Pol en Stant. Misbruik van jenever. LUTHER. Klokke Roeland Boekbeoordeeling. ZONDAGRUST.Y"'5"™"85'0' dikken BAL (pelote). Pol de zeissen op de schouder en 't pijpken in den mond, trekt wel gemoed naar zijn klaverstuk Stant zit rustende op den kant van den gracht. Stant. Ha, Pol, koin zet u wat nevens mii wat zijt ge toch gelukkig van zoo alle dagen den frisscken en weldoenden bui tenlucht te mogen inademen Pol. Ja, Stant man, 't is hier tegen woordig aangenaam en plezant alles spreekt hier van leven en geeft leven Stant. Welk verschil toch. Pol, met de stad 't Is waar, in den winter moet ge dikwijls veel afzien op den buiten maar in dees sejoen is 't open veld onbe taalbaar En waar trekt ge naar toe, Pol, met dien wroeden safel op uw schou ders Por.. Klavers maaien, Stant, of lie ver klavcrkes, want ze zijn nog wat klein, maar toch zoo malsch en zoo frisch dat men er zou in bijten Stant. Maar, Pol, ia dat niet scha delijk van die klavcrkes aftcmaaièn als ze nog zoo klein zijn Pol. Jaat, Stantze groeiën bij den minuutmaar daar zijn twee redens waarom dat we er ons toch al op schie- ten ten eersten, vroeg af, is vroeg geschoten en ten tweeden, loof en bet- teraven zijn op, en ons beestjes staan te borrelen op stal, en er moet daar toch iets mcê gedaan worden Stant. Alia, Pol, g'hcbt gelijk trekt ze maar af, eer 't acht dagen voorder is, zit ge toch in de volle snee Pol. Dat hoop ik ook, Stantmaar 't is toch sedert eenige dagen abomina bel droog en mager wéér, daarbij kou nachten en bijgevolg kleine vooruitgang Stant. Ja, Pol maar de wind draait stillekens aan naar den zuiden en van daar komen do goeie nachten en 't vruchtbaar weèr. Pol. Wie zou dat zeggen, Stant, dat nen steeman daar zoo wijs zou over spre ken Oeenen hoer van do woreld en kan 't beter zeggen Stant. - Maar Pol, gij zelve, g'hebt gij mij al veel geleerd van den buiten en 'k mag toch wel nen keer een woordeken lof hooren van u l Pol. Ha, Stant gij en hebt niet te klagen 'k behandel u altijd als nen foeiün vriend, maar ook altijd op zijn oorsch, 't is te zeggen, recht uit en zonder doekskens aan Stant. Hewel, Pol, dat is waar maar rt is die handelwijze die do beste is ja, rechtuit en zonder doekskens aan maar ongelukkiglijk leeren ze de men- schen tegenwoordig anders op't is tegenwoordig slim té zijn en die best kan gebaren en den schijnheiligen spelen, dio brengt het verst Pol. Waar zijn, Stant, waar zijn Want zio nen keer naar den fameuzeu merteleor nu dat we zijn toereu ken nen, wie zou dat ooit gopeisd hebben, dat al die beloften en al die grrroote woorden Tan rechten en verlossing van 't volk, en bijzonderlijk die vuile historie van 't wijf, wie zou dat ooit gepeisd heb ben, Slant, dat dat allemaal schijnhei ligheid en bedrog was Stant. 't Is alzoo, Pol maar die mannen hebbeu al do menschen leeren valseh zijn 'k heb hem zoo dikwijl* hooren zeggen en 't heeft zoo dikwijls in hunne leugengazetten gestaan, dat de menschen moesten beloven van voor de goeie en de katholieke partij te kiezen, maar dat ze moesten anders doen als ze in 't biechtstoeleken stonden dat ze daar moesten stemmen tegen hunnen pastoor en tegen 't katholicismus, voor de redders van 't volk, of liever voor d' uitbuiters en de bedriegers vau boei en werkman Pol. Ja, Stant, daar en is geen valschheid en geen schelmerij in de we reld, die door die mannen niet begaan en is, om toch tot hunnen hut te geraken en hunnen hoogmoed en andere lage driften to voldoen. Stant. - Och erme, Pol, dat is nu gekend van iedc?reen maar is 't waar dan dat de merteleer naar Komen ge roepen is I'ol. Emmaar zwijg