EEN HEERST
Pol en Stant.
Om den vrede.
Kerkelijk Nieuws.
ZONDAGRUST.Tf^S'
Allerhande nieuws.
Vandaag is hier een schrikkelijk on
geluk voorgevallen. De stoomboot u Stad
Venders is in de watervallen van den
Congostroom medegesleept en met man
en muis verzwolgen. Onmogelijk is het
mij u het treurig tooneel te beschrijven
dat plaats greep toen het vaartuig in de
kolk ging verdwijnen. Vruchteloos deden
de ongelukkigen noodseinen, men kon
hun geene hulp brengen. En naarmate zij
den waterval naderden vermeerderde
hunne duizelingwekkende vaart,en sprong
hun einde met rasse schreden vooruit.
Voor eeuwig blijft mij in 't geheugen wat
ik toen zag. Langs alle kanteu van den
boot sprongen de matrozen rond en zwir-
rclden door elkander, zij zochten den ge-
wissen dood die hun in den peilloozen
afgrond te wachten stond te ontvluchten
de kapitein alleen bleef kalm en onver
schrokken en staarde met strakken blik
ziju akelig lot aan als scheen bij den dood
misprijzend te tarten. Grootsch en in
drukwekkend was zijne houding. Eu meer
en meer vermeerderde de wanhoop der
ongelukkigen. Nog eenige meters en alles
is gedaan. Opeens deed zich een scherp
en akelig gefluit hooren, 't was een laat-
sten en onvergetelijken vaarwel dat men
ons toewierp, kapitein, machinist en de
21 zwarte matrozen waren voor eeuwig
verdwenen.
Ik denk den vijfden dezer maand van
hier te vertrekken en hoop wel in mijne
zending te gelukken. Vooruit, vooruit,
altijd vooruit is onze leus, een Aalstenaar
wijkt voor geen gevaar.
Bij 't sluiten van mijnon brief verneem
ik eene goede tijding De Dervichen zijn
opnieuw verslegen, de dooden en gekwet
ste zijn zeer talrijk.
Vriendelijke groetenis.
A. Boone.
Pol 't dolleken in den mond, de
destelschup op de schouders, staat
schokschouderend te kijken op zijn
vlas Stant bemerkt hem van verre
en schiet er hem naartoe.
Stant. Wel, wel,
Pol 1 Wat is er nu toch
gebeurd in uw vlas
Hebben z'er al d'hon-
den van de prochie in
gezet om het te sped-
deren en te verdeum-
meieren.
fr Pol. Ha, Stant,
wie dat er daar is 1
Is de valling genezen, man
Stant. G'heel en gansch, Pol; maar
't is uw vlas dat met de flawenza ligt,
dat me dunkt zeg ne keer, Pol, wat is
er daar aan gebeurd
Pol. Maar, Stant, heeft dat t'Aalst
misschien niet gevlaagd en geregend,
gisteren avond en g'heel den nacht
Stant. Ja, jaat, Pol, en daarbij ferm
gedonderd want mijn Trien heeft giste
ren avond ten halver elven nog de ge-
wijdde keers doen branden en we hebben
meè g'heel 't huisgezin 't St-Jans Evan
gelie gelezen
.Pol. Daar haalt g'eere van, Stant
hewel, 't was bier van denzelfden derden;
en ik en miju Ka w'hebbeu ook Onzen
Lieven Heer aanbeden en den H. Donatus
aanroepen om van de malheuren bevrijd
te blijven, en God dank, malheuren en
hebben we niet ondergaan van donder of
bliksem, maar 't geen dat g'hier in mijn
vlas ziet, dat is gebeurd door den forse-
gen regen en den wind
Stant. Spijtig, spijtig, Pol Alzoo
schoon en lang vlas En nu alzoo ver-
terleveister en vermoord
Pol. HaStant, gisteren morgend
nog stond ik er op te zien met een hert
gelijk een brood en wel honderd keer zei
ik tegen mijn zelveu da'k nog nooit van
al den tijd da'k boer ben, zulk vlas ge-
wonuenhad En helaas 't ligt daar nu,
en wie weet of.
Stant. Of't nog iets zal weerd zijn,
Pol?
