Zondag 17 Februari 1893. 3 centiemen per nummer. 49"" Jaar 2936. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en des Arrondissements Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Medelijden en Hulp! Cf Het Leger. GOUDEN PENNING Hij is nietjaloersch! Beloftemiskenning. DE DENDERBODE. Dil blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. lie prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantièn door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuiquc euum. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 4,00; Vonnitieu «p 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij aceoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen sich te wénden te» Bireele van dit blad. Aalst, den 16 Feb. 1891». Geëerde lezers, over acht dagen wek ten wij u op uit 't diepste van ons kristen- hert om toch al te doen wat gij kunt voor den armen en lijdenden medemensch. Wij komen er op terug op den dringend- sten toon mogelijk; want de hittere koude duurt voort eu de nood en ellende groeien meer en meer aan in de arme huisgezin nen. Wij zegden u dau dat vele arme menschen een kristen en dankbaar hert hebben, dat onze goede aalmoezen de verblinden «n de misleiden in den goeden weg, door Gods gratie, zullen doen terug- keeren, en dat wij ons eigen geluk en onzen eigen vrede bewerken met te geven aan de noodlijdenden. Ja. geachte lezers, wij beminnen onzen eveumensch en wij beminnen bij voorkeur den armen jnenscli Het is de groote kristene wet en de H. Joannes, de groote apostel, vat al de geboden van God te z.t men in het eeuig gebod der liefde. Maar dat ouze liefde voor den even mensch rechtzinnig weze en krachtdadig! EIA' DAAROM handelen wij niet uit eigene baatzucluig- heid en hoogmoed spelen wij met, den armen niet om onze eigene inzichten tc bereiken; vleien en strelen wij hem niet door holklinkende en onverwezenlij ke woorden eu beloften die zijne armoede eu ellende meer en meer onverdragelijk ma ken en dezelve in niets verzachten of ver minderen; maar blijven wij in de wezen lijkheid der zake en trachten wij ie doen wat wij kunnen voor de verbetering en den onderstand van onze lijdende broe ders. En hoe kan het anders bewerkt worden dau met iedereen op te wekken tot het volbrengen zijner ware plichten Daarom gaan wij recht in onze schoenen en zeggen wij ronduit (Aan tie rifken Geeft van uwe rijkdommen al wat gij kunt aan de menschen die arm ziju en lijden /Ann ile nifveraai'S Eerbiedigt en ondersteunt uwe werklie den in de maat van uwe krachten, en daarom bewaakt hunne zedelijkheid en betaalt hun het loon dat zij verdienen en hun leide tot een treffelijk bestaan Aan de werkbazen in 't algemeen Bemint den werkman en ondersteunt hem in zijne zedelijke en stoffelijke be langen En dan ook aan de werklieden s Zijt vlijtig en werkzaam bemint uwen fiatroon en verdedigt zijne belangen •eft zedig, kristelijk en spaarzaam; zorgt voor de kristelijke en deftige opvoeding uwer kinderen, en voegt het voorbeeld bij de goede lessen die gij hun van jongs a* moet voorhouden. Zietdaar, geëerde lezers, den weg dien wij volgen en dien wij zullen blijven vol gen; hij is ons aangewezen door de over tuiging van ons geweten en door de ze kerheid die wij hebben van langs dien weg alleen de orde, den vrede en het ge- luk in de samenleving te kunnen her- XIjA hoe wreed is de verantwoordelijkheid van die mannen die alles willen om- .m verre werpen in de samenleving Hoort de socialisten roepen en schreeuwen in hunne meetingeu, in hunne schriften 1 Weg met d< u Godsdienst. Weg met gezag! Weg met eigendom! Weg met hui gezin Weg met God zelve Ha! welk verbazend getal van slacht offers hebben zij reeds nioi gemaakt in de steden en zelfs in de dorpen Neen Neen Gij alleen hebt verstand, gij alleen verstaat de pauselijke ency- kliek, gij alleen kent den toestand, gij alleen zult hem verbeteren, gij alleen