Donderdag
21 Februari 1895. 5 centiemen per nummer. 49"* Jaar 2957.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en des Arrondissements Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Het evangelie van den
merteleer.
DE VROUW
GELE HAREN.
De geneverplaag.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving
•iidigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen aijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
in alle Poslkantoren des Land.
Cuique auum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen »ch te wenden tee Bureele
van dit blad.
Aalst, den «OFeb.
Niet lang geleden beweerde de merte
leer, te Brussel, in de Volksbamer, dat
hij tot het volk was gsgaan het Evangelie
in ds hand.
Welk evangelie mag het toch wsl ge
weest zijn
't Is Toorzeker toch het Evangelie niet
van O. H. Jesus-Christus, want dit Evan
gelie verkondigt ootmoedigheid, zacht
moedigheid, rust en vrede.
En de merteleer wat heeft hij anders
gedaan tot vreugde vau socialist en geus,
dan twist en tweedracht onder zijne
katholieke broeders zaaien
Zondag lest schreef Klokke Roeland,
het orgaau der Ninovesche Donchisten,
dat men, bij de aanst. gemeentekiezingen,
den strijd sal voeren iu iedere gemeente
onzee Arrondissements.
Wie zal die strijd voeren Wie zal de
appel van twist en tweedracht werpen in
iedere parochie
Niemand anders dan de merteleer en
«ijne sleepdragers.
Nu, wat beoogen zij Ia het rust en
vrede?... Is het de algemeene wel vaart?...
Geenszins.... wat zij willen, is overal
alles in rep en roer brengen, in een
woord, troebel waterken maken, hopende
aldus hun eigen zei ven te verheffen.
Hoe stemt dat nu overeen met het
Evangelie van O. H. J. C. dat ona leert
Bemint elkanderen gelijk ik u bemind
heb
Ome Heer Jesus-Christus leert in zijn
Evangelie Zoekt eerst het Rijk Gods
d en zijne gerechtigheid. Dus eerst
moet de mensch de belangen van zijne
xiel, de belangen van den Godsdienst, in
een woord, zijns zieleszaligheid beherti-
gen, zoo wil het 't Evangelie.
Maar onze merteleer en zijne organen
roepen uit
Neen, menschen, aoo nieteerst voor
de ziel zorgen dat is het oud testament
wij zijn het nieuw testament en wij
zeggen eerst den boterham, eerst de kor-
ste brood. Klokke Roeland.)
Het is dus niet met het Evangelie van
O. H. J. C. dat de merteleer tot het volk
gegaan is, met het Evangelie van liefde,
maar wel met zijn nieuw evangelie van
eigenliefde, baatzuchtigheid en hoog
moed.
Tijdens den laatsten kiesstrijd beriep
de Merteleer zich gedurig op den wereld-
)S(—
15* Vervolg.
Mevreuw Mantos wai eene Trouw, die «nel en
zeker hare gevolgtrekkingen maakte, en toen zjj zich
eanmaal in het hoofd bad gezet, dat Marv hat werk
tuig was van den man, die den diefstal gepleegd had,
toen zou men niet gemakkelijk die overtuiging aan het
wankelen hebben kussen brengen. Zjj peinsde over
de regels in den brief, waarin sprake was van eenan
man, Benson genaamd, en van kalkaartjea en zij
stond in gedachten nog eens stil bjj elke wending,
waaruit gebleken was dat de man, tot wien die brief
gericht wa», zich da verliefdheid van bet meisje ten
nutte had gemaakt om haar voor aijne misdadige
plannen te winnen.
Kort en gaed. mevrouw Manlon ging disn avond
■aar bed in de volle svertniging, dat er tegen Mary
■eer gezondigd geworden was, dan zij zelve had ge-
zssdigd.
I» e nachtelijke sran, gedurende welke mevrouw
Ifanlsn wakker lag, fluisterde esse stesa ln kaar bin-
brief Rerum novarum van Z. H.
Leo XIII. 't Was in den naam des Pauzes,
in naam der groote en heilzame leeringen
in den wereldbrief besloten, dat hij ten
strijde trok tegen de katholieke kandida
ten, dat de werkman tegen den meester,
de pachter tegen den eigenaar, de paro
chiaan tegen zijnen pastoor of herder
werden opgehitst en nu sedert dat de
Merteleer, te Brussel op de kussens aan
zijnen hoogmoed lucht geeft, is de wereld-
brief even als de goedkeuring van Z. H
onzen Bisschop indescheurmande gewor
pen.
