LANDBOUW POL en DOKA Staat en Leest. SISKA en JAN Wannes en Sis, Filozofen-Meeting VAKVEREENIGING Briefwisseling. Kerkelijk nieuws. Allerhande nieuws. Ook "drukken wij dea wensch uit dat 5 wanneer deze zaak zal e berde komen in de Kamers, onze Volksvertegenwoordigers met alle voorzichtigheid en tevens met alle krachtdadigheid zullen te werk gaan en slechts na rijp onderzoek over zulk een gewichtig Traagpunt zullen uitspraak doen. Do SplJH- vertering. Opdat eone stof tot voedsel dienen kunne, moet zij in het water of in de verteersappen kunnen oplossen. Dat het voedsel min of meer gemakkelijk verteert, hangt af 1* Van het verteervermogen der dieren. 2° Van de verteerbaarheid der voed- stoffen. Het vorteeren hangt af van de soort van dieren. De herkauwers, met hun ontwikkeld spijsverteerend toestel verte ren beter de grove voeders, die zij beter en langer kauwen en met speeksel mengen. De maag der runddieren bestaat uit vier afdcelingen de pens, de muts, de boekpens en de lebmaag. Het voeder, eerst grof gekauwd, gaat in de tweo eerste afdcelingen, daarna wordt het terug in de muil gebracht en herkauwd en dan gaat het naar de boekpens en verrolgeus naar de lebmaag,de eigenlijke maag. Volgens Sanson, professor in de Land bouwschool van (jrrignon (Frankrijk), verteren de jonge dieren beter dan de oude andere bestrijden die meening. Buiten geval vau ziekten of hoogen ouderdom, verteren de diaren van dezelf de soort bijna evenveel, maar zij trekken uit do verteerde spijzen niet evenveel nut. Dat merkt men op bijzonderlijk bij melkkoeien. De vertaerbaarheid van bet voeder hangt af van de natuur des voedsels. In proefnemingen op ossen ondervond men dat die dieren 51 dar eiwitachtige stof fen uit het hooi verteorden, daar zij alles vertaerdeu van de graankorrels en zaden der peulvruchten. Zij verandert veel met den ouderdom cn in 't algemeen met de hoedanigheid van de voeders. De planten worden min verteerd, naarmate zij het rijpen naderen. Smakelijk en goed bereid voeder wordt in't algemeen goed verteerd. Eene andere omstandigheid, die op do ■verteer baarheid veel invloed heeft, is de samenstelling van het voeder. Er moet eene goede verhouding zijn tusschen de eiwitachtige stoffen en de niet eiwitachtige stoffen. Dikwijls is het voeder te arm aau eiwit, dan gaan er veel voedstoffen verlo ren; zelfs het eiwit van het voeder ver teert slechter. Pol. Den albelover, vrouw; 't is te zeggen, hij die alles belooft Doka. Nen schoonen naam, Pol t God geeft dat hij dien naam veidione, i maar tot hiertoe. Pol, hebben wij daar toch nog niet veel van iu onzen zak ge- stokeu Pol. Vrouwken mensch, patiëntie ofte patientia Gij moogt zoo hittig niet zijn, maar alia 't is een beetjen de plaag vau uw geslacht't zou daar allemaal seffens moeten zijn bij 't vrouwvolk, bij zonderlijk 's zondaags avonds kan nen mensch nooit niet rap genoeg t'huis zijn Doka. Dat is waar, Pol; maar 't is voor uw geluk, man, en voor 't mijne daarbij En dat de merteleer hem een beetje haast om de pachten te doen af slaan, om de zetting af te schaffen, om den koffie van prijs te doen verminderen Pol. 'k Ilad het gepeisd, Kaken, dat de koffie in uwen kop speelde maar alia, g'hebt toch gelijk dat ge voor 't uwe staat en spreekt Doka. Ja maar, Pol, hij mag hij het hier ook doen afslaan, zelde; want dat zou mij seffens alle zondagen nog eenigo kluiten maken, dat ik u min zou mogen geven Pol. G'hebt weèrom al gelijk, Ka ken; daar is niet eenen advokaat in geheel den wereld die 't tegen u kan uithouden. Doka. 