g kent Gods wet, gij alleen roept zijne al- macht eu rechtvaardigheid inen dat jj alles om des te gemakkelijker te bedrie- gen en te misleiden Maar vreest dien almaclitigeu en recht- jj veordigen God, wiens aanbiddelijkcu naam gij durft gebruiken om een onher- stelbaar kwaad gemakkelijker aan te richten! O hoogmoed! O wraaklust! O haat en nijd waarom blijft gij niet enkel het eeuwige erfdeel van de duive len der hel :en I j Helaas zij ontstelen aan den armen i werkman al wat hij bézitZij ontstelen 1 hem zijne rust, zijnen vre 'a en zijn ge loof! en zij bereiden hemde grofste der teleurstellingen, de alcmccn-- wanorde en stoornis, waar de werkman liet eer- ste slachtoffer zal van zijn, t. rwijl de schurken en de booswichten die hem J ophitsen op tijd zich uit de voeten zullen J weten te maken om den kleinen man alleen onder de algemeene vergruizing to |j doen verpletteren. En dat weten die helsche logiebazen en dat bereiden zij met kor lo cu onge hoorde boosheid onder den dekmantel van volksgezindheid en menschenliefde Dé duivel heeft altijd met woede Gods Hi-ilige K>'rk eu hare kinderen bestreden, maar nooit in zulke door de aanleider.s 't socialismus De Loting is weerom daar, met haren sleep van weedom Pvy en verdriet iu tal van huisge- zinnen veroorzaakt. Geen wonder dat vele, die hunnen tol te betalen gehad hebben, baar met den nkeligeii naam van bloedwet bestempelen. E loeit liet zij mij toegelaten die bena ming niet al te gegrond te vinden. Onze jongeliugen worden, wel is waar, in naam der wet, aan hunne familiëu voor eenigen tij I ontrukt, doch in vredtf-ijd mag dit geen bloedwet heeten. Zielwet zou mij juister schijnen om or onze jaarlijksche militieloting mcè te benamen. Immers onder zedelijk opzicht is ons leger alles behalve eene goede school Iedereeu weet genoeg dat menige j .u- geling van geregeld gedrag bij zijn intro mit als hedendaags - deu in 't leger, vandaan komt in de droef- erspreiders van ste gesteltenis. Zijn bloed beeft hij riet moeten vergieten, hij kan nog wel een Ha 1 arme menschen en werklieden, flinke kerel zijn, maar zijn zedelijk leven nog eens, wij waarschuwen u broederlijk t heelt hij er maar al te dikwerf bij er en in geweten Vlucht het, socialismus, 6 oren, cn zoo mag men zeggen dat de let op uwe kinderen, vermaant en onder- ld mg hem zijne ziel heeft gekost, richt ze, maakt ze kristelijk en d«-ftig, of 1 De weg van Damascus of, in andere de grootste en wreedste onheilen zullen u woorden, do weg der bekeeriug, wordt door allen nadien niet iugeslagen. Ouze brave jongelingen die zoo in den bloei der jaren geroepen worden, om den ransel op deu rug te nemen, hebben veel te veel tijd in volstrekte ledigheid door te brengen. Eu dè ledigheid is en blijft altijd bet oorkussen van den duivelzij is het be ginsel en de oorsprong van veel kwaad, gelijk al do hoofdzonden waar de cate chismus ons van spreekt. Die werkeloosheid met hare noodlottige gevolgen, ziedaar de hoofdkwaal waar ons leger aan lijdt. Nemen wij die weg, en er zal van 't le ger zoo niet meer geklaagd worden. Moot or oen leger icijn V overvallen En gij, huichelaars en sch rij velaars, die bast en tiert tegen 't socialismus om tweo regelen verder de toepassingen van die verpestende leer aan te nemen en op te dringen Gij, die om u eigen zeiven te voldoen, uwen hoogmoed, uwe koppigheid eu uwe slecht verborgene heërschzucht van over verscheidene jaren zoekt bot te vieren Gij, die gedurig den naam en den schijn van kristenen gebruikten bezwad dert, om met meer verderf nog en groo- j teren bijval de onwetenden en bygeloovi- i gen te blinddoeken en te misleiden Ha Gij die duizendmaal meer dan de socialisten, die met open vizier als dui vels in persoon optreden, het volk en de ongelukkigen opmaakten aanvuurt tegen allé bestaande gezag en orde 1 Hal gij, ellendigaars eu kwaaddoeners; DE 5* Vervolg. Een ander veel schranderder