Donderdag 28 Maart 1895. 5 centiemen per nummer. 19sl€ Jaar 2967.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en des Arrondissements Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Werkstakingen
Onlusten.
DE VROUW
GELE HAREN
MensehenLeest
Bekentenis.
De Wet op het Persooneel.
Landbouw.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 4-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutslraat, N. 31,
en in alle Poslkanloren des Land.
Cuique 8uum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel#
van dit blad.
Aalst, den 27 Maart 1S9ÏJ
en
De socialisten verwekken op 't oogen-
blik woelingen in 't land. Hier en daar en
vooral in de provincie Luik zijn de mijn
werkers, wevers, enz, in werkstaking om
vermeerdering van dagloon te bekomen,
zoo men beweert, doch wezenlijk om de
regeering te dwingen eene gemeentelijke
kieswet tot stand te brengen naar hunnen
zin en die hen zou toelaten de stadhuizen
van tal van groote steden en talrijk be
volkte gemeenten te veroveren.
Men,weet waarom de Overheden van al
de groote liberale steden wenscben dat
de regeering zich krachtdadig tooue en
aan de eischen der straat geen gehoor
lcene.
De regeering is dan ook zeer vast
besloten met krachtdadigheid op te treden
om recht en wet te doen eerbiedigen en
de openbare rust te verzekeren. Reeds
hebben er te Luik botsingen tusscben de
openbare macht en de werkstakers plaats
gehad en van wederzijde treft men gewon
den aan.
De regeering heeft hare maatregelen ge
nomen. Ook heeft zij er aan gehouden aan
hare politieke vrienden wel te doen be
grijpen dat zij in volle gerustheid mogen
beraadslagen over deze zoo belangrijke
kieswet; dat zij zich om de bedreigingen
der socialisten niet hoeven te bekomme
ren noch ongerust te maken daar iedere
poging tot wanorde van wego deze laatsten
of van do radikale visschers in troebel
waterzuilen onderdrukt worden.
Zoo moet het zijn 't is het wettig land,
vertegenwoordigd door de gekozenen in
Kamer en Senaat die de wet moet geven
en niet de politiekers der straat die op
niets anders loeren dan op buit.
Neen, het mag niet geduld worden dat
eene woelzieke minderheid haren dwin-
gelandschen wil aan de meerderheid
opdriuge.
Alle ordelievende Belgen, al wie zyn
vaderland lief heeft, 't is gelijk, hij weze
liberaal of katholiek, zal aan die manne
lijke en krachtdige houding der regeering
toejuichen immers toegeven aan de
eischen der oproermakers, ware eene
zwakheid die voor ons Vaderland, de
noodlottigste gevolgen zou na zich slepen
en ons eindelijk onze onafhankelijkheid
ons bestaan als een vrij volk, zou doen
verbeuren
-)£(-
20* Vervolg.
Ondertusschen was zij reeds op den trap. liet
zwakke schijnsel van eene naburige straatlanteern
viel door het glas boven de deur op haar geel haar en
haar wit nachtgewaad. Saltash zag haar naar boven
gaan, en keerde hierop eveneens naar zijne kanier
terug.
Het geval was zouderling, on het paste op eigenaar
dige wijze bij de geheimzinnigheid van heel de levens
wijze der dame. Saltash dacht aaa hare ontsteltenis,
aan de verschrikte oogen, die hem nog even hadden
aangestaard alvorens <1e keers op den grond viel.
In dit korle tijdstip was h|j nevelig herinnerd ge
worden aan een ander gezicht, dat hij had gekend.
Vergeefs echter trachtte hy deze vage gelijkenis terecht
te brongen. Hij had dan ook zoo bitter weinig van
haar gezien eigenlijk niets dan hare oogen en haar
loshangende geel haar, en ook dit nog maar zeer
vluchtig. Het kon inderdaad al niet minder I
Een ding stond nu bij hem vasthy wilde nog eene
Socialist Van Beveren, een der grootste
belhamels der roode partij, komt te voor
zeggen wat ons te wachten staat, als de
socialisten eens konden meester worden.
Bemerken wij dat de kristene demo-
kraten van Aalst, samenspannen met de
socialisten om de bres te openen langs
waar deze laatsten in de stadhuizen zou
den kunnen binnensluipen en er de wet
geven.
