EEN HEERST Pol en Stant. Om den vrede. Kerkelijk Nieuws. ZONDAGRUST.Tf^S' Allerhande nieuws. Vandaag is hier een schrikkelijk on geluk voorgevallen. De stoomboot u Stad Venders is in de watervallen van den Congostroom medegesleept en met man en muis verzwolgen. Onmogelijk is het mij u het treurig tooneel te beschrijven dat plaats greep toen het vaartuig in de kolk ging verdwijnen. Vruchteloos deden de ongelukkigen noodseinen, men kon hun geene hulp brengen. En naarmate zij den waterval naderden vermeerderde hunne duizelingwekkende vaart,en sprong hun einde met rasse schreden vooruit. Voor eeuwig blijft mij in 't geheugen wat ik toen zag. Langs alle kanteu van den boot sprongen de matrozen rond en zwir- rclden door elkander, zij zochten den ge- wissen dood die hun in den peilloozen afgrond te wachten stond te ontvluchten de kapitein alleen bleef kalm en onver schrokken en staarde met strakken blik ziju akelig lot aan als scheen bij den dood misprijzend te tarten. Grootsch en in drukwekkend was zijne houding. Eu meer en meer vermeerderde de wanhoop der ongelukkigen. Nog eenige meters en alles is gedaan. Opeens deed zich een scherp en akelig gefluit hooren, 't was een laat- sten en onvergetelijken vaarwel dat men ons toewierp, kapitein, machinist en de 21 zwarte matrozen waren voor eeuwig verdwenen. Ik denk den vijfden dezer maand van hier te vertrekken en hoop wel in mijne zending te gelukken. Vooruit, vooruit, altijd vooruit is onze leus, een Aalstenaar wijkt voor geen gevaar. Bij 't sluiten van mijnon brief verneem ik eene goede tijding De Dervichen zijn opnieuw verslegen, de dooden en gekwet ste zijn zeer talrijk. Vriendelijke groetenis. A. Boone. Pol 't dolleken in den mond, de destelschup op de schouders, staat schokschouderend te kijken op zijn vlas Stant bemerkt hem van verre en schiet er hem naartoe. Stant. Wel, wel, Pol 1 Wat is er nu toch gebeurd in uw vlas Hebben z'er al d'hon- den van de prochie in gezet om het te sped- deren en te verdeum- meieren. fr Pol. Ha, Stant, wie dat er daar is 1 Is de valling genezen, man Stant. G'heel en gansch, Pol; maar 't is uw vlas dat met de flawenza ligt, dat me dunkt zeg ne keer, Pol, wat is er daar aan gebeurd Pol. Maar, Stant, heeft dat t'Aalst misschien niet gevlaagd en geregend, gisteren avond en g'heel den nacht Stant. Ja, jaat, Pol, en daarbij ferm gedonderd want mijn Trien heeft giste ren avond ten halver elven nog de ge- wijdde keers doen branden en we hebben meè g'heel 't huisgezin 't St-Jans Evan gelie gelezen .Pol. Daar haalt g'eere van, Stant hewel, 't was bier van denzelfden derden; en ik en miju Ka w'hebbeu ook Onzen Lieven Heer aanbeden en den H. Donatus aanroepen om van de malheuren bevrijd te blijven, en God dank, malheuren en hebben we niet ondergaan van donder of bliksem, maar 't geen dat g'hier in mijn vlas ziet, dat is gebeurd door den forse- gen regen en den wind Stant. Spijtig, spijtig, Pol Alzoo schoon en lang vlas En nu alzoo ver- terleveister en vermoord Pol. HaStant, gisteren morgend nog stond ik er op te zien met een hert gelijk een brood en wel honderd keer zei ik tegen mijn zelveu da'k nog nooit van al den tijd da'k boer ben, zulk vlas ge- wonuenhad En helaas 't ligt daar nu, en wie weet of. Stant. Of't nog iets zal weerd zijn, Pol? Pol. Ja, Stant, ja dat hangt nu veel af van 't weêr dat we nu gaan krij gen hadden we nu seffens eenige dagen zonue, 't zou hem misschien nog wat rechten, en in alle geval ten zou op den grond niet liggen rotten, maar gaat 't nu eenige dagen voort met regenen, de schaai is onherstelbaar, Stant 1 Stant. Maar, maar, Pol, ten zal niet lang meer regenen 't zonneken zal wel