Pol. Ja, Stant, ja dat hangt nu
veel af van 't weêr dat we nu gaan krij
gen hadden we nu seffens eenige dagen
zonue, 't zou hem misschien nog wat
rechten, en in alle geval ten zou op den
grond niet liggen rotten, maar gaat 't nu
eenige dagen voort met regenen, de schaai
is onherstelbaar, Stant 1
Stant. Maar, maar, Pol, ten zal
niet lang meer regenen 't zonneken zal
wel terug komen en Ons Lieven Ileerken,
die dat vlas zoo schoon heeft laten op
groeien, die zal daar nog 't beste meè
doen, man
Pol. Laat ons hopen, Stant maar
in alle geval, 't geloof dat het gedaan is
met den verkoop op struik.
Stant. En wat is dat, Pol, den ver
koop op struik
Pol. Wel, Stant, dat is 't vlas ver-
koopen zooals 't daar staat, groen weg en
per roei.
Stant En is dat alzoo best, Pol
Pol. Jaat, Stant want het vlas zelf
opdoen, dat vraagt een schrikkelijk werk,
en den dag van vandaag en is 't ook al
meè 't werkvolk nie meer gelijk in onzen
jongen tijd 1
Stant. Sapperloot, Pol, dal weet ik
ook 1
Pol. Dat weten wij hier nog best op
den buiten, Stantwant ge kunt zo eerst
en vooral moeilijk krijgen, en ten twee
den, daar zijn nog veel andere miseriekes
aan vast.
Stant. Verstaan, Pol, verstaan
Maar, Pol, indien do regen veel schaai
veroorzaakt heeft aan 't vlas, hij heeft
toch ook veel deugd gedaan aan veel an
der vruchten zeker
Pol. Jaai, Stant, en schrikkelijk
veelen om u daar een gedacht van te
maken, Stant, keert u non keer om.
man en bekijkt dat stuk haver hier nen
keer. Hewel, gisteren stond ze te treuren
en had ze de lichtmiskcers in d'hand, en
vandaag ziet ge ze al g'heel en gansch
herleven. En zoo is 't meè veel vruchten,
Stant.
Stant. 't Is alzoo zeker ook met de
patotterkes, Pol
Pol. Jaat, Stant't heeft voor de
patotters ook goed weèr gemaakt, maar
die konden nog best voort van al maar
voor de tweede snee van de klavers en
voor 't ges dat moet weèr uitschieten,
hebben we 't beste weêr gehad van de
wereld
Stant. Alia, Pol, 't een slaat 't an
der, en 't ware toch onmogelijk van op
't een te laten regenen en van 't ander
droog te laten.
Pol. 't Is alzoo, Stant, 't een ligt
buiten lijk 't ander, en in Gods naam,
zullen we maar meê couragie en betrou
wen voortdoen, we zullen toch ievers uit
komen
Stant. Wel gesproken, Polmaar
is 't hooi al binnen
Pol. Ten deele, Stant; maar een
goei vlaag re<*en, als 't weet van ophou
den eu doet uaar nog 't grootste kwaad
niet aan, en hadden we nu nog acht da
gen goed weêr, g'en vindt geen pijlken
hooi meer buiten.
Stant. Allons, Pol, alles is dan nog
al wel; en 'k heb daar onder de baan hoo
ren zeggen dat de beschermrechten nu
van de week zullen gestemd zijn, en daar
zullen de boerkeus ook nog van wat pro-
fiteeren
Pol. Ja, 't is de waarheid, Stant
want kozzeu Tist heeft het mij gisteren
avond ook gezeid, dat 't goevernement
nu zeker is van een goei meerderheid om
de beschennwet doen door te gaan.
Stant. En de margarine, die zal nu
ook gekortvleugeld worden zeker
Pol. Ja, Stant, dat hopen wij, want
dat is bijzonderlijk onzen ondergang.
Stant. Maar, Pol, is 't toch waar
dat hier in 't arrondissement van Aalst
zoo schrikkelijk veel bedrog gebeurt met
do magarine Z'hebben mij verteld dat
de merteleer in de Kamers gezeid heeft
dat er wel twintig duizend kilos marga
rine gebruikt wordt om de boter te ver-
valschen
Pol. Watten, Stant, de boeren hier
in 't arrondissement 20 duizend kilos
margarine per jaar gebruiken !l! Daar en
geloof ik niets van De boeren zijn daar
voor veel te treffelijk dat er alhier en
aldaar wel eenen kan gevonden worden
die hem daarmeè bezig houdt, dat is mo
gelijk; maar 'k durf wedden dat er op ons
prochie niet eenen is die alzoo den schurk
speelt; en waarom dat seffens leggen op
den nek van de boeren Dat er veel
margarine gebruikt wordt door zekere
marchands, dat geloof ik; maar nog nen
keer, ons boeren zijn in 't algemeen ge
sproken, treffelijke menschen.