mij daar af, Stant gisteren achternoen kwam ik kozzen Tist tegen en daar en is toch niet in den wereld dat kozzen Tist niet en weet, en hij vertelde hij mij dat daar ook, dat de merteleer naar Rome geroepen is maar hij heeft mij daar nu nog al ander histories van verteld, Stant. Stant. Ja, Pol, geef nen keer af, als 't u belieft want daar en is daar geenen end aan aan al de vieze kuren die die fameuze kerel uitsteekt. Pol. Wel, kozzen Tist, heeft mij gezeid dat de merteleer nu zooveel pre tentie en hoogmoed in zijnen bol krijgt, dat het nu nie meer genoeg en is van hier in ons Arrondissement zijneu zeever en erremen raas rond te dragen en uit to strooien, maar dat de kerel nu simpelijk geheel ons land en g'heel de wereld rond zijn viugerken wilt doen draaiëu Stant. Ho bo, Polzou de man nog op weg niet zijn naar Ghecl Pol. Dat is een liefdevolle vraag, die ge daar doet, Stant want is rt van zaken dat de man wel weet wat hij uit steekt en te wege brengt, 'k en zou niet geern met zijn paksken ten oordeele gaan. Stant. En ik verduiveld ook niet. Pol Pol. Ja de groote Jan gaat nu naar Brussel, naar Hal, naar Antwerpen en t land door 't volk opmaken en de revo lutie prediken Stant. Brr.... Brr..., Pol, Pol j maar durft die kerel dau alles Pol. Alles, Stautmijnen kozzen Tist heeft mij gezeid dat er nog nooit op de wereld zulken stouten, koppigen en lioogmoedigeu meusch verschenen en was. Stant. 't Doet, 't doet, Polhij en is hij toch zoo stout eu zoo koppig en zoo hoovaardig niet als Luther was, dien ongelukkige» monnik, die ook de revolu tie preekte aan 't volk en die toch zoo ellendig gestorven is Pol. Hewel, Stant, sprekende van Luther weet gij dat de merteleer daar een groot raau van maakt Weet gij dat bij daar van zegt dat dat nen man was op d'hoogte van zijnen tijd en die schrikke lijk veel goed gedaan heeft, maar dat hij te ver is gegaan Stant. Wel, heilige Sinte Pieter Pol jongen, dat en is toch zeker geen waar Pol. Of 't waar is, Stant Maar weet de merteleer waar hij zelve zal uit komen met zulke gedachteu en zulke leerstelsels Stant. Ha, Pol, Pol, laat ons voor den sukkeleer lezen en bidden ha 't waar toch zoo wreed voor nen priester, hij mag nog zijn wie hij wilt, tegen de Heilige Kerk opstaan, zijn geloof verlie zen, en.... en... voor altijd misschien in d' eeuwigheid Pol. O'hebt gelijk, Stant, dat ge 't niet uitspreekt, want 't is te wreed, 't is te schrikkelijk 1 1 Stant. Maar, Pol, g'hebt daar ge zegd, dat de merteleer naar Hoornen geroepen is waarvoor zou dat zijn Pol Pol. Ah, Stant, daar en kan ik u niet op antwoorden, man maar volgens 't gedacht van kozzen Tist, zou hij daar toch wel opzijnkneukelonkunnen krijgen! Stant. Hewel, Pol, dat ze te Romen wisten wat dat die vont hier uitsteekt, wat kwaad dat die verderfelijke volks- foppers hier al gedaan hebben en nog willen doen, 'k geloof, Pol, dat er de bandon zouden afspringen Pol. 'k Geloof 't ook, StaDtmaar alia, laat ons wachten en zwijgen en daarentusschen veel lezen en bidden voor de bekeering van de zondaars Stant. Wel gepeisd, wel gesproken, Polja, laat ons nu toch veel lezen en bidden, nu bijzonderlijk met de schoone maand van Mei en met die schoone in stelling van 't genootschap van de heilige Familie 1 Pol. Ja, Stant, dat is een schoon dingen en hier bij ons zijn alle men ichen daaronder, en wordt erdagelyk; voor gebeden in d'huisgezinnen. Stant. Hewel, Pol, 't pakt in AaUt ook gheol goed met duizenden en dui zenden zijn er reeds ingeschreven en worden er dagelijks nog ingeschreven en verleden zundag onder 't lof voor de algemeene opdracht, was ons groote