Donderdag
11 Februari 1895. 5 centiemen per nummer. J9ste Jaar 2955.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
Stad en des Arrondissements Aalst
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Stout gesproken.
Congo
en zijne voortbrengsels.
DE VROUW
GELE HAREN.
Van tak op tak.
DE
BODE
Dit hlad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteeki ning van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-23 voor zes
maanden; fr. 1-73 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving
«iadigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, 'N. 31,
e* in alle Poslkantoren des Land.
Guique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonniweu tp
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen d«B
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen alch La wénden ben Bureale
van dit blad.
Aalst, den 13 Feb. 189S.
Meer dan eens boorden wij zeggen
De socialisten in de Kamer, dat zijn
mannen die durven ten minste toch stout
spreken en hun gedacht zeggen.
Ja, 't is waarheid, de socialisten durven
stout spreken maar wij moeten er bijvoe
gen ze spraken veel maar kraamden ook
veel leugens uit; zij veroorzaakten vele
krakaelen die voor gevolg hadden dat
de Kamers veel kostelijkeu tijd hebben
verloren, die veel voordeeliger voor land
en volk kon besteed worden.
Men heeft de socialisten te veel laten
begaan en de heer Voorzitter De Lants-
heere heeft daar de geringste schuld niet
in gehad.
Eiadelijk werd de Rechterzijde al dat
getier moede en men oordeele het uood-
sakelijk aan de socialistische leiders eeue
oorvrijving toe te dienen.
De gelegenheid zou niet ontbreken.
Weldra bood zij zich aan en in zitting van
30 Januari 11. diende de heer Hellepulte
den leider Leo Defuisseaux eene meester
lijke aftakkeling toe die hem als eenen
bezetene deed tieren en huilen.
De heer Helleputte herinnerde dat toen
M. Defuisseaux eigenaar en bestierder
was der porseleinfabriek te Baudour,men
de werklieden betaalde bij middel van
porseleinen gehl, 't welk alleenlijk kon
uitgegeven worden in zekeren winkel ge
houden door zijn* bovenmeid.
De socialist Defuisseaux hierdoor in
het eng, in het zeer eng gedreven, want,
denkt eens, hij ook een uithuiter van
't werkvolk, riep stout weg:
n Ik verklaar onder eed eu op
mijne eer dat ik nooit het min
ste belang in eene handelsonderneming
heb gehad.
Onder eedop zijne
eer, nooit......
Maar zie In het Staatsblad van 1881,
N. 304, staat te lez«n
n Tusschen MM. Leo en Fernand De
fuisseaux is er onder de firma Leo
Fernand Defuisseaux eene handels
maatschappij ingericht voor de fabrikatic
van porseleinen voorwerpen enz. enz.
Dus 't gene socialist Defuisseaux.onder'
eed... op zijne eer... bevestigde nooit be
staan te hebben, had bestaan en hij werd
dus op heeterdaad van leugen betrapt net
gelijk den martelaar door zijnen Bisschop.
De groote schreeuwer Anseele kreeg
van 't zelfde laken eene broek.
Met veel getier en gebaren kwam hij
op tegen de boeten die in zekere nijver
heidsgestichten opgelegd worden in geval
van fouten of missingen.
De heer Huyshauwers viel hem in
de rede,zeggende Dat bestaat ook in
Vooruit...
Dat is gelogen snauwde socialist An
seele hem bitsig toe, bij Vooruit be
staan er geene boeten.
Wat is het dan, wedervoerde de heer
Huyshauwers. In uw werkhuis hangt een
reglement dat zekere fouten straft met
twee ot cli-ï<- «tnuen werk
zon er loon Is dat geene
boete
Een socialist Anseele stond paf!
Wij besluiten De socialisten durven
stout spreken, maar ze duiven niet min
stout weg liegen en lasteren gelijk echte
duivels.
Zoo eenigo lossen en de socialistische
overmoed zal weldra nog meer bedaard
zijn dan hij nu reeds is sedert de meester
lijke aftakkelingen die hen werden toe
gediend.
De belangen des lands zullen er veel bij
te winnen hebben, want door al dat ge
tier wordt de kostelijke tijd «Ier Kamer
in roeien eu roepen verknoeid
m.
Eén ,ler kostbare producten van Congo
is het ivoor.
Die stof, waarvan er groote voorraad
lag opgestapeld bij de inboorlingen, heeft
eene aanzienlijke rol gespeeld in de ont
wikkeling van het Afrikaansche werk.