Stant. Dat is zeker, Pol maar zo
moesten de margarine meê krot en mot
't land uitschuppen.
Pol. Jaas, Stanten meer en meer
werken om ons beesten te bevrijden van
alle ziekten en plagen.
Stant. Ja, Pol, 'k heb daar onder
den weg hooren zeggen dat de muilplaag
alhier on aldaar onder de koeien is is
dat waar, Pol
Pol. 't Schijnt van ja, Stant; en dat
is ook al nen koek die de boerkens ver
schuldigd zijn aan den fameuzen merte
leer die aan minister De Bruyn gaan
vragen is om de grenzen van Holland te
openen en alzoo 't Hollandsch vee in
ons land te laten stroomen en de muil-
plaag met eenen.
Stant. 'k Heb'talzoo ook hooren
vertellen, Pol maar alia, de boeren
moesten absoluut den merteleer in do
Kamers hebben, en 't is een oud spreek
woord, Pol: Die zijn g... verbrandt, moet
op de blazen zitten.
Pol. Waar zijn, Stant, waar zijn
maar 't is toch al wel dat door 't toedoen
van onzen braven en weisprekenden heer
Woeste en van onze andere brave katho
lieke presentanten de grenzen van Hol
land spoedig zijn gesloten geworden
want anders was 't er hier meè gedaan
meè de boerkens 1
Stant. Ja. Pol, manuen als M,
Woeste en konsoorten, die zijn onbetaal
baar en dat moeten ons mannen blijven.
Pol. Wel, Stant, al wierd ik zoo
oud als Mathusalem, nooit stem ik voor
'een andere mannen als voor goei, tref-
"elijke, geleerde en volksgezinde katho
lieken.
Stant. En ik, djanters, fook niet,
Pol
Pol. Maar, Stant, hebben ze nu
nog dat schandalig en dat helsch serpênt
van dat wijf niet gevonden
Stant. Neens, Pol,jongen; maar
ze peizen toch nu op 't spoor te zijn
want ze zijn gaan zoeken langs de kanten
van Knokken, en ze zeggen dat ai 't groot
volk nu tegenwoordig naar de zee trekt.
Pol. A la bonne heure, '4Stant; dat
zij ze maar bij de kraag pakken en voor
haar leefdag in 't kot stampen
Stant. Ja, Pol. en daarbij er is nog
duizend frank aan vast
Pol. (Al lachende dat hij schokt).
Goed, Stant, goed 1 En tot de naaste
week en ziet dat ge geen valling nie meer
en krijgt
Stant. -- Salut, Pol, en in alle eer
lijkheid en deftigheid den hertelijken en
den vriendelijken goeden dag.
Immers 't is gelijkof men den geuschen
Dender galm, den bewierrooker van M.
Daens, leest of 't Land van A eist, wat
den laster en beleedigingen betreft ons
katholiek Bestuur en de katholieken in
't algemeen toegeworpen, 't is koekoek
een zang. Maar ook
Vogels van eender veereu
Vliegen samen geern.
Doel en middelen dier twee bondgeno
ten zijn immers dezelfde ons katholiek
Bestuur pogen hatelijk te maken in de
oogen der Aalstenaren en daarom moet
men het beliegen en belasteren, met hoon
en smaad overladen I
Nu, in nr van zondag 11. valt 'tgeuzen-
bladje uit tegen ons Gemeentebestuur on
ook tegen onze Stedelijke Harmonie.
Men kent het oude eu doodgezaagde
deuntje dat, sedert 30 jaren, wanneer er
eene gemeentekiezing in 't zicht is, uit de
doos wordt gehaald
Ons stedelijk Muziekkorps eet de
n stadskas met krot en mot op het
doet plezierreisjes met het geld der
stad het koopt schoone tenues
met de stadspenningen. enz. enz. enz.,
te veel om te melden, n
Wie dat leest of hoort, zegt schokschou
derend tot zich zei ven Zijn zu daar
weêr eens met bunnen ouden doodge-
zaagden rimram en zet zijnen weg voort,
Maar wij bemerken in 't leugenachtig
geknoei van Dendergalm, eene aanteigiug
die wij niet onbeantwoord mogen laten,
omdat wij door persoonlijke ondervinding
weten dat zij volkomen valsch is.
Volgens ons geuzenbladje, strijkt onze
Stadsharmonie jaarlijks het aanzienlijk
inkomgeld op dat ontvangen wordt ter
gelegenheid der zoo luisterrijke als popu
laire Veldfeest die in den hof der Jonge
Garde wordt gegeven op Kermisdijusdag.
