LANDBOUW
POL en DOKA
Staat en Leest.
SISKA en JAN
Wannes en Sis,
Filozofen-Meeting
VAKVEREENIGING
Briefwisseling.
Kerkelijk
nieuws.
Allerhande nieuws.
Ook "drukken wij dea wensch uit dat 5
wanneer deze zaak zal e berde komen in
de Kamers, onze Volksvertegenwoordigers
met alle voorzichtigheid en tevens met
alle krachtdadigheid zullen te werk gaan
en slechts na rijp onderzoek over zulk een
gewichtig Traagpunt zullen uitspraak
doen.
Do SplJH-
vertering.
Opdat eone
stof tot voedsel
dienen kunne,
moet zij in het
water of in de verteersappen kunnen
oplossen. Dat het voedsel min of meer
gemakkelijk verteert, hangt af
1* Van het verteervermogen der dieren.
2° Van de verteerbaarheid der voed-
stoffen.
Het vorteeren hangt af van de soort
van dieren. De herkauwers, met hun
ontwikkeld spijsverteerend toestel verte
ren beter de grove voeders, die zij beter
en langer kauwen en met speeksel
mengen.
De maag der runddieren bestaat uit
vier afdcelingen de pens, de muts, de
boekpens en de lebmaag. Het voeder,
eerst grof gekauwd, gaat in de tweo
eerste afdcelingen, daarna wordt het
terug in de muil gebracht en herkauwd
en dan gaat het naar de boekpens en
verrolgeus naar de lebmaag,de eigenlijke
maag.
Volgens Sanson, professor in de Land
bouwschool van (jrrignon (Frankrijk),
verteren de jonge dieren beter dan de
oude andere bestrijden die meening.
Buiten geval vau ziekten of hoogen
ouderdom, verteren de diaren van dezelf
de soort bijna evenveel, maar zij trekken
uit do verteerde spijzen niet evenveel
nut. Dat merkt men op bijzonderlijk bij
melkkoeien.
De vertaerbaarheid van bet voeder
hangt af van de natuur des voedsels. In
proefnemingen op ossen ondervond men
dat die dieren 51 dar eiwitachtige stof
fen uit het hooi verteorden, daar zij alles
vertaerdeu van de graankorrels en zaden
der peulvruchten.
Zij verandert veel met den ouderdom
cn in 't algemeen met de hoedanigheid
van de voeders. De planten worden min
verteerd, naarmate zij het rijpen naderen.
Smakelijk en goed bereid voeder wordt
in't algemeen goed verteerd.
Eene andere omstandigheid, die op do
■verteer baarheid veel invloed heeft, is de
samenstelling van het voeder. Er moet
eene goede verhouding zijn tusschen de
eiwitachtige stoffen en de niet eiwitachtige
stoffen. Dikwijls is het voeder te arm aau
eiwit, dan gaan er veel voedstoffen verlo
ren; zelfs het eiwit van het voeder ver
teert slechter.
Pol. Den albelover, vrouw; 't is te
zeggen, hij die alles belooft
Doka. Nen schoonen naam, Pol t
God geeft dat hij dien naam veidione, i
maar tot hiertoe. Pol, hebben wij daar
toch nog niet veel van iu onzen zak ge-
stokeu
Pol. Vrouwken mensch, patiëntie
ofte patientia Gij moogt zoo hittig niet
zijn, maar alia 't is een beetjen de plaag
vau uw geslacht't zou daar allemaal
seffens moeten zijn bij 't vrouwvolk, bij
zonderlijk 's zondaags avonds kan nen
mensch nooit niet rap genoeg t'huis zijn
Doka. Dat is waar, Pol; maar 't is
voor uw geluk, man, en voor 't mijne
daarbij En dat de merteleer hem een
beetje haast om de pachten te doen af
slaan, om de zetting af te schaffen, om
den koffie van prijs te doen verminderen
Pol. 'k Ilad het gepeisd, Kaken,
dat de koffie in uwen kop speelde maar
alia, g'hebt toch gelijk dat ge voor 't uwe
staat en spreekt
Doka. Ja maar, Pol, hij mag hij het
hier ook doen afslaan, zelde; want dat
zou mij seffens alle zondagen nog eenigo
kluiten maken, dat ik u min zou mogen
geven
Pol. G'hebt weèrom al gelijk, Ka
ken; daar is niet eenen advokaat in geheel
den wereld die 't tegen u kan uithouden.
