Zondag 17 Februari 1893.
3 centiemen per nummer.
49"" Jaar 2936.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en des Arrondissements Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Medelijden en Hulp!
Cf Het Leger.
GOUDEN PENNING
Hij is nietjaloersch!
Beloftemiskenning.
DE DENDERBODE.
Dil blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. lie prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantièn door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuiquc euum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 4,00; Vonnitieu «p
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
aceoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen sich te wénden te» Bireele
van dit blad.
Aalst, den 16 Feb. 1891».
Geëerde lezers, over acht dagen wek
ten wij u op uit 't diepste van ons kristen-
hert om toch al te doen wat gij kunt voor
den armen en lijdenden medemensch.
Wij komen er op terug op den dringend-
sten toon mogelijk; want de hittere koude
duurt voort eu de nood en ellende groeien
meer en meer aan in de arme huisgezin
nen. Wij zegden u dau dat vele arme
menschen een kristen en dankbaar hert
hebben, dat onze goede aalmoezen de
verblinden «n de misleiden in den goeden
weg, door Gods gratie, zullen doen terug-
keeren, en dat wij ons eigen geluk en
onzen eigen vrede bewerken met te
geven aan de noodlijdenden.
Ja. geachte lezers, wij beminnen onzen
eveumensch en wij beminnen bij voorkeur
den armen jnenscli Het is de groote
kristene wet en de H. Joannes, de groote
apostel, vat al de geboden van God te z.t
men in het eeuig gebod der liefde.
Maar dat ouze liefde voor den even
mensch rechtzinnig weze en krachtdadig!
EIA' DAAROM
handelen wij niet uit eigene baatzucluig-
heid en hoogmoed spelen wij met, den
armen niet om onze eigene inzichten tc
bereiken; vleien en strelen wij hem niet
door holklinkende en onverwezenlij ke
woorden eu beloften die zijne armoede eu
ellende meer en meer onverdragelijk ma
ken en dezelve in niets verzachten of ver
minderen; maar blijven wij in de wezen
lijkheid der zake en trachten wij ie doen
wat wij kunnen voor de verbetering en
den onderstand van onze lijdende broe
ders. En hoe kan het anders bewerkt
worden dau met iedereen op te wekken
tot het volbrengen zijner ware plichten
Daarom gaan wij recht in onze schoenen
en zeggen wij ronduit
(Aan tie rifken
Geeft van uwe rijkdommen al wat gij
kunt aan de menschen die arm ziju en
lijden
/Ann ile nifveraai'S
Eerbiedigt en ondersteunt uwe werklie
den in de maat van uwe krachten, en
daarom bewaakt hunne zedelijkheid en
betaalt hun het loon dat zij verdienen
en hun leide tot een treffelijk bestaan
Aan de werkbazen in
't algemeen
Bemint den werkman en ondersteunt
hem in zijne zedelijke en stoffelijke be
langen
En dan ook aan de
werklieden s
Zijt vlijtig en werkzaam bemint uwen
fiatroon en verdedigt zijne belangen
•eft zedig, kristelijk en spaarzaam; zorgt
voor de kristelijke en deftige opvoeding
uwer kinderen, en voegt het voorbeeld bij
de goede lessen die gij hun van jongs a*
moet voorhouden.