Inderdaad, de kostbare koopwaar hoeft
velen aangezet om expedition te onder
nemen.
De olifantstanden bereiken 1,50 a 2
meters lengte en wegen tot 80 kilogram.
In 1887 beliepen de uitvoeren 795,700
fr.; iu 1893 bereikten zij de som van
3,718,700 fr. Antwerpen is de voornaam
ste markt. Het ivoor wordt daar open
baar, in loten eu aan verschillende prij
zen verkocht. Soms gaat de prijs tot
22 fr. per kilogram.
Men weet dat van ivoor verschillende
nijverheidsvoorwerpen worden gemaakt
vandaag herbegint men hierin ook kunst
stukken voor te. brengen. In het oude
Rome was die kunst zeer in de mode. Er
waren destijds knappe kunstenaars,
eborarii geheeten,en van de XIH en XIV
eeuw vinden wij hier ook kostbare over
blijfsels dezer kunst. De ivoorwerkers
der XVII eeüw zijn gekend: De Vlaming
Copé, de Nederlander Zeiler, de Brusse
laars Angermeyer en Duquesnoy, de
Antwerpenaar Van Obstal, Faidherbe van
i Mechelen.
j Rijk ii Congo in bouw- en timmerhout
De n'seke-seke is hout van de eerste
soort; hot gelijkt op den Amerikaanscken
notelaar en is*zeer overvloedig voorhan
den; de talcula geeft eene voortreffelijke
roode verfstof; «Ie sania, een zeer hard
hout, weerstand biedend aan de witte
mieren; het is zwaar en toch elastiek met
rozige aders als 't gepolijst is.
Tien of twaalf andere soorten zijn op-
merkensweerdig. De keukode nimubu
en de kula zijn voortreffelijk bruikbaar
voor spoorwegen.
Prachtig is het hout vau verschillende
hoornen voor schrijnwerkershout. De
bota is het ebbenhout van Congo de
sekegna is schoon rood, gevlamd; de gitlu
rood en bruinachtig van kleur. Voegt bij
dit alles het mahonie- en pal lisander hout.
Men heeft in de wereldtentoonstelling
vau verleden jaar (Congoleescbe afdee-
ling) kunnen zieu, welke sierlijke meube
len er van Cougoleesek hout gemaakt
wordeu.
Onder de planten, die er worden ge-
te «dd, noemt men vooral de koffieplant,
de cacao «'ïi de inhak. De eerste groeit
er in het wild, en is uit die streken oor
spronkelijk. Overal ontmoet men dien
heester. Een reiziger zegt dat hij in een
eiland van Oebangi, meer dan een half
uur tusschen die wilde planten gegaan is,
wieu beziën den grond bezaaiden.
Ongelukkig groeien zij in 't wild te veel
verspreid en men moot' tot do plantagiën
overgaau. Dien weg zijn de Araben reeds
ingetreden. Daar waar zij zich neersloe
gen, hebben zij dergelijke plantagiën aan
gelegd. Op ditoogenblik zijn er te Leo-
poldsville, te Equateurville, te Nieuw-
Antwerpeu, Basoko," Stanley -Falls. Het
gouveruemi nt geeft 30 centiemen grati
ficatie voor eiken ovcrgeplauten gezon
den struik, eu ten minste 75 centimeters
hoogte hebbende.
Koffieboomzaad uit, San-Thomé, Li
beria, Groeue-Kaap, Guatemala en Java,
is als proefneming gezaaid; doch bovenal
plant men Liberia-koffie, die in Congo
goed groeit. Zwarte planters uit Monrovia
en Sau-Thome Jeeren aan do iulanders
den koffibouw, die overigens zeer eenvou
dig is.
Men zaait de plant van Meert tot Mei.
De kleine plantjes worden in het begin
van het regenseizoen overgebracht. Zij
worden op zekeren afstand van elkander
gezet. Tusschen de plantjes staan bana
nen, omdat de koffie lommer vraagt. Ook
plant men er riciue of wonderbuomplau- I
ten tusschen, die een breed blad, veel
bescherming en goed zaad leveren.
Koffie brengt per hektaar 3750 kilogr.
vruchten op, ter ruwe weenie van 7500
frank. De plant geeft maar vrucht na 3
of 4 jaar maar zij produceert 25 of 30
jaar lang, en zelfs veel langer.
