- Donderdag 50 Mei 189o. 5 centiemen per nummer. J9'le Jaar 298*>. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan .van de Stad en 't Arrondissement Aalst. Landbouw. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. i F fiS VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Onze nationale feestdag. Nieuwe Ministers. iren tijd be nde Dit l»lad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder - «gteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week )or de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes aanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving •ïdigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont- [ngen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraal, N. 31, i in alle Poslkantoren des Land. Cuique Buum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, den 29 Mei 189». e Vijanden van het Werkvolk. 'Als men de goddeloozen hoort, zou men "en dat de priesters dc grootste vijan- ktvau het werkvolk zijn, zijne meeste ftbuiters, zijne ergste verdrukkers, in >n woord, dat zij het willen verbeeste- kcu, om het te leiden volgens hunne «zichten naar willekeur. iJammerdat zij hunne eigene inzichten in anderen toeschrijven. De socialisten, zietdaar degcneu die het i»lk willen verbeestelijken. Verbeestelijkeu wil zeggen heeste ken nu de socialisten zeggen aan het icgij hebt geene ziel zalig te maken g moet hier op aarde uw opperste geluk leken achter dit loven is er niets teer. Is dat niet verbeestelijken i dat de tale niet die wij zouden spreken an onzen hond De socialisten zeggen aan het volk Aar is geen God, daar bestaat geen odsdienst. Dat is al bijgeloovigheid, iitbuiierij de paternosters en de ge- •eden brengen geen vleesch in den pot och brood in de spinde. Is dat het olk niet verbeestelijkeu Onze honden n katten gelooven ook aan God niet ,un God, 't is hun buikske zij hebben ok geen godsdienst. De socialisten zeggen aan het volk Tijheid, gelijkheid Geen gezag meer, ;een koning, geen priester. Is dat niet erbeestelijken Moet er geene wanorde leerscheu waar er geen burgerlijk noch feestelijk gezag bestaat? Zou het geene Samenleving zijn zonder band en toom, prijsgegeven aan de driften, waar elkeen ou leven gelijk honden en katten Do socialisten zijn voor den werkman lietdaarom willen zij hem verleiden in hem behandelen als heeste. Dc priesters integendeel aanzien hem ils redelijk schepsel Gods, als broeder, liet geschapen om in het stoffelijk zijn loogste goed te zoeken, maar bestemd >m, na hier op de wereld in geduld en onderwerping gewrocht te hebben, in den lemel het eeuwig geluk eu oneiudige «reugde te genieten. De godsdienst verbeestelijkt niet, hij beschaaft. Stanley, de beroemde reiziger na liet Zwarte land bezocht te bobben, sprak deze merkwoerdige woorden uit Om de wilde volkereu in Afrika uit hunne 'leestigheid te trekken, is er niets anders ïooJig dan reisverkenners, daartoe moe ten het christene geloofsboden zijn. Mochten onze werklieden het verkeer der ellendigen schuwen die ze zoeken te misleiden De socialisten zeggen wel dat zij de vrienden van het werkvolk zijn, maar zij zijn zijne ergste vijauden zij willen het verb eestelij ken in de godde loosheid, de ondeugd en het verderf. Al de Vlamingen zouden doordrongen moeten zijn van de grootsche beteekeuis die 't herdenken van den Guldensporen slag in 't leven kan roepen. Niet alleen de verspreiding van 't heden ten dage zoozeer bedreigde nationaal ge voel, maar ook van de rassenfierhoid, van eigen grootheid en macht, staan hicrracè iu rechtstreeksch verband. Een feit dat honderdc malen is waar genomen staaft deze bewering De meeste flaminganten danken hunne overtuiging eu hunnen strijdlust aan de romans van Hendrik Consciens, den God der Vlamin gen. Zij hebben hun hart voelen gloeien door het vuur van