Ziehier dus, volgens Vooruithoe Van
Beveren zich uitdrukte, zijn verklaringen
hoe dwaas ook werden driftig toegejuicht
n In dezen oogenblik is de toestand van
ons land te vergelijken nan eene fabel uit
den tijd dat de dieren spraken en die ik u
wil herinneren.
n Evenals de menschen zijn de honden
in standen verdeeld, armen en rijken,
werkers en luiaards.
En de luie honden peuzelen gewoonlijk
ook de beste brokjes op, terwijl do arme
werkende honden zich met den afval
moeten tevreden houden.
Zoo behoorden M. de Dog en M. de
Schapershond sinds lang tot de aristocra
tie en aten zij samen uit den besten
schotel.
n De arme werkhonden mochten van ver
toezien, maar wilden zij den schotel na--
deren, dan opende de dog den muil, de
schapershond de klauwen en de arme
ston fori k kwam er met schade en schan
de af.
Dit alles duurde tot op den dag dat de
werkershonden samenspanden, zich t'ak-
koord stelden en zich op de twee luiaards
wierpen, die met klank verdreven werden
en menigen buil en bluts opliepen. Ge
lach toejuichingen).
n Evenzoo gaat het in ons land, waar de
arme, neerstige werkers van den schotel
des levens worden verdrongen door de
rijken die kapitalen en staatsmacht voor
zich alleen willen houden, en bij elke po
ging tot vrijmaking der werklieden, troe
pen en gendarmen op hen afzenden. [Toe
juichingen).
Maar stellen de werklieden zich t'ak-
koord, weten zij hunne reuzenmacht aan
te wenden dan zal het ook spoedig uit
zijn, met de brutale ikzucht,met die
schandelijke slokpartij der bezitters.
[Donderende toejuichingen).
Gij kent het wetsontwerp. Welnu, werk
lieden, is er ooit in een land der wereld
zulk een brutaal revolutionnair voorstel
gedaan
Heeft men ooit ergens zoo schaamte
loos durven zeggen Een rijke is vier
armenwaard 1 (Neen neen 1;
n En dat is een land waar de grondwet
zegtAlle Beigen zijn geiijk voor de wet!
Wat onnoemlijke huichelaars. (Hoe! hoe!)
week hier blijven. Hicrtee had hij het besluit gevat,
voor de oogen hem eindelijk toevielen. Nadenkende
over het avontuur van daareven, sliep hij in. Bijgevolg
was het niet onnatuurlijk, dat hij er van droomde.
Hij had geen besef hoe lang hij geslapen had, noch
van het juiste tijdstip waarop, naar bet scheen, de
wezenlijkheid zich in de fantasie begon te mengen. Hij
verbeelde zich dat hy weer den trap hoorde kraken,
en daarop, dat hij opnieuw een geluid hoorde als van
het voorzichtig wegschuiven van greudels. Hij draaide
zich om. Zijuc oogen waren nog dicht en hij ademde
nog als een slapende, maar loch was hij nu reeds
half wakker. En... wat was dat daar Was dat niet
een geluid als van het behoedzame sluiten eener
deur T....
Hij ademde diep, bracht zijne hand aan zijn voor
hoofd, maar dommelde toch nog voort. Zijne horlogic
tikte luid en nu meende hy by dit teeken een
geluid van voetslappen te hooren.
Was het reeds morgend en tijd out op te staan
Had men hem geklopt Hij opende de oogen de
kamer was donker en slechts een mat verlicht vier
kant duidde het venster aan... Alweer een geritsel.
Hij richtte zich nogmaals op en luisterde.
as dat niet het zachte rammelen van eene ket
ting En weérom, waren dat geen voetslappen in
den gang, lichte voetstappen als van bloote voeten
Ineens was hij nu klaar wakker. Hij sprong uit het
bed en opende de deur.
Alles was donker, en alles was stil, Doch daar
boven, aan de kromming van den trap, verdween iets
n De zoogezegde christenen die beweren
te gcloovcn in een God, samengesteld uit
drie personen, willen zich boven dezen
verheffen.
