen eed znlt gij mij niet
dwingen.
De volgende getuige was Emily. Rleek en met roode
oogen, doch zeer vrijmoedig kwam zij voor. Mijn ad
vokaat vroeg haar uitstekend, en zij bleef met echt
vrouwelijke volharding stokstijf volhouden, dat zij
Het voeden
Het is belangrijk goed te boeren op
't land, maar belangrijker nog is het goea
te boeren in den stal. De meeste voort
brengselen van 't land zijn onder den
voet, daar de beesten meestal nog 'nen
prijs gelden. Daarbij
Boer in den stal
Js boer overal.
De - Den der bode heeft voor zich ge
nomen in eene reeks artikelen de eerste
grondstellingen over het voeden der die
ren aan zijne lezers uiteen te doen.
De eerste vraag is waartoe dient het
voedsel dat men aan de dieren geeft
Dat weten de boeren allemaalhoor ik
roepen. Het kan zyu; maar ik wil toch dat
wat verklaren.
Al de organen van het lichaam der die
ren ondergaan gedurig sleet. De stoffen
die weggaau moeten door andere vervan
gen worden. De mensch houdt de dieren
opdat zo hem nut verschaffen. Van som
mige vraagt hij krachtinspanning. Deze
veroorzaakt eene meerdere ontvorming of
sleet, die ook moet hersteld worden. Van
andere vraagt hij vleesch, vet, melk, enz.
Daarvoor zijn or boven de stoffen die de
sleet herstellen, ook andere noodig. Elke
stof die dient om 't lichaam te onderhou
den of nut te verschaffen, heet voedsel.
- Het lichaam der dieren bestaat uit
de 12 elementen, dio we niet gaan opnoe
men. Die twaalf lichamen, volstrekt noo
dig, zyn in de vier volgende soorten van
grondstoffen behouden
Stikstof houdende stoffen, (eiwitachtige,
lijmachtige en hoornachtige), vet, mine
rale stoffen, water.
Lawes en Gilbert, twee Engelschmans
geloof ik, hebben door een groot aantal
ontlediugen, te Rothamsted uitgevoerd,
vastgesteld onder welke verhouding die
vier soorten van stoffen in het dieren-
lichaam voorkomen. Zij vonden op 100
kilogrammen
ts
ÈL
cw
O
O
N
<4
S
O
c
2.
er
D-
0
3.
p"
•o
13
Water
48.4
fil
48, t
37,1 58,1 43
Eiwicht. stof.
18,1
3,4
15,8
13
tl.S 14,5 11.4
Vel
20.8 32
ttf
37,8
48.3 24,6 43,0
Assche
•Ml
4.2
3,3
3
3,1
2,81 1,7
Uit dc tafel blijkt dat het water in da
meeste hoeveelheid voorkomt. Men be
merkt ook dat die hoeveelheid vermindert
met het vetten der dieren zij vermindert
nog met hunnen ouderdom. Het vet is het
bijzonderste vaste deel; het vermeerdert
in grooto hoeveelheid als do dieren vet
worden.
Samenstelling van het voeder.
Het voeder, om aan het lichaam si de
noodige stoffen te geven en in alle riine
noodwendigheden te voorsieu, moet "be
vatten
zelf den gesnoeiden penning en geenen ander, n op
den morgend van den vermeenden diefstal had g< zien.
Zij wist dat het zoo was, omdat z|j zich duidelijk het
opschriftWulfric Rex herinnerde en de bmbaar-
sche kinderachtigheid der beeldtenis.
De advokaat-generaal
met tweo vragen laatig v
wel wat pijnlijk, doch
recht toch gedaan
gene voor de rechtbank
Hel antwoord kwam
De advokaat-generaal
de jonge dame slechts
De eene was misschien
tl in het belang van het
Was zjj met den pevan-
en bedeesd
diep adem
zag
haar scherp in het gelaat. Kon z|j het opschrift op
dezen penning lezen Hij overhandigde l aar den
Ethelwulf.
Groote God Ik doorzag eensklaps deu toeleg
maar ik was buiten machte haar te waarael.u*< ii.
Emily beschouwde bet eehrill lang en aandachtig.
Neen, zegde z|j ten leste, doodsbleek, woidrnde en
zich aan de bank vasthoudende. Ik kan de letter niet,
waarin hel geschreven is.
Natuurlijk niethet randschrift was in h. t eigen
aardige half-Kunische Angelaeksisrhe schrift
Zij had ook de woord«n Wulfric Rex niet geleien
ik had ze hear voorgelezen, en zij bad ie onthouden,
later zonder twijfel meenende dat zij ze zelve bad
ontcijfert.
(WorM —trhjend.