St Mertenskerk te klein I Pol. Alla, Stant, dat hoor ik geern; laat ons daar veel goed van verwachten ja, dat elkeen het heilig huisgezin van Nazareth vereere eu aanroepe dat elkeen zich herinnere de deugden die daar geoefend wierden dat elkeen zich toelegge om zijn leven to schikken naar dat der heilige huisgonooten van Naza reth eu wat zegen, wat geluk eu wat voorspoed zullen we overal in d'huishou- deas niet zien ontstaan I Stant. Ja, Pol, 'tware een alge meene benediktie, de wereld door Pol. Alla, Stant, meê hoop en moed vooruit(loet uw beste te Aalst, we zullen daarentusschen hier ook niet slapen Stant. Als 't God belieft, Pol en mochte onze heilige Vader de Paus toch wel ingelicht zijn aangaande de merteleer en aan dien verdwaalden geest toch veel licht en hulpe schenken voor zijn geluk en zijne zaligheid Pol. Dat wensch ik ook, Stant en tot binnen acht dagen Stant. Ja, Polen in alle eerlijk heid en deftigheid den hertelijken en den vriendelijken goeiën dag Hij lieeft «een oordjes «lk heb geen (jeld. Er eijn zoo veel armen onder onze werkliê n d'il ik altijd mijn geld op voorhand kwijt ben, B zegde onze merteleer, zondag 11. te Borgerhout. Zoo, zoo merteleer, ge geeft al uw geld aan den arme. In alle geval 't is toch te Aalst niet. Gij hebt geen geld, zegt gij... maar; Is het waar dat gij zaterdag lest, te Brussel, zoo ferm aan 't dineeren zijt ge weest in de restauratie van den Café mctropole en dit in gezelschap van één l'ranschman en van L. D., den vloeker op .le Brusselsche meeting, een persoon die door 't gerecht een zeer aardig brevet komt tc ontvangen Is het waar dat gij daar te samen menige flesch lijn druivensap hebt ge kraakt Is het waar dat den fijnsten Cham pagnewijn in karaffen werd bediend eu gewone bierglazen gebruikt om geen opzien te verwekken Is het waar dat gij lekkere en geurige Ilavanasigaren van Ir. 1,50 hebt gerookt en met wellust de rookwolkjes in de lucht zat te blazen V Is het waar dat gij er u tegen verzet hebt dat de vloeker het gelag zou betalen, uwen porlemonnaie uit den zak hebt ge haald en het beloop van 't verteer op de tafel hebt geteld? G'had ze kruipen man! Is het waar dat de vloeker ook hot beloop op de tafel telde Is het waar dat de franschman einde lijk in den twist over wie zou betalen tusschen kwam en de rekening vereffen de? Eu ge geeft dan al uw geld aan de armen I... Maar ge zorgt toch eerst bui tengewoon wel voor uws moeders kind... Kan jenever of gelijk welke sterke drank aanzien worden als een voedings- midel Wel neen, want dergelijk vocht houdt geen enkel bestanddeel in dat aan ons organismus kan ten bate komen. De spiritus of alcool die zij bevatten, wordt, volgens de proefnemingen die de geleerden gedaan hebben, door ons li chaam niet benuttigd, de spirutus wordt gedeeltelijk door de poriën van ons huid, door den adem of door de daartoe be voegde organeu onveranderd weggewor pen en gedeeltelijk doorliet bloed" naar onze hersens gebracht waar hij dit or gaan benadeeligt en bederft. De spiritus of alcool verzwakt en ver nietigt de hersens die de zetel van het leven zijn, het verbrandt de organen der spijs verteering, verzwakt het zenuwstel sel. De maag en de nieren ondergaan door het misbruik van jenever aanmer kelijke veranderingen en eindigen met de werkingen waartoe zij geschikt ziju niet meer op behoorlijke wijze te doen de dronkaard eet ook niet veel, zijne maag wil het voeden niet meer, hij vermagert en verdwijnt zooals de sneeuw voor de zon, zijno zenuwen verzwakken, zijne handen beven en het wordt hem oumogc- zijn werk te verrichten. Zijne hersens worden