Zij scheppen de kapitalistische viervul-
digheid van God den vrek God den uit
buiter God den bedrieger God den
volksverdrukker Langdurige toejui
chingen).
n Maar even als God den hoogmoed van
Lucifer strafte door hem in de diepte der
hel neer te storten omdat hij hoogmoedig
zijnde zich boven zijn meester wilde stel
len, ehwel, zoo zal de ware God onzer
eeuw, de arbeidschepper en regeerder
van alles, de hoogmoedige verpletteren
voor hunnen haat, hunne trotschheid en
hunne misdaden. Langdurige toejuichin
gen).
Wij vragen aan onze vrienden die soms
nog eens Het Land van Aclst lezen, want
velen lezen dit orgaan der verraderij niet
meer, is er wel eenig verschil, voor wat
den geest betreft, tusscben de redevoe
ring van Van Beveren en zekere artikels
van bedoeld blad
Wij vertaUn uit een Duitsch prote-
stantsch missieblad
In een verslag hunner werkzaamhe
den. doen de protestantsche zendelingen,
die in Batavia (Java) verblijven, de vol
gende bekentenissen nopens de katho
lieke zendelingen en nopens het werk dat
zij in die streken verrichten
n Eene zaak kan niemand loochenen,
het is dat de katholieken in dichte
drommen bijecngesloten zijn, als een
leger van onversehrokkene krijgers; zij
gaan gedurig vooruit en behalen de
eene overwinning na de andere. Den
indruk die de roomsche Kerk, als gods
dienstige instelling, op de gemoederen
maakt, is veel gunstiger voor haar dan
voor onze Kerk. In die Kerk is er ten
minste eenheid t« vinden. Zij heeft
maar eene geloofsbelijdenishare
priesters en bedienden zullen nooit in
openbaar malkander tegenspreken de
de eene zal nooit verworpen wat de
andere als een punt van goloof aan-
veerdt en belijdt.
De inrichting der katholieke Kerk
munt uit verre boven de inrichting der
protestantsche Kerk. In onze Kerk is
de opperste macht in handen van een
man die door de regeering aangesteld
wordt en gewoonlijk is hij ergens lid
van den hoogen Staatsraad. Aan het
hoofd der katholieke zendingen inte
gendeel staat er een Bisschop die door
het Opperhoofd der katholieke Kerk
benoemd wordt en die de regeering als
dusdanig erkent. Deze- Bisschop ver
blijft bijna altijd in de zending Hij is
i zelve in het zendelingsleven grijs ge
worden; niemand durft zijn gezag mis
i kennen zijn bestier en zijne hevelen
i boezemen achting en eerbied.
«De zelfverloochening der roomsch katho
lieke Priesters is waarlijk bewonde-
rensweerdig. Men ziet ze onder malkan
der broederlijk verdcelen al wat de re
geering aan elkeen in 't bijzonder gunt.
De zendelingen van deze priesters bob
ben scholen in alle steden. Onder meer
dan een oogpunt, munten hunne ge
stichten uit, en zij genieten de gunst
en de achting van iedereen. Zelfs
wordt er menige protestant gevonden
die zijne kinders jnaar een klooster
zendt, om er hunne opvoeding te ont
vangen. 't Is met behendigheid en veel
kennis van zaken, dat de klooster
zusters de meiskens opvoeden en gelei
den die aan hunne zorgen zijn toever
trouwd ook gebeurt het zelden, dat
men eene hunner leerlingen over hen
hoort klagen.
- Den iever dien de roomsch katho
lieke Priesters aan den dag leggen in
de gasthuizen en gevangenissen, kan
niet genoeg geprezen worden. Al de
armen zeggen eenparig dat zij uitmun
ten door hunne hertelijkheid en liefda
digheid. Dat is ook de oorzaak waar
om zij wel bekend staan bij de regee-
ring en in de openbare denkwijze. Die
Priesters gaan met moed en overtui-
i ging te werk.
Dat schrijven leert aan ons katholieken
geen nieuwe dingen maar het doet deugd
aan hét hert, te bcstatigen dat mannen
dieeenvalsch gelooi' volgen, gedwongen
zijn zulke bekentenissen neèrte schrijven.
