Donderdag 9 Mei 1893. 3 centiemen per nummer. 49s" Jaar 2979. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De Tabakkwestie. SttWBSS'Bgsa ~""Si DE VROUW GELE HARE N. Daens te Antwerpen. AAN DAENS DE DEND Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Poslkantoren des Land. Cuique suuru. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Ileeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen d«n dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureale van dit blad. Aalst, den S AI ei 1§9S. Do afschaffing van het accijnsrecht op de tabac, stelt het gouvernement in eeuen moeilijken toestandvan den eenen kant, de landbouwers die de afschaffing eis- schen, kost wat kostvan den anderen kant, de handelaars in vreemde tabac die willen dat meu onmiddelijk het in komrecht verrninderc. De laatste zijn natuurlijk meest aanhoord, want men kent goed de boeren altijd geslegen, maar te vreden Ook zou men aan het accijnsrecht niet komen ware het niet van de krachtige houding met dewelke do j heeren volksvertegenwoordigers De Sade- leer, Tack, Woeste, de Joughe, Spille- I bout, enz., zijn komen hunnen vasten wille uitdrukken het te zien afschaffen. Ecne onverwachte opwerping is door M. do Smet de Naeyer vooruitgezet ge weest indien gij den accijns afschaft, ge moet het inkomrecht verminderen En waarom dat In tegenwoordigheid van den buitengewonen toestand der land bouwers, zoowel onder opzicht der lasten die zij betalen, als onder opzicht der kwalen die zij verduren voor het grootste welzijn der anderenware het ten 'hoogste niet billijk ze te beschermen meer dan de andere nijverheden in die zuivere pracht- voortbrengsels Kan men do liefde der beginsels zoo verre drijven tot het verwerpen van 't be houd der inkomreebten op de tabac onder voorwendsel dat zij te hoog zouden zijn In geheel die kwestie is het de gewone leerregel niet die men moet aanschou wen, maar wel de beivcenelijke en drei gende toestand van den landbouw. Wat is de natuur van onzen inland- schen tabac De tabac van Obourg, van de Semois en van Geeraardsbergen bezit eene voldoende hoedanigheid om door de welhebbende klassen gerookt te worden. De Wervicksche tabac wordt tegenwoor dig in den handel gebruikt uitsluitelijk om met den amerikaanschen tabac ge mengeld te worden. Het accijnsrecht geheven bij de plant is de rechlstrccksche oorzaak van dit ge brek van hoedanigheid, de landbouwers hunne tabac metal tc veel vette van alle slach mestende, om eenen oogst van groot gewicht te bekomen. Die behandeling heeft voor uitslag eene buitengewoon sterke te geven, begeerd door de werk lieden, maar weinig of niet gebruikt door de burgerij. Nu het hangt af van den voortbrenger sterke of flauwe tabac te teelen, en zelfs in smaak in zekere mate af te wisselen door het gebruik van ge schikte meststoffen. De natuur van den grond, zoo ook de herhaling van de teelt, oefenen ook een grooten invloed op den natuur van de tabac. Het is zeer gemakkelijk voor den Bel gischen landbouw, al de gemeene soorten vau tabac voort te brengen door den han del vereischt zelfs drie streken leveren ons eerste keuze van tabac, die zelfs zeer digende voor de Vlaanders eene somme van omtrent 450 fr. per hectare (30,000 planten op 1 cm. 50), somme die de helft is van de middelbare onkosten van plan ten. In een woord, de afschaffing van den accijns en het behoud van het tegen woordig inkomrecht zou twee dassen van planters doen ontstaan 1° De planters welke gemeene tabac ons eerste kcuzo van taoac, (lie zells zeer A planters wei kb gemeene tao begeerd wordt door de vreemdelingen. opdoen voor hun eigen gebruik, die Tecenwoordi" de wertlioden der .te deI1 grooten liaudel niet zou gaau, (en die dee ^0^11 amenka^che tabaef waar! —l.1? i^er tegenwoordig „iet in- dikwijls zeer slecht is. De Belgische tabac 26c Vervolg. Hier las hg Ecne belangrijke arrestatie, in