Zietdaar, geëerde lezers, den weg dien
wij volgen en dien wij zullen blijven vol
gen; hij is ons aangewezen door de over
tuiging van ons geweten en door de ze
kerheid die wij hebben van langs dien
weg alleen de orde, den vrede en het ge-
luk in de samenleving te kunnen her-
XIjA
hoe wreed is de verantwoordelijkheid
van die mannen die alles willen om- .m
verre werpen in de samenleving Hoort
de socialisten roepen en schreeuwen in
hunne meetingeu, in hunne schriften 1
Weg met d< u Godsdienst. Weg met
gezag! Weg met eigendom! Weg met hui
gezin Weg met God zelve
Ha! welk verbazend getal van slacht
offers hebben zij reeds nioi gemaakt in
de steden en zelfs in de dorpen
Neen Neen Gij alleen hebt verstand,
gij alleen verstaat de pauselijke ency-
kliek, gij alleen kent den toestand, gij
alleen zult hem verbeteren, gij alleen g
kent Gods wet, gij alleen roept zijne al-
macht eu rechtvaardigheid inen dat jj
alles om des te gemakkelijker te bedrie-
gen en te misleiden
Maar vreest dien almaclitigeu en recht- jj
veordigen God, wiens aanbiddelijkcu
naam gij durft gebruiken om een onher-
stelbaar kwaad gemakkelijker aan te
richten! O hoogmoed! O wraaklust!
O haat en nijd waarom blijft gij niet
enkel het eeuwige erfdeel van de duive
len der hel
:en
I
j
Helaas zij ontstelen aan den armen i
werkman al wat hij bézitZij ontstelen 1
hem zijne rust, zijnen vre 'a en zijn ge
loof! en zij bereiden hemde grofste der
teleurstellingen, de alcmccn-- wanorde
en stoornis, waar de werkman liet eer-
ste slachtoffer zal van zijn, t. rwijl de
schurken en de booswichten die hem J
ophitsen op tijd zich uit de voeten zullen J
weten te maken om den kleinen man
alleen onder de algemeene vergruizing to |j
doen verpletteren.
En dat weten die helsche logiebazen
en dat bereiden zij met kor lo cu onge
hoorde boosheid onder den dekmantel
van volksgezindheid en menschenliefde
Dé duivel heeft altijd met woede Gods
Hi-ilige K>'rk eu hare kinderen bestreden,
maar nooit in zulke
door de aanleider.s
't socialismus
De Loting is weerom daar,
met haren sleep van weedom
Pvy en verdriet iu tal van huisge-
zinnen veroorzaakt.
Geen wonder dat vele, die hunnen tol
te betalen gehad hebben, baar met den
nkeligeii naam van bloedwet bestempelen.
E loeit liet zij mij toegelaten die bena
ming niet al te gegrond te vinden.
Onze jongeliugen worden, wel is waar,
in naam der wet, aan hunne familiëu voor
eenigen tij I ontrukt, doch in vredtf-ijd
mag dit geen bloedwet heeten.
Zielwet zou mij juister schijnen om or
onze jaarlijksche militieloting mcè te
benamen.
Immers onder zedelijk opzicht is ons
leger alles behalve eene goede school
Iedereeu weet genoeg dat menige j .u-
geling van geregeld gedrag bij zijn intro
mit als hedendaags - deu in 't leger, vandaan komt in de droef-
erspreiders van ste gesteltenis. Zijn bloed beeft hij riet
moeten vergieten, hij kan nog wel een
Ha 1 arme menschen en werklieden, flinke kerel zijn, maar zijn zedelijk leven
nog eens, wij waarschuwen u broederlijk t heelt hij er maar al te dikwerf bij er
en in geweten Vlucht het, socialismus, 6 oren, cn zoo mag men zeggen dat de
let op uwe kinderen, vermaant en onder- ld mg hem zijne ziel heeft gekost,
richt ze, maakt ze kristelijk en d«-ftig, of 1 De weg van Damascus of, in andere
de grootste en wreedste onheilen zullen u woorden, do weg der bekeeriug, wordt
door allen nadien niet iugeslagen.
Ouze brave jongelingen die zoo in den
bloei der jaren geroepen worden, om den
ransel op deu rug te nemen, hebben veel
te veel tijd in volstrekte ledigheid door
te brengen.
Eu dè ledigheid is en blijft altijd bet
oorkussen van den duivelzij is het be
ginsel en de oorsprong van veel kwaad,
gelijk al do hoofdzonden waar de cate
chismus ons van spreekt.
Die werkeloosheid met hare noodlottige
gevolgen, ziedaar de hoofdkwaal waar
ons leger aan lijdt.
