k Mins m m m. Donderdag 23 Mei 1893. 3 centiemen per nurame .19"" Jaar 2983. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. Landbouw. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. i Menschelijk opzicht. Geen woorden Daden. Bescherming der vogels Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 6 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-73 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutslraat, N. 31, en in alle Poslkantoren des Land. Culque suum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen oj. 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, den 22 Mei laOX. Hoe dikwerf wordt ervan den menscli welke in miskenning zijner godsdienstige plichten leeft, niet gezegd dat is een mensch zonder geloof, die noch van God noch zijn gebod wil hooien, in ecu woord, 't is een vrijdenker. Het is onbetwistbaar dat men zijn geloof kan verliezen het geloof immers is eene gave Gods en zoo wij dezelve ver smaden, zoo zal God ze ons in zijne recht- veerdigheid ontnemen. Nogthans, ik ben van gevoelen dat vele lieden welke als on- geloovigen of vrijdenkers of tenminste als onverschilligen aanschouwd worden, in hunne binnenste toch niet zijn wat zij uitwendig schijnen te wezen. Op zekeren ouderdom huns levens zijn die mcnschen in aanraking gekomen met slechte gezelschappen, hun geest werd bedorven door de lezing van goddelooze en onzedige schriften; zij hebben de moed niet gehad er zich aan te ontrukken zij hebben zich laten verleiden en op den duur zijn zij zoo verre gegaan in hunne boosheid dat zij verlegen zijn van zoo boos niet te schijnen dan anderen. Als men het leven van velen dier onge- loovigen nagaat, dan vindt men dat zij eene kristene opvoeding hebben genoten, dat zij in hunne jongelingsjaren heel deugdzaam waren en zelfs als toonbeelden aan hunne medeleerlingen werden voor gesteld en voorwaar die zoete herinne ringen hunner jeugd moeten hun van tijd tot tijd voor den geest komen en in hun hert de begeerte doen ontstaan van tot den godsdienst terug te keeren.... Maar er bestaat eene macht, eene onweerstaan bare macht die hen weerhoudt, die belet dat zij zich vertooneu gelijk zij wezenlijk in hun hert zijn en die macht is het laffe menschelijk opzicht. Ja, van tijd tot tijd wellen de edele gevoelens, die hen in vroegere jaren be zielden, in hun hert op zij zouden dan do slavenketen die hen gekluisterd hou den, willen breken zij zouden tot deugd hunner jongelingjaren willen terugkeeren, maar het menschelijk opzicht, het ge dacht Wat zal men van mij zeggen?... Men zal zeggen dat ik mij bekeerd heb ik zal het voorwerp aijn der spotternijen mijner gezellen dit gedacht, zeg ik, is krachtig genoeg om zc te wederhouden en ze te dwingen de ketens hunner dui- velsclie slavernij voor te slepen. Gelukkig dan nog zoo zij op hun sterf bed door eenen waren vriend bezocht worden die hun de lafheid en uitzinnig heid van hun gedrag voorhoudt, anders ware het menschelijk opzicht in staat ze te beletten van zich voor hunne dood met God en de Kerk te verzoenen. Bestondt het menschelijk opzicht niet, voorzeker zou liet getal bitter kleiu wezen van dezen die" de eeuwigheid intreden zonder zich met God en de Kerk verzoend te hebben. (Verhaal uit de XVI eeuw.) I. Voor dat keizer Karei te Gent het gehucht van Sint Bavo had vernietigd, om er zijn oud kasteel te hou wen, was de plaats, die thans bekleed wordt door het feuzengehouw. welk tot den dag van heden nog het Iastfel der Spanjaards genaamd wordt, alhoewel men het teenemaal heeft ontmanteld, om zoo te zeg- gen eene stad op haar cigcu waar zich, onder het rechtsgebied van den abt van S' Havo, een honderJtai kleine huizen verheden, die talrijke vrijheden geno ten. Smalle en kromme straten gaven een weinig lucht aan die woningen, die in het algemeen niet prachtig waren. Nogtans bemerkte men in dit kwar tier hier en daar een verhevener huis van eenen rijke