van uitricht. was een volleerde inbreker, die tot II jaren dwangarbeid was veroordeeld wegens inbraak in eene pachthoeve, nabij Hampstead. Hen derde was een zeeman, «eiken het wreedaardig mishandelen van eenen weerloozen per soon in dc gevangenis had gebiacht. Zij allen verleiden mij den aard hunner misdaden met eene onbeschaamde vrijmoedigheid, di mij in verbazing bracht, maar toen ik hun wederkcerig haalde, dat ik valschelijk beschuldigd mijne straf onderging, beantwoordden zij mijne mefldeeling nu de meesi kwetsende minachting. Langzamerhand liet ik dan ook den omgang nn mijne medegevangenen geheel varen cn bleef ik nn mijne gedachten iu volslagen afzoinleiing alleen. Hel duurde niet lang, of ik begon te merken, d: mjjne kameraden mij alles behalve vriendschappelijk gezind waren, en van tyd tot lijd hoorde ik llui-tr rend uitspreken, wat hunne ergste grief was: dat it nderdaad onschuldig uioesi vèropidceld wezen, en dat ik een reckte gluiper was. Hel ergerde lien dat Zoo niet men had het mair eenvoudig weg te laten, en de kwaal zou natuurlijk ook achterblijven. Doch het handhaven der ordo tegen- ha gij "moet sidcieren en beven voor de i over inwendige, en liet waarborgen onzer toekomstGeenc vermaningen, geene veiligheid tegenover uitwendige vijanden. raadgevingen, van waar zij ook rnogt komeu, raken u 1 ik hard werkte, waai door de andere lui schenen in vergelijking, en ook mijne slipte gehoorzaamheid aan i bewaker was hun een doorn m het oog, en scheen hun eene poging mijnerzijds t»t het in het leven roepen van dwaas uverdrevene tucht. Aan den anderen kant ontstond er tussehen dezen gevangenbewaarder en mij langzamerhand een gevoel. Ik bijkans met den naam van vriendschap zou ten hes neleu Ofschoon het volgens het gevangenis reglement niet genuilonfd was, met el andrr te spreken, be halve over hetgeen betrekking had np ons werk, kon ik hem uit hoofde van zijne vrieudrlij >hcid en in- schikkelijvbenl goed lijden, en ik kon gemakk iijk zien dat oo. hij mij niet ongenegen was, in tc.oii- s'ellii'g van de andere mannen, die onder myu toc- icht stonden. Ik leerde ui item een van die menschen kennen, minder zeldzaam dan men zou deuken, in wien liet lieurigo leven van gevangenbewaarder, iu stede van hardvochtigheid iu het hart te kwerken, eene /ckcre innige leederheid heeft doen ontsta.m. Ik begon mij bepaald aangetrokken te gevO'-b-u tot uien eenigen, eerlijken bewaker to midden van zoo vele boeven, doch ik merkte, dat mijne medegevange nen, zuudra zit dit gewaar werden, mij boe langer hoe meer gingen haten. I Vu» gebeurde hel, dat onze opzichter, toen wij vooreen «ogenblik alleen te samen waren, iu strijd, met het reglement, heimelijk een gesprek met mjj aan knoopte. rechtveerdigen genoegzaam, mijns duukens, het bestaan onzes legers. Maar hoeveel mannen het moet sterk zijn, dat is eene vraag, waarvan ik het antwoord aan meer bevoegden overlaat. Mijn wensch zou nochtans vervuld ziju, zag ik het getal onzer soldaten merkelijk vermindereu. En toch die beknibbeling ook, van te veel soldaten te hebben zou veel grond verliezen, kon men maar al die armen benuttigen, die zoo niet ganscho dagen ten minste vele uren per dag werkeloos blijven hangen. Zou men het zoover niet kunnen bren gen dat onze soldaten,na de noodige oefe ning ontvangen te hebben, den overigen tijd in luiheid niet verkwisten moeten, maar meêwerken kunnen aan de alge meene voortbrengst? De samenleving zou er bij winnen in rijkdom eu iu zedelijkheid. Onze Katholieke Volksvertegenwoor digers vragen nu dertig franks per maand voor de behoeftige ouders, wier zonen deel maken van bet leger en zij halen er eere van dit is immers gold, dat door do rijken in de Staatskas gestort, over gaat tiaar de arbeidende klas. Nog eens, daar balen zij eere van. Welnu kon men daarenboven aan onze soldaten werk verschaffen, men zou hun' een welverdiend loon