terug komen en Ons Lieven Ileerken, die dat vlas zoo schoon heeft laten op groeien, die zal daar nog 't beste meè doen, man Pol. Laat ons hopen, Stant maar in alle geval, 't geloof dat het gedaan is met den verkoop op struik. Stant. En wat is dat, Pol, den ver koop op struik Pol. Wel, Stant, dat is 't vlas ver- koopen zooals 't daar staat, groen weg en per roei. Stant En is dat alzoo best, Pol Pol. Jaat, Stant want het vlas zelf opdoen, dat vraagt een schrikkelijk werk, en den dag van vandaag en is 't ook al meè 't werkvolk nie meer gelijk in onzen jongen tijd 1 Stant. Sapperloot, Pol, dal weet ik ook 1 Pol. Dat weten wij hier nog best op den buiten, Stantwant ge kunt zo eerst en vooral moeilijk krijgen, en ten twee den, daar zijn nog veel andere miseriekes aan vast. Stant. Verstaan, Pol, verstaan Maar, Pol, indien do regen veel schaai veroorzaakt heeft aan 't vlas, hij heeft toch ook veel deugd gedaan aan veel an der vruchten zeker Pol. Jaai, Stant, en schrikkelijk veelen om u daar een gedacht van te maken, Stant, keert u non keer om. man en bekijkt dat stuk haver hier nen keer. Hewel, gisteren stond ze te treuren en had ze de lichtmiskcers in d'hand, en vandaag ziet ge ze al g'heel en gansch herleven. En zoo is 't meè veel vruchten, Stant. Stant. 't Is alzoo zeker ook met de patotterkes, Pol Pol. Jaat, Stant't heeft voor de patotters ook goed weèr gemaakt, maar die konden nog best voort van al maar voor de tweede snee van de klavers en voor 't ges dat moet weèr uitschieten, hebben we 't beste weêr gehad van de wereld Stant. Alia, Pol, 't een slaat 't an der, en 't ware toch onmogelijk van op 't een te laten regenen en van 't ander droog te laten. Pol. 't Is alzoo, Stant, 't een ligt buiten lijk 't ander, en in Gods naam, zullen we maar meê couragie en betrou wen voortdoen, we zullen toch ievers uit komen Stant. Wel gesproken, Polmaar is 't hooi al binnen Pol. Ten deele, Stant; maar een goei vlaag re<*en, als 't weet van ophou den eu doet uaar nog 't grootste kwaad niet aan, en hadden we nu nog acht da gen goed weêr, g'en vindt geen pijlken hooi meer buiten. Stant. Allons, Pol, alles is dan nog al wel; en 'k heb daar onder de baan hoo ren zeggen dat de beschermrechten nu van de week zullen gestemd zijn, en daar zullen de boerkeus ook nog van wat pro- fiteeren Pol. Ja, 't is de waarheid, Stant want kozzeu Tist heeft het mij gisteren avond ook gezeid, dat 't goevernement nu zeker is van een goei meerderheid om de beschennwet doen door te gaan. Stant. En de margarine, die zal nu ook gekortvleugeld worden zeker Pol. Ja, Stant, dat hopen wij, want dat is bijzonderlijk onzen ondergang. Stant. Maar, Pol, is 't toch waar dat hier in 't arrondissement van Aalst zoo schrikkelijk veel bedrog gebeurt met do magarine Z'hebben mij verteld dat de merteleer in de Kamers gezeid heeft dat er wel twintig duizend kilos marga rine gebruikt wordt om de boter te ver- valschen Pol. Watten, Stant, de boeren hier in 't arrondissement 20 duizend kilos margarine per jaar gebruiken !l! Daar en geloof ik niets van De boeren zijn daar voor veel te treffelijk dat er alhier en aldaar wel eenen kan gevonden worden die hem daarmeè bezig houdt, dat is mo gelijk; maar 'k durf wedden dat er op ons prochie niet eenen is die alzoo den schurk speelt; en waarom dat seffens leggen op den nek van de boeren Dat er veel margarine gebruikt wordt door zekere marchands, dat geloof ik; maar nog nen keer, ons boeren zijn in 't algemeen ge sproken, treffelijke menschen. Stant. Dat is zeker, Pol maar zo moesten de margarine meê krot en mot 't land uitschuppen. Pol. Jaas, Stanten meer en meer werken om ons beesten te bevrijden van alle ziekten en plagen. Stant. Ja, Pol, 'k heb daar onder den weg hooren zeggen dat de muilplaag alhier on aldaar onder de koeien is is dat waar, Pol Pol. 