Nemen wij die weg, en er zal van 't le
ger zoo niet meer geklaagd worden.
Moot or oen leger icijn V
overvallen
En gij, huichelaars en sch rij velaars,
die bast en tiert tegen 't socialismus om
tweo regelen verder de toepassingen van
die verpestende leer aan te nemen en op
te dringen
Gij, die om u eigen zeiven te voldoen,
uwen hoogmoed, uwe koppigheid eu uwe
slecht verborgene heërschzucht van over
verscheidene jaren zoekt bot te vieren
Gij, die gedurig den naam en den
schijn van kristenen gebruikten bezwad
dert, om met meer verderf nog en groo-
j teren bijval de onwetenden en bygeloovi-
i gen te blinddoeken en te misleiden
Ha Gij die duizendmaal meer dan de
socialisten, die met open vizier als dui
vels in persoon optreden, het volk en de
ongelukkigen opmaakten aanvuurt tegen
allé bestaande gezag en orde 1
Hal gij, ellendigaars eu kwaaddoeners;
DE
5* Vervolg.
Een ander veel schranderder van uitricht. was een
volleerde inbreker, die tot II jaren dwangarbeid was
veroordeeld wegens inbraak in eene pachthoeve, nabij
Hampstead. Hen derde was een zeeman, «eiken het
wreedaardig mishandelen van eenen weerloozen per
soon in dc gevangenis had gebiacht.
Zij allen verleiden mij den aard hunner misdaden
met eene onbeschaamde vrijmoedigheid, di mij in
verbazing bracht, maar toen ik hun wederkcerig
haalde, dat ik valschelijk beschuldigd mijne straf
onderging, beantwoordden zij mijne mefldeeling nu
de meesi kwetsende minachting.
Langzamerhand liet ik dan ook den omgang nn
mijne medegevangenen geheel varen cn bleef ik nn
mijne gedachten iu volslagen afzoinleiing alleen.
Hel duurde niet lang, of ik begon te merken, d:
mjjne kameraden mij alles behalve vriendschappelijk
gezind waren, en van tyd tot lijd hoorde ik llui-tr
rend uitspreken, wat hunne ergste grief was: dat it
nderdaad onschuldig uioesi vèropidceld wezen, en
dat ik een reckte gluiper was. Hel ergerde lien dat
Zoo niet men had het mair eenvoudig
weg te laten, en de kwaal zou natuurlijk
ook achterblijven.
Doch het handhaven der ordo tegen-
ha gij "moet sidcieren en beven voor de i over inwendige, en liet waarborgen onzer
toekomstGeenc vermaningen, geene veiligheid tegenover uitwendige vijanden.
raadgevingen, van waar zij ook rnogt
komeu, raken u 1
ik hard werkte, waai door de andere lui schenen in
vergelijking, en ook mijne slipte gehoorzaamheid aan
i bewaker was hun een doorn m het oog, en
scheen hun eene poging mijnerzijds t»t het in het
leven roepen van dwaas uverdrevene tucht.
Aan den anderen kant ontstond er tussehen dezen
gevangenbewaarder en mij langzamerhand een gevoel.
Ik bijkans met den naam van vriendschap zou
ten hes
neleu
Ofschoon het volgens het gevangenis reglement
niet genuilonfd was, met el andrr te spreken, be
halve over hetgeen betrekking had np ons werk, kon
ik hem uit hoofde van zijne vrieudrlij >hcid en in-
schikkelijvbenl goed lijden, en ik kon gemakk iijk
zien dat oo. hij mij niet ongenegen was, in tc.oii-
s'ellii'g van de andere mannen, die onder myu toc-
icht stonden. Ik leerde ui item een van die menschen
kennen, minder zeldzaam dan men zou deuken, in
wien liet lieurigo leven van gevangenbewaarder, iu
stede van hardvochtigheid iu het hart te kwerken,
eene /ckcre innige leederheid heeft doen ontsta.m.