Doka. 'tls nog al wel, Pol, dat we
op dien terrein toch nog kunnen stand
houden; want had ons lieven heerken
ons geen goeie tong gegeven, 't is nu dik
wijls ne keer te staan waar dat den bes-
sem staat, maar wat zou 't dan zijn
Pol. Vrouwken lief, beklaagt u
nietwant 't zou kunnen veel slechter
ziju.
Doka. Hewel jaat, Pol; 'k en klaag
niet en als de beloften van den albelover
nen keer zullen uitkomen, dan zy wij er
allemaal boven op
Pol, Zoo is 't Kaken en laat on»
nu ons avond gebed aflappen, en daarmee
naar do pijp
Een kwaartier later lagen onze brave
buitenlieden verzonken in eenen zichten
slaap en in de zoetste droomen van afslag
vanvan..... van
's Morgens was 't wederom koud en
zuur weder
's avonds elk in 'nen hoek
achter de stoof.
Doka. Wel heere, Pol, wat zou dat
beteekenen, dat Stant van de week niet is
afgekomen
Pol. Wel, Kaken lief, kwest is de
man niet ziek G'hoort veel klappen van
de flawenza en van de grip; dat kan ge
beuren dat er Stant ook meè ligt
Doka. Wel, heiligen hemelWat
moet zijn Trien en zijne 3 kleine patotter-
kens afzien, PolWant, Stant moet de
censkens aanbrengen, en ware do mensch
uu ziek, wat zal er toch van die sukke
laars geworden
Pol. Maar, vrouw, ge moogt u toch
seffens'tslechtste niet laten voorstaan;
t'Aalst wonen toch zooveel brave men-
schen die veel geven aan den ermen, en
'k hoor zeggen dat de priesters daar ge
durig op gang zijn om de zieke menschen
te bezoeken en by te staan.
Doka. Dat troost mij een beetjen,
Pol; maar gij en spreekt van den merte
leer niet; zou de raertelaar bij Stant niet
gaan en hem helpen Hij spreekt er
toch «oo dikwyls van, en d'erme men
schen mogen er toch zooveel vau ver
wachten
Pol. Hewel, dat zou ook al kunnen
gebeuren, vrouw; maar de man moet alle
dagen naar Brussel en heeft toch schrik
kelijk veel werk om zijn papieren in orde
te zetten; wautStant zei nog d'anderweek
dat hij alle dagen optrekt met nen gehce-
len bundel papieren onder den arm.
Doka. Maar, Pol, Stant zei ook dat
de merteleer maar 's noenens en vertrekt,
en alzoo zou hij toch 's morgens wel bij
Trien ne keer kunnen gaan en
p0L> Wij zullen dat wel weten, Ka,
als Stant te naaste week of later terug
komt; maar 'k heb daar gisteren hooreu
zeegen in 't Fonteintjen, dat de merte
leer van zin is van naar Ukkel te gaan
wonen.
Doka. Naar Ukkel, Pol, waar ligt
dat
Pol. Tegen Brussel, vrouw hij
ware hij tegen do Kamers en
Doka. Ja maar, Tol, wat zulleu
d'erme menschen van Aalst dan zeggen
Zal hij misschien van daar zijn geld en
ander giften afzenden naar Aalst en naar
de buiten procbiën
Pol. Dat weet ik niet, Ka; maar
't was nen vlaskoopman van tegen Loke
ren, van Dacknam als ik niet mis ben,
die daar vertelde van te Lokeren zelve to
hooren zeggen hebben, dat den albelover
naar Ukkel ging wonen.