'tls nog al wel, Pol, dat we op dien terrein toch nog kunnen stand houden; want had ons lieven heerken ons geen goeie tong gegeven, 't is nu dik wijls ne keer te staan waar dat den bes- sem staat, maar wat zou 't dan zijn Pol. Vrouwken lief, beklaagt u nietwant 't zou kunnen veel slechter ziju. Doka. Hewel jaat, Pol; 'k en klaag niet en als de beloften van den albelover nen keer zullen uitkomen, dan zy wij er allemaal boven op Pol, Zoo is 't Kaken en laat on» nu ons avond gebed aflappen, en daarmee naar do pijp Een kwaartier later lagen onze brave buitenlieden verzonken in eenen zichten slaap en in de zoetste droomen van afslag vanvan..... van 's Morgens was 't wederom koud en zuur weder 's avonds elk in 'nen hoek achter de stoof. Doka. Wel heere, Pol, wat zou dat beteekenen, dat Stant van de week niet is afgekomen Pol. Wel, Kaken lief, kwest is de man niet ziek G'hoort veel klappen van de flawenza en van de grip; dat kan ge beuren dat er Stant ook meè ligt Doka. Wel, heiligen hemelWat moet zijn Trien en zijne 3 kleine patotter- kens afzien, PolWant, Stant moet de censkens aanbrengen, en ware do mensch uu ziek, wat zal er toch van die sukke laars geworden Pol. Maar, vrouw, ge moogt u toch seffens'tslechtste niet laten voorstaan; t'Aalst wonen toch zooveel brave men- schen die veel geven aan den ermen, en 'k hoor zeggen dat de priesters daar ge durig op gang zijn om de zieke menschen te bezoeken en by te staan. Doka. Dat troost mij een beetjen, Pol; maar gij en spreekt van den merte leer niet; zou de raertelaar bij Stant niet gaan en hem helpen Hij spreekt er toch «oo dikwyls van, en d'erme men schen mogen er toch zooveel vau ver wachten Pol. Hewel, dat zou ook al kunnen gebeuren, vrouw; maar de man moet alle dagen naar Brussel en heeft toch schrik kelijk veel werk om zijn papieren in orde te zetten; wautStant zei nog d'anderweek dat hij alle dagen optrekt met nen gehce- len bundel papieren onder den arm. Doka. Maar, Pol, Stant zei ook dat de merteleer maar 's noenens en vertrekt, en alzoo zou hij toch 's morgens wel bij Trien ne keer kunnen gaan en p0L> Wij zullen dat wel weten, Ka, als Stant te naaste week of later terug komt; maar 'k heb daar gisteren hooreu zeegen in 't Fonteintjen, dat de merte leer van zin is van naar Ukkel te gaan wonen. Doka. Naar Ukkel, Pol, waar ligt dat Pol. Tegen Brussel, vrouw hij ware hij tegen do Kamers en Doka. Ja maar, Tol, wat zulleu d'erme menschen van Aalst dan zeggen Zal hij misschien van daar zijn geld en ander giften afzenden naar Aalst en naar de buiten procbiën Pol. Dat weet ik niet, Ka; maar 't was nen vlaskoopman van tegen Loke ren, van Dacknam als ik niet mis ben, die daar vertelde van te Lokeren zelve to hooren zeggen hebben, dat den albelover naar Ukkel ging wonen. Doka. Alia, geluk op ziju reis; de man moet dat weten, als hij ons maar niet en vergeet en hem een wat haast om ons to geven 't geen dat hij ons beloofd heeftMaar, Pol, hoe noemt ge hem daar? Den ul In de Kamerzitting van 6 Februari lest wierden deze ongehoord» woorden uitgesproken Ik voeg er hij, dat de tegenwoordige vorgel- ding van 10 franken per n maandaan de ouders der miliciens verleend, voldoende is a Die jongelingen brengen hunne fanti- n lie tooveel niet op wanneer ee niet bij - l?