kunnen betalen en zoo zou ons leger een school van werk zaamheid en neerstigheid kunnen worden. De milicianen noch hunne ouders zouden met zulke batige vrees deu schrikkelijkeu dag der loting niet meer zien naderen, en wellicht wierden er weldra in j»root getal gevonden, die hun bestaan in 't le- vi niJoii/ic.zir'.li iilï vrijwilligers zouden laten inlijven. Ik meen zelfs dat het geene wonder spreukige stelling zoude zijn, te durven zeggen, dat de vrijwilligers iu genoegzaam getal weldra zouden optreden om mis scbien alle verdere loting nutteloos tc maken. Eu is het zulk leger niet dat wij be trachten Ja, om eenieders rechtmatige eisch voldoening te geven, moet er een leger zijn van vrijwilligers, die bij bet kundig handelen der wapenen tevens niet. vreemd zijn aan de nijverheidsvakken des lands, zijne bronnen van rijkdom en welvaart. 't Is genoeg dat een onzer katholieke volksvertegenwoordigers in de Kamer eenen maatregel voorstelle voordeelig aan het volk of de martelaar van Chipka komt er tegen op of vindt er iets aan af te keuren. Eenige voorbeelden 1* M. Woeste stelt vópr van de ver gelding der milicianen van 10 op 30 fr. te brengen. Geheel de katholieke partij juicht dien voorstel toe M. Daens alleen komt er tegen op Die aardige volksvriend!? kan maar niet kroppen dat M. Woeste, dien hij hezwad- derd heeft en als een volkshater heeft uitgescholucn en laten uitschelden, eenen voorstel doet welke jaarlijks aan den minderen man eene som van 6 millioen moet bezorgen, en den naam ran M. Woeste door duizende huisgezinnen doen zegenen 2" M. Woeste «telt eene wet voor om te beletten dat onze boter met margarine vervalscht worde. En 7 Land van Aelst vindt dat die wet onvoldoende is. Petrus verliest uit het oog dat zijn doorluchtige broeder ook representant is en ook iets mag voorstellen. Maar de martelaar zegt dat hij iu de Kamer zit om te praten en niet om te werken. Die jongen is immers altijd te schoon geweest om te werken 3° Gedurende den kiesstrijd riep M. Daens en zijne kliek in alle meetingen uit dat de hatelijke tabakwet onraiddelijk moest verdwijnen. Hij was zelf schaamteloos genoeg van te durven zeggen dat onze representanten daarvoor nooit iets hadden gedaan Nauwelijks is M. De Sa kleer in de Kamer terug, of voor de tiende maal stelt hij voor de tabakwet af te schaffen. De groote meerderheid der Kamer schijnt aan de afschaffing voordeelig, alhoewel het ministerie er tegen is. M. Daens is een der eerste roorstaan- trers nier- aïScnuflïug, aoniet gy zolzer, geachte lezers Neen, neen, ge kent die vent niet: hij is jaloersch van M De Sadelcer en hij zegt dat de wet.te vroeg is voorgesteld Eu had M. De Sadeleer nog 6 maanden gewacht, dan had de martelaar dat het te laat was 1 4° M. Helleputte legt een wetsontwerp neer verbiedende des Zondags zonder buitengewone redens te laten werken, als ook den duur van het dagelijksch werk beperkende. Dit ontwerp wordt in de Kamer aller- voordeeligst onthaald, zelf door de socia listen. M. Daens (hij is nietjaloersch vindt dat de voorgestelde wet ie negatief is dat zij zou moeten positief zijn. Wat wilt hij daarmeê zeggen, .zult ge vragengeachte lezers Ik weet het niet.... of om beter te reg ion, ik weet bet wel Dat wil zeggen, iatM. Daens weeral jaloersch is om te bersten Maar zult ge vragen wat heeft Iii|,l I>a«rnv*,zoo al voorgesteld om 't lot van den armen werkman te verbeteren Niets niets niets altijd niets Gelijk al de leéggangers, die vent is niet goed dan om te kritikeren, te praten en den jan uit te hangen. Maar van werken, daar houdt hij van gelijk den hond van stokslagen 1 1430. zegde hjj op gedemplen toon, nauwelijks zijne lippen bi wegende, uit :mgst van betrapt te zul len worden, hoe is uw naam buiten de gevangenis Ik antwoordde zacht zonder liet gelaat naar hem te inden Harold Pait. Hij scheen te ontstellen. Wat I riep hij. Toch niet man, die