Doka. Alia, geluk op ziju reis; de
man moet dat weten, als hij ons maar
niet en vergeet en hem een wat haast om
ons to geven 't geen dat hij ons beloofd
heeftMaar, Pol, hoe noemt ge hem
daar? Den ul
In de Kamerzitting van
6 Februari lest wierden
deze ongehoord» woorden
uitgesproken
Ik voeg er hij, dat de
tegenwoordige vorgel-
ding van 10 franken per
n maandaan de ouders
der miliciens verleend,
voldoende is
a Die jongelingen brengen hunne fanti-
n lie tooveel niet op wanneer ee niet bij
- l?<2*rjdM
Wie heeft die schandalige woorden
durven uitkramen
Wie is de Volks vertegenwoordiger
die vindt dat 33 centiemen per dag eene
voldoende vergelding is voor de ouders
die huDnen zoon, soms hunnen eenigen
steun, moeten naar de kazern zien op
trekken
Wie is die hartelooze man
't Is wellicht een afgezant der socia
listen, die willen beletten dat men vol
doening geve aan den minderen man,
omdat het socialismus zou kunnen voorts-
gaan nut te trekken uit de klachten van
het volk
Hewel ge bedriegt u, vriend lezer 'tis
het opperhoofd der zoo gezegde christene
volkspartij, M. Daens
Schande, honderdmaal schande
Wel hoe, M. Daens, gij die .gedurig
roept dat de werklieden heter moeten
betaald worden (zonder wel te verstaan,
dat gij, M. Daens, iets verricht om da
doel te bereiken)gij die u aangeeft als
de eenige verdediger van de belangen van
den armen werkman, wanneer men in
de Kamer voorstelt de vergoeding der
arme milicianen van 10 op 30 franken te
brengen, in plaats van dien voorstel met
de twee handen toe te juichen, gij verzet
er u tegen, en zijt schaamteloos genoeg
uit te roepen dat 10 franken por maand
of 33 centiemen per dag meer als vol
doende is om de arme ouders schadeloos
stellen voor het verlies van het werk
huns kinds
In de Kamer is tegen uwe hartelooze
woorden door al de katholieke ledeu op
de hevigste wijze geprotesteerd.
Maar bij ons volk staat uwe helden
daad, O Volksvriend Daens wel aan-
i geteekend.
Siska.Ja, gelijk bij onzen gebuur
Louis dór, ne man met vrouw on vijf
kleine kiiulers, eu nie kunnen werken,
al ilrij weken met ne z»ere arm loopen,
dat zijn toch dingen Jau, k'en mager niet
op peinzen, of....
Jan. - 'K was er te morgend waar
achtig van gepakt van aandoening Siska,
als Louis zijn vrouw mij zei, da Mijnheer
V. D. B. daar gekomen was, eu dat hij
haar een wagewiel in d'handen had ge
stoken, als hy zag dat er geen koolken
vuur in de stoof was die arme dutsen
van die kinders
Siska. En ge moe gij toch leven
Jan, en voor zoo "een huishouden man
keert er toch nog 't een en 't ander.
Jan. Ge moogt toch zeker zijn,
Siska, dat ons Heere die sukkeleers zal
loonen.
Siska. Maar wa lawijd en wa ramoer
is er dor op straat Jan wat beteckeut
dat 'k wil ne keer gaan zien, Jan
Jan. Blijft liever hier, achter do
stoof, Siska, 't en zal niet ziju, ge moest
nog een valling opdoen.
Siska. 't Moet er een malheur y
beurd lijn I 't en is anders nie mogelijk, ,|at zjj„ andVkattan allé'
hoor ne keer Jan ah 'k wil het we
ten.
Louis (smijt de deur met geweld open).
Wat zegde nu Jan en Siska, nu zijn
wer hoven op hé
Siska. Is er een malheur voorgeval
len, Louis, toe zegt al rap, vrat is er
Louis. - Wete ge da nog niet
Jan. Watten, Louis, go maakt ons
curieus.
Louis. Mór van die wagons kolen.
Jan. Wagons kolen, 't jaases
Louis. Welja van die wagons kolen
die daar aan de statie komen 't arrivee-
ren, tien wagons, als 't u blieft.
Jan. Da valt allo dagen voor, Louis.
Louis. Ja, ja, 't en zijn geen kolen
voor te verkoopen, maar om aan d' arme
menschen uitgedeeld te worden.
Siska. En wie is die brav» ziel die
ze gecommandeerd heeft, Louis?
Louis. Wel de merteleer, Siska,
weete ge niet dat hij overiest 1000 hallen
heeft getrokken
Jan en Siska. Dat is wel zie 1
Louis. Ja ja, ze staan dór op
statie, en binnen een uur worden z'uit
gedeeld aau d' arme menschen.