't Schijnt van ja, Stant; en dat is ook al nen koek die de boerkens ver schuldigd zijn aan den fameuzen merte leer die aan minister De Bruyn gaan vragen is om de grenzen van Holland te openen en alzoo 't Hollandsch vee in ons land te laten stroomen en de muil- plaag met eenen. Stant. 'k Heb'talzoo ook hooren vertellen, Pol maar alia, de boeren moesten absoluut den merteleer in do Kamers hebben, en 't is een oud spreek woord, Pol: Die zijn g... verbrandt, moet op de blazen zitten. Pol. Waar zijn, Stant, waar zijn maar 't is toch al wel dat door 't toedoen van onzen braven en weisprekenden heer Woeste en van onze andere brave katho lieke presentanten de grenzen van Hol land spoedig zijn gesloten geworden want anders was 't er hier meè gedaan meè de boerkens 1 Stant. Ja. Pol, manuen als M, Woeste en konsoorten, die zijn onbetaal baar en dat moeten ons mannen blijven. Pol. Wel, Stant, al wierd ik zoo oud als Mathusalem, nooit stem ik voor 'een andere mannen als voor goei, tref- "elijke, geleerde en volksgezinde katho lieken. Stant. En ik, djanters, fook niet, Pol Pol. Maar, Stant, hebben ze nu nog dat schandalig en dat helsch serpênt van dat wijf niet gevonden Stant. Neens, Pol,jongen; maar ze peizen toch nu op 't spoor te zijn want ze zijn gaan zoeken langs de kanten van Knokken, en ze zeggen dat ai 't groot volk nu tegenwoordig naar de zee trekt. Pol. A la bonne heure, '4Stant; dat zij ze maar bij de kraag pakken en voor haar leefdag in 't kot stampen Stant. Ja, Pol. en daarbij er is nog duizend frank aan vast Pol. (Al lachende dat hij schokt). Goed, Stant, goed 1 En tot de naaste week en ziet dat ge geen valling nie meer en krijgt Stant. -- Salut, Pol, en in alle eer lijkheid en deftigheid den hertelijken en den vriendelijken goeden dag. Immers 't is gelijkof men den geuschen Dender galm, den bewierrooker van M. Daens, leest of 't Land van A eist, wat den laster en beleedigingen betreft ons katholiek Bestuur en de katholieken in 't algemeen toegeworpen, 't is koekoek een zang. Maar ook Vogels van eender veereu Vliegen samen geern. Doel en middelen dier twee bondgeno ten zijn immers dezelfde ons katholiek Bestuur pogen hatelijk te maken in de oogen der Aalstenaren en daarom moet men het beliegen en belasteren, met hoon en smaad overladen I Nu, in nr van zondag 11. valt 'tgeuzen- bladje uit tegen ons Gemeentebestuur on ook tegen onze Stedelijke Harmonie. Men kent het oude eu doodgezaagde deuntje dat, sedert 30 jaren, wanneer er eene gemeentekiezing in 't zicht is, uit de doos wordt gehaald Ons stedelijk Muziekkorps eet de n stadskas met krot en mot op het doet plezierreisjes met het geld der stad het koopt schoone tenues met de stadspenningen. enz. enz. enz., te veel om te melden, n Wie dat leest of hoort, zegt schokschou derend tot zich zei ven Zijn zu daar weêr eens met bunnen ouden doodge- zaagden rimram en zet zijnen weg voort, Maar wij bemerken in 't leugenachtig geknoei van Dendergalm, eene aanteigiug die wij niet onbeantwoord mogen laten, omdat wij door persoonlijke ondervinding weten dat zij volkomen valsch is. Volgens ons geuzenbladje, strijkt onze Stadsharmonie jaarlijks het aanzienlijk inkomgeld op dat ontvangen wordt ter gelegenheid der zoo luisterrijke als popu laire Veldfeest die in den hof der Jonge Garde wordt gegeven op Kermisdijusdag. Dendergalm liegt en bedriegt, en Dendergalm weet dat hij liegt en be driegt. Immers wie weet er niet te Aalst dat het de hoeren Leden zijn van ons Armbureel die