eenen penning van het Britscli Museum Stool Ik stoof driftig op Ik slool hem nietriep ik uit de volheid van mijn hart. Ik ben onschuldig cu werd door erne vreoelijke vergissing veroordeeld. liij zweeg een oogenblik Toni zegde li|j peinzend Mijnheer, ik geloof u. Gij spn-ekl dc waar: eid. Ik wi doen «at in m|jn vn uiogcn is, om u het leven draaglijk te maken. Dal was al «al bij toen zegde. Maar van dien tijd sprak hij mij, wanneer wij alleen waren, altijd mijnheer, nooit meer als 1430 aan. Een voorval, dat belangrijken invloed had op mijn volgend lol, was het gevolg van dezen slaud van zaken. Op zekeren dag. ongeveer drie maanden na mijne veroordeeling, was als gewoonlijk ons het werk gewezen, dilui'a in eene kleine groeve van eene vooruitspringende rols boven eene smalle, uitge strekte vrook steenachtig ku-d and, lekend e deu naam van de Ghesil. Ik bad later reden te gi-loo- ven, dat eene groote open visschersboot op bel •tr onder ons liggend, daar was gebrachl door de vrien den vau den Hampsteador inbreker, en deel uitmaakte een vooraf beraamd plan. Blijkbaar waren de gevangenen voornemens ouzen opzichter te overrom pelen en weerloos t* maken, dan snel hunne gev; genisklcerrn met andere, die zich in de boot moesten bevinden, te verwisselen, en met het vaartuig Lulworth over te steken, waar zij gemakkelijk uit elkander konden gaan, zonder veel gevaar te loopen. wéér gevat te worden. Maar van dal alles wist ik op het oogenblik niets, want zij liadJen het niet raadzaam geoordeeld mij, met hunne geheime plannen bekeud le maken. Nog niet Uiig waren w jj aan het weik, toen toevallig rondziende, tot mijne groote ontsteltenis 1217 de brutale moordenaar zijner vrouw, achter my zag staau in eene dreigende houding, met een geweldigen steenblok in de handen, die hjj zwevende hield, juist boven het hoofd van den opzichter andere mannen stonden iu afwachtende houding iloni hem cn zagen toe. Ik had nog juist tijd den opzichter toe te roepen. Pas op, wachter, hy vermoorden toen de steen neerviel op des gevan genbewaarders hoofd, en de man bloedend en bew leloos leraarde stortte. In een oogwenk was ik zijne zijde, terwijl de gel.eele tiende op mij losstormde. Kr was geen tijd tut aarze iug of beraad. Voor ik wist v al it deed, had k h. t geweer van deu opziet Ier gegrepen, eu, het lichaam vail deu man, die aa mijne voeten lag uitgestrekt met hel mijne beschei mend, hield ik dc misdadigers voor een oogenblik op oenen afstand. Toen nadtrds 1247 met dreigend gebaar cn trachtte zijnen voet op den armeD gekwet sten te zetten. Zonder mij een halve second te bedenken, haalde ik den haan over en vuurde. Yreeselijk klank de knal mij in de eoren, en gedurende een oogeablik kon ik niets zien doer den rook. Met eenen rauwen gil was 1347 voor my neêrge- stort, niet dood, maar ernstig gewond. Naar de boot, naar dc boot, riepen de anderen. Slaat hem dood Iu tussehen had de knal vsa bet geweerschot een anderen wachter doen toesnellen, dien ik op dat oogenblik zag naderen. Help, help iiep ik. Kom spoedig en red ons. Die onmenscben zijn bezig onzen opzichter te ver moorden. De man liep haastig terug ten einde hulp roepen maar liet kronkelende pad was steil, en liet duurde renigen tijd, alvorens men bij ons kon komen en hulp verleencn. Middelerwijl drongen de andere gevangenen met woest geweld op ons in zij trachtten, over het lichaam vau den opzichter been, naar beneden te komen en hel strand te bereiken. Ik vuurJe opnieu want het gewver had een dubbelen loop maar h was onmogelijk in zulk eene woeling nogmaals laden, waarom ik, ua het tweede schol, dat niemand raakte, mei de kolf van mijn geweer in bet road be gon te slaan, waardoor het mij gelukte achtereenvol gens vier der woestelingen te doen neertuimelen. De Provincieraad van Ooat-Vlaanderen heeft in den laatsten zittijd beslist het stichten van cane provinciale herverzeke