verband met dit geval, werd gisteren gedaan in den persoon van eenen man, die zich Benson noemt. Men vermoedt in hem den handlanger, die kwam om de vrouw des huizes te spreken en eerst den bediende, vervolgens lady Alark- bam zelve aan den klap hield, terwijl onderlusschen de hoofdschuldige het huis binnendrong en den dicf- slal pleegde. De man werd gevat in zekeren boek winkel, waarheen hij zich begeven had om eenen aldaar aan hem geadresseerden brief in ontvangst te nemen. Afgaande op zekere papieren, die er in zijn bezit gevonden zijn, en ook in samenhang met hetgeen de policie alreeds anderszins was te weten gekomen, acht men thans het opsporen van de schuilplaats der overigen schuldigen slechts eene kwestie van enkele uren De justicie koestert het vertrouwen, dat ten slotte ook de ontvreemde diamanten nog zullen terug gevonden worden. Het knarsen van het hekken deed Saltash opnieuw naar huiten zien. Voor het huis had eene koets stilge houden, en twee mannen naderden langs hetgaanpad. In den eenen, die eenen bruinen frak droeg, her kende onze vriend den persoon, die den ganschen morgend daar huiton op en neer geslenterd had. Hij was echter nog te zeer verstrooid in zjjne ge dachten, om aan dezè omstandigheid veel aandacht te zou hoogst voordeeliglijk die uitheemsche voortbrengsels vervangen, niet alleenlijk voor deu voortbrenger, maar ook voor de openbare gezondheid. Wat de kwalen aangaat die het behoud der tegenwoordige inkomrechten (70 fr.) kan veroorzaken, zij zijn, naar ons oor dcel, van geener weerde Inderdaad, de teelt vau de inlandsche tabac zal eene aanzienlijke uitbreiding nemen, niet ter oorzake van den accijns al de rookende veldbewoners (en God weet of er zijn zulleu zich verhaasten op to doen 't gene zij noodig hebben voor hun eigen gebruik. De bescherming heeft geen invloed op die persoonlijke teelt, maar op de tabacho- vcn, op dewelke men een of meer hecta ren plant de uitbruiding der planting zal van zelfs beperken, zoowel ten ge volge der zeer hooge onkosten van arbeid en van meststoffen, als door de vele ge reedschappen voor 't leggen, 't droogen, enz., die de groote tabacplanterijen ver oorzaken. Die laatste zullen vergeldende blijven omdat iedereen het noodige geld niet en en bezit om de tabac in 't groot te teelen, eu dat, vau 'nen andcrcu kant, de op brengst van eenen grooten planter door hare gelijkaardigheid, de leveringen van minder belang voortkomende van kleine landbouwers overtreft die gelijkaardig heid is van groote weerde voor den han del. Vrij in hunne doening, de boeren zouden den grond en het mest verkiezen eigen aan de tabac begeerd door den handel, en zoudeu hunne teelt verbete ren in den zin der hoedanigheid, in plaatse van maar op de hoeveelheid te rekenen. Zij zouden de mededinging der kleine landbouwers en der land-werklie den niet te vreezen hebben, welke gewo- uelijk tabac opdoen die de handel niet kan benuttigen. De prijs van de inlandsche tabac zou dalen ten gevolge van de afschaffing van 't accijnsrecht, dit laatste vertegenwoor- wijden en ook het hierop aanhoudend betten en het opcuen van de deur maakte weinig indruk op hem. Zelfs het gerucht van stemmen en van voetstappen in den gang wekten hem niet uit zijne onverschillig heid en eerst toen de trap, als ender een ongewoon gewicht bijzonder luid begon te kraken, besefte hij dat er nu toch iets buitengewoons in dit huis voj vreemde ervaringen aan de hand scheen tc zijn. Hij luisterde aan zgne kamerdeur. Nu hoorde hij juffrouw Smith hare stem zeer luid verheffen daar nevens andere stemmen vervolgens een kloppen en eenen hil Hij stond als versteend. Want hij, hij wist ivel wat hier gebeurde. Een oogenblik van stille daarna opnieuw het ru moer van vele stemmen cn straks de uitroep van Smith. Maar dit is een schandaal. Ik veiklaar u nog maals dat ik gccnen anderen heer in mgn huis