Dendergalm liegt en bedriegt, en
Dendergalm weet dat hij liegt en be
driegt. Immers wie weet er niet te Aalst
dat het de hoeren Leden zijn van ons
Armbureel die zich persoonlijk met de
inzameling van 't inkomgeld aan de poort
gelasten En jaarlijks dan wordt het
bedrag in Den Drnderbode afgekondigd...
Wie weet er dat te Aalst niet
Liegt maar, zei Voltaire, er zal altijd
iets van overblijven, en men onder
vindt dagelijks aat de volgelingen van
dien grooten afgod hun meester altijd
weerdig blijven.
Kasseiwerken. Onze Stede
lijke Raad heeft in zijne zitting van gister
het kasseien van den Meldertschenareef,
te Mijlbeek besloten. Onze landbouwers
zullen te vrede zijn.
Wij hebben
gewoonte
niet ons met
erkwijnend
den armen raas v
liberaal orgaantje De Dendergalm
onledig te houden, vooral sedert dat dit
orgaantje en 't Land van Aclst (twee
gazetten die vroeger elkander uitscholden
voor vuilen visch en vuile boter) volkomen
't accoord zijn, in andere woorden, een
koppel van twee uitmaken,
Le Bien public van
bespreekt ons artikel van zondag lest, ge
titeld Een reisje naar Rome. -
Het Gentsche katholiek blad vindt dat
wij dit artikel niet mochten meèdeelen en
ten minste moesten wachten tot dat M.
Daens, door zijn gedrag en zijne houding
zou bewezen heDben, dat hij de bevelen of
raadgevingen te Rome ontvangen in den
wind slaagt.
Wij hebben dan aan Le Bien public n,
het volgende protest toegezonden met
vriendelijk verzoek van afkondiging
Aalst 18 Juni 1895.
Mijnheer de Opsteller van Le Bien public,
Ik doe een beroep op uwe loyaliteit om
het volgende protest in uwe kolonnen te
lasschen.
Uw artikel van maandag 11. getiteld
Om den Vrede, randt eene klucht
aan verschenen in Denderbode van zon
dag 11. Dit artikel is u voorzeker ingege
ven door de meest verhevene gevoelens
van bevrediging welke wij allen bijtreden,
maar het is van aard om uwe lezers in
dwaling te brengen aangaande de hou
ding van mijn blad ten opzichte van
M. Daens.
u Le Bien public schijnt weinig kennis
te hebben van den ongelukkigen toestand
hier te Aalst in leven geroepen door eene
reeks van voorvallen wier herhaling ver
velend zou wezen maar waarvan wij de
laatste phasen te zijnen gebruike willen
resumeeren.
De terugkeer uit Rome van M. Daens
is hier door verscheidene dagbladen aan
de welke hij medewerkt door triomfkre
ten begroet geworden die van zijnentwege
geen de minste rectificatie hebben uitge
lokt. Een dezer dagbladen heeft een ma
nifest uitgegeven op 20,000 exemplaren
gedrukt voorafgegaan in hoofdletters der
woorden Victorie 1 Victorie Victorie!
en op eene onnauwkeurige wijze, om
niets meer te zeggen, verhalende de eer
betuigingen en de gelukwenschen waar-
meè M. Daens te Rome werd overladen
en de zegepralen die hij er behaalde.
Zijne handelwijzen gedurende den laat-
ston kiestrijd hadden de volkomene goed
keuring bekomen, en, door dit feit zelf,
waren de katholieken rond hunne Geeste
lijkheid geschaard door den H. Vader
verloochend geworden.
Kunnen wij die veroordeeling aannemen
en die leugen zich laten verspreiden die
den geest onzer zoo godsdienstige bevol
kingen in dwaling brengt
Van den anderen kant de dagbladen
opgesteld door M. Daens houden niet op
het zelfde deuntje te verspreiden. Op een
artikel door M. Daens onderteekend, ver
schenen in zijn blad Het Land van
Aélst, van zondag lest, volgt een
schrijven in 't welk den volgenden thema
wordt uiteengezetMen keurt ons te
Rome niet af ons niet afkeuren, 't is
n ons zeggen gaat maar op uw gemak
n voort, n Nu, ik denk dat Le Bien
public n zelf, die herinnert de strekkin
gen bevochten te hebben waarvan M.