welk beter verlicht wascn een kleinen hof had deze woningen deden zich onder alle opzichten lusschen de andere uitschijnen. Dusdanig was het huis welk den naam van Groenen Bier droeg, uit hoofde van zijn uithangbord, dat boven de deur geschilderd stoml tusschen de twee gothieke vensters der eerste stSgie. Dit huis hoorde in 1S35 toe aan meester Balthasur Merx, een eerlijke gentsche koopman, die den ouderdom van vijftig jaren bereikt had. De liberale en socialistische organen schrijven gedurig dat jo^ed Daens meer dan eens herhaalde 1° De man aan zijn werk, de vrouw in haar huishouden en het kind in de school. Wel om den dondor, aepjd Daens is daar de uitvinder niet van. Reeds lang voordat onze merteleer zijnen scheurstrijd begon, hebben de katholieken dat luid op ge roepen en er voor gestreden. 2° joïbj Daens, zegde ook Drie i) vierden der mannen zoowel de katho- n lieken als de anderen, die beweren n voor de lotsverbetering van 't werkvolk te strijden, zijn koogmoedigen die enkel pluimpjes zoeken op hunnen hoed te steken, in stede van brood aan de armen të verschaffen. jopjj Daens die durft van hoogmoedigen gewagen, hij, de hoogmoed in persoon hij, priester, die om zijnen hoogmoed, om zijne eer- en baatzucht te voldoen, niet aarzelt de katholieke partij te verscheu ren en met geuzen, vrijdenkers, joden, socialisten cn anarchisten de vijanden van God en priester, openbaarlijk aan te spannen I.., Indien er lieden zijn die 'tpluimken op hunnen hoed willen steken in stede van brood aan de armen te verschaffen dan zijn het wel de helden van Chipka. Meer dan twintig jaren lang hebben zij hij middel van hun kladje - De 1Verk- man millioenen halve stuivers uit de zakken der werklieden geklopt en dit zoogezegd om hunne belangen te verde digen en hun lot te verbeteren. Reeds drij jaren lang loopt joind Daens van stad tot dorp, op de meetings herhalende dat het lot van boer en werkman moet verbeterd worden. Al wat De Werkman tot hiertoe heeft geschreven, al wat .mipjd Daens en zijne volgelingen tot hiertoe hebben ge predikt, is slechts ijdele woordenkramerij. Dat men ons eens een enkel pracktisck voorstel aanwijze door - Den Werkman - of jopjd Daens vooruitgezet dat van aard is om 'fc lot van boer, arbeider of neering- doener te verbeteren Dat men ons eens bewijze dat door 't toedoen van Den Werkman of van japjd Daens de daghuren een half centje per uur zijn opgeslagen en de pachten eenen stuiver de roede afgeslagen. Dat men ons eens toone dat zij 't lot van boer, arbeider en neeringdooner een schreefje hebben verbeterd. Woorden, niets dan woorden hebben zc verkocht en uitgekraamd, maar daden geene geene Als de heilige Pie en zijnen broeder nog honderd jaren lang zullen woorden- gekraamd hebben tegen 5 centiemen het Nr, gelijk zij het tot nu toe gedaan heb- ben,dan zullen wij zoo verre geraakt zijn, als den dag van heden, 't is te zeggen, het lot van boer, arbeider en neering- doener zal nog geen schreefje verbeterd wezen. Nu in plaats van 't lot van boer, werk man en ueeringdoener te verbeteren hebben ze door hunneaanhoudende ophit singen cu uitvallen tegen do rijke lieden, bij velen ontevredenheid gesticht en van dan af ongelukkiger gemaakt. Ongelukkiger, ja, maar wal; raakt hun dat 't Is immers op de halve kluiten dat men j acht maakt. Klappen zijn geen oorden, maar de daad bij het woord voegen, zoo moet het zijn. Volgens ons is er op 't oogenhlik geene lotsverbetering voor boer, arbeider en ueeringdoener te verwezenlijken dan door de vee verzekeringen, de vereenigin- gen van onderlinge hulp en hijstand en de vakvereenigingen. Ja, die instellingen alleen kunnen den Nu wij weer uit verre, vreemde lau den in onze vroegere, gezellige woon plaatsen zijn teruggekeerd en in boscli en veld, in stad en dorp onze nestjes weer hebben opgezocht, hopen wij hier ons huishouden aardig te kunnen inrichten en een recht prettig leven te zullen