<2*rjdM Wie heeft die schandalige woorden durven uitkramen Wie is de Volks vertegenwoordiger die vindt dat 33 centiemen per dag eene voldoende vergelding is voor de ouders die huDnen zoon, soms hunnen eenigen steun, moeten naar de kazern zien op trekken Wie is die hartelooze man 't Is wellicht een afgezant der socia listen, die willen beletten dat men vol doening geve aan den minderen man, omdat het socialismus zou kunnen voorts- gaan nut te trekken uit de klachten van het volk Hewel ge bedriegt u, vriend lezer 'tis het opperhoofd der zoo gezegde christene volkspartij, M. Daens Schande, honderdmaal schande Wel hoe, M. Daens, gij die .gedurig roept dat de werklieden heter moeten betaald worden (zonder wel te verstaan, dat gij, M. Daens, iets verricht om da doel te bereiken)gij die u aangeeft als de eenige verdediger van de belangen van den armen werkman, wanneer men in de Kamer voorstelt de vergoeding der arme milicianen van 10 op 30 franken te brengen, in plaats van dien voorstel met de twee handen toe te juichen, gij verzet er u tegen, en zijt schaamteloos genoeg uit te roepen dat 10 franken por maand of 33 centiemen per dag meer als vol doende is om de arme ouders schadeloos stellen voor het verlies van het werk huns kinds In de Kamer is tegen uwe hartelooze woorden door al de katholieke ledeu op de hevigste wijze geprotesteerd. Maar bij ons volk staat uwe helden daad, O Volksvriend Daens wel aan- i geteekend. Siska.Ja, gelijk bij onzen gebuur Louis dór, ne man met vrouw on vijf kleine kiiulers, eu nie kunnen werken, al ilrij weken met ne z»ere arm loopen, dat zijn toch dingen Jau, k'en mager niet op peinzen, of.... Jan. - 'K was er te morgend waar achtig van gepakt van aandoening Siska, als Louis zijn vrouw mij zei, da Mijnheer V. D. B. daar gekomen was, eu dat hij haar een wagewiel in d'handen had ge stoken, als hy zag dat er geen koolken vuur in de stoof was die arme dutsen van die kinders Siska. En ge moe gij toch leven Jan, en voor zoo "een huishouden man keert er toch nog 't een en 't ander. Jan. Ge moogt toch zeker zijn, Siska, dat ons Heere die sukkeleers zal loonen. Siska. Maar wa lawijd en wa ramoer is er dor op straat Jan wat beteckeut dat 'k wil ne keer gaan zien, Jan Jan. Blijft liever hier, achter do stoof, Siska, 't en zal niet ziju, ge moest nog een valling opdoen. Siska. 't Moet er een malheur y beurd lijn I 't en is anders nie mogelijk, ,|at zjj„ andVkattan allé' hoor ne keer Jan ah 'k wil het we ten. Louis (smijt de deur met geweld open). Wat zegde nu Jan en Siska, nu zijn wer hoven op hé Siska. Is er een malheur voorgeval len, Louis, toe zegt al rap, vrat is er Louis. - Wete ge da nog niet Jan. Watten, Louis, go maakt ons curieus. Louis. Mór van die wagons kolen. Jan. Wagons kolen, 't jaases Louis. Welja van die wagons kolen die daar aan de statie komen 't arrivee- ren, tien wagons, als 't u blieft. Jan. Da valt allo dagen voor, Louis. Louis. Ja, ja, 't en zijn geen kolen voor te verkoopen, maar om aan d' arme menschen uitgedeeld te worden. Siska. En wie is die brav» ziel die ze gecommandeerd heeft, Louis? Louis. Wel de merteleer, Siska, weete ge niet dat hij overiest 1000 hallen heeft getrokken Jan en Siska. Dat is wel zie 1 Louis. Ja ja, ze staan dór op statie, en binnen een uur worden z'uit gedeeld aau d' arme menschen. Siska. 'K en had toch nie gepeinsd, Louis, dat hij ons lot toeh zoo nijg zou ter harte getrokken hebben, 't is waar, hij heeft veel beloofd, en belofte maakt schuld, mór als hij alzoo voortgaat, zal hij ons nog meer geven als dat hij beloofd e^t' tv - i "iet meer leven gelijk vroeger en willen Jan. Dat is toch voor hein mor-een meer en beter, klein affairken Siska; hij heeft mór ne keer j, n ie pieken aan eenen van de ministers, Btoer S. 7" Dat M'i,""T5"' n" f of mor ne.kekr te schrijven naar de kool- I êA9ten leven gelijk rijken alle i dagen drinken, lekker eten, mode en T '"Y. 