Daens zich als de protagonist aanstelt,
heden moeilijk zal aannemen, dat het
het ordewoord van Rome uitgegaan, zij
van op zijn gemak voort te gaan, met
de Aalstersche katholieken, die het eens
zijn met hunne Geestelijkheid, te verge
lijken aan roovers die van begccrige
woede brullen als ze hunnen buit verde
digen met den heer Woeste af te schil
deren als eenen koppigen Waal met
Pruisisch hert (Nr 9 Juni 1.) met op de
verachtelijkste wijze eenen Aalsterschen
priester te beleedigen gekend om zijne
onveranderlijke geu"geuheid voor de
werklieden (Nr van 2 Juni 1.) met naar
't hoofd van eenen achtbaren katholieken
Schepen van Aalst eene gemeene belee-
diging te slingeren opgevischt in den
vuilnisput vau Vooruit (Nr van 16
Juni 11.) met de omverwerping to predi
ken van onze katholieke gemeentebestu
ren gelijk men het wekelijks in de hate
lijkste bewoordingen doet
Ik laat de grove persoonlijkheden, de
onieerende zinspelingen ter zijde aan
't adres des uitgevers van Denderbode
waarvan al de N" vau 't blad van M.
Daens krioelen zoowel na als vóór do i eis
van deze laatste naar Rome.
En men verwijt ons van al dien hoon
en smaad te beantwoorden door eene
klucht 1 Men verwijt Den Denderbode
van ten minste niet te wachten tot dat
M. Daens bewezen hebbe, dat hij besloten
is geen rekening te houden van de raad
gevingen die hem te Rome werden gege
ven I
Beken, M. de Opsteller, dat men niet
lang heeft moeten wachten om nimmer
te moeten twijfelen aangaande het ver
zoenend n eu liefderijk karakter der
gemoedsgesteldheid door M. Daens, uit
Rome meègebracht.
Gij zegt, M. de opsteller, dat - De Den
derbode zich niet bepaalt, de demokra-
tische politiek te bestrijden, 't gene zijn
recht is.
Men moet waarlijk gelooven dat de
schrijver van 't artikel Om den vrede n
mijn blad niet heeft gelezen. Ik daag hem
uit er eenigen aanval in te vinden tegen
de ware demokratis«he politiek, deze ver
dedigd door onze dappere anti-socialisti
sche vrienden van Gent.
Heeft Le Bien public, ten andere zelf
onlangs nog niet erkeud dat de kiesstrijd
in 't Arrondissemeut Aalst zijne oorzaak
niet vindt in eene strijdigheid van gevoe
lens betrekkelijk de encykliek En in
derdaad wij zijn, wij katholieken, de
eenige bevoegde vertegenwoordigers der
demokratie. Wij hebben alle de maat
schappelijke werken in handen; wij stich
ten er nieuwe en doen ze leven en bloei
en wij willen, wij eischen zelfs dat de
werklieden vertegenwoordigd wezen in
alle de besturen. Zij zijn het reeds in het
Armbureel en in het Bestuur der Gods
huizen. Zij zullen het weldra wezen in den
Gemeenteraad, waar hunne kandidaten
door hun zeiven aangewezen, zullen ge
zonden worden door de samengevoegde
werkkrachten der katholieken en van de
Geestelijkheid.
Geloof mij, M. de Opsteller, wij zijn,
wij ook dorstig naar eendracht en vrede,
maar die eendracht en die vrede zullen
slechts mogelijk zijn dan wanneer men
een einde stelt aan den wilden strijd, se
dert maanden gevoerd tegen het maat
schappelijk orde en tegen al wat wij heb
ben leeren liefhebben en eerbiedigen.
Gelief deze antwoord in uw geacht blad
over te drukken enz.
C. Van de Putte-Goossenb,
Uitgever van Denderbode.
Het staat dus vast
Dat liet Land van Aelst, Klokke
Koeland en andere nieuwspapieren van
zelfden deesem, wanneer zij aan de dut
sen die uitsluitelijk die gazetten lezen,
wijsmaken dat de reis van paster Daens
naar Rome eene triomftocht is geweest,
opzettelijk liegen.
Is 't nu klaar genoeg maar zal de
komedie nu eindigen Zal men nu op
houden afgezanten naar onzen buitenge
meenten te zenden met last er over dak
ken en boomen uit te bazuinen dat paster
Daens te Rome ten volle werd goedge
keurd en de oü, de katholieken, afge
keurd
2° Dat paster Daens op dit oogenblik
dient met vrede gelaten te worden, om
tot inkeer te komen enz. enz.