bedwelmd, het verstand verstompt, die mensch wordt in eu onmogelijkheid gesteld gezond te oor- deelen en te handelen. Het is onder den invloed van den ster ken drank dat gewoonlijk al de baldadig heden gebeuren, 't is door den jenever dat vele overtredingen der wet plaats grijpen, 't is meest altijd na drinkpartijen dat moordtooneelcn plaatsgrijpen. Volgens eene optelling door eene Engelsche verzekeringsmaatschappij op gemaakt (verzekering op het leven) the united kingdom Temperance and gencrlal providen company zijn de sterfgevalen veel minder onder die menschen welke er zich van onthouden. Dit verschil is zeifs zoo aanmerkelijk, dat wie zich van sterke dranken onthoudt eene mindere jaarlijksche premie moet betalen. Priester Daens zegde te Hal In vroegere tijden wierd het volk insgelijks verdrukt, en wel bijzonder- lijk door de edelen groote misbrui- n ken bestonden alsdan onder de gees- telijkbeid en zelfs in de kloosters ii maar toen ook stond een man daartegen op, een geleerde monnik, een veruuf- n tige geest uit de 16® eeuw, met name n Lutber. Ongelukkiglijk hij is te ver i gegaan. n Wat moet m«u besluiten uit die woor den maar toen ook stond een man daar tegen op. Moet meu daar uit niet besluiten dat hij priester Daens als een anderen Luther is opgetreden tegen de zoogezegde mis bruikon van onzen tijd, zoo op geestelijk, als op stoffelijk terrein Maar toen ook Wie wil ons die woorden beter verklaren O hoogmoed O wraakzucht 1 Gedenk u, O Daens' de woorden van den H. Apostel Paulus Qui stal videat ne cadat. Wie staat zorgc dat hij niet volle. IVojf Lu Mier. Nu, wie was Marteu Luther, die door priester Daens tot in de wolkeu wordt verheven Marten Luther was een apostaat, de stichter eener ketterij, een man die zijne paterskap over de haag wierp in 1514 en een jaar daarna openbaarlijk in huwe lijk trad met Catharina Boren eene nou die hij had verleid. Hij stierf op 18 fe bruari 1546 gelijk hij geleefd had, t' is te zeggen, als vijand der R. K. Kerk. Zietdaar wie en wat Marten Luther was Aangaande de oorzaak der ziekte bestaat nog geen zekerheid, vermoedelijk wordt zij door een coccus of bacil ver oorzaakt. Op <le meel ing te Horgei - liout sprak M. Daens over den ouden goeden tijd en zegde volgens 't verslag van - Het Handelsblad n In die bloeiende steden leefde een groot volk. De werkman werd niet B afgesloofd. Het werk was geregeld eu hij won genoeg om vrouw en kind een b deftig bestaan te verzekeren. b Eu op don buiten wat was het daar b goed wat zou men nu watertanden, b als men over dien toestand leest. Een b boer won, volgens eene opgave van dien tijd, genoeg in eeu week om een vet b schaap en een paar schoenen te koopen eu in 3 weken kocht hij zich eene koe. b Wat zijn wij daar tegenwoordig ver b af. Nu, in welke eeuw is Vlaanderen die soort van Luilekkerland geweest, datzegde M. Daens niet. I)e man zal dat zeker ge droomd hebben, maar droomen is bedrog. In alle eeuwen heeft er welstand voor de eenen eu ellende eu armoede voor do andere bestaan; ja, altijd nog heeft de eene het kwaad voor zijae schenen, ter wijl do andere al lachende door do wereld komt. Indien er in de middeleeuwen meer welstand voor den werkenden mensch bestond, dan was dat alleenlijk te danken aan de goed ingerichte vakvereenigingen. Laat ons dus onder dit opzicht tot de middeleeuwen terugkeeren en er datgene gaan putton 't welk in verband met onze heden-laagsche samenleving eu zeden voordeelig zijn kan, om 't lot onzer arbei dende standen te verbeteren. Door de vakvereenigingen alleen is er redding mogelijk. De otidsto dei* doktors. Ter Frausche