Siska. 'K en had toch nie gepeinsd,
Louis, dat hij ons lot toeh zoo nijg zou
ter harte getrokken hebben, 't is waar,
hij heeft veel beloofd, en belofte maakt
schuld, mór als hij alzoo voortgaat, zal
hij ons nog meer geven als dat hij beloofd
e^t' tv - i "iet meer leven gelijk vroeger en willen
Jan. Dat is toch voor hein mor-een meer en beter,
klein affairken Siska; hij heeft mór ne keer j, n
ie pieken aan eenen van de ministers, Btoer S. 7" Dat M'i,""T5"' n"
f of mor ne.kekr te schrijven naar de kool- I êA9ten leven gelijk rijken alle
i dagen drinken, lekker eten, mode en
T '"Y. 'i hooge toeppen dragen. Ik gelooft wel
Louis. En ze staan ze dor. i miju ziele goeren dat ge alxoo altijd tc
Jan Ah, Louis, dat is wel, daar kort hebt en opslag vraagt. Hoe meer
haalt hij eer af. f: eikens, hoe meer dopkens Ik, ik heb
Louis. De menschen ayn kontent, mij verbeterd rnrt sparen in den duren
Siska, ge kunt het nie gelooven nu zul- tijd met de kleine daghuur, zoo dat ik den
len wij ons ne ke»r mogen warmen en koning kunnen bedanken heb zonder pen-
't en zal daar geen volk mankeeren. i sioen af te wachU n.Zij zouden zich willen
Siska. Da ziet ge van hier, Louis. verbeteren met drinken cn verkwisten.
Lotus. - 'K moe aangaan, Jan, 'k en p «V lk> Mct:stel' Qois, dat het dagloon
ton nic geerne te laat komen, lielar een hooS «S""?? Ji«. t onrechtvaardig
half uur te wachten, dan ne minuut te "atre, /e die, tonder hunuo
laat cn geen kolen. ,ch,ul<l 'e f» 8aa" arm »«jdf», d'«"
T nu 11. i- i t opslag te doen uitzweeten. Ziet eone
1 Nf— "hebt Louis, kom ne plaats valt open, 50 zelf 100 kandidaten
keer binnen al weerkeeren, om ons te vragen om ze te bekleeden. Is dit geen
vertellen hoe dat atgcloopen is. kwljs Jat de sti„, goe(, is ea dat all50re
Louis. 'K zal nie mankeeren, Jan, stielen min goed ziju...?
ven Ziet op de route krijgt niemand
opslag en in 't Walenland staat het dag
loon veel hooger. Waarom is dat Omdat
de garden hier misschien kunnen beter
honger lijden als elders. Ah wel dat is
effen af wreed en moet veranderen en
beteren.
Zjeen, de werkman. Bravo, mees
ter Qois.dat is geklapt, ge strijdt al dertig
jaren voor den weikman om hem te hel
pen,hem dienst te bewijzen (in uwen win
kel vroeger,) gijn werk te verzachten ook
zien de garden u allemaal om te liever om
dat ge toch soo gemeen zijt. Ik heb Perre
zaliger daarover hooren vertollen... Nen
mensch, gelyk ons meester, bestaat er
niet meer, ik weet er van te spreken,
hakkelde de man... Jef Van der Menrsch
wist nog meer aan te halen.... on als ze
gaan weten dat go de daguur gaat doen
opslaan,zullen zij nog meer lof spreken en
wenschen gelijk die brave barreelvrouw 1
van boven Ninove, opdat ge van d'Plng- len J
zoudt opgehaald worden.
Meester CJois. Zjeen 1 Zjeen! Niet
spotten zulde jongen.
Zjeen. Om meê nen Pelissier te J
lachen moogt ge geeneu plaffouneer zijn, i
Meester QoisEh welheb ik geen
gelijk, en is het nog uithoudelijk voorden
werkman Leest eens Klokke Roeland.
Boer Stien. M. Pelissier, mag ik
eens spreken.
Meester Qois. Ja Stien, wij kunnen
elkander niet waar?
Boer Stien. (In het Engelsch van
Plasschendaele). Meester, gij zijt met mij
over 39 jaren aan deu ijzeieuweg geko
men Weet ge nog wat alsdan onze dag
loon was? Zeg... (Qois zwijgt). Om dat ge
niet spreekt ga ik't u zeggen We won
nen wij 1 fr. 60 on uwe brave moeder
Patriottens Constancia, was met dien
trok eene rijke vrouw,ja,eene rijke vrouw
ge hebt dat nog niet vergeten? omdat ha
ren zoon zijn geld goed binnenbracht.
Nochtans was alsdan het leven zeertluur.