Zeer wel en wij weuschen uit den grond
des herten dat dit onderzoek, die retret
den uitslag oplevere dien uLe Bien public n
van verwacht. Doch indien M. Daens
•cchtzinnig verlangt in vrede gelaten te
worden, dat hij dan 't voorbeeld geve, dat
hij aan zijne gazetten gebiedt hunne ve
nijnige aanvallen, hunne lasterende zin
spelingen tegen onze katholieke vrienden
te staken... Dan alleen is er eeuwapen-
stilstand mogelijk.
Wij hebben onze protest ook gezonden
aan de dagbladen die het artikel van
Lc Bien public n overnamen, namelijk,
aan Le Journal de Bruxelles La
Belgique en La Patrie van Brugge.
Dees laatste blad heeft loyaliteit genoeg
bezeten om ons protest meè te deelen.
Le Bién public n zegt in zijn Nr van
Donderdag dat hij weigert ons protest
meè te deelen, omdat hij in onze Aalster
sche twisten niet wil tusschen komen en
aan de partijen het deel har er verant
woordelijkheid toeeigenen.
Maar waarom er dan vroeger tusschen
gekomen
Onze Gentsche Confrater zegt dat hij
in deze gansche zaak slechts heeft gehan
deld om vrede en eendracht te bewerken
't gene de wensch is niet. alleen van hem
maar ook van personen die de bevoep
beid bezitten om luider te spreken c
hij.
Wij brengen hulde aan de vredelie
vende bedoelingen van Le Bien public
on van de ons onbekende personen
wier naam hij spreekt.
Maar is het wel rechtveerdig de eene
partij te laken, omdat zij door eene klucht
de logens wil vernietigen door hare tegen
streefster in de wereld gezonden, omdat
zij altijd door die zelfde klucht, die
gemeene beleedigingen, de verachtelijke
lasteringen, al den hoon en smaad beant
woordt, die door laatdunkende tegen
strevers naar 't hoofd van voorbeeldige
priesters, van deftige katholieken met
ongemeene roekeloosheid worden geslin
gerd
Vrede roeptu Le Bien Public
Nu wij ook willen den vredo 1 Maar met
wie moeten wij nu den vrede sluiten
Is het met de katholieke werklieden, met
de anti-socialisten?.. Ounoodig, wij leven
sedert lang in volkomene vrede met hun...
Is het met de mannen van Chipka, met
den korporaal en drij manschappen die
hier te Aalst de kristene volksfopperij
vertegenwoordigen Zeggen wij het
maar ronduit zoolang deze laatsten de
bondgenoten van liberalen en socialisten
blijven en tegen ons, katholieken, samen
zweren, is de vrede onmogelijk.
Blijft die toestand bestaan, dan zullen
wij nieuwsgierig zijn te zien, wie ons den
steen zal toewerpen, omdat wij de mannen
van Chipka blijven bestrijden op denzelf
den voet en met dezelfde wapens als de
liberalen en socialisten
Le Bien public schrijft verder
Indien M. Daens denkt eene zege-
vierende reis naar Rome gedaan te
n hebben, gelijk men hem verwijt het ge-
n zegd of te hebben laten zeggen, dan
bedriegt M. Daens zich maar dat is
toch geene rede om hem te kwellen op
't oogenblik dat hij het meest rust
noodlg heeft om tot inkeer te geraken,
om zich te matigen en zich in te too-
n men.
Priesterlijke benoemingen.
Is pastoor derBijloke te Gent benoemd,
de E. H. A. Van de Fouteyue, onderpa
stoor op St-Baafs.
Is bestuurder benoemd te Saffelaere, de
E. H. A. Van der Stee, onderpastoor van
St-Jozefs te Aalst.
Zijn onderpastoors benoemd te Aalst
(St-Jozefs), de E. H. F. Van Bevereu,
onderpastoor te Aeltre; te Aeltre de E. II.
Janssens.
Zondag 23 Juni,
Plechtige Openbare FEESTVIERING ter
eere van den II. Aloïsius, ,2de" Patroon
der Jongelingencongregatie, in de kerk
der Eerw. Paters Jesuïten, om 10 3 4
uren. Opdracht van 16 nieuwe Leden.
Volle aflaat voor alle Goloovigen, die,
na Biecht en Communie, dien dag, in
deze kerk (de bidplaats der Congregatie)
godvruchtig komen bidden tot de intentie
vanZ. H. den Paus.
S1 Martinuskerk. Heden zondag
wordt gevierd de plechtige Feest van het
H. Hart van Jesus ten 10 ure plechtige
Mis, om 4 ure Lof, Sermoen en processie.