zeestad den Havre, maakt men toebcreidsels om den verjaardag te vieren van Dr De Bossy, die nu 103 jaar oud geworden is. De kloeken ouden heer, werd dezer dagen uitgehoord door eenen medewerker van den Figarodie hem vroeg wat men alzoo wel doen moet om zulk eenen hoogen leeftijd te bereiken. De grijsaard woont bij zijnen zoon, die apotheker is. Toen de verslaggever belde zei de meid, alsof het eene doodeenvou dige zaak ware De doktor is niet thuis hij is over een goed kwartier bij eenen zieke geroe pen. B Het duurde echter niet lang of de doktor stapte, vlug als oeu jonge man, de kamer binnen. Den ouden heer vertelde, dat bij in 1818 zijnen diploma van genees heer bekwam. Hy trok naar Eugelsch Iudië waar hij twintig jaar het bedrijf van geneesheer deed hij keerde toen terug en vestigde zich in den Havre. Toen de bezoeker vroeg of hij eene bepaalde manier van leven had gevolgd, zeide de doktor Nooit Mijn stelsel is, van alles b gébruilcen en van niets misbruiken. r> Gematigheid in alles, dat is het recept b om oud te wordon. Ik heb het van a mijnen vader geërfd, die 108 jaar is b geworden. Ik ben in 1792 geboren eu - nog geenen oogenblik ben ik ziek b geweest. Gij ziet, ik heb nog geen b enkel gebrek. Mijne tanden heb ik nog b bijna altemaal en ik schrijf het daaraan b toe dat mijne maag uitmuntend is - gebleven, b Ik wed, heer doktor, dat gij zelf niet b bijzonder veel aan de geneeskunde b gelooft b Wel zeker geloof ik er aan. Maar b ik geloof niet aan de microben. Eene - prachtige uitvinding, de microben b Over honderd jaar leefden wij immers b ook wel zonder hen. Gij zult zien dat b er binnen een poosje niet eene microob meer zal zijn. n Neemt gij een of ander voedsel bij b voorkeur - d Volstrekt niet. En wat den koffie T b betreft, waarvau men zooveel kwaad Het mondlilautv/.eer. In heeft gezegd, ik heb hem mijn leven het Derm. Zeischrif t wordt de aandacht n lang gedronken eu drink hem nog. gevestigd op het toenemen van mondzeer jj Tabak gebruik ik geregeld, zonder er bij den mensch, ten gevolge van besmet ting uitgaande van aan mond- en klauw zeer lijdend vee, dat thans door bijna geheel Europa verapreid voorkomt,. In de meeste gevallen heeft de besmetting plaats door het drinken van melk van zieke dieren, vooral hij kinderen, maar ook kan de besmetting, zij het ook zeld zaam, door het gebruik van boter en kaas, afkomstig van melk van dieren, overgebracht worden, zoo ook door on middellijke overdracht, vooral bij mel kers die kleine wonden aan de vingers hebben, of door besmette kleederen. Na het gebruik van de besmette melk kon digt de ziekte zich aan door koorst,hoofd pijn, drooge mond gevolgd door blaasjes aan lippen, tong eu mond, die korsten en pijnlijke zweertjes achterlaten. Knauwen, slikken en spreken worden bemoeilijkt, de lippen zwellen op eu het moudslij in dies wordt rood en pijnlijk. Bij kinderen komen daarbij somtijds darmaandoeningen voor, die doodelijk kuunen verloopen. Meesttijds is echter het verloop der ziekte gunstig, ofschoon semtijds ook zware gevallen met epilep tische krampen, verlammingen, ziekten der genetalia of necrose van een deel der tong zijn waargenomen. Men moet daarom, in tijden dat mond en klauwzeer bij het vee wordt waarge nomen, vooral niet in gebreke blijven de melk te koken en aanraking met zieke dieren of besmette goederen vermijden. Verhitting van de melk tot 70° is niet voldoende daar de ondervinding heeft geleerd dat de smetstof daardoor niet wordt vernietigd en welk tot die tempera tuur verhit nog kalveren kan infectee- ren. a nadeel van te ondervinden eu ik wil u b wel bekennen