vaderlandsliefde dat met weldoende warmto door zijne boekeu heeuvlamt. Als kinderen hebben zij geweend bij het hooien verhalen der vadren vroom heid als jongelingen voelden zij den haat zieden iu hun harte, den haat voor al wat walsch is en valsch tot mannen opge wassen staarden zij met biddenden mond op de heiden in 't oude Brugge iu brons vereeuwigd-, en zwoeren daar, bij kalineu harteklop, hou en trou aan 't verdrukte Vlaanderen. Die mannen, die Vlamingen, gevoelen al het lijden dat de voorouders in den loop der eeuwen onderstonden in hunne verbeelding zien ze den langen sluier, die als een zwart net onze gouwen omsluut, en dichter en banger werd toegetrokken door den geest des onheils uit het Zuiden. Doch zij gevoelen ook hoe diep de haat kan wortelen tegen een volk, dat sedert meer dan 1000 jaren hunne voorouders heeft bestolen, geplunderd, uitgeput. Zij weten waar de redding ligt voor hunne stamgenooten, door l'ransche cy clonen op den boord des algronds geslin gerd. Die redding ligt besloten in de geschie denis, iu dc heropwekking van nationaleu trots. Boven al de herinneringen uit schittert de Guldensporenslag Enkele steden mogen dit jaar niet meer alleen staan bij 't volbrengen van een vaderlandschen plicht. Gausch Vlaande ren moet volgen, op ieder huis moet de driekleur wapperen, zonneschijn gulden het gemoed der Dietschors al te gader. Dien dag geen kommer en zorgen. Al te langzaam kruipt de bewoging vooruit, eu bij de krachtige pogingen van Nationaal Vlaamsch Verbond, Vlaam sche Wachten en Gulden moetende mach tige korpsen als Willems- en Davids- fonds, Katholieke LandsbondTaalver bond o. ni. a., al het hunne bijdragen tot het generaliseeren van onzen nationaleu dag. Welk aanwinst voor die beweging, zoo (Verhaal uit de XVI eeuw.) T'° Vervolg. Bonavcntuur durft zich tegen Thcodoor niet ver klaren mits hij ondervond dat hij tcenemaal de gunst van den jongen Simeon liud gewonnen. Hij vleide beiden met al wat de jongelingen deden, goed te keu ren. Somtijds gewaagde hij het te vragen ofM. Simeon welhaast geen deel ging nemen in den handel zijns vaders. Maar Ballhusar stopte hem telkens den mond met te antwoordenWanneer hem zulks zal aan staan laat hem nu maar zijne jonge jaren waarne men. i Bonaveniuur was voor hel overige een droog- zak, een cijferaar, een man die niet dacht dan aan lijnen intrest, maar die degene vau zijnen meester beuccrstigde, mits hij wist dat zijne plaats en bestaan van zijne nauwkeurigheid afhongen. Michelle, die Simeon maar al te veel beminde, had liet zooveel te meer voor Theodoor, dat zij hem als een noodzakelijkcn gezel voor haren jongen meester beschouwde. Daarenboven was de jonge Normandiiir i milddadig, en wist hij tijd aan de goede meid e drinkpenning te geven. Michelle was zoo gespaarzaam als rechtveerdig. /-ij was niet ongevoelig aan kleine presenten op eene ccrfljkc wijs gekregen zij maakte er overigens een allerbest gebruik van want al wat in elke stad, waar de politieke toe stand tusschen de partijen niet te fel is afgeteekend de Vlaamschgezinden de handen ineensloegen om den 11 Juli bij klokgelui en bazuingeschal te vieren. Welke aanwinst, wanneer al'de Vlaam sche kringen in dezelfde gemeente samen vergaderden bij plechtig feestgetij. Welko aanwinst, wanneer al de bladen die sinds jaren ijverden voor de invoering van den VI, nationalen dag een gelegenheidsnum mer uitgaven. Dan, dan ook zou men weldra gansch Vlaauderland door de vlaggen zien wui ven, en met stillen eerbied den dag begroeten die ous de gewichtigste gebeur tenis uit onze geschiedenis in 't geheugen terugroept. Gaat, flaminganten, gaat als apostels uw Vlaanderen door, laat uw woord dreu nen, (lat de blonde gouwen ze wijd en zijd als fanfarongeschal herhalen. Wekt staru- mentrots weer op, giet het nationaal gevoel gloeiend door dc