ringskas voor het vee aan te moedigen en diensvolgens ter beschikking van aie kas gesteld 1° eena jaarlyksche toelage van 10,000 fr. en 2° eene som van 50,000 fr. die door de herverzekerings-raaatschappy in leening kan bekomen worden voor het geval van onverwachte lasten. Deze beslissing is slechts genomen ge weest ten gevolge der stellige belofte, welke versehcidene leden des Provicio- raads van den heer De Bruyn, minister van landbouw, bekomen hadden, dat de Staat ook eene jaarlijksche toelaag van 10,000 franks zou schenken. Met zeker ongeduld wacht men dat de heer minister zyne belofte volbrenge om eene herverzekerings-maatschappij tot stand te brengen. Naar men thans verzekert zou de heer minister de toelage van den Staat weige ren. Waren deze geruchten echt, wij aar zelden niet te verklaren dat de minister vau landbouw den spot zou gedreven heb ben niet alleen met de provincieraadsle den maar nog met de landbouwers. Maar wij zijn overtuigd dat zy valsch ziju cn wij verzoeken ernstig den heer mi nister eraan een einde te willen stellen met de beloofde medehulp zonder uitstel te verleenen. Over de CungulrwBStlo. Die brandende kwestie van den dag schijnt eene duistere zaak te zyn. Nie mand kan immer» voorzeggen welke de gevolgen zullen zijn der inlijving van den Congostaat bij onsBelgenland. Onder politiek gebied doet sich een allergewichtigste rraagpunt voor: Zal ons België nooit ginder in oorlog komen met andere mogendheden en zal aldus oaae onzijdigheid en het behoud onzer nationa liteit geen gevaar lijden Men zal beken nen dat tot nu toe dat vraagpunt geene geruststellende oplossing verkregen heeft. Men ziet ook niet welk voordeel onie landbouw, die vooral dient geholpen te worden, uit den Congo sal genietan. Integendeel is het niet te rreeien dat zekere voortbrengsels dier streek eene nieuwe mededinging zullen doen aan deze van ouzen bodem Nemen wij aaa dat de Congo aenig nut zal kuunen bijbrengen voor handel eu nijverheid,maar ten welken prijze?Welke overgroot® kosten en opofferingen zal zijne inlijving niet medeelepen Hat in- richten van besturen en de beambten het uitvoeren van openbare werken yzeren- wegen, bruggen, enz., het stichten eoner handelsvloot, het inrichten van ean colo- niaal leger en van eene krijgsvloot, het aanschaffen vau oorlogsvaartuigen, zal dit jaarlijks niot millioenen - alles reeds jmiuji, uiuu Ujiinueuen au millioeneu verslinden En wie zal het bekostigen ten zij grootendeels nog onze diep beproefde landbouwers Niet zonder rede dus komt ons volk op tegen de inlijving van den Congo. Het algemeen gevoelen is dat ons geld nut tiger kan besteed worden dan in eene onzekere eu gevaarlijke oudernoming. Op dat oogenblik kwamen de gevangenbewaarders opdagen en vormden eenen kring met geralde grwee- ren rondom de opstandelingen. Goddank I riep ik, mijn wapen wtgweipend, cn mij over mijn gekwetsten vriend heenbuigend. Hjj leeft nog Hij ademt I Ja, fluistert de man met flauwe slem, eu dat ik nog leef, heb ik aan u te danken. Waart gy er niet geweest, mijnheer, zoo had ik er bepaald het leven bij ingeschoten. Gy zijt zelf ook deerlijk gewond 14*0, rrgde een van de andere oplichters tegen mij, toen de op roerlingen onder sterk geleide morrend naardi- gevan genis werden teruggevoerd. Zie eens hoe uw arm bloedt. Than* eerst bemerkte ik, dat ik van boven tol onder met wonden was bedekt, en dat ik flauw werd van het bloedverlies. Bij mijne verdediging vau deu opzichter, was Ik gestompt, geduwd, getrapt, omver- geworpsu, evenals loen ik nog eeu knaap te Rugby, football apeelde, maar tbina »ii het veel ernsti ger De opzichters haalden zeven draagbares rent voor 1217 op wien ik had geschoten, en vier voor do gevangenen, die ik had neergeslagen met den kolf van bet geweer, in optocht ging het naar de gevaogents terug. Wordt voortgeset).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 1