'i hooge toeppen dragen. Ik gelooft wel Louis. En ze staan ze dor. i miju ziele goeren dat ge alxoo altijd tc Jan Ah, Louis, dat is wel, daar kort hebt en opslag vraagt. Hoe meer haalt hij eer af. f: eikens, hoe meer dopkens Ik, ik heb Louis. De menschen ayn kontent, mij verbeterd rnrt sparen in den duren Siska, ge kunt het nie gelooven nu zul- tijd met de kleine daghuur, zoo dat ik den len wij ons ne ke»r mogen warmen en koning kunnen bedanken heb zonder pen- 't en zal daar geen volk mankeeren. i sioen af te wachU n.Zij zouden zich willen Siska. Da ziet ge van hier, Louis. verbeteren met drinken cn verkwisten. Lotus. - 'K moe aangaan, Jan, 'k en p «V lk> Mct:stel' Qois, dat het dagloon ton nic geerne te laat komen, lielar een hooS «S""?? Ji«. t onrechtvaardig half uur te wachten, dan ne minuut te "atre, /e die, tonder hunuo laat cn geen kolen. ,ch,ul<l 'e f» 8aa" arm »«jdf», d'«" T nu 11. i- i t opslag te doen uitzweeten. Ziet eone 1 Nf— "hebt Louis, kom ne plaats valt open, 50 zelf 100 kandidaten keer binnen al weerkeeren, om ons te vragen om ze te bekleeden. Is dit geen vertellen hoe dat atgcloopen is. kwljs Jat de sti„, goe(, is ea dat all50re Louis. 'K zal nie mankeeren, Jan, stielen min goed ziju...? ven Ziet op de route krijgt niemand opslag en in 't Walenland staat het dag loon veel hooger. Waarom is dat Omdat de garden hier misschien kunnen beter honger lijden als elders. Ah wel dat is effen af wreed en moet veranderen en beteren. Zjeen, de werkman. Bravo, mees ter Qois.dat is geklapt, ge strijdt al dertig jaren voor den weikman om hem te hel pen,hem dienst te bewijzen (in uwen win kel vroeger,) gijn werk te verzachten ook zien de garden u allemaal om te liever om dat ge toch soo gemeen zijt. Ik heb Perre zaliger daarover hooren vertollen... Nen mensch, gelyk ons meester, bestaat er niet meer, ik weet er van te spreken, hakkelde de man... Jef Van der Menrsch wist nog meer aan te halen.... on als ze gaan weten dat go de daguur gaat doen opslaan,zullen zij nog meer lof spreken en wenschen gelijk die brave barreelvrouw 1 van boven Ninove, opdat ge van d'Plng- len J zoudt opgehaald worden. Meester CJois. Zjeen 1 Zjeen! Niet spotten zulde jongen. Zjeen. Om meê nen Pelissier te J lachen moogt ge geeneu plaffouneer zijn, i Meester QoisEh welheb ik geen gelijk, en is het nog uithoudelijk voorden werkman Leest eens Klokke Roeland. Boer Stien. M. Pelissier, mag ik eens spreken. Meester Qois. Ja Stien, wij kunnen elkander niet waar? Boer Stien. (In het Engelsch van Plasschendaele). Meester, gij zijt met mij over 39 jaren aan deu ijzeieuweg geko men Weet ge nog wat alsdan onze dag loon was? Zeg... (Qois zwijgt). Om dat ge niet spreekt ga ik't u zeggen We won nen wij 1 fr. 60 on uwe brave moeder Patriottens Constancia, was met dien trok eene rijke vrouw,ja,eene rijke vrouw ge hebt dat nog niet vergeten? omdat ha ren zoon zijn geld goed binnenbracht. Nochtans was alsdan het leven zeertluur. Brood en patatten, bijzonderste eetwaar van den werkman golden driemaal zoo veel als nu. Het kleederengoed zoowel als 't bier waren-duurder. En iedereen, was content, gij, ik en uwe moeder be- zonder gelukkig. Is dat niet waar Hoe komt het, nu dat alles soo goed koop is, de eetwaren bijna voor niet, nu dat de daghuur 7.ooveel hooger staat, hoe komt het, dat er nu zoo bitter geklaagd wordt, dat ge