De oogst kan door vrouwen, grijsaards
en kinderen worden gedaan. De beziën
blijven verscheidene dagen in hoopen
liggen, dan wordeu zij op matten, in de
15* Vervolg.
XIII.
De detective wist welk antwoord hij zou krijgen,
nog voor dat hij de vraag had geuit
Is dit haar schrift 1
Ik geloof, ja.
Deze woorden werden zeer zaeht gesproken, en dc
stem beefde. Die arme Mary zegde zij bij zichzcl'
God helpe haar.
Onder het lezen van den brief had het gelaat der
goede oude dame eene uitdrukking van diepe versla
genheid aangenomen. Zij liet haar hoofd zakken, en
haren mond vormden zich pijnlijke plooien, en zjj
zakte op haren stoel ineen.
Het was of hare vijf-cn-zevcntig jaren zich nu
eensklaps ten volle deden gelden en zich als
zvtare last op haar hoofd stapelden.
De man van de policie, die haar al dien tijd gaêge-
zon gedroogd en eindelijk van alle vezels
en onzuiverheid ontdaan. Voor de ver
zending onderwerpt men ze aan eene
drooging.
De Congoleesche koffie, die naar Bel
gië gevoerd werd, is door de Kamer van
Koophandel van Antwerpen, aan den
besten Santos, aan zekere hoedanigheden
van Java en Haïti vergeleken. De smaak
is voortreffelijk, Hij werd per 50 kilogr.
95 en 114 fr. verkocht.
De koffie wordt door de insecten niet
aangevallen.
In 1820 gebruikte men in verschillende
werelddeelen, 150 millioen kilogr. koffie;
in 1883 beliep dit cijfer 686 1/2 milioeu
kilogr., waarvan 315 millioen voor Euro
pa; in 1893, 856 millioen kilogr., waar
van 444 millioen voor Europa.
In 1893 voerde België 41,847,957 ki
logr. koffie in.
In 10 jaar tijds klom het verbruik per
hoofd, in België, van 4 kil. 120 op 5 kil.
500 V oor Nederland, waar de koffie vrij
van rechten is, is het verbruik mei 3 ki
logr. per hoofd verhoogd, insgel ,ks in
10 jaar tijds.
De koffie is altijd in verhooging van 3
prijs. Jamaica en San Domingo is in 10
jaar tijds, schier in prijs verdubbeld.
Men moet opmerken dat de koffieplant
een vruchtbaren grond noodig heeft; na
25 of 30 jaar is die grond uitgeput en
uien moet, 50 a 60 jaar wachten eer men
op denzelfden grond nog vruchten kan
winnen. Men moet dus nieuwe gronden
zoeken of, wat schier onmogelijk is
rnesten.
Men ziet wat voordeel er is in den koffie
te planten,in de nooit ontgonnen gronden
van Congo, en die daar in overvloed voor
handen zijn.
Schoolwet. Het, ontwerp der
schoolwet is door de Rechterzijde goed
onthaald geworden, want men is het eeus
om te erkennen dat de wet van 1884 eene
dringende herziening vergt.
Het ontwerp zonder iets aan de offi-
cieele scholen te ontnemen, kent een
gedeelte der begrooting van onderwijs toe
aan de vrije scholen.
Het gedacht van de toelagen te ver-
leenen in evenredigheid van 't getal leer
lingen wordt verlaten en ze zullen toege
staan worden volgens het getal klassen
van elke school, De scholen waar er de
volledigste leergangen bestaan, zullen
dus het best ondersteund worden.
Het spreekt van zelf dat, om eene toe
lage te genieten, de school aan de
toezicht der regcering zal moeten onder
worpen wezen, doch de zending der
opzichters is zoo streng bepaald dat het
den kwaadwilligste onmogelijk wezen
zal den beheerder» der vrije katho
lieke scholen moeilykheden te veroor
zaken.