De held die schaamteloos genoeg is
geweest om te beweren dat men een
wijf heeft willen uitkoopen om hem, ja
hem te bekoren gelijk S% Antonius
en hem aldus voor altijd in 't verderf te
storten, heeft nu wellicht begrepen hoe
Z. H. de Paus in zijnen wereldbrief de
hatelijke en duivelsche handelingen var-
oordeelt van dezen die reeds tot in de
kleinste gemeente twist en tweedracht
heeft gezaaid en die besloten heeft dien
droevigen toestand door zijnen staf of
sleepdragers te doen verergeren bij de
aanst. gemeentekiezingen.
Mochten alle priesters, zegt Z. H.
n de Paus, hunne volle kracht en al
n hunnen iever aanwendenmochten
zij met al de hun ten dienst staande
middelen, aan de welvaart des volks
n werken, boven alles echter ie liefde,
de meesteres en de koningin van alle
deugden, in tich selven bewaren en in
anderen, aarts ierdijken en armen, aan-
n kweeken.
Het evangelie van den merteleer is dus
niet het Evaugelie der liefde, maar een
evangelie van haat, twist en tweedracht.
Huichelaars zijn dus de zoogezegde
demokraten in 't Arrondissement Aalst,
die men niet mag varwarren met de kris-
tene demokraten aan wier hoofd prijken
mannen zooals de heeren A. Verhaegen,
Helleputte, Mabille en zoovele anderen.
Onze scheurmakers zijn slechts valsche
profeten, vermomde socialisten, die onder
het schaapsvel van kristene demokratie,
roovende wolven zijnmannen die uit eigen
belang, uit hoogmoed,uit eerzucht, ja,om
een plaatsken te bekomen, alles wat ver
hindert hun doel te bereiken, willen ver
scheuren.
A fructibus eorum cognoscetio eos.
Hunne vruchten zijn Verachting van
onze Geestelijkheid, twist en tweedracht
op iedere gemeente, krakeelen, moorden
en gevechten gelijk de geweldadighedeu
te Sottegem, Bambrugge, Vlierzele, Oke-
gem, Denderleeuw, enz. getuigen. Ja,
hunne laatste vrucht zal zijn :dezegepraal
der socialisten in ons Arrondissement.
Iqk. Otus.
nenste haar misschien wel het een en ander tal, wat
haar de zaak van hat meisje van een meer denkeren
kant deed beschouwen maar de morgend vond de
oude dame weer even overtuigd als ooit, dat dwang
en niat zucht naar rijkdom bet meiaje tot misdaad had
aangedreven.
Ik geloof dat gij haar weer bij u in dienst zoudl
nemen, zegde air Charles, de broeder van Georges
Saltash. die in den laop van den morgand eens aan
kwam.
Hij laehte, en mevrouw Manton was alweer in
staat am meê te lacben.
Zeker zou ik dat, zegde zij en ik zou beel
tevreden zjjn, als ik haar weer had.
Emma, de Brumviller schoonheid, zat op baren
praatstoel. Zij was er vol van. Wel een uur lang had
zij het over niets anders, dan dat. Zij had namelijk in
de schemering vaa den winteravond eenen man zien
binnengaan in het huia nummer vijf aan de Marina
Plaee.
Dat moet M. Saltash zijn geweest, zegde juf
frouw Smith voor de derde of vierde maal. Het is
stellig M. Saltash geweest, dat kan niet anders. Hol
ia 's avonds al niet erg licht meer, Emma. en gij
hebt hem zeker aiet goed kunnen onderscheidea. Gij
hebt u vergist. Ik zelf vergis mij ook wel eens. Laatst
nog heb ik Saiith voor uwen vader aangezien, en toch
gelijkt bij al hooi weiaig op hein, van aabjj beschouwd.
De senateur Lejeune, oudminister vau
Rechtswezen, heeft inden Senaat eene
redevoering uitgesproken, in de welke
hij de schrikwekkende verwoestingen
aanklaagt die de duivelsche geneverplaag
in ons Land aanricht. Wanneer men over
weegt wat al misdaden eu rampen er uit
het onmatig gebruik van «terke dranken
voorspruiten, dan stelt men zich de vraag
of het niet driagend noodzakelijk is dat
er doeltreffende maatregels genomen
worden
Maar laten wij het woord aan M. Le
jeune.