dreigementen hoort en doet en roept het moet beteren Wanneer zal het dan goed ziju, want ik zeg dat het voor den werkman inde Langestraat kiekskens leven is. Ik «ie het alle dagen genoeg eh? Zjeen. Nonkel Stien, ge moet dit zoo niet nemen; do menschen kunnen nu Geen wonder dus, dat by het eindigen dezer belangrijke vergadering, de voor- 2 loopige schrijver niet rap genoeg de namen der aanwezige ambachtslieden kon opnemen. Zeggen wij ten slotte, dat deze ni»uwe vakvereeniging zich aansluit bij de Anti socialistische Vakvereenigingen, hoofd zetel ten lokale van den Katholieken Werkmanskriug gevestigd is. tot ziens. GEBEN8IE8NOEB. zitten heur achter de stoof te warmen. Siska. 't Is toch wreed, eh Jan, alzoo ne winter eu zeggen dat wij al midden van de Kortemaand zijn, 'ten is permen- telijk nie gepermetteerd. Jan. Ja, vrouwken lief, da blijft duren, 't begint te trekken op de jaren tachentig, als z'over de schelde met kar ren reden, en als z'er verkens op braden. Siska. Dat is almóor nog uiemen- dalle, Jan, alsg'achter een warm stoofken zit, en als go wol gekleed zijt, maar er zijn er toch tegenwoordig zooveel arme menschen die zooveel afzit-n, die de kool kes moeten tellen, willen z'op 't leste van de week op geenen koudon pot kijken. Jan. En 't is nog wol vrouw, dat er nog vele rijke zijn dio d'arme menschen bijstaan, die een goed hart hebben, die niè beloven alleen, maar die geven anders 't stierven er allo dagen vele van honger eu koude. Wannes. Sis, gisteren hoorde ik zeggen van Jaak uit de gebuurte dat Sixtus aan twee buitenmenschen gezeid had Die oude kazakken moeten daar allemaal weg .vooraleer het zal beteren. En als ik nog geabonneerd was aan mijnander gazet, zag ik dien naam van Sixtus daar dikwijls in komen; zoudt gij mij niet kunnen zeggen wie die Sixtus is Sis. Als gij dien Sixtus wilt kennen, Wannes, zoudt gij moeten gaan bij Fon uit den Biekorf, waar dat Sixtus, hebben ze mij gezegd, alle dagen om 10 1/2 »eu limonadeken gaat pakken ten minste deed hij dat twee of drij maanden lang vóór de kiezing, om daar dau een mee tingsken te geven voor den martelaar en indien hij 't nu tegenwoordig niet meer doet, hij zal toch wel dat spel herbegin nen met de aanstaande kiezingen. Wat ik er nog van weet, Wannes, dat is dat hij alzoo nog al de manier heeft vau met paters en priesters te willen eens zijn, en van dien kant, zoudt gij nog aau do eene of de andere inlichting kunnen ge raken, Wannes. Wannes. - Ik heb het beet, Sis; en ge zijt bedankt, eu 'k wensch u den her telijken en vriendelijken goeiën dag. Zjeen. Alzoo, Nonkel, eeno werk- man mag geen schoon stuk diugeu dra- li gen, geen goede brok et»n, hem niet amusceren, alles voor de rijken alleen, Boer Stien. Dat is voor al die het begeeren en hot kunnen betalen, Zjeen. Eu de rijke zoo wel als de werkman moet naar zijne macht leven of het tafelken komt voor de deur, dat ziet ge alle dagen jongen Het schijnt dat Meester Qois overtuigd is want hij spreekt niet meer, dus ga ik eindigen met te zeggen, dat zoo wel als het eone wraakroepende zonde is het loon vau de werkman achter te houden, het ook eene wraakroepende zonde zou ziju de arme en uitgeleefde boeren lasten op te leggen om de staatsknechten van alle slacb, nieuwe middelen te verschaffen om nog rijker te leven, door verkwistin- g n of anders, of zelfs om den spaarpot i.e vergroolen. Boer en burger lijden schrikkelijk van den algemeenen crisis. De staatswerkman en bediende zijn daar van bevrijd. Wie is het dan die moet beschermd