heb dan m(jnhccr Saltash, hier beneden Bij liet hooren van zgncn naam schudde Saltash zichzclven wakker en snelde den trap op. Daar hoven wachtte hem een levendig toonecl. In het midden van de kamer stonden de twee man nen die zooeven In het huis waren gekomen, met de hoeden op het hoofd, zonder eenen zweem van plicht pleging. Sroilh rood van veronlweerdiging, stond drilïig tegen eenen hunner te rcdcnceren, terwijl zgne vrouw met hevige gebaren het woord voerde tegen de andere. Mevrouw Kleming leunde met de hand op de tafel. Zij was zeer bleek, maar hield fier het hoofd inden hals, en deze houding deed de schoonc lijnen van hare figuur allcrvoordeeligst uitkomen. Het verschijnen van Saltash had opeens een alge meen stilzwijgen ten gevolge. Aller oogen vestigden zich op hem. Toon opende de eene der beide mannen besparing zouden doen, en somtijds een klein profijt met er eenige kilos van af te staan aan de geburen. 2° De groote planters, welke, naar ge lang hunner streek, fijne tabac voort brengen, zooals de Obourg, de Semois, de Geerardsbergzche, enz., of gemeene tabac bestemd om zuiver gerookt te worden, of gemengeld met duurdere tabac van vreemde afkomst. De teelt ware vergel dend om de hooger gemelde redens, maar zij zou zich niet vestigen of zou verdwij nen indien men het inkomrecht vermin derde, aangezien, ten waro van ecu sterk verschil van prijs, de amerikaausche tabac alleen zou gebruikt zijn voor de steden en de groote nijverheidsstreken, terwijl de afschaffing van den accijns voor eersten uitslag zou hebben het afschaffen der kalandisie van den buiten. In die voorwaarden, verre van eene nadeeligo omstandigheid te zijn voor den landbouwer, het behoud van het tegen woordig inkomrecht is dc onmisbare voorwaarde indien men niet en wilt, door het afschaffen van den accijns, onze tabacplantcrs ten onderen brengen Te genwoordig bekomen zij somtijds vergel dende prijzen omdat de aanzieulijke voor schotten de algemeenheid beletten hun Men leest in de Gazette van Antwer pen uwuubbvu aigvuiL'cuiieiu ueietieu uuu - - mededinging te doen in de voortbrengst J 18 dus "ier geweest- vin namüann Ilr I'IWil hphhun kam ilno tn eene aanzienlijke somme gekost heeft in arbeid en geld De belasting op de tabac zegt M de Jonghe, weegt bijzonderlijk op de werkersklasse Ér en kan hier dus geen kwestie zijn van eene verandering tegen strijdig met de belangen der werklieden ter contrarie, de afschaffing van den accijns zou onmiddelijk den goedkoop brengen in den gemeenen en sterken tabac, verkozen door de werklieden. M. Lorand, de afschaffiug van den accijns aannemende, vraagt de verminde ring van het inkomrecht om geene renten te geven aan de tabacboeren ten nadeele van deze die de pijpe rooken Die rede nering ware hatelijk indien zij rijp over wogen wierde Mag men menschelijk alzoo spreken in tegenwoordigheid van 't verval van den landbouw Is het niet, integendeel, om winsten te verschaffen aan de landbouwers dat de wetgeving moet werken, aangezien dat iedereen, M. Lorand aan 't hoofd, de wanhopige toestand van onzen landbouw herkent? Men kan, zelfs zonder dia zienswijze te deelen, de tegenkanting verstaan der vrijhandelaars voor de belasting der ctelijke waren, maar men kan geene ver dediging inbeelden aannemelijk voor eene stelselmatige tegenkanting tot de verbe tering van den toestand der landbouwers, alswanneer feitelijk, het behoud van het inkomrecht niet de minste duurte van de vreemde tabac zou te wege brengen. Revue Agronomique.) Het blijft goed verstaan dat wij het bovenst, artikel slechts meèdeelen ten titel van inlichting. ■sua®* an gemeene soorten. De afschaffing van den accijns stelt hun in de onmogelijk heid hunne teelt voort te zetten, ten ware dat men, door hooge iukomrechen, hun toelate met winst te ondernemen de voortbrenging van tabac van goede hoeda nigheid, met mindere ruwe