Ik begon mij bepaald aangetrokken te gevO'-b-u tot
uien eenigen, eerlijken bewaker to midden van zoo
vele boeven, doch ik merkte, dat mijne medegevange
nen, zuudra zit dit gewaar werden, mij boe langer
hoe meer gingen haten.
I Vu» gebeurde hel, dat onze opzichter, toen wij
vooreen «ogenblik alleen te samen waren, iu strijd,
met het reglement, heimelijk een gesprek met mjj aan
knoopte.
rechtveerdigen genoegzaam, mijns
duukens, het bestaan onzes legers.
Maar hoeveel mannen het moet sterk
zijn, dat is eene vraag, waarvan ik het
antwoord aan meer bevoegden overlaat.
Mijn wensch zou nochtans vervuld ziju,
zag ik het getal onzer soldaten merkelijk
vermindereu. En toch die beknibbeling
ook, van te veel soldaten te hebben zou
veel grond verliezen, kon men maar al
die armen benuttigen, die zoo niet
ganscho dagen ten minste vele uren per
dag werkeloos blijven hangen.
Zou men het zoover niet kunnen bren
gen dat onze soldaten,na de noodige oefe
ning ontvangen te hebben, den overigen
tijd in luiheid niet verkwisten moeten,
maar meêwerken kunnen aan de alge
meene voortbrengst?
De samenleving zou er bij winnen in
rijkdom eu iu zedelijkheid.
Onze Katholieke Volksvertegenwoor
digers vragen nu dertig franks per maand
voor de behoeftige ouders, wier zonen
deel maken van bet leger en zij halen
er eere van dit is immers gold, dat door
do rijken in de Staatskas gestort, over
gaat tiaar de arbeidende klas.
Nog eens, daar balen zij eere van.
Welnu kon men daarenboven aan onze
soldaten werk verschaffen, men zou hun'
een welverdiend loon kunnen betalen en
zoo zou ons leger een school van werk
zaamheid en neerstigheid kunnen worden.
De milicianen noch hunne ouders zouden
met zulke batige vrees deu schrikkelijkeu
dag der loting niet meer zien naderen,
en wellicht wierden er weldra in j»root
getal gevonden, die hun bestaan in 't le-
vi niJoii/ic.zir'.li iilï vrijwilligers zouden
laten inlijven.
Ik meen zelfs dat het geene wonder
spreukige stelling zoude zijn, te durven
zeggen, dat de vrijwilligers iu genoegzaam
getal weldra zouden optreden om mis
scbien alle verdere loting nutteloos tc
maken.
Eu is het zulk leger niet dat wij be
trachten
Ja, om eenieders rechtmatige eisch
voldoening te geven, moet er een leger
zijn van vrijwilligers, die bij bet kundig
handelen der wapenen tevens niet. vreemd
zijn aan de nijverheidsvakken des lands,
zijne bronnen van rijkdom en welvaart.
't Is genoeg dat een onzer katholieke
volksvertegenwoordigers in de Kamer
eenen maatregel voorstelle voordeelig
aan het volk of de martelaar van Chipka
komt er tegen op of vindt er iets aan af
te keuren.
Eenige voorbeelden
1* M. Woeste stelt vópr van de ver
gelding der milicianen van 10 op 30 fr.
te brengen.
Geheel de katholieke partij juicht dien
voorstel toe M. Daens alleen komt er
tegen op
Die aardige volksvriend!? kan maar niet
kroppen dat M. Woeste, dien hij hezwad-
derd heeft en als een volkshater heeft
uitgescholucn en laten uitschelden, eenen
voorstel doet welke jaarlijks aan den
minderen man eene som van 6 millioen
moet bezorgen, en den naam ran M.
Woeste door duizende huisgezinnen doen
zegenen
2" M. Woeste «telt eene wet voor om
te beletten dat onze boter met margarine
vervalscht worde.
En 7 Land van Aelst vindt dat die
wet onvoldoende is.