dat ik geerne mijn bor- b reltje drink. n b Hoe laat staat gij op n b Winter en zomer om 7 ure. Zoodra b ik met mijne morgenddoening veerdig b ben, ga ik mijne zieken bezoeken, en b enkel als het zeer vuil is, maak ik b gebruik van den tram of van een rijtuig. De laatste meeting door de kristene demokraten, te Brussel, gehou den is, wat - Het Land van Aalst - er ook van zegge, eene ware schande ge weest. Ja, er werd daar gevloekt als of al de duivels der hel waren losgelaten. Eu tusschen dat gevloek hoorde men ook de kreten Leve paster Daens Leve de roode vlag 1... Leve de socia listen Nu, in plaats van die toejui chingen te ontloopen of te verstooten luisterde onze Poncius Pilatus er naar met zichtbaar welbehagen want glim lachend groette hij dio woeste menigte inet de hand... O hoogmoed I geld bezit om die reis te ondernemen Wanneer .toied Daens ecu verhoor b'J Z. H. Leo XIII verzocht, dan moest hij wel weten dat hij over de uoodigc mid delen diende te beschikken om die reis te bekostigen Eeu verhoor vragen bij Z. H. den Paus en geene middelen be zitten om zich dan naar dit verhoor te begeven, dat ware eene zottenstreek.... of ten ware dat de tijding dat het verhoor werd toegestaan op een oogenblik aan kwam gelijk 't liedje zegt De graaf van den Luxemburg heeft al zijn geld verjoep toepttoept... 't kanton vau Niuove vau hem eens deftig uittekleeden indien hij voortgaat zijn werkvolk haver met de schachten toe te dienen in paats van met boeten te straf fen. Hewel A lokkeals gij aan de cor rectie zult werken, ga dau langs Dender leeuw over. Er is daar eene grroote demókraat... grroot van persoon eu grroot vau handeling. Do baas uit den Roelanderskring de koetsier van paster Donche on advocaat Thomas de werk en rijtuigmaker van Boune; de bestuur der van 't poederfabriek, Pietje Vuur in een woord, bekend voor nooit te pro- cedeeren, voor nooit in verschil te zijn met klanten, geburen en werkgasten; zoo rustig eu onzijdig dat hij zelfs niet gaat kiezen? bezield met eene overgroote volksliefde de welke zich altijd vertoont eu in werking komt, telkens dat eenen knecht zijnen dienst verlaaten raad ccus Klokkehoe die volksliefde zich bewijsthoe met aan den onge lukkige een ferm pak s.. toe te dienen. Niet langer dan de verledene week verhuisde Pieken zijnen Gelas, nen knecht van de soort gelijk er daar altijd te vinden zijn. Om in de gewoonte te blijven,bracht Pieken hem met de hand van hot hart n den geicoien groet der scheiding. Maai Gelas deze beleefdheid te gevoelig vindende beantwoorde ze met den biljard- stok die op het hoofd van Pietje Vuur terecht kwamOch mijnen kop...aei... oeiaei Leonie.... toetoeden doctooren... do policie,.... Eu geheel de statie was ontsteld door de lamantee- ringen van Pieken Klokke Roeland, wanneer gij den bru- taleu fabrikant zult aftakkelen, wil dan ook het portret maken van Pietje Vuur uwen vriend, met al zijne deugden, be gaafdheden en hooge verdiensten het zal aan den mau kalandisie en vermaard heid bijbrengen, en aan u lezers en in schrijvers.... Maar let op van in een andermans oogen geene splinters te zoeken als uwe eigene pinkers met balken bedekt zijn. Met de E. V. beweert Pie van Chipka, zou er godsdienstvrede heer- schen. Niemand gedwongen, maar niemand gehinderd Den godsdiens- i tigen toestand behouden geli'k hij is.... b Wie de liberalen eu socialisten kent, wie weet welke hardnekkige gezworen vijanden van God, Kerk en Priesters het ziju, kan van heden af voorzeggen wat er 'hier geburen zou. Wie kan er gelooven dat de liberalen en socialisten zouden afstand doen van hunnen