Congo. Wij deelen hier hooger
een derde artikel meê over de Voort
brengsels in Congo. Hieruit mag men niet
besluiten dat wij voorstaanders zijn van
deonmiddelijke overneming van 't zwarte
land. Wij «ijn integendeel tegenstrever
dezer zaak, doch geene onverbiddelijke
tegenstrever, gelijk wij het vroeger nog
hebben verklaard. Wat wij willen,'t is een
voorafgaandelijk onpartijdig onderzoek
geene katten in zakken koopen. Indien
het onderzoek bewijst dat het voor Bel
gië eene goede zaak zou wezen, dat men
dan Congo tot eene Belgische colonie
inrichtte bewijst het integendeel dat het
eene slechte zaak zou zijn, wel dat men
het ontwerp dan maar late varen. De
nieuwstijdingen uit Brussel aangaande de
houding des ministeries in deze zaak, zyn
z«er uiteenloopend. Terwijl de eenen
beweren dat onze ministers van geen
onderzoek willen hooren, houden anderen
staan dat het bereid is eenen voorstel in
dien zin tc sauveerden. Wat er dan ook
van zij onbetwistbaar is dat het Bel
gische volk algemeen vijandig is aan de
onmiddelijke inlijving zonder eenig onder
zoek. Moest de regeering die fout begaam,
het zou de zaken der socialisten on libe
ralen maken.
De beid van Chipka.
Meer en meer leert men in 't land de»
held van Chipka kennen overal aan
schouwt men hem eenvoudig als een
socialist. En moest men overal in den
grond weten tot welke verachtelijke
middelen zekere lieden hunne toevlucht
namen, om zijne kiezing te verzekeren
ja, moest men de geschiedenis kennen
van 't wijf dat men heeft willen omkoopen
om hem te bekoren, welke achting zou
den vele katholieken nog gevoelen voor
die mannen.
L' Union de Charlnroi, e«n katholiek
blad, handelende over den held van
Chipka, schrijft
Daens, de gekozene der socia-
listeu en liberalen, verstaat de demo-
cratische princiepen op eene zoer aar-
dige manier.Zijne volksgezindheid h»eft
gausch den schijn TaD slechts komedie-
n spel te zijn. Hij noemt zich demokraat
- (volksvriend) om de stemmen derwerk-
lieden te winnen. Voor 't overige ge-
lijkt hij aan de rijke socialisten Defuis-
n seaux en Vander Velde, die de afschaf-
n fiug van den eigendom en de verdee-
ling der goederen willen, maar die zich
wel wachten het geringste deel af te
n staan van hunne millioenen, om ze met
- de werklieden te verdoelen.
Het zijn ellendige komedianten zij
bedriegen de lichtgeloovigen die hunne
beloften voor goede waar aannemen
- ze büiten ze uit ten voordeele van hun
nen hoogmoed.
Daens ontsiert dene bende niet.
slagen had, stak nu de hand uit om het stuk brief
ier in «ntvangst te nemen.
Wilt ge wel zoo goed zijn mij dit papier weer
terug tc geven zegde hij.
Zeker antwoordde Mevrouw Manion koeltjes. Ik
begeer het niet te houden.
Zij overhandigde hem het blad.
Hiermeê zijn wij klaar, denk ik, Mevrouw. Ik
hoef u niet langer lastig te valleu. Ik dank u.
dienaar. Mevrouw
Mevrouw Manion vermande zich.
Een oogenblikje, sprak zij. Mag ik u vragen hoe
die brief in uw bezit gekomen is en wat er het eerst
toe geleid heeft, dat arme meisje tc betrekken bij
dien diefstal f
Zeker, Mevrouw- Deze brief is eerst gisteren in
ccncu aschpot gevonden. Men vermoedt dat de dief
hem verloren beeft in de kamer of bij zijne vlucht op
den trap hij bad hem waarschijn ijk mefi.euomen
als leiddraad cn toen is het papier opgeveegd en
hij het vuil gegooid. Dc meid van Lady Markli .m had
het schrift van Mary Hanson wel eens gezien, en
meende hare hand te kennen.
Is er iets bekend omtrent den man aan wien
dat ongelukkig meisje den brief schreef, dien ge mij
daar geloond hebt
Niets besdst, maar wij meenen tamelijk zeker
te weten dat wij hein in de gaten hebben. De bedien
de. dien hij neerschoot, was voor zijnen dood nog in
staat een sigualement van hem te geven, en zijn
lidieeken zal waarschijnlijk nog goede diensten doen
als middel tot herkenning. Als deze heer werkelijk
dezelfde persoon is als diegene, dien wij verdenken,
dan zal hij zich nog over wat anders te verantwoorden
hebben, dan over den diefstal bp Lady Markham.
Toen de man van Scotland Yard vertrokken was.
veranderde mevrouw Manton nauwelijks van houding.
Zij za' met starende oogen hij het vuur. Hare handen
lagen in haren schoot, en hare vingers nepen van tijd
tot tijd krampachtig samen. Het nieuwe mutske lag
onafgewerkt in haar naaimandje.