Petrus verliest uit het oog dat zijn
doorluchtige broeder ook representant
is en ook iets mag voorstellen.
Maar de martelaar zegt dat hij iu de
Kamer zit om te praten en niet om te
werken.
Die jongen is immers altijd te schoon
geweest om te werken
3° Gedurende den kiesstrijd riep M.
Daens en zijne kliek in alle meetingen
uit dat de hatelijke tabakwet onraiddelijk
moest verdwijnen.
Hij was zelf schaamteloos genoeg van
te durven zeggen dat onze representanten
daarvoor nooit iets hadden gedaan
Nauwelijks is M. De Sa kleer in de
Kamer terug, of voor de tiende maal stelt
hij voor de tabakwet af te schaffen.
De groote meerderheid der Kamer
schijnt aan de afschaffing voordeelig,
alhoewel het ministerie er tegen is.
M. Daens is een der eerste roorstaan-
trers nier- aïScnuflïug, aoniet gy zolzer,
geachte lezers
Neen, neen, ge kent die vent niet: hij
is jaloersch van M De Sadelcer en hij
zegt dat de wet.te vroeg is voorgesteld
Eu had M. De Sadeleer nog 6 maanden
gewacht, dan had de martelaar
dat het te laat was 1
4° M. Helleputte legt een wetsontwerp
neer verbiedende des Zondags zonder
buitengewone redens te laten werken,
als ook den duur van het dagelijksch werk
beperkende.
Dit ontwerp wordt in de Kamer aller-
voordeeligst onthaald, zelf door de socia
listen.
M. Daens (hij is nietjaloersch vindt
dat de voorgestelde wet ie negatief is
dat zij zou moeten positief zijn.
Wat wilt hij daarmeê zeggen, .zult ge
vragengeachte lezers
Ik weet het niet.... of om beter te reg
ion, ik weet bet wel Dat wil zeggen,
iatM. Daens weeral jaloersch is om te
bersten
Maar zult ge vragen wat heeft Iii|,l
I>a«rnv*,zoo al voorgesteld om 't lot van
den armen werkman te verbeteren
Niets niets niets altijd niets
Gelijk al de leéggangers, die vent is
niet goed dan om te kritikeren, te praten
en den jan uit te hangen.
Maar van werken, daar houdt hij van
gelijk den hond van stokslagen 1
1430. zegde hjj op gedemplen toon, nauwelijks
zijne lippen bi wegende, uit :mgst van betrapt te zul
len worden, hoe is uw naam buiten de gevangenis
Ik antwoordde zacht zonder liet gelaat naar hem te
inden Harold Pait.
Hij scheen te ontstellen. Wat I riep hij. Toch niet
man, die eenen penning van het Britscli Museum
Stool
Ik stoof driftig op Ik slool hem nietriep ik uit
de volheid van mijn hart. Ik ben onschuldig cu werd
door erne vreoelijke vergissing veroordeeld.
liij zweeg een oogenblik Toni zegde li|j peinzend
Mijnheer, ik geloof u. Gij spn-ekl dc waar: eid. Ik
wi doen «at in m|jn vn uiogcn is, om u het leven
draaglijk te maken.
Dal was al «al bij toen zegde. Maar van dien tijd
sprak hij mij, wanneer wij alleen waren, altijd
mijnheer, nooit meer als 1430 aan.
Een voorval, dat belangrijken invloed had op mijn
volgend lol, was het gevolg van dezen slaud van
zaken.
Op zekeren dag. ongeveer drie maanden na mijne
veroordeeling, was als gewoonlijk ons het werk
gewezen, dilui'a in eene kleine groeve van eene
vooruitspringende rols boven eene smalle, uitge
strekte vrook steenachtig ku-d and, lekend e
deu naam van de Ghesil. Ik bad later reden te gi-loo-
ven, dat eene groote open visschersboot op bel •tr
onder ons liggend, daar was gebrachl door de vrien
den vau den Hampsteador inbreker, en deel uitmaakte
een vooraf beraamd plan. Blijkbaar waren de
gevangenen voornemens ouzen opzichter te overrom
pelen en weerloos t* maken, dan snel hunne gev;
genisklcerrn met andere, die zich in de boot moesten
bevinden, te verwisselen, en met het vaartuig
Lulworth over te steken, waar zij gemakkelijk uit
elkander konden gaan, zonder veel gevaar te loopen.
wéér gevat te worden.