Ik verlang te spreken over eene andere
proefnetniiig dan die waarvan M. Lefevre
gewaagde en welke duizendmaal gedaan
werd in vergaarbakken die men gevange
nissen, krankzinnigengestichten en bede-
laarshuizen en, ongelukkiglijk ook, onze
werkmanswoningen aoemt 1
Weet gij in welke verhouding het ver
bruik vau alcool sedert 1850 is toege
nomen
In 1861, bracht de accijns 4 milioen op.
Thans bedraagt hij 33 millioen I 't Is de
borrel! want, wat de nijverheid betreft,
is de vervalsching gelijk aan het ver
bruik. Ia België verbruiken wij tegen
woordig 12 liters per inwoner. Verschrikt
door de uitbreiding die het alcoolism ge
durig neemt, heeft de Fransche Kamer
van Afgeveerdigden onlangs het monopo-
lium van d«n Staat gestemu voor het over
halen van alcool. Pin in Frankrijk is de
verhouding slechts 3 liters per inwoner
In 1850 hadden wij 53,000 drankhuizea.
In 1892 zijn er 175,000 Eu dan nog
moet er gezegd worden dat voor de wet
op het vergunningsrecht, die voor niet»
tel» iu de vrees der bestrijders van 't al
coolism, wij 189,000 drankhuizen be
zaten 1
Een drankhuis dus .op 38 inwoners,
mennen, vrouwen, grijsaards en kinderen,
alles meè begrepen, zooals Rabelais zegt
En daar op die 36 inwoners velen geenen
inlandschen alcool verbruiken, mag men
zeggen dat men voor ieder jeneverdrinker
tot 48 liters komt Zooals M. dokter
Lefebvre zegt: Wij gaan eene Dieuwe bar-
baarschheid, de barbaarschheid van den
alcool te gemout 1
Inderdaad, de voorteekens zijn daar:
Van 1851 tot 1888 is de criminaliteit met
200 p. c., de landlooperij met 290 p. c.,
de krankzinnigheid met 139 p. c., de
zelfmoorden met 140 p. c. vermeerderd;
en van M. dokter Crocq weten wij dat er
ia de Brusselsche gasthuizen, op 100 per
sonen die aldaar sterren, 80 p. c. jene
verdrinkers zijn
Ziedaar de kenteekenen En er dient
nog een te worden bijgevoegd Namelijk
de uitbreiding van het alcoolism bij de
vrouwen I Het gevolg de alcoolische
overerving.
Smith koesterde in stille da hoop, dal hij isder-
daad niet op Emma's vader geleek maar bij paste
wel op, zoo iets niet le zeggen.
En ik verklaar u, dat het M. Saltash niet wat I
riep Emma met groote hevigheid. Het wat evenmin
M. Saltash als dat het oem was. Die zijn alle twee
groot van stuk, M. Saltash vooral, eu de man dien ik
zag was niet meer dan middenmatig.
Waar waart gij toen gij hem zaagt T vroeg juf
frouw Smith.
Ik kwam van daarginds, es ik was juist bij bet
huis van Spiggs, gij weet wel, waar de kinderen kink
hoest hebben, toen ik hem hier aan de deur zag. Hij
atond een eogenblik stil, alsof hij luisterde, en ging
toen naar binnes. Ik zsg htm heel duidelijk alleen
zijn gezicht niet, want dat was nasrden interen kant
gekeerd Ik dacht bij miizelve Wat zijl gij er voor
een En hoe komt gij zoo familiaar met oom en tante,
dat gij zoo brutaal naar binnengaat, zonder eens te
bellen En toen kwem ik hier, in de viste overtui
ging dat gij iemand bij u zoudt hebben, en nu segt gij
mij dal er niemand in huis gekomen is.
Emma was er heelemaal zeuuwaehtig van. En toen
zij nu merkte dat haar verhaal ongeloovig werd aan
gehoord, riep zij kwaad
Maar tante, denkt gij dan dat ik het alles maar
uit mijnen duim zuig Ik zeg u, dal het niet de deur
hiernaast wis, «n evenmin mijnheer Satash. Ik ver
zeker het u Het was hier aan uwe eigene voordeur,
en bij i* hier binnengegaan, en als gij morgen vroeg
akalig vermoord in uw bod wakkor wordt, dan kan ik
Er zijn er die zeggen De werkman
drinkt hoe langer boe meer. En vandaar
uit vraagt men zich af Waartoe dient
het aalmoeien te geven en het loon te
verhoogea Dat bijkomend geld gaat toch
weeral naar de kroeg En't is dikwijl»
maar al te waar
Voor het tijdvak 1866 tot 1869, een ge
woon tydvak, hebben wij een alcool ver
bruik van 37,641,480 frank. Van 1873
tot 1876, een tijdvak van ganscb bijzon
deren, ongestoordeu voorspoed, bedroeg
het verbruik 71,717,720 frank. En van
1873 tot 1893, werd er 2,600,000,000 fr.