heb ben. Daartoe verzoeken wij, voor ons zelf on voor onze kleinljes, een boekje, waar we rustig kunnen wonen, waar niemand, oud noch jong, groot noch klein, ons eenig leed aandoet en waar niemand ons poogt te beroovon van onze kostelijke vrijheid, die wij zoozeer op prijs stellen. n Vooral vragen we erg vriendelijk en dringend, Oat toch niemand onze nestjes, die we met zooveel moeite hebben ge bouwd, zal verstoren, dat niemand onze eieren wegnemen zal en dat onze aardige jonge vogeltjes met rust worden gelaten, opdat wij ze kunnen grootbrengen. n Wanneer de kindereu en de men- scheu zoo goed willen zijn voor ons, dan zullen wij uit dankbaarheid onze schoon ste liedjes zingen, dan zullen we vliegen en fladderen op boom en tak en struik en "r'1?" M 'S •d.aa.r°m dat Tij' 1 PInnt' door'tjilpen, fluiten~Gnkwèelcn «Of* katholieken, ons _met by woorden allen genoegen doen dan zullen wii veel bepalen geliik do helden van Chipka, maar tot daden overgaan, 't is te zeggen, uit alle onze krachten meewerken om die hooger bedoelde verecnigingen in tc richten waaraan de algemeene welvaart van ons volk zoo zeer verbonden is. Men kan niet genoeg bekend maken dat het verboden is, op strenge straf, insectenetende vogelen te vangen of te dooden, De onderwijzers in hunne scholen zou den groote diensten bewijzen met de voor schriften der wet op dit punt en de gewichtige redenen ervan bij elke gele genheid te herinneren Er worden op den buiten nog veel insecteuotendc vogelen gedood en zulks doorgaans door jonge gasten, die daar een wreed vermaak in vinden waartegen de ouders zich niet verzetten, ofschoon zij later geene woorden genoeg zullen hebben om te klagen over de schade ver oorzaakt door de rupsen en ander onge dierte, welke door de vogelen grooteu- deels verslonden zouden geweest zijn. Vooral op het tijdstip van het broeien behooren do gemeenteoverheden een waakzaam oog op het volbrengen dei- voorschriften van de wette houden. Te Haarlem en omstreken is de vol gende opwekking verspreid Alle vogels, die dezen zomer in Neder land hopen door te brengen, hebben in genoegen doen dan zullen wij veel schadelijke insecten vangen en opeten, waardoor in bosch en veld, in tuin en hof alles goed kan groeien en bloeien en menscli en kind zich met ons kunnen verheugen in de vernieuwde pracht van de schoone natuur om ons heen Aldus besloten op onze vergadering van dit jaar in een van de liefelijkste plekjes bij Haarlem. Namens de vergadering NachtegaalLijster, Vink, Roodborstje. De kalfziekte of kipziekte. Een ambtelijke veearts van het groothertog- dom Baden, de heer Iiink, is door onder vinding tot de overtuiging gekomen dat men de kalfziekte, die zoo gevaarlijke krankheid merkelijk kan beletten of voorkomen, met de koeien aan eenen strengen eetregel te onderwerpen. Hij geeft hiertoe den volgenden uitslag Koeien die goed in staat cn voor goede melkgeefsters gekend ziju, zulleu acht dageu voor het kalven maar een vierde lot hoogstens een half rantsoen van hun gewoon voeder krijgen. Op den dag van het kalven zullen zij geen ruw voeder (stroo, hooi, enz.,) maar alleenlijk licht verteerharen drank of soep ontvangen. En ten minste vier dagen lang na de geboorte zullen zij wederom maar een half rantsoen ruw voeder krijgen. By groote melkgevigheid moeten zulke koeien reeds voor het kalven gemolken hunne eerst, vergadering van dit jaar worJeü. üe eei.ste twee of drf 3 besloten, tot al e jongens en meisjes bet het kalven melkt men 2e alle twee uren volgende vriendelijk verzoek te richten of zoo dikwijls mogelijk Balthasar was lang van gestalte en van eene sterke lichaamsgestcltcniszyne breede schouders, zijne met hair bcwassene borst cn zgne vollijvigc lidmaten ware klare blijken van zijne sterkte. Zijne bruine hairen waren nog niet aan 't grijs worden zijn wezen was langvormig en wel gevuld, doch hevig geploegd door de keipokken, die hij in zijne jongheid