Brood en patatten, bijzonderste eetwaar
van den werkman golden driemaal zoo
veel als nu. Het kleederengoed zoowel
als 't bier waren-duurder. En iedereen,
was content, gij, ik en uwe moeder be-
zonder gelukkig. Is dat niet waar Hoe
komt het, nu dat alles soo goed koop is,
de eetwaren bijna voor niet, nu dat de
daghuur 7.ooveel hooger staat, hoe komt
het, dat er nu zoo bitter geklaagd wordt,
dat ge dreigementen hoort en doet en
roept het moet beteren Wanneer zal het
dan goed ziju, want ik zeg dat het voor
den werkman inde Langestraat kiekskens
leven is. Ik «ie het alle dagen genoeg eh?
Zjeen. Nonkel Stien, ge moet dit
zoo niet nemen; do menschen kunnen nu
Geen wonder dus, dat by het eindigen
dezer belangrijke vergadering, de voor- 2
loopige schrijver niet rap genoeg de
namen der aanwezige ambachtslieden kon
opnemen.
Zeggen wij ten slotte, dat deze ni»uwe
vakvereeniging zich aansluit bij de Anti
socialistische Vakvereenigingen, hoofd
zetel ten lokale van den Katholieken
Werkmanskriug gevestigd is.
tot ziens.
GEBEN8IE8NOEB.
zitten heur achter de stoof te warmen.
Siska. 't Is toch wreed, eh Jan, alzoo
ne winter eu zeggen dat wij al midden
van de Kortemaand zijn, 'ten is permen-
telijk nie gepermetteerd.
Jan. Ja, vrouwken lief, da blijft
duren, 't begint te trekken op de jaren
tachentig, als z'over de schelde met kar
ren reden, en als z'er verkens op braden.
Siska. Dat is almóor nog uiemen-
dalle, Jan, alsg'achter een warm stoofken
zit, en als go wol gekleed zijt, maar er
zijn er toch tegenwoordig zooveel arme
menschen die zooveel afzit-n, die de kool
kes moeten tellen, willen z'op 't leste van
de week op geenen koudon pot kijken.
Jan. En 't is nog wol vrouw, dat er
nog vele rijke zijn dio d'arme menschen
bijstaan, die een goed hart hebben, die
niè beloven alleen, maar die geven
anders 't stierven er allo dagen vele van
honger eu koude.
Wannes. Sis, gisteren
hoorde ik zeggen van Jaak uit
de gebuurte dat Sixtus aan
twee buitenmenschen gezeid
had Die oude kazakken
moeten daar allemaal weg
.vooraleer het zal beteren.
En als ik nog geabonneerd
was aan mijnander gazet, zag ik dien
naam van Sixtus daar dikwijls in komen;
zoudt gij mij niet kunnen zeggen wie die
Sixtus is
Sis. Als gij dien Sixtus wilt kennen,
Wannes, zoudt gij moeten gaan bij Fon
uit den Biekorf, waar dat Sixtus, hebben
ze mij gezegd, alle dagen om 10 1/2 »eu
limonadeken gaat pakken ten minste
deed hij dat twee of drij maanden lang
vóór de kiezing, om daar dau een mee
tingsken te geven voor den martelaar
en indien hij 't nu tegenwoordig niet meer
doet, hij zal toch wel dat spel herbegin
nen met de aanstaande kiezingen. Wat ik
er nog van weet, Wannes, dat is dat hij
alzoo nog al de manier heeft vau met
paters en priesters te willen eens zijn,
en van dien kant, zoudt gij nog aau do
eene of de andere inlichting kunnen ge
raken, Wannes.
Wannes. - Ik heb het beet, Sis; en
ge zijt bedankt, eu 'k wensch u den her
telijken en vriendelijken goeiën dag.
Zjeen. Alzoo, Nonkel, eeno werk-
man mag geen schoon stuk diugeu dra-
li gen, geen goede brok et»n, hem niet
amusceren, alles voor de rijken alleen,
Boer Stien. Dat is voor al die het
begeeren en hot kunnen betalen, Zjeen.
Eu de rijke zoo wel als de werkman moet
naar zijne macht leven of het tafelken
komt voor de deur, dat ziet ge alle dagen
jongen
Het schijnt dat Meester Qois overtuigd
is want hij spreekt niet meer, dus ga ik
eindigen met te zeggen, dat zoo wel als
het eone wraakroepende zonde is het loon
vau de werkman achter te houden, het
ook eene wraakroepende zonde zou ziju
de arme en uitgeleefde boeren lasten op
te leggen om de staatsknechten van alle
slacb, nieuwe middelen te verschaffen
om nog rijker te leven, door verkwistin-
g n of anders, of zelfs om den spaarpot
i.e vergroolen. Boer en burger lijden
schrikkelijk van den algemeenen crisis.