ontzenuwde ade ren van uwe broeders, opdat zij nog zien mogen dat heil en voorspoed ligt in eigen waarde en zelfbewustzijn. Op, Vlaamsche jeugd, edelmoedige, geestdriftige strijders, voor al wat goed is cn rechtvaardig. Op, Vlaamsche wach ten, steeds op de bres voor de dierbaarste rechten van uw volk. Op, Willems- en Davidsfonds, op, gij allen die iets bij dragen wilt en kunt tot het bereiken van liet. lane^edroonide-doel. Bereidt u allen ten feestgetij. Roeland, de oude trouwe wachtster zal luiden. Triomf in Vlaanderland. Op, do Hoogtijd naakt 1 Vlaamsch en Vrij.) De fruitwollige bloedluis en hare verdelging. la liet algemeen is het fruit tamelijk gelukt doch niet iu mate zooals verleden jaar. Bloemen op de de aardbeziënstruiken zijn er veel eu de vroege soorten zijn goed gespeend en reeds half volwassen. De opvolgende soorten geven tevens veel bloem zoodat er dees jaar vele aard beziën zijn. De stckolbcziën zijn in 't algemeen veel minder gelukt dau verleden jaar, roode en zwarte aardbeziën zijn er veel. Het steonfruit, zooals kersen en kric- krieken, zal zoo overvloedig niet ziju als verleden jaar, doch dc noordkrieken, be twisten malkarder de plaats op do twijgen. De handelsperen meest voortkomende van de hoogstammige hoornen ziju mis lukt. Vooral over de dubbel Plulippen wordt algemeen geklaagd. on of kon verzamelen, zond zij naar bare oude en zieke moeder, die te Sntteghem woonde en die zij God het meest beminde op aarde want Simeon bekleedde maar dc derde plaats iu haar bert, alhoe- cl zij licrn de tecderste liefde toedroeg. Zy was zoo godvruchtig als eerlijk, en nochtans deden dc volgende omstandigheden aan hare eerlijkheid twijfelen. Thcodoor had op weinigen tijd een groot vermogi op Simeon gekregen. Met al zyne neigingen in olgeu cn zijne ontwerpen goed te keuren, had hij zich leencmaal meester gemaakt van zijnen geest. Er bestond tusschen beide jongelingen het volste ver trouwen, Doch al was de jongste rijk, was de oudste, die acht jaren meer telde en dc wereld kende, de meester geworden zonder dat zijn leerling het gewaar werd. De beurs van Simeon was dc gemeene beurs der beide vrienden, die welhaast de slechtste gezel schappen cn de speelhuizen opzochten. Balthasar voldeed lobbig aan de verlangens van zijnen zoon. Maar welhaast scheen het geld dat tiij hem gaf cn heigene voldoende geweest ware voor de vermaken van twintig geregelde jongelingen, te weinig cn Simeon begon schulden tc maken. Die jongeling, die reeds de baan van het verderf was ingeslagen, had nogtans alle eergevoel nng niet uitgedoofd. Hij kreeg eenen goeden inkeer cn, dc strengheid zijns vaders kennende, beefde hij bij het gedacht dat zyn toestand kon aaii 's vaders ooren komen. Gedurende eene gansche maand hield hy zich stil, lelde gespaarzaam, en nam het voornemen van zoo voort te gaan tot dat hg alles zou betaald hebben. Ongelukkiglijk bevond hij zich op zekeren dag in het gezelschap van ccnige jonge verkwisters, en het geld dat hij gespaard had in den zak hebbende, kon hij niet wederstaan aan Theodoor, die een tccrlinkworp wagen wilde doch na ecnigeu tijd gespeeld te hebben, moesten zy met ledige beurzen vertrekken. Simeon bracht eenen allerongunstigen nacht over hij vreesde dat degene, waaraan hij iels verschuldigd was zich totzgnen vader zouden gewend hebben. Des anderendaags bleef hy 't huis, trok met Theodoor hel kantoor binnen, cn zette zicli aan 't werken, hetgene grootelijks den vader verheugde. Ten elf ure, cenige stonden voor het noenmaal, kwam Michelle M, Balthasar verwittigen dal een vriend hem verlangde te spreken. Tien minuten later, sloegen dc twee jongeliugcu do deur van het kantoor loc, gaven den sieulel af aan de meid op eene niet al te natuurlijke manier, en gingen de deur uit, haar zeggende dat zij niet l' huis kwamen dan 's avonds. Balthasar