gehad had. Zijne groenachtige oogen waren klein en in het hoofd gedrongen maar vonkelden onder twe dikke wenkbrauwen. Alles in zijn aanzicht duidde gierigheid en standvastigheid aan. Ook had hij een groot fortuin verzameld. Maar volgens do gelaatkun digen verrieden zijne ronde neus cn wel gcvlecschde lippen goedhartige gevoelens, en wij moeten het bekennen, dat de kunde die op de gelaatstrekken het karakter denkt te lezen, zich nogeens Baltbasar niet vergiste. Hij dreef handel in leder cn had hem begonnen met eene kleine som geld, die zyn vader, een vrolijke zeeldraaier van Antwerpen hem had achtergelaten. Acht- en twintig jaren oud zijnde, had bij eene reis naar Nurmandic ondernomen en was er getrouwd met Catbarina. eenigc dochter van eenen rijken veefokker. Deze had hem eenen zoon geschonken, dien hg de Iccdersle liefde toedroeg. Catharima was het volgende jaar van ccnc besmettelijke ziekte gestorven, die in liet kwartier van S' Bavo woedde eu Balthasar, om zich geheel en gansch aan zijne vaderlijke teerhertig- hcid te kunnen overgaven, had geene andere vrouw meer genomen. In 1535 had de jonge Simeon den ouderdom van twintig jaren. Hg was het echte afbeeldsel zijner moedereen bloemig en friscli gelaat, een rond, levendig eu vriendelijk gezicht, maar nogen, welken geenen 3andachtigcn blik konden uitstaan, gebrek welke men aan de vreesachtigheid toeschreef, en andere teeken duidden, volgens dezelfde priociepcn die ons in de beoordeeling des vaders geleid hebben, n den zoon de genegenheid aan tot verkwisting en vermaken. Zijn vader, die hem al to lief had, zag in hom niets dan volmaaktheden, en kon niets weigeren aan zijnen vcrkwistingslust. Alhoewel Balthasar zeer ryk was telde zijn huisge zin buiten hem en zijn zoon slechts nog drij andere personen. Eerst en vooral hebben w(j te handelen over de brave Michelle, eene dikke vlaamsche meid, een dier wezen w iens uitwendige, even als die oude versletenc lederen beurzen die niet goed gevuld zjjn, zgne schoone hoedanigheden niet doel voorkomen. Zij was kort en dik hare voeten waren mismaakt, hare handen eeltachtig cn hare vingers knobbelig haar wezen was puistig en droeg drij of vier wratten hare groote oogen, die uit den kop kwamen, waren zonder uitdrukking. Maar onder dit ruwe voorkomen, verborg zich een hart vol teederheid en verkleefd heid. Michelle was veertig jaren oud, en was bij Balthasar onmiddelijk na de dood zijner vrouw in dienst getre den. Zij had zijnen zoon opgebracht. De kinderen, len minste zoo lang zg klein zijn, beminnen degenen die hun weldoen, zonder op hun uitwendige aandacht te nemen, en Michelle had zich zoo hevig mogelijk aau haren zoon en meester verkleeld. Zij had een voorstel van huwelyk geweigerd, dien haar uitwi dige en hare armoede haar niet toeliet te verhopen. Zij had al hare liefde aan den jongen Simeon gegeven. Zij aanzag zich als zgne moeder cn het kind had het geluk van nooit het verlies, welk hij gedaan had, te gevoelen. Ook had de koopman aan Michelle beloofd, dat zg nooit zijn huis zou verlaten en in het gasthuis niet zou sterven. Een andere persoon die van Balthdsars huisgezin deelmaakte, was de oude Bonaveutuur. een klerk vijf-en-twintig jaren, die sedert lang op het kantoor schreef van den koopman in leder, waul in weêrwil zgner rijkdommen, dreef Balthasar zijnen handel voort met het gedacht dat hij nooit genoeg aan zijnen zoon kon nalaten. Bonaventuur had het voor Michelle niet, hij vond ze te zeer bezorgd voor de kleine in- tres'en haars meesters cn te gieiig op het vuur en het bier, daarenboven was hij getrouwd, en zou gewild hebben dat men de meid -doorzond om zijne vrouw als bcsiiersters in het huis te kunnen dringen. Maar Michelle was als vaslgenageld door de dank baarheid van Balthasar en de aangeklccfdheid van Simeon. Er bevond zich eindelijk in het huisgezin een jonge 'Zijn langs de moeder kant, die sedert twee jaren uit