De staatswerkman en bediende zijn daar
van bevrijd. Wie is het dan die moet
beschermd en geholpen worden....?
Koopman Vanden Berg stemt met Boer
Stien. De Staatswerklieden leven hier
goed eu zouden beter doen Meester Lie-
v--n te lezen dan de Klok en Vooruit die
de wereld willen afbreken.
De meeting eindigt.
(e Denderleeuw, in l»et
lelegrualliureel ter Statie.
Een Heer, een Boer, een Werk
man en een Veekoopman sijn de spre
kers.
Meester (Jois van de route opent de
klap raan. - Menschen zegt hij, het kan
alzoo niet blijven duren, bet moet bete
ren of t is er meê gedaan. De Werkman
wroet en slaaft en ontvangt wel genoeg
om niette sterven, maar toch ta weinig
om te leven met zijn huishouden en nu iu
dezen strengen winter waar gaan wij naar
too Zullen de loonslavon verduldig blij-
«Ier Houtbewerkers.
Verleden zondag heeft ter herberg van
den heer Alph. Van deu Eynde, de stich
ting plaats gehad eener Vakvereeniging
van Houtbewerkers.
De ambachtslieden waren iu groot
getal opgekomen om het doel dezer
nieuwe vereeniging te hooren uiteen
zetten.
Na dat op eene klare en duidelijk»
wijze het reglement van den Anti-sociali-
stischen Bond (lokaal Kring de Vriend
schap) uitgelegd was, ging men over tot
liet stichten der nieuwe vereeniging.
Het was wonder om zien hoe dapper
die ambachtslieden begrepen hadden hoe
noodzakelijk deze nieuwe vereenigiug
voor hen was zij hadden beseft dat zij de
grieven waarover zij te klagen hebben,
nooit zonder met elkaar vereouigd te zijn,
zouden kunnen uitroeien.
Geachte Heer Opsteller van
De Denderbode.
Gelieve eene plaats te gunnen aan het
volgende
In 1517, leefde in Duitschland een mon
nik met naam Luther, die verblind door
den hoogmoed zich wederspannig toonde
aan alle raadgevingen en bevelen zijner
geestelijke overheden, en door zijn gedrag,
de grootste scheuring, welke men ooit
gekend heeft in de Katholieke Kerk, te
weeg bracht.
Om in zijne helsche plannen te geluk
ken begou hij met de prinsen van het
land aan te sporen om de goederen der
geestelijken in te palmen.
Hij kende de menschelijke gebreken
vau geldzucht en wist dat het een zeker
middel was om zijn doel van eerzucht te
bereiken ook stond hij weldra aan het
hoofd eener menigte die alle Roomscho
kristene Macht miskende.
Hedendaags zien wij nog diergelyke
personen opkomen die, door den hoog
moed verdwaald, geen gehoor meer ver-
leeneu aan de raadgevingen hunner
vrienden en oversten zij bekreunen zich
niet het minste, met het onherstelbaar
kwaad dat hun gedrag kan veroorzaken
aan onzen Godsdienstzij strijden in de
rangen der socialisten, de grootste vijan
den der Katholieke Religie en der huidige
samenleving, en, niettegenstaande hunne
opgelegde zending van te werken om den
vrede te behouden onder het kristene
volk, doen zij al wat mogelijk ia om de
verdeeldheid en de wantrouwigheid tus
schen de verschillige standen te doen
ontstaan.
Luther om partijgangers aan te werven,
wees op de schatten der kloosterlingen;
zijne navolgers wijzen op de schatten der
groote nijveraari, eigenaars en bankiers.
Hot klein volk, de werkman, wordt opge
hitst tegen de begunstigden der fortuin,
de pachter tegen den eigenaar, de schul
denaar tegen d#n geldleener.
Geene beloften worden gespaard om
den geringeu mensch i» misleiden en
ongelukkiglijk, heden g»lijk over drie
honderd jaar, gelukken d»ze personen
door deze lage middelen en bedriegerijen
zich te verheffen tot den hoogsten stand
in de maatschappij.
Betreurenswaardig is het gedrag van
die verblinde on eerzuchtige personen en
het is niet «ouder angst dat wij er de ge
volgen vau te gemoet zien.