zich persoonlijk met de inzameling van 't inkomgeld aan de poort gelasten En jaarlijks dan wordt het bedrag in Den Drnderbode afgekondigd... Wie weet er dat te Aalst niet Liegt maar, zei Voltaire, er zal altijd iets van overblijven, en men onder vindt dagelijks aat de volgelingen van dien grooten afgod hun meester altijd weerdig blijven. Kasseiwerken. Onze Stede lijke Raad heeft in zijne zitting van gister het kasseien van den Meldertschenareef, te Mijlbeek besloten. Onze landbouwers zullen te vrede zijn. Wij hebben gewoonte niet ons met erkwijnend den armen raas v liberaal orgaantje De Dendergalm onledig te houden, vooral sedert dat dit orgaantje en 't Land van Aclst (twee gazetten die vroeger elkander uitscholden voor vuilen visch en vuile boter) volkomen 't accoord zijn, in andere woorden, een koppel van twee uitmaken, Le Bien public van bespreekt ons artikel van zondag lest, ge titeld Een reisje naar Rome. - Het Gentsche katholiek blad vindt dat wij dit artikel niet mochten meèdeelen en ten minste moesten wachten tot dat M. Daens, door zijn gedrag en zijne houding zou bewezen heDben, dat hij de bevelen of raadgevingen te Rome ontvangen in den wind slaagt. Wij hebben dan aan Le Bien public n, het volgende protest toegezonden met vriendelijk verzoek van afkondiging Aalst 18 Juni 1895. Mijnheer de Opsteller van Le Bien public, Ik doe een beroep op uwe loyaliteit om het volgende protest in uwe kolonnen te lasschen. Uw artikel van maandag 11. getiteld Om den Vrede, randt eene klucht aan verschenen in Denderbode van zon dag 11. Dit artikel is u voorzeker ingege ven door de meest verhevene gevoelens van bevrediging welke wij allen bijtreden, maar het is van aard om uwe lezers in dwaling te brengen aangaande de hou ding van mijn blad ten opzichte van M. Daens. u Le Bien public schijnt weinig kennis te hebben van den ongelukkigen toestand hier te Aalst in leven geroepen door eene reeks van voorvallen wier herhaling ver velend zou wezen maar waarvan wij de laatste phasen te zijnen gebruike willen resumeeren. De terugkeer uit Rome van M. Daens is hier door verscheidene dagbladen aan de welke hij medewerkt door triomfkre ten begroet geworden die van zijnentwege geen de minste rectificatie hebben uitge lokt. Een dezer dagbladen heeft een ma nifest uitgegeven op 20,000 exemplaren gedrukt voorafgegaan in hoofdletters der woorden Victorie 1 Victorie Victorie! en op eene onnauwkeurige wijze, om niets meer te zeggen, verhalende de eer betuigingen en de gelukwenschen waar- meè M. Daens te Rome werd overladen en de zegepralen die hij er behaalde. Zijne handelwijzen gedurende den laat- ston kiestrijd hadden de volkomene goed keuring bekomen, en, door dit feit zelf, waren de katholieken rond hunne Geeste lijkheid geschaard door den H. Vader verloochend geworden. Kunnen wij die veroordeeling aannemen en die leugen zich laten verspreiden die den geest onzer zoo godsdienstige bevol kingen in dwaling brengt Van den anderen kant de dagbladen opgesteld door M. Daens houden niet op het zelfde deuntje te verspreiden. Op een artikel door M. Daens onderteekend, ver schenen in zijn blad Het Land van Aélst, van zondag lest, volgt een schrijven in 't welk den volgenden thema wordt uiteengezetMen keurt ons te Rome niet af ons niet afkeuren, 't is n ons zeggen gaat maar op uw gemak n voort, n Nu, ik denk dat Le Bien public n zelf, die herinnert de strekkin gen bevochten te hebben waarvan M. Daens zich als de protagonist aanstelt, heden moeilijk zal aannemen, dat het het ordewoord van Rome uitgegaan, zij van op zijn gemak voort te gaan, met de Aalstersche katholieken, die het eens zijn met hunne