Maar van dal alles wist ik op het oogenblik niets,
want zij liadJen het niet raadzaam geoordeeld mij,
met hunne geheime plannen bekeud le maken.
Nog niet Uiig waren w jj aan het weik, toen
toevallig rondziende, tot mijne groote ontsteltenis
1217 de brutale moordenaar zijner vrouw, achter
my zag staau in eene dreigende houding, met een
geweldigen steenblok in de handen, die hjj zwevende
hield, juist boven het hoofd van den opzichter
andere mannen stonden iu afwachtende houding
iloni hem cn zagen toe. Ik had nog juist tijd den
opzichter toe te roepen. Pas op, wachter, hy
vermoorden toen de steen neerviel op des gevan
genbewaarders hoofd, en de man bloedend en bew
leloos leraarde stortte. In een oogwenk was ik
zijne zijde, terwijl de gel.eele tiende op mij losstormde.
Kr was geen tijd tut aarze iug of beraad. Voor ik
wist v al it deed, had k h. t geweer van deu opziet
Ier gegrepen, eu, het lichaam vail deu man, die aa
mijne voeten lag uitgestrekt met hel mijne beschei
mend, hield ik dc misdadigers voor een oogenblik op
oenen afstand. Toen nadtrds 1247 met dreigend
gebaar cn trachtte zijnen voet op den armeD gekwet
sten te zetten.
Zonder mij een halve second te bedenken, haalde
ik den haan over en vuurde. Yreeselijk klank de knal
mij in de eoren, en gedurende een oogeablik kon ik
niets zien doer den rook.
Met eenen rauwen gil was 1347 voor my neêrge-
stort, niet dood, maar ernstig gewond.
Naar de boot, naar dc boot, riepen de anderen.
Slaat hem dood
Iu tussehen had de knal vsa bet geweerschot een
anderen wachter doen toesnellen, dien ik op dat
oogenblik zag naderen.
Help, help iiep ik. Kom spoedig en red ons.
Die onmenscben zijn bezig onzen opzichter te ver
moorden.
De man liep haastig terug ten einde hulp
roepen maar liet kronkelende pad was steil, en liet
duurde renigen tijd, alvorens men bij ons kon komen
en hulp verleencn.
Middelerwijl drongen de andere gevangenen met
woest geweld op ons in zij trachtten, over het
lichaam vau den opzichter been, naar beneden te
komen en hel strand te bereiken. Ik vuurJe opnieu
want het gewver had een dubbelen loop maar h
was onmogelijk in zulk eene woeling nogmaals
laden, waarom ik, ua het tweede schol, dat niemand
raakte, mei de kolf van mijn geweer in bet road be
gon te slaan, waardoor het mij gelukte achtereenvol
gens vier der woestelingen te doen neertuimelen.
De Provincieraad van Ooat-Vlaanderen
heeft in den laatsten zittijd beslist het
stichten van cane provinciale herverzeke
ringskas voor het vee aan te moedigen en
diensvolgens ter beschikking van aie kas
gesteld 1° eena jaarlyksche toelage van
10,000 fr. en 2° eene som van 50,000 fr.
die door de herverzekerings-raaatschappy
in leening kan bekomen worden voor het
geval van onverwachte lasten.
Deze beslissing is slechts genomen ge
weest ten gevolge der stellige belofte,
welke versehcidene leden des Provicio-
raads van den heer De Bruyn, minister
van landbouw, bekomen hadden, dat de
Staat ook eene jaarlijksche toelaag van
10,000 franks zou schenken.