Dat de woorden door onzen achtbaren
volksvertegenwoordiger, M, Woeste, aan
deu hoofdman der scheurmakers onzer
katholieke partij toegebracht, tot eene
welgepaste en laatst» waarschuwing
dienen
Rentree en vous même - maakt eenen
terugkeer op u eigen zei ven....
Ja, dat men de moed toch eindelijk
hebbe het hoofd niet langer te buigen
voor het rood vaandel der socialisten, dat
hij niet voortga i*»t onder dit vaandel
te strijden, dat hij in plaats van vijand
schap verzoening truchte te brengen tus
schen patroons en werklieden, dat hij
begrijpe dat de belangen van het werk en
het kapitaal, door onverbreekbare banden
moeten vereeaigd ziju, dat hij het bestaan
der burgerij niet bevechte met zijne he-
dendaagsche bondgenoten, dat hij zich ten
allen tyde gedenke dat de eenvoudigheid
en de ware broederliefde bijzonderlijk
moeten geleiden diegenen die door God
zelve geroepen wordeu om den vrede en
de welvaart naar ziel en lichaam onder
de kristene volkeren te stichten en te
verspreiden I
mij besluiten aan uwen achtbaren brief
wisselaar te z«ggen dat hij in zijn acht
dagen gesteld was.
Het is op dit oogenblik, dat hy zich
inbeeldt dat hij werk op het getouw heeft
gehad voor het welke hij nietbetaald werd
zoo als het behoorde. De directeur kan
zich zelf bedrogen hebben op de lengte
der stukken en g«volgenlijk op zijn
loon.
Vandaar nu uwe tweede briefwisseling,
die ook laster bevat. Uwe aanklager moet
daarvan zelf overtuigd zijn anders zou
hij het gerecht met deze zaak bemoeien.
Dat hij doet zooals ik gedaan heb, toen
ik ondervond in het fabriek bestolen te
worden Ik heb dit in d» zoogenoemde
burgersbladen niet geschreven en de we
vers in het algemeen niet beschuldigd,
zoo als het onlangs iu de Kamer van
Volksvertegenwoordigers het geval was,
ten opzichte der werkbaz»n.
De diefstal, waarvan ik het slachtoffer
was, is voor het publiek onbekend geble
ven; maar de drie dieven zijn elk tot zes
weken gevang veroordeeld geweest. Daar
mede sluit ik mijnen brief.
Aanvaard Mijnheer mijne beleefde
groeteais.
Th. WILLEMS,
bestuurder der fabriek Monckahnik en
Zoon, Hofstade.
Men verzoekt ons eene plaats voor de
volgende antwoord op een schrijven van
VooEUiT van 9 februari 11.
Hofstade, 12 Februari 1895.
Heer Uitgever,
Uw briefwisselaar van Aalst is zoo ge
lukkig als hij eenigo burgers eu werk
bazen kan aanvallen,dat hij zich alleenlijk
de moeite niet doet zich af te vragen of
de aanklager wel geloofwaardig is. Ik ga
u hier aanstonds inlichten.
De man die u bedriegt en mijne mees
ters laakt is eeu remplacaut (nummer
verwisselaar) die sedert omtrent 3 jaren
in het fabriek te Hofstade werkt. Gij weet
welke naam die mannen bij het leger heb
ben en zoo zijn zij ook in de nijverheid.
Toen hij in September laatst opnieuw
bij het leger ingelijfd werd, was hij zeer
verlegen hierdoor later zonder werk te
vallen en verzocht mij te zorgen dat hij
na zijne vrijstelling onmiddelijk zou mo
gen w. der aan het werk gaan. Ik gaf hem
die verzekering. Iu October laatst kwam
hij terug cn, zonder uitstel, gaf it hem
werk. In November laatst kwam hij in
bezit van 't geld dat hem op zijn massa te
goed kwam en kon zich niet meer gedra
gen naar liet reglement van 't fabriek.Hij
werd om die reden afgedankt.
Op dit tijdstip wrook hij zich door zijne
eerste briefwisseling in Voobuit.
Intusschen liep de man zonder werk.