Dat ontwerp, op eenige punten door de
middenafdeeling gewijzigd, verleent de
volgende ontlastingen van het persooneel
op de huurweerde, deuren en vensters en
het mobilier
1° In de gemeenten van 10,000 a 25,000
inwoners, voor de huizen van 42 fr. 40 a
53 fr. huurweerde, volledige ontlastiug
van 53 fr. tot 74 fr. 20, de helft.
2° In de gemeenten van 25,000 a 50,000
inwoners van 42 fr. 40 tot 63 fr. 60, de
volledige ontlasting van 63 fr. 60 tot
84 fr. 80, de helft.
3° In de gemeenten van 50,000 a 75,000
inwoners van 42 fr. 40 a 74 fr. 20., vol
ledige ontlasting van 74 fr. 20 a 95 fr. 40
de helft.
4. In de gemeenten van 75,000 inwoners
en meer van 42 fr. 40 a 84 fr. 80, volle
dige outlasting van 84 fr. 80 a 106 fr. de
helft.
Die wet zal toegepast worden van af
1 Januari 1895.
Die herziening van het kadaster zal,
naar de regeeriug berekent, ten hoogste
driejaar duren.
witachtig, iets als de witte slip van mevrouw Fle
ming's nachtgewaad.
George Saltash sliep dien naeht niet meer. Hij bleef
liggen peinzen over het gebeurde, trachtende de we
zenlijkheid te vinden van de schimmen in zijnen
droom.
Dit riel hem niet gemakkelijk, want hij had tame
lijk vast geslapen en was eerst langzaam ontwaakt.
Doch van een ding was hij ten stelligste overtuigd,
dat het geen aanval van slaapwandelen was geweest,
wat mevrouw Fleming naar beneden had doen gaan.
Om de eene of andere reden had zij, toen hij haar
betrapte, de grendels en de ketting van de voordeur
afgedaan. En dit niet alleen Ongetwijfeld ook was zij
ten tweeden inale naar beneden gekomen, om opnieuw
de deur, welke hij weer gegrendeld had, te ontgren
delen.
Wat kon zij daariueö veorhebhen
Hij stond op, stak zijne keers aan en ging aaide
deur een onderzoek instellen. Do ketting was op hare
plaats en de sleutel was in het hoofdslot omgedraaid,
maar van de beide grendels was er slechts een voor-
geschoven, en toch wist Saltash zeer zeker dat hy ze
alle twee verschoven had. Geen twijfel dus mogelijk .-
mevrouw Fleming was ten tweeden male aan de deur
geweest.
Nogmaals keerde h|j in zijn bed terug opblijven
was immers nutteloos, en by de koude ook ver van
aangenaam. Het matte vierkant van het venster begon
zachtes aan lichter le worden. In de buurt kraaide
een haan. De wind was gaan liggen. De winterache
M. de Smedt de Nayer, minister van
geldwezen,heeft een wetsontwerp neerge
legd strekkende tot wijziging der wetge
ving op het persooneel. liet verslag der
middenafdeeling over dat ontwerp is4thans
verschenen het is opgesteld door
M. Ligy.
Tot nu toe wareu de huizen van min dan
42 fr. 40 huurweerde ontlast van het per
sooneel, en in zekere steden, werd die
ontlasting geheel of ten deele verleend tot
eene huurweerde van 106 fr.volgens de
bevolking. De wetten, waardoor die ont
lastingen verleend worden, bleven echter
grooteudeels onuitgevoerd, omdat de toe
passing zekere moeilijkheden opleverde.
De regeeriug is van zin, zoo spoedig
mogelijk de belasting op deuren en
vensters af te schaffen, doch in afwach
ting wil zij de kleine belastingbetalers
doen voordeel trekken uit <de reeds
bestaaude ontlastingen, en het neerge
legde ontwerp heeft voor doel die zaak te
regelen.
Het bevriezen van liet graan. Als de
grond niet gedekt is met eene dikke laag
sneeuw, veroorzaakt de strenge vorst
groote schade aan de granen dat weten
alle landbouwers.
Een Russische geleerde, M. Kihlmann
heeft daarover belangrijke navorschingen
gedaan, waarvan hij de uitslagen heeft in
't licht gegeven.