Maandag, laatste maandag der maand.
Gedurige aanbidding in de kerk de Zwarte
Zusters in de St-Martinuskerk onder de
eerste Mis.
Zaterdag, Feestdag van de HH. Petrus
en Paulus, afgesteldcn heiligdag. De
diensten gelijk op de zondagen.
Zie notai-ïëele Annoncen
op de 4J° Bladzijde.
Wij zijn niet gehouden do volgende
razende proza in te lasschen, daar het
dekreet op do drukpers werd miskend.
Doch even als de oude Sparten hunne
dronkeue slaven onder de oogen hunner
kinderen brachten om hun afkeer voor de
dronkenschap in te boezemen, zoo willen
wij aan onze geachte lezers laten oordee-
len tot waar de hoogmoed eenen mis-
kweekten verwaanden guit brengen kan.
Wij hadden de rechtbank, maar wie doet
er 'nen kei 't vel af Mits deze bemer
king laten wij lt factum volgen ongemin-
<]erd de beleedigingen
Aalst 13 Juni 1895.
Mijnheer,
Ik zend u nog eenige regelen onge
kookte proza (was hij zoo moeilijk om ver-
teeren) als antwoord op uw gekookte
proza van 16 Juni.
Eerst er vooral doe ik opmerken dat
gij zelf de paranthesis (Is. H.) achter de
woorden een uwer lezers n hebt inge
last. Dit feitje teekent zoo schoon uw ka
rakter. Daardoor hebt gij den vermetele
aangeduid een eenvoudig werkman
die de stoutheid had me, zonder u dit te
vragen, uw blad te behandigen. Doch
loontje komt om zijn boontje, niet waar
M. Ge zult hem wel vinden
Ten tweede, stel ik vast dat ge mijne
onwaardigheid niet hebt bewezen en dit
is voor mij het voornaamste. Het is dus
waarlijk uit icraak dat gij hebt gehan
deld 1
Moest ge dit loochenen, 'k zou u eens
vragen waarom gij de andere 2 Daensisten
die toch geene volksbedriegers en
leugenaars zijn, on weerdig acht.
En ge zoudt met uwen mond vol tanden
Eindelijk een laatste punt Geene en
kele reden tegen mij vindende, roptge
daar iets van eene zielmis. Gij deedt dit
echter zoo duister dat waarschijnlijk niet
een uwe lezers het begrepen heeft. Ik
ook kan er met den besten wil niet wijs
uit worden.
Zoudt ge de goedheid niet willen heb
ben, M., dat eens klaar uit te leggen,
zonder doekskens eraan, opdat elk het
versta
'k Heb nog eens van die mis hooren
spreken... Men vertelde dingen welke
mijne eer bevlekten. Men wees me toen
'nen persoon, een ouden vrieud, die de
uitvinder van dat nieuwsje moest zijn en
'k schreef hem oen briefje. Daarop ant
woordde de jongen die een politieke
tegenstrever, maar een eerlijk mensch is
dat hij zeer geërgerd was, daar ik hem
voor zulïce laffe daad in staat leende....
Welaan, M., gij hebt de zaak opgewor
pen; hebt gij den moed die laffe daad te
plegen Druk dan het feit in volle let
ters, opdat gij verantwoordelijk zoudt zijn
voor de vermoedens, welke gij doet ont
staan (1)
P. Van Schuylenbedgh.
P. S. Als ik op de zaak nadenk, herin
ner ik mij nog iets van eene nog altoos te
lezen zielmis, 't Is eene aardige geschie
denis... Die zielmis moest de opdracht
eener kroon vervangen; daarvoor hadden
arme letterzetters hunne penningskes
bijeengegaard om eene laatste hulde te
brengen aan hunnen afgestorven vriend.
Er had zich iemand gelast om die mis te
doen geschieden; ongelukkiglijk is het er
nooit van gekomen... Zou UEd. daarover
niet eenigen uitleg willen ten beste ge
ven Want ik verneem vast en zeker
UEdeler naam in die zaak te hebben ge
hoord. (2)
(1) Dat alles raakt ons, uitgever, niet
wendt u tot de meesters der Zondagschool
die zullen u antwoorden wat wij begeeren
te kennen is den dag op den welken de
zielmis gaat gelezen worden voor de over
ledene meesters. Als ge ons 't wijf wilt
aanwijzen die uitgekocht is geweest om
den merteleer te bekoren, dan zeggen
wij ook wat meer.