Geestelijkheid, te verge lijken aan roovers die van begccrige woede brullen als ze hunnen buit verde digen met den heer Woeste af te schil deren als eenen koppigen Waal met Pruisisch hert (Nr 9 Juni 1.) met op de verachtelijkste wijze eenen Aalsterschen priester te beleedigen gekend om zijne onveranderlijke geu"geuheid voor de werklieden (Nr van 2 Juni 1.) met naar 't hoofd van eenen achtbaren katholieken Schepen van Aalst eene gemeene belee- diging te slingeren opgevischt in den vuilnisput vau Vooruit (Nr van 16 Juni 11.) met de omverwerping to predi ken van onze katholieke gemeentebestu ren gelijk men het wekelijks in de hate lijkste bewoordingen doet Ik laat de grove persoonlijkheden, de onieerende zinspelingen ter zijde aan 't adres des uitgevers van Denderbode waarvan al de N" vau 't blad van M. Daens krioelen zoowel na als vóór do i eis van deze laatste naar Rome. En men verwijt ons van al dien hoon en smaad te beantwoorden door eene klucht 1 Men verwijt Den Denderbode van ten minste niet te wachten tot dat M. Daens bewezen hebbe, dat hij besloten is geen rekening te houden van de raad gevingen die hem te Rome werden gege ven I Beken, M. de Opsteller, dat men niet lang heeft moeten wachten om nimmer te moeten twijfelen aangaande het ver zoenend n eu liefderijk karakter der gemoedsgesteldheid door M. Daens, uit Rome meègebracht. Gij zegt, M. de opsteller, dat - De Den derbode zich niet bepaalt, de demokra- tische politiek te bestrijden, 't gene zijn recht is. Men moet waarlijk gelooven dat de schrijver van 't artikel Om den vrede n mijn blad niet heeft gelezen. Ik daag hem uit er eenigen aanval in te vinden tegen de ware demokratis«he politiek, deze ver dedigd door onze dappere anti-socialisti sche vrienden van Gent. Heeft Le Bien public, ten andere zelf onlangs nog niet erkeud dat de kiesstrijd in 't Arrondissemeut Aalst zijne oorzaak niet vindt in eene strijdigheid van gevoe lens betrekkelijk de encykliek En in derdaad wij zijn, wij katholieken, de eenige bevoegde vertegenwoordigers der demokratie. Wij hebben alle de maat schappelijke werken in handen; wij stich ten er nieuwe en doen ze leven en bloei en wij willen, wij eischen zelfs dat de werklieden vertegenwoordigd wezen in alle de besturen. Zij zijn het reeds in het Armbureel en in het Bestuur der Gods huizen. Zij zullen het weldra wezen in den Gemeenteraad, waar hunne kandidaten door hun zeiven aangewezen, zullen ge zonden worden door de samengevoegde werkkrachten der katholieken en van de Geestelijkheid. Geloof mij, M. de Opsteller, wij zijn, wij ook dorstig naar eendracht en vrede, maar die eendracht en die vrede zullen slechts mogelijk zijn dan wanneer men een einde stelt aan den wilden strijd, se dert maanden gevoerd tegen het maat schappelijk orde en tegen al wat wij heb ben leeren liefhebben en eerbiedigen. Gelief deze antwoord in uw geacht blad over te drukken enz. C. Van de Putte-Goossenb, Uitgever van Denderbode. Het staat dus vast Dat liet Land van Aelst, Klokke Koeland en andere nieuwspapieren van zelfden deesem, wanneer zij aan de dut sen die uitsluitelijk die gazetten lezen, wijsmaken dat de reis van paster Daens naar Rome eene triomftocht is geweest, opzettelijk liegen. Is 't nu klaar genoeg maar zal de komedie nu eindigen Zal men nu op houden afgezanten naar onzen buitenge meenten te zenden met last er over dak ken en boomen uit te bazuinen dat paster Daens te Rome ten volle werd goedge keurd en de oü, de katholieken, afge keurd 2° Dat paster Daens op dit oogenblik dient met vrede gelaten te worden, om tot inkeer te komen enz. enz. Zeer wel en wij weuschen uit den grond des herten dat dit onderzoek, die