onverbiddelijke» baat tegen God, tegen de Kerk eu tegen de Priesters voor de schoone oogen van onze Pio Waren de liberalen en socialisten hier meester ten Stadhuize voorzeker zou er godsdienstvervolging in volle hevigheid woeden. En zelfs zouden de godshaters het zoo verre durven drijven van te verbieden dat het Allerheiligste langs onze straten, 't zij naar dc zieken, 't zij in de Proces sion zou gedragen worden, net gelijk te Roubaais eh Rijsel. Pie van Chipka redeneert juist gelijk de socialisten. De Godsdienst schrijft hij, zweeft boven alle gezindheden als een Engel van vrede en waarheid.... n Bijna dagelijks bazuint Vooruit dat ook over de daken uit, maar in andere woor den. en, dus tusschen de socialisten van Chipka en de mannen der roode vod is er onder dit opzicht geen hoegenaamd verschil: beiden verstooten de tusschen- komat van den Godsdienst in de wereld- sche zaken Wie had er dat ooit verwacht van den heiligen man van Chipka NnnrKome. Volgens Het Volk a van Gent, is joined Daens niet naar Rome geroepen om uitleggingen te geven, maar er zou hier slechts kwestio zijn van een gunstig antwoord van Z. H. Leo XIII op eene vroegere vraag van verhoor door den jojed gedaan. Maar als dit nu zou waarheid zijn, waarom dan openbaarlijk op de meeting te Borgerhout geklaagd dat men geen Lessen over Landbouw, Hove- nierderij en Dierenkweek, ten gc- bruike van Normaalscholen door H. Mys, gewezen professor in de Normaalschool te Sint Niklaas en J. B. De FeyDr, land bouwingenieur, professor in de Normaal school te St-Niklaas. Tweede uitgaaf, omgewerkt eu vermeerderd volgens het nieuw staatsprogramma van 1892. Oent, A. Siffer, uitgever, 1895. Te ver krijgen bij do schrijvers. Prijs 2 fr. Met waar genoegen maakten wij ken nis met dat boek. De eerste gedachte, welke ons bij 't overzicht ervan te binnenschoot was Hoe spijtig toch dat wij binst ons ver blijf in de Normaalschool geen dergelijk boek in handen kregen Wij zouden in dat geval thans zoo niet verplicht zijn te blokken ten einde op de hoogte te geraken, waarop wij dienen te staan n Inderdaad het onderhavig handboek mag alleszins opperbest lieeten Re land bouw wetenschap wordt er op de eenvou digst mogelijke wijze uiteengezet, en door gepaste voorbeelden als 't ware aanschou welijk voorgesteld. Geene lange, uitge rekte zinnen, die, boven de eigenlijke wetenschap, nog eene bijkomende studie van wege den lezer vereischen. Daarbij staat het boek vol wezenlijk praktische wenkennevensde theoretische voorstellen. Zelden ontmoet men de landbouwleer aldus opgevat. De lieeren professors Mys en De Feyter zijn den oprecht goeden weg ingeslagen. Terwijl andere werken, over dat vak geschreven, opgepropt zitten van cijfers en aardige dingen, geven deze Lessen het volstrekt noodzakelijke op, gevolgd van practische toelichtingen en eenvoudige, maar niettemin treffend juiste voorbeelden. Wij wenschen de schrijvers oprecht geluk over hun kostbaar gewrocht. Tevens is dit werk zoo volledig als juist. Het programma der Normaalscho len, is onder opzicht van landbouwleer, vrij groot. Echter zal geen leerling,gehol pen door de - Lessen, wanhopen er met klank door te geraken. Maar niet alleen voor de leerlingen der Normaalscholen is dit boek bestemd alle onderwijzers zij het ten hoogsie aan bevolen zij ook zullen er het grootste nut uittrekken. De landbouwieeraars zul len er in leeren hoe men eenvoudig, prak tisch en verstaanbaar de wetenschap met de prakrijk paart, Eveneens zullen vele landbouwers het met vrucht in handen hebben geerne, ja zeer geerne, zagen wij het in allo boerderijen op 't scbouw- bord