en geholpen worden....? Koopman Vanden Berg stemt met Boer Stien. De Staatswerklieden leven hier goed eu zouden beter doen Meester Lie- v--n te lezen dan de Klok en Vooruit die de wereld willen afbreken. De meeting eindigt. (e Denderleeuw, in l»et lelegrualliureel ter Statie. Een Heer, een Boer, een Werk man en een Veekoopman sijn de spre kers. Meester (Jois van de route opent de klap raan. - Menschen zegt hij, het kan alzoo niet blijven duren, bet moet bete ren of t is er meê gedaan. De Werkman wroet en slaaft en ontvangt wel genoeg om niette sterven, maar toch ta weinig om te leven met zijn huishouden en nu iu dezen strengen winter waar gaan wij naar too Zullen de loonslavon verduldig blij- «Ier Houtbewerkers. Verleden zondag heeft ter herberg van den heer Alph. Van deu Eynde, de stich ting plaats gehad eener Vakvereeniging van Houtbewerkers. De ambachtslieden waren iu groot getal opgekomen om het doel dezer nieuwe vereeniging te hooren uiteen zetten. Na dat op eene klare en duidelijk» wijze het reglement van den Anti-sociali- stischen Bond (lokaal Kring de Vriend schap) uitgelegd was, ging men over tot liet stichten der nieuwe vereeniging. Het was wonder om zien hoe dapper die ambachtslieden begrepen hadden hoe noodzakelijk deze nieuwe vereenigiug voor hen was zij hadden beseft dat zij de grieven waarover zij te klagen hebben, nooit zonder met elkaar vereouigd te zijn, zouden kunnen uitroeien. Geachte Heer Opsteller van De Denderbode. Gelieve eene plaats te gunnen aan het volgende In 1517, leefde in Duitschland een mon nik met naam Luther, die verblind door den hoogmoed zich wederspannig toonde aan alle raadgevingen en bevelen zijner geestelijke overheden, en door zijn gedrag, de grootste scheuring, welke men ooit gekend heeft in de Katholieke Kerk, te weeg bracht. Om in zijne helsche plannen te geluk ken begou hij met de prinsen van het land aan te sporen om de goederen der geestelijken in te palmen. Hij kende de menschelijke gebreken vau geldzucht en wist dat het een zeker middel was om zijn doel van eerzucht te bereiken ook stond hij weldra aan het hoofd eener menigte die alle Roomscho kristene Macht miskende. Hedendaags zien wij nog diergelyke personen opkomen die, door den hoog moed verdwaald, geen gehoor meer ver- leeneu aan de raadgevingen hunner vrienden en oversten zij bekreunen zich niet het minste, met het onherstelbaar kwaad dat hun gedrag kan veroorzaken aan onzen Godsdienstzij strijden in de rangen der socialisten, de grootste vijan den der Katholieke Religie en der huidige samenleving, en, niettegenstaande hunne opgelegde zending van te werken om den vrede te behouden onder het kristene volk, doen zij al wat mogelijk ia om de verdeeldheid en de wantrouwigheid tus schen de verschillige standen te doen ontstaan. Luther om partijgangers aan te werven, wees op de schatten der kloosterlingen; zijne navolgers wijzen op de schatten der groote nijveraari, eigenaars en bankiers. Hot klein volk, de werkman, wordt opge hitst tegen de begunstigden der fortuin, de pachter tegen den eigenaar, de schul denaar tegen d#n geldleener. Geene beloften worden gespaard om den geringeu mensch i» misleiden en ongelukkiglijk, heden g»lijk over drie honderd jaar, gelukken d»ze personen door deze lage middelen en bedriegerijen zich te verheffen tot den hoogsten stand in de maatschappij. Betreurenswaardig is het gedrag van die verblinde on eerzuchtige personen en het is niet «ouder angst dat wij er de ge volgen vau te gemoet zien. Dat de woorden door