Nooit zou zij geloofd hebben dat iets haar zoo zeer
van haar stuk zou hebben kunnen brengen. Zij had
•zich altijd beroemd op eene groote mate van gevoel
loosheid, die haar steeds zoo goed te pas gekomen
was op haren weg door de wereld.
Zij behoorde niet tot die soort van vrouwen, die
onder tegenspoed bezwijken, of die wanhopen, als zij
zien dat zij op eenen zandgrond hebben gebouwd Zjj
weet dat zij 'zich spoedig weêr herstellen zou. Zij was
ccnc vrouw met een vast karakter, en zij kon zich in
lid ongeluk dapper houden, nok al werd zij teleurge
steld in diegenen, op wie zij -sti llig vertrouwen had.
Zij wist ook dat zij na dezen eersten schok wcfir de
oude zon zijn, alleen maar iets ongevoeliger, iets
koeler en iets bitterder dan voorheen. Maar niette
genstaande zij dit a les wist, moest zij zichzelve toch
bekennen dat zij op dii oogenblik geheel van streek
was.
Tot nu toe had zij eigenlijk nooit zoo gowetcn hoo
zeer zij het meisje in haar hart gesloten had en,
dit moet men haar nageven, hare neerslachtigheid
betrof alleen Mary. Zij dacht er voBtrekt met aan,
hoe nu ook zij over de tong zou gaan, daar zij de
schuldige zoolang in dienst had gehad ja, cn hoe
zij het geweest was, die het meisje had meêgcnomen
naar de Abbey, en dat wel mei zulke noodlottige ge
volgen.
Van dien kant had zij de zaak nog niet beschouwd,
7.ij kreeg er eerst erg m, toen cr 's avonds een
briefje kwam van lady Markham, waarin deze daim
betuigde hoezeer het haar speet, dat de zaken zulk
een ongeluUigen keer hadden genomen.
Zij hebben mij half gek gemaakt, schreef lady
Markham. Ik zou liever zesmaal mijne juweelen ver
loren hebben, ;'an van zulk een spektakel cn omslag
het slachtoffer te zijn. Ik moet mij wezenlijk schamen,
als ik naga hoeveel last en ongemak ik aan alle moge
lijke mcnschen bezorgd heb, die op den gezegden tijd
in mijn huis zijn geweestnuar gelukkig waren
allen voorkomend en vriendelijk. En thans, nu einde
lijk de policie den boosdoener op het spoor schijnt tc
z|jn gekomen, hoe vreesel'ijk, dat men nu vermoedt
dat ook uw meisje, dat wij allen zoo geerne mochten
lijden maar op die soort van menschen kan men
nooit staat maken cr bij betrokken is. En hoe
akelig, dat nu zoodoende uw naam iu die ellendige
zaak gemengd za' worden
Mevrouw Manton was reeds tamelijk van den schrik
bekomen, toen zij dezen brief ontving.
Mijn naam, aprak zij bij zichzelve met een spot
tend glimlachje daar geef ik geen halven cent om.
Mijn naam mag nog wel gentemd worden, Goddank.
Waar ik mij bezorgd over maak, dat is het lot van dat
ongelukkige meisje. Zij is waarschijnlijk in de
netten van een gewetenloozen schurk geraakt en, oeh
lieve hemelwaarloe laat eene vrouw zich al niet
bewegen, als zij verliefd is
Mevrouw Manton daci.t aan het jammerlijke onheil,
dat haarzelve bijna wedervaren was in den eersten
tijd van haar huwelijk, geen huwelijk uit liefde voor
waar. Alleen de dood van degene, voor witn zij eene
heimelijke genegenheid had opgevat, behoedde haar
voor eene schuldige zwakheid. Zij had bittere trane»
geweend, en ia haar hartzeer had zg geleerd deernis
en toegeeflijkheid te hebben voor de zwakheden van
anduren.
Als dat arme meisje zoo lief heeft als ik heb
lier gehad, dan moge de hemel haar genadig zijn
daeht zij.
Het raadsel van Mary's stilzwijgen en van het terug-
kecren der brieven als onbezorgbaar, was nu geheel
opgelost.
Natuurlijk was het meisje niet naar Liverpool ge
gaan, en het was zeer twijfelachtig of zij het huis
aan de Barnslreet wel verlaten had om te gaan trou-
(WorcU voorigtnnt.)