retret den uitslag oplevere dien uLe Bien public n van verwacht. Doch indien M. Daens •cchtzinnig verlangt in vrede gelaten te worden, dat hij dan 't voorbeeld geve, dat hij aan zijne gazetten gebiedt hunne ve nijnige aanvallen, hunne lasterende zin spelingen tegen onze katholieke vrienden te staken... Dan alleen is er eeuwapen- stilstand mogelijk. Wij hebben onze protest ook gezonden aan de dagbladen die het artikel van Lc Bien public n overnamen, namelijk, aan Le Journal de Bruxelles La Belgique en La Patrie van Brugge. Dees laatste blad heeft loyaliteit genoeg bezeten om ons protest meè te deelen. Le Bién public n zegt in zijn Nr van Donderdag dat hij weigert ons protest meè te deelen, omdat hij in onze Aalster sche twisten niet wil tusschen komen en aan de partijen het deel har er verant woordelijkheid toeeigenen. Maar waarom er dan vroeger tusschen gekomen Onze Gentsche Confrater zegt dat hij in deze gansche zaak slechts heeft gehan deld om vrede en eendracht te bewerken 't gene de wensch is niet. alleen van hem maar ook van personen die de bevoep beid bezitten om luider te spreken c hij. Wij brengen hulde aan de vredelie vende bedoelingen van Le Bien public on van de ons onbekende personen wier naam hij spreekt. Maar is het wel rechtveerdig de eene partij te laken, omdat zij door eene klucht de logens wil vernietigen door hare tegen streefster in de wereld gezonden, omdat zij altijd door die zelfde klucht, die gemeene beleedigingen, de verachtelijke lasteringen, al den hoon en smaad beant woordt, die door laatdunkende tegen strevers naar 't hoofd van voorbeeldige priesters, van deftige katholieken met ongemeene roekeloosheid worden geslin gerd Vrede roeptu Le Bien Public Nu wij ook willen den vredo 1 Maar met wie moeten wij nu den vrede sluiten Is het met de katholieke werklieden, met de anti-socialisten?.. Ounoodig, wij leven sedert lang in volkomene vrede met hun... Is het met de mannen van Chipka, met den korporaal en drij manschappen die hier te Aalst de kristene volksfopperij vertegenwoordigen Zeggen wij het maar ronduit zoolang deze laatsten de bondgenoten van liberalen en socialisten blijven en tegen ons, katholieken, samen zweren, is de vrede onmogelijk. Blijft die toestand bestaan, dan zullen wij nieuwsgierig zijn te zien, wie ons den steen zal toewerpen, omdat wij de mannen van Chipka blijven bestrijden op denzelf den voet en met dezelfde wapens als de liberalen en socialisten Le Bien public schrijft verder Indien M. Daens denkt eene zege- vierende reis naar Rome gedaan te n hebben, gelijk men hem verwijt het ge- n zegd of te hebben laten zeggen, dan bedriegt M. Daens zich maar dat is toch geene rede om hem te kwellen op 't oogenblik dat hij het meest rust noodlg heeft om tot inkeer te geraken, om zich te matigen en zich in te too- n men. Priesterlijke benoemingen. Is pastoor derBijloke te Gent benoemd, de E. H. A. Van de Fouteyue, onderpa stoor op St-Baafs. Is bestuurder benoemd te Saffelaere, de E. H. A. Van der Stee, onderpastoor van St-Jozefs te Aalst. Zijn onderpastoors benoemd te Aalst (St-Jozefs), de E. H. F. Van Bevereu, onderpastoor te Aeltre; te Aeltre de E. II. Janssens. Zondag 23 Juni, Plechtige Openbare FEESTVIERING ter eere van den II. Aloïsius, ,2de" Patroon der Jongelingencongregatie, in de kerk der Eerw. Paters Jesuïten, om 10 3 4 uren. Opdracht van 16 nieuwe Leden. Volle aflaat voor alle Goloovigen, die, na Biecht en Communie, dien dag, in deze kerk (de bidplaats der Congregatie) godvruchtig komen bidden tot de intentie vanZ. H. den Paus. S1 Martinuskerk. Heden zondag wordt gevierd de plechtige Feest van het H. Hart van Jesus ten 10 