onzen achtbaren volksvertegenwoordiger, M, Woeste, aan deu hoofdman der scheurmakers onzer katholieke partij toegebracht, tot eene welgepaste en laatst» waarschuwing dienen Rentree en vous même - maakt eenen terugkeer op u eigen zei ven.... Ja, dat men de moed toch eindelijk hebbe het hoofd niet langer te buigen voor het rood vaandel der socialisten, dat hij niet voortga i*»t onder dit vaandel te strijden, dat hij in plaats van vijand schap verzoening truchte te brengen tus schen patroons en werklieden, dat hij begrijpe dat de belangen van het werk en het kapitaal, door onverbreekbare banden moeten vereeaigd ziju, dat hij het bestaan der burgerij niet bevechte met zijne he- dendaagsche bondgenoten, dat hij zich ten allen tyde gedenke dat de eenvoudigheid en de ware broederliefde bijzonderlijk moeten geleiden diegenen die door God zelve geroepen wordeu om den vrede en de welvaart naar ziel en lichaam onder de kristene volkeren te stichten en te verspreiden I mij besluiten aan uwen achtbaren brief wisselaar te z«ggen dat hij in zijn acht dagen gesteld was. Het is op dit oogenblik, dat hy zich inbeeldt dat hij werk op het getouw heeft gehad voor het welke hij nietbetaald werd zoo als het behoorde. De directeur kan zich zelf bedrogen hebben op de lengte der stukken en g«volgenlijk op zijn loon. Vandaar nu uwe tweede briefwisseling, die ook laster bevat. Uwe aanklager moet daarvan zelf overtuigd zijn anders zou hij het gerecht met deze zaak bemoeien. Dat hij doet zooals ik gedaan heb, toen ik ondervond in het fabriek bestolen te worden Ik heb dit in d» zoogenoemde burgersbladen niet geschreven en de we vers in het algemeen niet beschuldigd, zoo als het onlangs iu de Kamer van Volksvertegenwoordigers het geval was, ten opzichte der werkbaz»n. De diefstal, waarvan ik het slachtoffer was, is voor het publiek onbekend geble ven; maar de drie dieven zijn elk tot zes weken gevang veroordeeld geweest. Daar mede sluit ik mijnen brief. Aanvaard Mijnheer mijne beleefde groeteais. Th. WILLEMS, bestuurder der fabriek Monckahnik en Zoon, Hofstade. Men verzoekt ons eene plaats voor de volgende antwoord op een schrijven van VooEUiT van 9 februari 11. Hofstade, 12 Februari 1895. Heer Uitgever, Uw briefwisselaar van Aalst is zoo ge lukkig als hij eenigo burgers eu werk bazen kan aanvallen,dat hij zich alleenlijk de moeite niet doet zich af te vragen of de aanklager wel geloofwaardig is. Ik ga u hier aanstonds inlichten. De man die u bedriegt en mijne mees ters laakt is eeu remplacaut (nummer verwisselaar) die sedert omtrent 3 jaren in het fabriek te Hofstade werkt. Gij weet welke naam die mannen bij het leger heb ben en zoo zijn zij ook in de nijverheid. Toen hij in September laatst opnieuw bij het leger ingelijfd werd, was hij zeer verlegen hierdoor later zonder werk te vallen en verzocht mij te zorgen dat hij na zijne vrijstelling onmiddelijk zou mo gen w. der aan het werk gaan. Ik gaf hem die verzekering. Iu October laatst kwam hij terug cn, zonder uitstel, gaf it hem werk. In November laatst kwam hij in bezit van 't geld dat hem op zijn massa te goed kwam en kon zich niet meer gedra gen naar liet reglement van 't fabriek.Hij werd om die reden afgedankt. Op dit tijdstip wrook hij zich door zijne eerste briefwisseling in Voobuit. Intusschen liep de man zonder werk. Hij werd elders geweigerd ofwel was het er naar zijnen zin niet; zoodanig dat hij nog kwam schoon spreken en de voor spraak ging afbedelen van twee voorname burgers te Aalst. Maar nauwelijks