alcool verbruikt En de openbare schuld
bedraagt geene 2 milliards
Zeker zou het den statisticus niet moei
lijk vallen op te maken hoeveel voor die
2 milliards de arbeidersklas zich in 20
jaar tijds aan koffie, brood en suiker zou
hebben kunnen aanschaffen.
In den strijd tegen het alcoolism sijn
wij bij al de volken die ons omringen ver
ten achteren.
Vóór 1850 was het alcoolism in de
geneeskundige wereld zoo goed als onbe-
bend. De geneeskundige wetenschap
kende den dronkaard, en de rechterlijke
wetenschap hield zich onledig met de
dronkenschap doch men zag ze aan als
vrywillig.
Doch thans zegt de geneeskundige tot
den rechtsgeleerde: Weldra bevindt gij u
voor misdaden die gij niet zult durven
straffen, daar degenen die de alcool-
ziekte hebben overgeërfd zich ly-
delijk tot handelen laten aandrijven en
bekwaam zijn gewelddaden te begaan
waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn.
En dan stelt zich, daar ik M. de mi
nister op 't hart wil drukken dat hij ons
op dezelfde hoogte brengt als de andere
natiën om de toeneming van het alcoo
lism te keer te gaan, dan stelt zich on
middellijk de vraag, te weten, welke de
oorzaken zijn van die plaag tot de uitbrei
ding derwelke wij ontegensprekelijk meer
dan welk ander volk ook, bijdragen.
Eene dier oorsakeu, verklaarde kort
geleden M. Picard, is de onvoldoende
voeding van den arbeider. Dat is waar,
onder die oorzaken bevinden zich het on
toereikende voedsel, de opsluiting van
den werkman, enz.
Pauperism baant den weg naar alcoo
lism en het alcoolism vermenigvuldigt
het pauperisme. De mensch heeft in zich
eene natuurlijke begeerte naar alcool
loetificat cor hominis. Doch er is goede
alcool en slechte alcool. De goede kost
20 fr. do flesch, terwijl de slechte slechts
25 cantiemeu de flesch kost 1 Het is de
drank van armen au negers 1
De borrel, daar is het Amerika,
Zweden en Noorwegen, al de vreemde
landen hobben er zich zegepralend tegen
verweerd en wij, wij doen niets Eene
nijverheid in 1850, denzelfden dag als de
plaag geboren, en door de belasting over
prikkeld, heeft er zich op toegelegd al
cool te trekken uit alles, uit Tursche
tarwe, waardoor een verschrikkelijk ver
gift wordt voortgebracht, uit vette lom
pen, uit het roet der fabrieken, uit aard
appelen, en ze bekwam aldus op goed-
koope wijze dat voortbrengsel hetwelk
de Engelschen den grooten bedrieger
noemen en waardoor aan den werkman
eene kunstmatige 07erprikkeling wordt
verschaft, doch waardoor hij terzelfder
tijd sichzelven en zijne kindereu ver
giftigt
Het vergif wordt door eene overgroote
samenwerking van belangen verspreid,
en wij laten maar begaan! Om een mensch
te dood en met zuiveren alcool, hoeft er
15,92 gram voor ieder kilogram van het
gewicht des lichaams, doch 2 grammen
nijverheidsalcool zijn voldoende. Een je
neverdrinker is geen drenken, maar wel
een krankzinnig mensch
Gansch de maatschappelijke hervor
ming, de verhooging der werklooning, de
bescherming der kinderen, dat al sal
nutteloos blijven, soolang gij het monster
der jenevsrplaag met suit neergeveld héb
ben.
het niet keipen, en dan kunt gij lejgsn dal ik u niet
gewaarschuwd heb
Ga das eens rondzien, sprak jufrouw Snith tot
haren echtgenoot. Ga eens in alia kamers en zie of er
iemaad ia. Gij kunt nok wel eena zie» of mijnheer
Saltash soms thuis gekomen is, en of bij het uiet
geweest is.
Hrt wag maken van Saltash naam waa voor Emma
Hollis alwaer olie in hot vuur.