Normandiö was gekomen. Zjjn naam was Thcodoor Manville, en hg kon ten hoogste 18 jaren oud tyn. Het was een vrolijke jou- Daarenboveu is het geraadzaam op den dag van het kalven of reeds wat eerder cenepurgatie toe te dienen, b. v., 1/2 tot 1 kilo Engelsch zout gemongd met eiwit en olie. Vermits het voordceliger en gemakke lijker is eene ziekte, namelijk de kalf ziekte, te voorkomen dan te genezen, raden wij aau deze behoedmiddelen te gebruiken, bijzonderlijk in stallen waar de ziekte reeds slachtoffers gemaakt heeft. Aspergenkweek. In Oostenrijk bezigt men de volgende middels om asper- gen te forceeren. Eerste middel. Zoohaast de kop van de asperge uit de aarde begint op te ste ken, zet men er een houteu buis op welke met pooten in den grond zit. In deze buis, van boven van gaatjes voorzien, opdat de luchter vrij in en uit kunne, wordt do asperge dikker, mal- scher en sappiger op eene groote lengte. Tweede middel. In plaats van eene buis zet men eene flesch omgekeerd, op de asperge, zoodanig dat deze in den hals dei- flesch groeit. Zij klimt voort tot aan het gat der flesch keert dan terug en krinkelt zich zoodanig heen eu weder, dat geheel de flesch vol komt. Men moet de flesch breken om de asperge te benuttigen. Naar het schijnt is zulko asperge zeer uitmuntend. Haverbrood. Van al de broodstof- fen, die iu Europa gebruikt worden, is de havermeel de beste en do oudste. Pli- nius verhaalt dat de oude Germanen en Kelten, volkeren die iu lichaamskracht uitmuntten, brood bakten uit haver. Tegenwoordig dient in de meeste landen haver nog alleen tot voedsel voor paarden en andere dieren. De wijze waarop bij dc haver de zeme len vau do pitten worden gescheiden is, vergeleken bij de methoden om meel en gort uit andere graansoorten te maken, nog zeer primitief. Daaraan misschien moet het worden toegeschreven, dat haver zoo weinig tot voedsel voor menschen wordt gebezigd, ofschoon zoowel haver meel als ha vergort, good toebereid, zeer smakelijk zijn en reeds het verschijn sel dat paarden, van wier lichaamskracht zooveel geëischt wordt, met haver gevoed worden, is eene aanwijzing, dat deze graansoort, zeer groote voedingswaarde leeft. Naar het oordeel van Liebig is haver meel bijna even voedzaam als ruudvloesch en veel rijker aan stoffen, die voor de vorming van beenderen cn spiereu die nen, dan tarwemeel. Havermeel bevat GO pet. zetmeel, 8 pet. kleefstof, 8 pet. vet. 14 pct.water. 7 pet. celstof en 3 pet. mineralen, uit welke sameuslelling wel blijkt, dat het als eeu Keling. die driejaren te Parijs had doorgebracht, waar hij al Ejju geld verteerd had, en nu bij Balthasar de plaats van twreedeu klerk was konien bekleeden. Dc koopman zag in hem een bloedverwant zyncr vrouw, die hg too teer bemind had, en ecu kozijn vau zijnen zoon dit was genoeg om hem wel te behandelen. Zijn verstand, zijne liedekens, die schoone geschie denissen, die hg wist te vertellen, deden hem bemin nen hij had in de volle wereld geweest, hij deed kunsten, kende alle soorten van spelen cn kon een ieder nabootsen hij was in eeB woord een kluchtige jongen. Terzelfder tijd sprak hg over politiek en zedeleer, ook aanzag hem welhaast de koopman als de lijdsman van zijnen zoon, dien hij hem aaubevool met verhooging van jaarwedde. Er lag nochtans in dc blozende wangen en gloeiende oogen van Theodoor iets verborgen, welk de vurigste driften verried maar zoo het schijnt kende Baltba- beter de hoedanigheden van het leder dan de gelaatskunde of ten minste nam hjj op dusdanige zaken min aandacht dan dc behendige schrijver aan wien w-g deze bijzonderheden ontlecnen. Wat er van zg de koopman bad sedert een jaar zijnen zoon toe vertrouwd aan Theodoor, die hem alle oogenblikken naar de vermaken geleidde. Simeon was ten uiterste te vrede over zijnen kozjjn en Balthasar was gevol- genllijk verrukt over zijnen tweeden klerk. Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 1