Met zeker ongeduld wacht men dat de
heer minister zyne belofte volbrenge om
eene herverzekerings-maatschappij tot
stand te brengen.
Naar men thans verzekert zou de heer
minister de toelage van den Staat weige
ren. Waren deze geruchten echt, wij aar
zelden niet te verklaren dat de minister
vau landbouw den spot zou gedreven heb
ben niet alleen met de provincieraadsle
den maar nog met de landbouwers.
Maar wij zijn overtuigd dat zy valsch
ziju cn wij verzoeken ernstig den heer mi
nister eraan een einde te willen stellen
met de beloofde medehulp zonder uitstel
te verleenen.
Over de CungulrwBStlo.
Die brandende kwestie van den dag
schijnt eene duistere zaak te zyn. Nie
mand kan immer» voorzeggen welke de
gevolgen zullen zijn der inlijving van den
Congostaat bij onsBelgenland.
Onder politiek gebied doet sich een
allergewichtigste rraagpunt voor: Zal ons
België nooit ginder in oorlog komen met
andere mogendheden en zal aldus oaae
onzijdigheid en het behoud onzer nationa
liteit geen gevaar lijden Men zal beken
nen dat tot nu toe dat vraagpunt geene
geruststellende oplossing verkregen heeft.
Men ziet ook niet welk voordeel onie
landbouw, die vooral dient geholpen te
worden, uit den Congo sal genietan.
Integendeel is het niet te rreeien dat
zekere voortbrengsels dier streek eene
nieuwe mededinging zullen doen aan
deze van ouzen bodem
Nemen wij aaa dat de Congo aenig nut
zal kuunen bijbrengen voor handel eu
nijverheid,maar ten welken prijze?Welke
overgroot® kosten en opofferingen zal
zijne inlijving niet medeelepen Hat in-
richten van besturen en de beambten het
uitvoeren van openbare werken yzeren-
wegen, bruggen, enz., het stichten eoner
handelsvloot, het inrichten van ean colo-
niaal leger en van eene krijgsvloot, het
aanschaffen vau oorlogsvaartuigen, zal dit
jaarlijks niot millioenen -
alles reeds jmiuji, uiuu Ujiinueuen au
millioeneu verslinden En wie zal het
bekostigen ten zij grootendeels nog onze
diep beproefde landbouwers
Niet zonder rede dus komt ons volk op
tegen de inlijving van den Congo. Het
algemeen gevoelen is dat ons geld nut
tiger kan besteed worden dan in eene
onzekere eu gevaarlijke oudernoming.
Op dat oogenblik kwamen de gevangenbewaarders
opdagen en vormden eenen kring met geralde grwee-
ren rondom de opstandelingen.
Goddank I riep ik, mijn wapen wtgweipend,
cn mij over mijn gekwetsten vriend heenbuigend. Hjj
leeft nog Hij ademt I
Ja, fluistert de man met flauwe slem, eu dat ik
nog leef, heb ik aan u te danken. Waart gy er niet
geweest, mijnheer, zoo had ik er bepaald het leven
bij ingeschoten.
Gy zijt zelf ook deerlijk gewond 14*0, rrgde
een van de andere oplichters tegen mij, toen de op
roerlingen onder sterk geleide morrend naardi- gevan
genis werden teruggevoerd.
Zie eens hoe uw arm bloedt.
Than* eerst bemerkte ik, dat ik van boven tol
onder met wonden was bedekt, en dat ik flauw werd
van het bloedverlies. Bij mijne verdediging vau deu
opzichter, was Ik gestompt, geduwd, getrapt, omver-
geworpsu, evenals loen ik nog eeu knaap te Rugby,
football apeelde, maar tbina »ii het veel ernsti
ger
De opzichters haalden zeven draagbares rent voor
1217 op wien ik had geschoten, en vier voor do
gevangenen, die ik had neergeslagen met den kolf van
bet geweer, in optocht ging het naar de gevaogents
terug.
Wordt voortgeset).