Dat is niet noodig riep zjj. Gij behoeft san
mijnheer Saltash uiet te vragen of hij hat was, of bet
mosst zijn om tante haren zin te geven, want bjj is
het niet geweast. Ik ben er zeker van, en ik wilde dat
ik hier in het geheel niet gekomen was, als ik toch
uiet geloofd wordt. Het wat mijnheer SalUsh uiet,
en als gij morgen ontdekt dat al uwe lepels en vorken
verdwenen zijn, dan zslt gij er beroiw van hebben,
dat gij de zaak niet onderzocht bebt.
Ga dan nu maar liever eens zien, zegde jufrouw
Smith toegefelijk, alt Emma zoa zeker is van hare
zaak.
Smith stond op en verliet de kamer.
Ik zeg niet dat gij niet de waarheid spreekt,
Kmma, zeide de tante. Ik zeg alleen maar, dat een
menseb zich kan vergissen.
Nu, wij zullen zien, zegde Emma. de schoon
heid. Het was beter dat wij de deur op een spleet
lieten staan, dan kunnen wij dadelijk de politie gaun
halen, als oom soms roept.
Hierop zaten de beide vrouwen zwijgend ta luisteren
of zü niat hat aana af andera galuid hoordan. Zij kon-
De socialisten verloochenen de
Godheid.
Wie kan er nog aen oogenblik aan
twijfelen, dat de leiders der socialists*
allen vrijdenkers of beter gezegd, god
verloochenaars zijn.
Vrijdag der verledene week hield gezel
Furnémont hoofdman der roode bende
en venerabel der vrijmetselaarslogie van
Brussel, een voordracht in 't lokaal der
vrijdenkers-vereeniging te Parijs.
De godverloochenende redenaar viel
gelijk eenen duivel in menschenvleesch
uit tegen den R. K. Godsdienst - welke,
i» zegde hij, de eenige ware hinder-
paal is, die de zegepraal belet of tegen-
werkt van hel revolutionnair socialis-
n mtiS.
Het socialismus, voegde hij er bij, is
niet andersdan de vrijdenkerij in wer
king gesteld.
En verder zegde hij nog
Toen ik, in 1889, hij u kwam, be-
loofde ik u slechts terug te keeren
n wanneer België het algemeen stemrecht
r zou veroverd hebben. Ik houd thans
mijn woord en voeg er nu nog dese
n andere belofte bij
Ik sal niet meer bij u terugkeeren dan
wanneer wij de republiek sullen uitge-
n roepen hébben.
Katholieken, wat willen de socia
listen
De Belgen een goddeloos, godverloo-
chenend en zedeloos volk, onder de heer
schappij van eenen Anseele, Furnémont,
Van der Velde of ergens «enen ontsnap
ten uit het rasphuis
den de voetstappen vas Smith op dss trap Horen,
•n sok zgn kloppen aan da kamerdeur van den heer
Sallasb. De klank van eane stam dia antwoord gaf en
van eene korte samenspraak bracht eenen glans vas
triomf op het gelaat van juffrouw Smith.
Ziet gij, hfj is thuis zegda zij Ik wist wal
dat hij uitgegaan was.
En toch was hu het niet, zegde Emma. Hij is
misschien thuisgekomen terwijl wij aan bet praten
waren.
Tien minuten lator verssekeen Smith wéér.
Ik ban in alle kamers geweast, zeida kg, en ik
kek onder de bedden gekeken, es in da kassen as
achter de gordijnen, maar er is niemand. En mevrauw
Fleming heeft ook niets gehooid En M. Saltash zegt
dat bij een poos geleden is thuisgekomen. Ik denk
dus, dat hij het wel geweest zal zijn.
Hij waa het niet, herhaalde Emma hardnekkig
an van ergernia barstte zij in traoen uitHet waa
een man van middelmatige lengte, daar wil ik op
sterven, en hij droeg eeu langen frak cn een klak. Gij
denkt zeker dat ik mij de keele zaak maar verbeeld,
zoo als dat meisje dat aan de zenuwen leed, en naar
bet hotel ging om verandering van lucht te hebben,
en die zich verbeeldde dat z(j de koningin der heme
len was, en die vertelde dat zij bij de Parade was
aangerand en dat men bare ringen gestolen had, en
naderhand werden de ringen in bare bottieneu gevon
den, waar zij ze zelf in had verstopt. Gij es oom
denkt zeker dat ik sok zoo'n zottin ben I
Wordt voortgesof).