opbrengst, maar aan hoogeren prijs. Wij beschouwen hier maar den zuiver huishoudkundigen kant der kwestie M. de volksvertegenwoordiger de Jonghe, en veel anderen nahem, hebbeu den bijzon derlijk hatelijken aard vau den accijns doen uitschijnen, die de agenten van deu fiscus verplicht in den bijzonderen eigen dom der burgers te treden, en somwijlen van eenen oogst te doen vernielen die die met de bruine jas zijnen mond en sprak Is dit mijnheer Saltash Ja. antwoordde Smith. Dan is mijnbeer Saltash niet den persoon die wjj zoeken. Dat zou ik ook denken schreeuwde juffrouw Smith en daar begon hel lieve leven opnieuw. Saltash en mevrouw Fleming wierpen elkander eenen blik toe. Zij verstonden elkaar. Hij zou gcerne gered hebbeu, indien het hem slechts mogelijk are geweest. Stil toch snauwde de man met den bruinen frak juffrouw Smith toe. G(j maakt een spektakel, dat hooren en zien vergaat En ik zul in mijn eigen huis zooveel spektakel maken als ik verkies! schreeuwde de vertoornde juffrouw. Dat zult gg niet Dat zal ik wel't Is wat schoons Nu verscheen ook nog Emma Hollis op het tooncel. Zij was gekomen om oom en tante eens te bezoeken, en toen zij het rumoer hoorde, was zij maar ineens naar boven gcloopen. Met open mond stond zij op den drempel van de deur. Verbeeld u eens zoo'n schandaalriep hare tante haar toe: Deze twee personen durven beweren dat er iemand verborgen is Wal Verborgen Ja, verscholen, zooals g(j het noemen wilt. Heb ik ooit van mijn leven zoo iets gehoord Wat een mensch al niet ondervinden moetIk heb er mij zoo kwaad over gemaakt, dal ik haast niet spreken kan Nu, juffrouw, dat heeft nogal geschiktGg kunt uw mondje nog wel roeren, zegde de man met den bruinen frak nijdig, en met een keek hij de schoonc Emma aan, die eenen gil geuit had. Waarom schrikt de jonge dame zoo liet hg er op volgen. Wij hebbeu hem dus te Borgerhout te hooreu gekregen. Bij ons artikel van Zaterdag hebbeu we weinig te voegen. Wij blijven het er voor houden dat de voordracht van M. Daens niet hadde mogen plaats hebben. Dit zoo veel ge- twist, veel gekijf en veel verdeeldheid hebben vermeden. Hieronder zal men het verslag der voordracht en van al wat te dier gelegen heid gebeurde, vinden. Wij hebben in dit verslag niets over dreven. Ten andere, de feiten gelijk wij ze voorleggen zijn welsprekend genoeg. Weuschelijk ware het dat onze vrien den zo eens goed in overweging namen. O jammerde Emma, heb ik het u niet van tc voren gezegd, tante Wat gezegd, gjj zotte meid Ohet spookthet spookt ünzinGekkepraaisnauwde juffrouw Smith haar toe. Doeh de man met den bruinen frak legde hun bei den het stilzwijgen op. Laat de jonge dame spreken, zegde hij Miss Emma zag van den een naar den andere, ter wijl aller oogen ook die van mevrouw Fleming vol spanning op haar gericht waren. Zij trilde van zenuwachtigheid doch tevens doortintelde haar het gevoel der hoogste zelfvoldoening, nu zjj de kroon der waarheid zou krijgen op haar hoofd. Wel, zegde zij, ik heb eens op eonen avond hier eenen man in het huis zien gaan, en het was oom niet, en ook mijnheer Saltash niet, en tante en ik dachten dat het een spook was, om reden van die doodskist, die zij hier indertijd eens hebben laten vallen... en... Maar Emma, viel juffrouw Smith haar ia de rede, als mijnheer Saltash toch zelf verklaart dat hij het was. Het was mijnheer Saltash nietriep Emma. Die man was veel kleiner dan mijnheer Saltash. Dat heb ik u al honderdmaal gezegd. En bovendien, ik ben niet de eenige die hem gezien beeft. Wie dan nog meer t Ecne andere jonge dame. Juffrouw Brown aan den overkant hier. Zij zag hem eens ia den uacht, in het hartje vau den nacht. De beide mannen wisselden eenen blik met elkan der. Smith zegde niets maar trok een allerpijnlijkst gezicht. Zijne vrouw wrong hare handen. Saltash be gon in het portaal op en neer te loopen. Alleen me vrouw Fleming verroerde geen lid. Men zag haar slechts hare lippen nog vaster op elkaar drukken. 