aanzoeht zijnen vriend om met hem het middagmaal te blijven nemen, cn er deed zich niets bijzonders inliet huis opmerken. Vier maanden waren er sedert dan voorbygeloupen en waarschijnelijk had Simeon ondertusscbeu ai zijne schulden betaald, want dc vader hoorde van niets spreken, zelfs had hij met het miuste gedacht van het slechte gedrag zyns zoons. Maar sedert eenigen tijd werd hij door andere kommernissen bevangen, wan neer hy zich den 24 februari 1530 met Bonavcntuur in zyu kantoor opsloot, en hem zyn hert opende. Weet gij niet, myn vriend, zegde hg, wat mij is overgekomen ik ben gedwongen het u te openbaren, want gij zijt de dief niet. De appelen zijn tot hiertoe uitermate iu alle soorteu gelukt maar wederom vertoont zich op de appelboomen dat schadelijk insekt de wollige boom- of bloedluis. De zo ongedierten verzamelen zich groepvormig op do stammen, takken en twijgen, cn zelfs op de wortels van den appelboom, zij hebben het uitzicht van witte katoenstof, veroorzaken wonden aan den boom die iu kanker kan veran deren. Overal waar zij gedurende eenigen tijd geknaagd hebben, komen gezwellen cn wratten die verkankeren. De verspreiding op den ganschen boom is zeer snel en zelfs door den wind vliegen deze insekten met groepen op de andere appelboomen. Men verdelgt deze ongedierten met ze dood te wrijven, naarmate zij zich ver- toonen. Men neme eenen ruwen borstel eu zeeploog, waarin men een 20* deel petrool mengt. Een behendige hovenier, dej heer L. Haughmans, op het hof van rnad. Elzen, te Berchem, handelt als volgt hij neemt een mengel van kalk, tabaksap en schouwroet, waarmede hij jaarlijks zijne appelboomen beschildert en ontmoet niet de minste bloedluis noch ander woeker- insekt, al zijne boomen hebben zooals men zegt de gezondheid te koop. Reeds gedurende vele opvolgende jaren heb ik do aangetaste plaatsen op mijne appelboomen niuc eenn opTnxstnir x<xu kopersulfaat of kopergroen gewassen. Deze oplossing is aldus bereid 1 kilo koper sulfaat in 10 liters warm water laten smelten en daarna met 80 a 90 liters regenwater oplengen. Tot mijne groote voldoening zijn al mijne appelboomen van die bloedlluii ontdaan, {Gas. van Antwerpen.) De Moniteur (Staatsblad) bevat dc koninklijke besluiten, gedagteekend 25 mei 189$, waardoor het ontslag wordt aanveerd van M. den graaf de Merode Westerloo, als minister van buitenland- sche zaken eu in zijne plaats met die por tefeuille wordt gelast, M. J. de Burlet, kabiuctshoofd. M. Schollaert is benoemd tot minister van bianenlandsche zaken. M. Nyssens, ten slotte, is benoemd tot minister van nijverheid en arbeid. Beide ziju Volksvertegenwoordigers van Leuven. Ziehier de ministerieële brief aan den Koning, waarin de stichting van het nieuwe ministerie wordt aanbevolen Wat zegt gy, de dief, mijnheer antwoordde Honaventuur, van zijnen stoel opspringende zou er hier een dief zijn Ik zeg u dat gij het niet zyt, vriend onnoodig dus vau te schreeuwen. Daarenboven, hoe zoudt gij mij kunnen bestelen U bestelen, mijnbeer heelt men u bestolen Luister. Gij ziet dezen dikken en zoo wel ge- maakten sleutel wel, niet waar? en gij kent hem, is 't niet Zeker ken ik hem 1 dit is te zeggen, dat ik hem al gezien heb maar nooit ben ik cr aan gekomen. Wel hemel 1 ik weet bet, Bonaveniuur. Welnu, dit is de sleutel myner geldkas. Nooit verlaat hij mij in den dag hangt hij aan mijnen gordel, eu des nachts rust bij onder myn hoofdkussen, en nogtans heeft men mijne kas geopend Uwe kas, mijnbeer Mijne kas, zegde Balthasar. Reeds tweemaal heeft men my bestolen, eu misschien wel dry of vier maal. Vau twee diefstallen beu ik seker. En het is raerkelyk t vroeg Bonaveniuur, die zoo wit als den muur was geworden. Twee diettens van duizend guldens. Mynheer, dat kan niet dan des nachts gebeurd zyn. Maar waaraan mag hot liggen dat de