was hij eeuige weken weder bij mij aau 't werk of er ontstond twist tusschen hem en ver scheidene andere wevers; zoodanig Jat ik heb moeten tusschenkomeu om eerie vechtpartij in het fabriek to vermijden en Zondag 17 Fe bruari. Sexa gesima. Evangelie van den H. Lucas. Jesus zegde in vergelijkeuis Een zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien enz. Maandag 18 Februari. H. Simeon, Bisschop eu Martelaar. (Jaar 106). Dijnsdag 19 Februari. H. Barba- tus, Bisschop. (Jaar 682). Woensdag 20 Februari. H. Tyran- nio en vele andere HII. Martelaren. Euse- bius welke ooggetuige geweest is, zegt aangaande deze HH. Martelaren Na- n dat men hunne lichamen met geesel- slagen verscheurd had, leverde men - hen over aan de woede der luipaarden, beeren, wilde verkens en stieren. Deze wilde dieren in plaats van hen te ver- d scheuren, schaarden zich eerbiediglijk m rond huu. Eindelijk doorstak men de n HII. Martelaren met degens en hunne lichamen werden in de aeo geworpen. Velen werden door het vuur en tot an- dere halsstraffen veroordeeld. Alle deze edelmoedige soldaten van Jesus le den het martelaarschap onder Deocleta- nus in het 304. Donderdag 21 Februari. H. Seve- rianus, Martelaar, (jaar 452) en de Ge lukzalige Pepinus van Landen. Vrijdag 22 Februari. Sint Pieters- stoel te Antiochien. Men kau uiet twyfe- len of de II Petrus heeft den Bisschoppe- lijken Stoel gesticht te Antiochien vóór zijn T»rtrek naar Roomen. Dit wordt be vestigd door al de geloofweerdigste schry- vors der kerkelijke overheid. Zaterdag 23 Februari. H. Petrus Damiauus. Zondag 24 Februari. 40 uren gebed. Die in vrede leeft, heeft vau niemand kwade vermoedens; maar die kwalijk te vrede of beroerd is,wordt door vele kwade vermoedens gekweld; hij is niet gerust en ontrust anderen. H. Thomas a K. Hij is een leugenaar, zegt de H. Joan nes, die beweert dat hij God bemint en die zijnen broeder haat. 't Land van Aelst spreekt over de kie zing van paster Lemire in Frankrijk. Zeg eens, menheer Petrus, heeft men daar ook een wijf willen omkoopen om hem te be koren gelijk Sint Antonius en hem in 't verderf te storten zoo men met uw broeder paster Douche zou gedaan heb ben 't Woord is aan u, menheer Petrus.. Er is geen twijfel meer, 't wijf dat men heeft willen omkoopen om jojud Donche te bekoren is een der lieven van Sixtus, mot zijn nieuw hoedeken. Wie zou dat nu toch gedacht hebben dat hij er wel een dozijn heeft Botennarkt. Heden zaterdag werden 744 klonten boter ter markt ge bracht, wegende te samen 5952 kilos. /ie notariëtsle Annocen op tie 4Lia Bladzijde. VoordraclU te Aul»t. Maatschappij voor koloniale studiën, Maandag uanst. 18 Februari om 5 1/2 uren, zal de luitenant des gezchuts Gos- t eriniiii», gewezen distrikt hevelheb ber van den Congostaat, alhier, ter Groote Zaal van het Stadhuis eene voordracht houden. Onderwerp Het distrikt van den Stan ley-Pool in den Congostaat. Zeden, voort brengsels, toekomst. De uitnoodiging dient als ingangkaart voor een huisgezin. De dames worden toegelaten. Uloorsel. Luisterrijk Lieidudigheidstee»!Wij herinneren onze geachte lezers dat er Zondag aanst. 17 dezer, een luisterrijk Liefdadigheidsfeest, zal gegeven worden door de leden der Harmonie-Maatschappij Ste Ceciuia. Verscheidene overheerlijke muziekstukken voor harmonie, kleine fluit eu klariuet en gezangen, zulleu uit gevoerd worden. Verder zal men opvoe ren het blijspel getiteld Mijnheer is op reis, n en hot drama De twee Vader». n

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 2