't Was zoo wat kwaart na 3 ure toen wij in den Eenhoorn kwamen. Opgansch den steenweg deelde men briefjes uit, op welke het volgende ge dichtje stond te lezen O Daens,gij zijt voor mij geen' priester, Geen afgezant van mijnen God Gij zijt voor mij een' groote twister, Die aan eenieder dient ten spot. Uw Meester is een God van liefde.... Uw hart dat blaakt van haat en nijd Wie burger is 't, die ooit u griefde Gij zijt niet rijk... Ziedaar uw spijt. Uw Christus kwam den vrede brengen, Zoo roekeloos door u gestoord Uw Meester door zijn bloed te plengen Heeft broedertwist en haat gesmoord. Gij bliksemt tegen kapitalisten En noemt ze zot van hoovaardij Gij loopt te saam met socialisten En luistert naar hun vleierij. Gij vleit der slechten dwaze lusten, Gij streelt hun drift naar muiterij.... 't Was Judas die den Heere kuste.... 't Was een Apostel zooals gij Gij meent te heerschen als een koning. Gy meent u groot als eenen God Gansch Belgié looft u om uw houding... Och neon.... het houdt u voor 'nen Zot. Ook werd de beruchte Historie van 't Wijf, die aantoont tot welke middelen de partijgangers van M. Daens hunne toevlucht te Aalst hadden genomen, met honderden en honderden uitgedeeld. Op den steenweg heerschte eene groote beweging met" gansche groepen trokken de Antwerpenaars naar Borgerhout. Wanneer wij tot aan de zaal geraakten, was deze reeds geheel bezet. De eene helft was ingenomen door socialisten waar van 150 van Aalst (eene schoone lijfwacht voor M. Daens) en liberalen. De andere hellt was bezet door een zeer ge mengd publiek liberalen, socialisten, christcne demokraten en katholieken. Deze laatsten waren zeer talrijk. De Matin zegt dat dit aan ons artikel is te danken, tls mogelijk. Maar de Matin zegt eene grove leugen wanneer hij be weert dat al de aanwezige katholieken waren. Wij, die zoowat van alle soort menschen kennen, hebben kunnen besta- tigen dat er zeer veel socialisten en libe ralen waren en die waren niet het minst geestdriftig voor M. Daens. Wj| moeten de slaapkamer doorzoeken, zegde de man met den bruinen frak, zich tot mevrouw Fleming wendeude. Zoudt gij wel de goedheid willen hebben, om deu sleutel te geven Saltasch zag hoe haar gelaat veranderde. Hare oogen sloten zich even, zg hijgde zichtbaar naar adem, en eene siddering liep haar door het gansche lichaam. Onderlusschen stond de man met den bruinen frak voor de deur der slaapkamer eu draaide aau den knop. L)e deur is op slot, zegde hij. Wilt g(j mg deu sleutel geven, of moeten wjj ze openbreken Hier ia de sleutel, sprak mevrouw Fleming met gesmoorde stem. Zij stond dicht naast Saltash en ofschoon hij wist dat zij schuldig was, verlangde hg toch om haar een bemoedigend woord too tc spreken. Zij las zijn mede lijden op zijn gelaat. Toen de deur geopend werd, klapperden hare tanden zg ademde gejaagd en de oogen puilden haar uit het hoofd. Het was den jongen duidelijk, dat zg hare laatste kans verspeeld zag, dat alles voor haar verloren was, en dat haar noodlot op het punt stond van te wordcu vervuld. Smith en do beide mannen vao de policie waren nu de kamer binueugetredeu. Mevrouw Fleming leunde, eene onmacht nabij, legen den post van de deur. Juf frouw Smith, nu eindelijk stil, zag haar met schuwen blik van terzij aan cn miss Emma, rood van span ning, loerde over de schouder van hare tante. Emma, de schoonheidstype, droeg thaus haar hoofd het hoogst onder de juffers en jonkvrouwen van Brum- villc-supcr-Mare. Het is toch zoowaar niet voor ieder een weggelegd, tegenwoordig te zgn bij eenen zelf moord, evenmin als eeneu oom en eene tante te bezitten, wier huis tot schuilplaats heeft gestrekt aan eenen beroemden misdadiger. Was dit niet iets om levenslang roem op te dragen. Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 1