Hij werd elders geweigerd ofwel was het
er naar zijnen zin niet; zoodanig dat hij
nog kwam schoon spreken en de voor
spraak ging afbedelen van twee voorname
burgers te Aalst. Maar nauwelijks was hij
eeuige weken weder bij mij aau 't werk
of er ontstond twist tusschen hem en ver
scheidene andere wevers; zoodanig Jat ik
heb moeten tusschenkomeu om eerie
vechtpartij in het fabriek to vermijden en
Zondag 17 Fe
bruari. Sexa
gesima. Evangelie
van den H. Lucas.
Jesus zegde in vergelijkeuis Een zaaier
ging uit om zijn zaad te zaaien enz.
Maandag 18 Februari. H. Simeon,
Bisschop eu Martelaar. (Jaar 106).
Dijnsdag 19 Februari. H. Barba-
tus, Bisschop. (Jaar 682).
Woensdag 20 Februari. H. Tyran-
nio en vele andere HII. Martelaren. Euse-
bius welke ooggetuige geweest is, zegt
aangaande deze HH. Martelaren Na-
n dat men hunne lichamen met geesel-
slagen verscheurd had, leverde men
- hen over aan de woede der luipaarden,
beeren, wilde verkens en stieren. Deze
wilde dieren in plaats van hen te ver-
d scheuren, schaarden zich eerbiediglijk
m rond huu. Eindelijk doorstak men de
n HII. Martelaren met degens en hunne
lichamen werden in de aeo geworpen.
Velen werden door het vuur en tot an-
dere halsstraffen veroordeeld. Alle
deze edelmoedige soldaten van Jesus le
den het martelaarschap onder Deocleta-
nus in het 304.
Donderdag 21 Februari. H. Seve-
rianus, Martelaar, (jaar 452) en de Ge
lukzalige Pepinus van Landen.
Vrijdag 22 Februari. Sint Pieters-
stoel te Antiochien. Men kau uiet twyfe-
len of de II Petrus heeft den Bisschoppe-
lijken Stoel gesticht te Antiochien vóór
zijn T»rtrek naar Roomen. Dit wordt be
vestigd door al de geloofweerdigste schry-
vors der kerkelijke overheid.
Zaterdag 23 Februari. H. Petrus
Damiauus.
Zondag 24 Februari. 40 uren gebed.
Die in vrede leeft, heeft vau niemand
kwade vermoedens; maar die kwalijk te
vrede of beroerd is,wordt door vele kwade
vermoedens gekweld; hij is niet gerust en
ontrust anderen. H. Thomas a K.
Hij is een leugenaar, zegt de H. Joan
nes, die beweert dat hij God bemint en
die zijnen broeder haat.
't Land van Aelst spreekt over de kie
zing van paster Lemire in Frankrijk. Zeg
eens, menheer Petrus, heeft men daar ook
een wijf willen omkoopen om hem te be
koren gelijk Sint Antonius en hem in
't verderf te storten zoo men met uw
broeder paster Douche zou gedaan heb
ben 't Woord is aan u, menheer Petrus..
Er is geen twijfel meer, 't wijf dat men
heeft willen omkoopen om jojud Donche
te bekoren is een der lieven van Sixtus,
mot zijn nieuw hoedeken. Wie zou dat nu
toch gedacht hebben dat hij er wel een
dozijn heeft
Botennarkt. Heden zaterdag
werden 744 klonten boter ter markt ge
bracht, wegende te samen 5952 kilos.
/ie notariëtsle Annocen
op tie 4Lia Bladzijde.
VoordraclU te Aul»t.
Maatschappij voor koloniale studiën,
Maandag uanst. 18 Februari om 5 1/2
uren, zal de luitenant des gezchuts Gos-
t eriniiii», gewezen distrikt hevelheb
ber van den Congostaat, alhier, ter Groote
Zaal van het Stadhuis eene voordracht
houden.
Onderwerp Het distrikt van den Stan
ley-Pool in den Congostaat. Zeden, voort
brengsels, toekomst.
De uitnoodiging dient als ingangkaart
voor een huisgezin. De dames worden
toegelaten.
Uloorsel. Luisterrijk
Lieidudigheidstee»!Wij
herinneren onze geachte lezers dat er
Zondag aanst. 17 dezer, een luisterrijk
Liefdadigheidsfeest, zal gegeven worden
door de leden der Harmonie-Maatschappij
Ste Ceciuia. Verscheidene overheerlijke
muziekstukken voor harmonie, kleine
fluit eu klariuet en gezangen, zulleu uit
gevoerd worden. Verder zal men opvoe
ren het blijspel getiteld Mijnheer is
op reis, n en hot drama De twee
Vader». n