pryken. Hel boek is daarenboven opgeluisterd door een groot aantal houtsnèegravuren, tusschen den tekst geplaatst. I)at zet sier lijkheid en leven bij, en geeft blijvende indrukken. Kortom, schrijvers en drukker hebben hun best gedaan om een puik, onder alle opzichten aan te p-ijzen boek voort te brengen, en den schal van Vlaamsche kunstwerken met één te vergrooten, dat eene eerste plaats verdient. Onze vurige wensch bjijft dan, dat Lessen over Landbouw, llovenierderij en Dierenftioeek met duizenden verspreid worde en talrijke uilgaven moge beleven Het is oververdiend. Ten einde volledig te zijn, veroorloven wij ons renig kleine opmerkingen Ware het niet goed geweest, in het hoofdstuk over de groensoorten, de streken aan te duiden, waar die in België, gevonden worden Op de zandgronden kan liet min kwaad dat het mest eenen zekeien tijd opongebreid ligt, dan op de leemgronden(Dl. 69) Wij rneenen dat het tegenovergestelde waar is, want uitdroogde mest, past aan geene zand gronden. Op bl. 73 gebruik der vloei- rneslen - hadden wij geerne meer zien steunen op 't inwtrken der vloeimesten dat is een belangrijk werk. Er gaat onge looflijk veel verloren door het boven op gieten onze landbouwers moeten onder dat opzicht meer gewaarschuwd worden. Op bl. 74 slaat eerst eene laag afval, daarboven eene laag stalmest, dan wat kalk. Kalk op stalmest zouden wij niet durven aanraden, om wille van 't verlies, dat er zou door veroorzaakt worden. De schrijvers zeiven zeggen zulks op bl.lliG, alwaar tevens te lezen is: Sommige zou ten mogen niet lang gemengd blijven staan Nitraat en superfosfaat, nitraat en ijzerslakken De stikstof zou verloren gaan. - Dat kunnen wij niet onvoorwaar delijk aannemen. Op bl. 155 zouden wij graag nog eene doorslaande reden tegen het braakliggen willen doen gelden, na melijk dat de landbouwer zoowel den pachtprijs binst het braakliggen moet be talen als op jaren van wezenlijke opbrengst, en de braak nooit zal kunnen winnen,wat hij aldus verliest.... Bij de kenteekens eener goede melkkoe, blz. 251, mag men voegende rugringen .wijd van elkander, kenteeken door de landbouwers hoog geschat). Wie nu zou denken, dat het werk der geleerde lieeren professors, door deze kleine aanmerkingen,iets van zijne waar de verliest, zou het deerlijk mis hebben; want het is en blijft een uitstekend ge wrocht, dat wij iedereen ten hoogste aanbevelen. Karel. Openbare Lessen van Bieënteelt te geven te Aelst, Zaal van St-Martensgesticht, Esplanade6. Zondag 12 Mei, 3" Les. Inrichting dek Bieenhal Bieënwonin- »en. Stelsels. Voordeelen van elk stelsel. Werktuigen van den Bieman. Hun ge bruik. Onderzoek der korven. Natuerlijk en kunstmatig zwermen. Flora van den Bieman. Schadelijke dieren voor den Bieonteelt. s middernachts. Heden Zondag 12 Mei, dienstdoende Apotheker i11r DE UL'YTEH, Lange Zoutstraat, Nr 39. Stad Aalst. KAATSSPEL - Esplanadeplein. O PRI JSKAMPEM met den De Maatschappij - Club der XXX, - zal gedurende het jaar 1895, eene reeks Kampstrijden geven lusschen de beide partijen van den Buiten en van de Steden. De eerste prijskamp tusschen 8 par tijen van den Buiten zal beginnen Zondag 26 Meiom 2 ureh namiddag. Grembergen (Bogaert) tegen Hamme (Blommaert). Om 3 1/2 uren Audeghem (Van Ighem), tegen Her- dersem (Muylaert). Om 4 1/2 uren, de winnende partijen. Zondag 9 Juni, om 2 uren namiddag. Hofslade (Van der Heyden), tegen Nieu- werkerken (Beygaert). Om 3 1/2 uren Opwyck (Raes), tegen Baesrode (Wie- land ts). Om 4 1/2 uren, de winnende partijen. Zondag 16 Juni. Groote besliaaing.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 2