ure plechtige Mis, om 4 ure Lof, Sermoen en processie. Maandag, laatste maandag der maand. Gedurige aanbidding in de kerk de Zwarte Zusters in de St-Martinuskerk onder de eerste Mis. Zaterdag, Feestdag van de HH. Petrus en Paulus, afgesteldcn heiligdag. De diensten gelijk op de zondagen. Zie notai-ïëele Annoncen op de 4J° Bladzijde. Wij zijn niet gehouden do volgende razende proza in te lasschen, daar het dekreet op do drukpers werd miskend. Doch even als de oude Sparten hunne dronkeue slaven onder de oogen hunner kinderen brachten om hun afkeer voor de dronkenschap in te boezemen, zoo willen wij aan onze geachte lezers laten oordee- len tot waar de hoogmoed eenen mis- kweekten verwaanden guit brengen kan. Wij hadden de rechtbank, maar wie doet er 'nen kei 't vel af Mits deze bemer king laten wij lt factum volgen ongemin- <]erd de beleedigingen Aalst 13 Juni 1895. Mijnheer, Ik zend u nog eenige regelen onge kookte proza (was hij zoo moeilijk om ver- teeren) als antwoord op uw gekookte proza van 16 Juni. Eerst er vooral doe ik opmerken dat gij zelf de paranthesis (Is. H.) achter de woorden een uwer lezers n hebt inge last. Dit feitje teekent zoo schoon uw ka rakter. Daardoor hebt gij den vermetele aangeduid een eenvoudig werkman die de stoutheid had me, zonder u dit te vragen, uw blad te behandigen. Doch loontje komt om zijn boontje, niet waar M. Ge zult hem wel vinden Ten tweede, stel ik vast dat ge mijne onwaardigheid niet hebt bewezen en dit is voor mij het voornaamste. Het is dus waarlijk uit icraak dat gij hebt gehan deld 1 Moest ge dit loochenen, 'k zou u eens vragen waarom gij de andere 2 Daensisten die toch geene volksbedriegers en leugenaars zijn, on weerdig acht. En ge zoudt met uwen mond vol tanden Eindelijk een laatste punt Geene en kele reden tegen mij vindende, roptge daar iets van eene zielmis. Gij deedt dit echter zoo duister dat waarschijnlijk niet een uwe lezers het begrepen heeft. Ik ook kan er met den besten wil niet wijs uit worden. Zoudt ge de goedheid niet willen heb ben, M., dat eens klaar uit te leggen, zonder doekskens eraan, opdat elk het versta 'k Heb nog eens van die mis hooren spreken... Men vertelde dingen welke mijne eer bevlekten. Men wees me toen 'nen persoon, een ouden vrieud, die de uitvinder van dat nieuwsje moest zijn en 'k schreef hem oen briefje. Daarop ant woordde de jongen die een politieke tegenstrever, maar een eerlijk mensch is dat hij zeer geërgerd was, daar ik hem voor zulïce laffe daad in staat leende.... Welaan, M., gij hebt de zaak opgewor pen; hebt gij den moed die laffe daad te plegen Druk dan het feit in volle let ters, opdat gij verantwoordelijk zoudt zijn voor de vermoedens, welke gij doet ont staan (1) P. Van Schuylenbedgh. P. S. Als ik op de zaak nadenk, herin ner ik mij nog iets van eene nog altoos te lezen zielmis, 't Is eene aardige geschie denis... Die zielmis moest de opdracht eener kroon vervangen; daarvoor hadden arme letterzetters hunne penningskes bijeengegaard om eene laatste hulde te brengen aan hunnen afgestorven vriend. Er had zich iemand gelast om die mis te doen geschieden; ongelukkiglijk is het er nooit van gekomen... Zou UEd. daarover niet eenigen uitleg willen ten beste ge ven Want ik verneem vast en zeker UEdeler naam in die zaak te hebben ge hoord. (2) (1) Dat alles raakt ons, uitgever, niet wendt u tot de meesters der Zondagschool die zullen u antwoorden wat wij begeeren te kennen is den dag op den welken de zielmis gaat gelezen worden voor de over ledene meesters. Als ge ons 't wijf wilt aanwijzen die uitgekocht is geweest om den merteleer te bekoren, dan zeggen wij ook wat meer. (2) Niemand heeft zich iets te verwijten want niemand streek een centiemken op Heden Zondag 23 Juni dienstdoende Apotheker l*lr V. Meirscliaut, Korte Zoutstraat, N° 39. Botermarkt. Heden zaterdag werden 448 klonten boter ter markt ge bracht, wegende te samen 6784 kilos. Programma van het Concert welk zal gegeven worden op Zondag 23 Juni 1895, om 11 1/2 ure 's morgens, ter Groote Werkt, door de fanfaar der Legers- Pupillenschool, onder het bet bestuur van den lieer Vanderlinden. 