M. Kihlmann vergenoegt zich niet, de
oorzaak van het kwaad aan te toonen,
maar hij zoekt er ook middelen tegen
en deze zijn zeer natuurlijk.
Het gaat met de planten gelijk met do
menschen.
Een sterk, gezond, welgevoed gestel zal
aan den aanval der ziekten wederstaan
het zwakke, uitgeputte, het afgebeuld zal
er onder bezwijken. Het gaat niet anders
in de plantenwereld, en de eerste ver-
eischte voor een landbouwer, die van de
strenge winters niet wil te lijden hebben,
is het kiezen van krachtige aoorten, die
rijk zijn aan eitwithoudende atoffen. De
geringe soorten wederstaan niet.
Daarna, werkt en doet uw best. De
grond, goed omgewerkt, doch niet boven
mate, en behoorlijk gemest met beender
meel en stikstothoudende meststoffen,
zal u granen gevon die gemakkelijk de
vinnige koude zullen uitstaan.
morgendstond brak aan over eeue slapende wereld.
Wat, vroeg Saltash zich af, wat macht toch het
geheim wel wezen van deze stille vrouw, dis des
nachts door dit huis rondwandelt
Kou hij zich slechts helder voor deu geest halan
wat er eigenlijk was gekeurd Hij moest nog ge
sluimerd hebben aadat het geluid hem reeds gedeel-
telyk had gewekt.
Nogmaalswat was er feitelijks, en wat was er
gedroomds geweest in dat geluid Had hij ook ge
droomd toen hy meeude in den gang nog eeueu twee
den voetslap te hooren, eenen zwaarder naast dien
lichten Hij kon het met zicbzelven «iet uitmaken.
Klaar, feitelijk wakker was hij eigenlijk slechts
geweest toen bij voor de tweede maal uit zijn bed
gesprongen was en zyne kamerdeur had opengerukt,
juist bijtijds nog om in het donker den schemerig
witten slip van mevrouw Fleming's nachtgewaad om
den hoek van den trap te zien verdwjjnen-
Zyne onvoldoende kleedinghy had zich niet eens
den tijd gegund om zynen kamerrok aan te trekken
tlail hem toen verhinderd aan zyn eerste gedacht
gevolg te geven en de raadselachtigs schoone naar
boven te vervolgen.
Terwijl hy zoo lag ts peinzen, kropen de uren voor
bij. Telkens hoorde hij de klok slaan en telde bij de
slagen Ten aeht ure kwam Smith zyne badkuip
vullen. Saltash hield zich stil en zag toe, hoe de
gewezen kamerdienaar handig en netjes de uitgebor-
stelde kieeren over eenen stoel hing, zijne scheer
messen over den riem streek cu een schoon overhemd
benevens een paar schoone kousen voor hem op eeneu
anderen stoel gereed legde.
Aeht uur, mijnheer, zegde Smith, en hy ver
dween.
Smith droeg een gestreepten linnen frak, en dit
kleedingstuk bracht M. Saltash op eene wonderlijke
aaneenschakeling van gedachten. Die zelfde frak
namelijk had hy Smith zien aanhebben op dien dag,
(oen er daar boven zulk eene buitengawoue opschud
ding was geweest. Hij herinnerde zich dit nu weer,
ei zoo, van het een op het ander gerakende, hcrin-
nerdo hij zich ook het verbaal van die spookachtige
voetstappen, en van dien raadselachtigen man, dien
men beweerde des avonds en ook weer laat in den
nacht aan de huisdeur te hebben gezien... Kon er
eenige samenhang bestaan tusschen de voetstappen,
deu man, en...
Wel zeker Mevrouw Fleming had iemand in het
huis gelaten
Het vermoeden werd terstond in hem tol eene
zekerheid. Wat anders toch kou baar 's nachts naar
de voordeur hebben doen gaan I Die geschiedenis
van hel slaapwandelen klonk op zichzelve reeds on
waarschijnlijk, en kon bovendien ook slechts hare
eerste afdaling verklaring.
Dat iemand tweemaal in eenen nacht uit slaapwan
delen ging, dal scheen iets ongehoords. En toch had
er ook ecee tweede afdaling plaats gehad. Dit bewees
de weggeschoven grendel...
[WortU voortgezet),