dieven mijne gansche kas niet hebben geledigd en dat zy maar het tiende of twintigste gedeelte van haren in houd hebben medegenomen-. Ach mynheer, dat doet dc haren te berge ryzen misschien bebben zij gedacht dat gy bet niet zoudt gewaar worden. SlBE, Het departement van landbouw, nijver heid, arbeid en openbare werken heeft zich achtereenvolgens aanzienlijk ontwik keld. Niet alleen de groote openbare werken, maar ook het gansche beheer der Staats- en buurtwegen zijn er aan toevertrouwd bij dezen uitgestrekten dienst, die vol doende zou ziju om een bestuur er mede uitsluitend te gelasten, voegt zich de landbouw, die meer eu meer de bezorgd heid van den Staat vereischtgeheel het beheer van waters en bosschen de dienst der openbare gezondheid, welke belangrijkheid en uitgestrektheid eiken dag toenemen ten gevolge van allerhande nieuwe maatregelen. Het beheer van mijnen, de besturen van nijverheid behooren tot toekentenissen van ditzelfde departement. Sire, De vraagstukken betreffende den toe stand en ac belangen der werkersklas staan in nauw verband met den voorspoed onzer nijverheid zij wekken het leven digste belang bij het volk en bij de open bare machten. Het departement van Landbouw, niet tegenstaande de veelvoudige takken zij ner bevoegdheid kon, tot op heden, zijne taak vervullen wat in 't bijzonder het gebied betreft der arbeidskwestie, werd er aanzienlijk werk verricht of voorbe reid het arbeidstoezicht word ingericht als de arbeidsdienst. De studie van verauneiucuc van het grootste belang werd begonnen en wordt krachtdadig voortgezet. Doch, de steeds toenemende eiacheu dezer verschillende diensten, maken thans de verdeeling noodzakelijk van dit depar tement iu ministeries die, het eerste den landbouw, de openbare gezondheid en de openbare werken, 't andere de nijverheid, den arbeid en de mijnen zullen omvatten. Het hier bijgevoegd ontwerp van be sluit strekt tot bekrachtiging van dezen maatregel. Ziehier het koninklijk besluit waarvan kwestie Art. 1. Er wordt een ministerie van nijverheid en arbeid ingericht. De toekentenissen betreffende de nij verheid en den arbeid zijn onttrokken aan het departement van landbouw, nij verheid, arbeid en openbare werken en overgebracht op het ministerie bij boven staande paragraaf. Art. 2. Het huidige ministerie van landbouw, nijverheid, arbeid en open bare werken zal voortaan den naam dra gen van ministerie van landbouw en openbare werken. Art. 3. Onze minister van buitenland- schc zaken is belast met de uitvoering van dit besluit. Gelijk gij liet komt te zeggen, vriend, kan dit niet anders dan des nachts gebeurd zyn. Men heeft mijnen sleutel moeten nemen. Ik heb gedachten op Michelle, cn het doet my spyt haar te verdenken. Michelle mijnbeer ach daar is ze bekwaam toe en nogtans heeft zij het voorkomen van een godvreezend meisje. Maar zij is gierig genoeg om het gedacht van stelen op te vatten. Ik heb nogtans moeite om het te gelooven. Ik zou myne vermoedens op een auder willen iaten vallen. Maar niemand dan zij, komt, wanneer ik wat gedrouken heb, op rnyne kamer en kan mijnen sleutel nemen. Ach 1 mynheer, gij moogt niet lichtzinnig in zoo eene gewichtige zaak te werk gaan. Er komt my een gedacht, vriend, ik wil dat meisje beproeven. Morgen zal ik het geheim ontdekt hebben. Na den noen, kleedde zich de koopman, liet op eene zichtbare wijze den sleutel zijner kas op zyn bed liggen en zegde tot zyne dienstmeid Michelle ik gaau naar Aalst vernachten morgen eerst zal ik weerkomen. Myn zoon en zyn vriend zijn naar Brus sel, zoo dat gy met de twee doggen alleen blijft. Draag zorg voor de yzeren baren op de deur te zetten. Wees gerust, mynheer, antwoordde het meisje met Hassau en Mulcy kan uw huis niet beter bewaard worden. Wordt voortgezet)J

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 1