(2) Niemand heeft zich iets te verwijten
want niemand streek een centiemken op
Heden Zondag 23 Juni dienstdoende
Apotheker l*lr V. Meirscliaut,
Korte Zoutstraat, N° 39.
Botermarkt. Heden zaterdag
werden 448 klonten boter ter markt ge
bracht, wegende te samen 6784 kilos.
Programma van het Concert
welk zal gegeven worden op Zondag 23
Juni 1895, om 11 1/2 ure 's morgens, ter
Groote Werkt, door de fanfaar der Legers-
Pupillenschool, onder het bet bestuur
van den lieer Vanderlinden.
1. Tio Too, Marche militaire, Vanderlinden.
2. Carmen, Fantaisie, Bizet.
3. Corbeille de Rose3, Schottisch, Stréabbog.
4. Tyrolienne, Gobbaerts.
5. Paza d'&more, Valse. Krein.
Bij mulder Van Santen te I-Iekel-
gem, is hier vrijdag een vreeselijk onge
luk gebeurd. Mulder Van Santen was op
zijnen windmolen aan 't malen Zijne
vrouw kwam op den molen geloopen,
zeggende dat de geit in haren slal bijna
verhangen zat. Van Santen liep naar den
stal en sneed de geit den hals af. Toen hij
buiten kwam, zei de man tot zijnen
vrouw - Er moet iets aan mijne molen
haperen. Hij ging zien, en boven
komende, zag hij dat een jongeling van 18
jaar het noofd was afgedraaid. De onge
lukkige had, in de afwezigheid van den
mulder, den molen doen draaien, en was
in het raderwerk gerocht.
Op eenen enkelen nacht werden te
BrussMl twee vrouwen verbrand door het
onvoorzichtig omgaan met petrool. De
eene viel op den trap met eene brandende
lamp in de hand, waardoor hare kleederen
vlam vatten. De andere raakte in brand
door het ontploffen van een petrolvuur.
Beide vrouwen hebben er het leven bij
ingeschoten.
Een zonderling samentreffen is het,
dat de begrafenis van generaal Vander
Smissen plaats had op den verjaardag der
dood van keizer Maximiliaan, die op 19
Juni 1867 te Queretaro gefusilleerd werd.
aan velziekte, hazrzoorm, eczemas,
puistjes,juekingen, chronische bron
chitis, borst- ezi maagkwalen, rhuzna-
tism en breuken een onfeilbaar zniddel
om zich zoo snel te genezen als hij
zelf hel geweest is na geleden en te
vergeefs al de aanbevolene middels
gebz-uikt le hebben. Dees aanbod waar
van men het menschlievend doel zal
waardeeren, is hel gevolg eener be
lofte.
Schrijven per brief of postkaart aan
M. Vincent, Victor Hugoplaals 8,
te Gr'enoble, welke gratis en franco
per post zal azitwoorden en de ge
vraagde aanwijzingen zal zenden.
De schoolwet in de afdeelizigen.
lr afdeeling. Aangenomen met 17
stemmen tegen 5.
2" afdeeling. Aangenomen met
rechter teger linker zijde.
Deze afdeeling zal vrijdag opnieuw
bijeenkomen.
3e afdeeling. Verworpen bij gelijk
heid van stemmen.
4* afdeeliDg. Aangenomën bij een
parigheid.
5® afdeeling. Aangenomen met 16
tegen 4.
öc afdeeling. In grondbegin aange
nomen.
Verdelging der vogelnesten.
Op honderd nesten van zingende vogels,
zooals merels, goudvinken, groenvinken,
vlasvinken, nachtegalen, grasmusschen,
enz., worden er acht en zestig vernietigd
en wel op de volgende wijzen
Door de katten, 15 door de eksters en
roetaards, 15 door de eekhoorns, 10
door de eekelmuizen en ratten, 10 door
de slangen, 8 door de wezeltjes, 6 ;door
de roofvogels, 3 door den egel, den das
of andere, 1.
1-Iet is te verstaan dat de evenredigheid
grooter wordt van den kant der eksters,
roetaards en roofvogels als er kwestie is
van nesten op hooge boomen geplaatst,
terwijl zij insgelijks vermeerdert van den
kant der slangen en wezeltjes, als er
spraak is van neslen op den grond.
Wilt gij dus de zingende vogels bescher-
j men, zooals het uw plicht is, vervolgt dan
onophoudelijk de katten, de wezeltjes, de
ekstors en de roetaardswant zij verwoes
ten zelfs meer nesten dan de kinderen.