1. Tio Too, Marche militaire, Vanderlinden. 2. Carmen, Fantaisie, Bizet. 3. Corbeille de Rose3, Schottisch, Stréabbog. 4. Tyrolienne, Gobbaerts. 5. Paza d'&more, Valse. Krein. Bij mulder Van Santen te I-Iekel- gem, is hier vrijdag een vreeselijk onge luk gebeurd. Mulder Van Santen was op zijnen windmolen aan 't malen Zijne vrouw kwam op den molen geloopen, zeggende dat de geit in haren slal bijna verhangen zat. Van Santen liep naar den stal en sneed de geit den hals af. Toen hij buiten kwam, zei de man tot zijnen vrouw - Er moet iets aan mijne molen haperen. Hij ging zien, en boven komende, zag hij dat een jongeling van 18 jaar het noofd was afgedraaid. De onge lukkige had, in de afwezigheid van den mulder, den molen doen draaien, en was in het raderwerk gerocht. Op eenen enkelen nacht werden te BrussMl twee vrouwen verbrand door het onvoorzichtig omgaan met petrool. De eene viel op den trap met eene brandende lamp in de hand, waardoor hare kleederen vlam vatten. De andere raakte in brand door het ontploffen van een petrolvuur. Beide vrouwen hebben er het leven bij ingeschoten. Een zonderling samentreffen is het, dat de begrafenis van generaal Vander Smissen plaats had op den verjaardag der dood van keizer Maximiliaan, die op 19 Juni 1867 te Queretaro gefusilleerd werd. aan velziekte, hazrzoorm, eczemas, puistjes,juekingen, chronische bron chitis, borst- ezi maagkwalen, rhuzna- tism en breuken een onfeilbaar zniddel om zich zoo snel te genezen als hij zelf hel geweest is na geleden en te vergeefs al de aanbevolene middels gebz-uikt le hebben. Dees aanbod waar van men het menschlievend doel zal waardeeren, is hel gevolg eener be lofte. Schrijven per brief of postkaart aan M. Vincent, Victor Hugoplaals 8, te Gr'enoble, welke gratis en franco per post zal azitwoorden en de ge vraagde aanwijzingen zal zenden. De schoolwet in de afdeelizigen. lr afdeeling. Aangenomen met 17 stemmen tegen 5. 2" afdeeling. Aangenomen met rechter teger linker zijde. Deze afdeeling zal vrijdag opnieuw bijeenkomen. 3e afdeeling. Verworpen bij gelijk heid van stemmen. 4* afdeeliDg. Aangenomën bij een parigheid. 5® afdeeling. Aangenomen met 16 tegen 4. öc afdeeling. In grondbegin aange nomen. Verdelging der vogelnesten. Op honderd nesten van zingende vogels, zooals merels, goudvinken, groenvinken, vlasvinken, nachtegalen, grasmusschen, enz., worden er acht en zestig vernietigd en wel op de volgende wijzen Door de katten, 15 door de eksters en roetaards, 15 door de eekhoorns, 10 door de eekelmuizen en ratten, 10 door de slangen, 8 door de wezeltjes, 6 ;door de roofvogels, 3 door den egel, den das of andere, 1. 1-Iet is te verstaan dat de evenredigheid grooter wordt van den kant der eksters, roetaards en roofvogels als er kwestie is van nesten op hooge boomen geplaatst, terwijl zij insgelijks vermeerdert van den kant der slangen en wezeltjes, als er spraak is van neslen op den grond. Wilt gij dus de zingende vogels bescher- j men, zooals het uw plicht is, vervolgt dan onophoudelijk de katten, de wezeltjes, de ekstors en de roetaardswant zij verwoes ten zelfs meer nesten dan de kinderen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 2