Beleedigingen, II Zondag 21 Juli 1893. 3 centiemen per nummer. J9sle Jaar 2999. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Eendracht maakt Macht. DE LEVENDE DOODE De beschermende rechten Minimum van dagloon. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutslraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique suum Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, den SQ.Iulï 189S. Meermaals hebben de geuzenorganeu eeue welverdiende hulde gebracht aan de eendracht der katholieken en dezer over- groote macht toegeschreven aan de eens gezindheid die steeds in hunne rangen heerschte, wanneer het er op aankwam den vijand aan het lijf te vallen. Diezelfde organen hebben sedert ceni- gen tijd gejubeld om dc betreurenswaar dige scheuring in de katholieke partij teweeg gebracht en de noodlottige gevol gen die zij hopen er te moeten uit voort spruiten. Er weegt dan ook eeue zware verant- woordelijheid op dezen, die de macht- barende eendracht meenen te mogen verbreken, om voortaan verbonden te sluiten met socialisten en liberalen, onder 't in schijn gegrond voorwendsel van evenredige vertegenwoordiging. Wel is waar, men spreekt van vrede van broederlijke hand die men den katho- liekon zou willen reiken.Edoch die vrede lievende woorden vindt men slechts aan t einde van de scheurorganen, nadat al de koloipmeu ervan opgepropt staan van oorlogskreten. En de magere voorstellen die men doet bestaan dan in te willen verbroederen, doch niet ineensmelten. Voor sommige politiekers zouden er dau twee katholieke partijen moeten bestaan. Verstond men daardoor dat de werklieden in vakvereenigingen of gelijk welke maatschappijen, onafhankelijk hunne belangen mogen en moeten verde digen, dau ware het juist wat de katho lieken willen en eiscben. Maar daar ligt het paard niet gebon den. Het is tot zelfvoldoening van een of twee mannen dat zekere partij gansch op haar eigen zoude moeten bestaan, al moest het dan ook den val der katholieke partij voor gevolg hebben. Ware het zoo niet, reeds lang zouden zij opgehouden hebben <le katholieken te bevechten die de Pauselijke Encykliek in al bare punten bereid zyn te volgen,naar mate de omstandigheden zich voordoen. En wat zegt zijne H. Leo XIII, nopens de kwestie die wij hier behandelen jEene hoofdfout, zoo luidt de ency- kliek, bij het behandelen van het sociale vraagpunt is dan ook hierin a gelegen dat men de onderlinge verhou- a ding tusschen de bezittende en de onvermogende werkende klasse zóó n voorstelt, alsof beiden van natuurwege onverzoenlijk tegen elkander stonden en als ware bet, zich genoodzaakt zien eenen strijd te voeren op leven en n dood. Juist het tegendeel is waar. Eendracht is overal de nood- n zakelijke voorwaarde van schoonheid a en orde een voortdurende strijd a daarentegen brengt verwildering en verwarring teweeg. - )S(— 8'te VERVOLG. Ik legde liet papier uit de hand, en zag naar Naomi. In hare oogen las ik onwankelbare standvastigheid en onwankelbare standvastigheid verraadde ook haar stem, toen zjj tot mij sprak Silas verkoopt het leven van Ambrose om het zijne te redden. In eiken regel van die zoogenaamde bekentenis lees ik de valschheid en de wreedheid van een ellendigcn lafaard. Ambrose is onsehuldig en de tijd is gekomen omdat te bewijzen. Maar, entwoordde ik, gij vergeet dat wij in dat bewys voor het gerecht zijd te kort geschoten. En ik zeg u, John Jago leeft, maar houdt zich verborgen voor ons en allen die hem kennen. Help mij, beste M. Lefrank om eene geschikte oproeping te plaatsen i'i dc dagbladen Vol sprakeloozen jammer, deinsde ik achteruit ik meende dat de nieuwe ramp, die haar was overkomen, haar verstand had beneveld. Gij begrijpt mij niet, zegde zij. Ik zal u van mijnen kant eene bekentenis doen maar sluit eerst de deur Ik sloot dc deurzij nam een stoelen op een wenk van haar nam ik aan hare zijde plaats. Toen hervatte zij Andere plaatsen der Encykliek zou den wij kunnen aanhalen, doch wij rekenen het overbodig voor wie zien wil is het klaar en duidelijk genoeg. Herinneren wij hier ook in 't voorbij gaan dc oproep tot de eendracht die Mgr Doutreloux, Bisschop van Luik, deed aan de priesters en de geloovigen van zijn Bisdom. En Mgr Durousseaux, Bisschop van Doornijk, dit voorbeeld navolgende, schreef een paar weken geleden Laat ons hopen dat wij in liet katholiek kamp geen twee partijen zullen hebben, maar dat er voortaan slechts ééne partij zal bestaan Is dat klaar en duidelijk geuoeg Eu zal men voortgaan met doof te blijven aan de herbaalde vermaningen der geestelijke Overheden Zal men nog eens trachten een zijpoortje te vinden om te ontsnappen en, na den zin der woorden verdraaid te hebben, zegevierend en met gewaanden eerbied voor de Encykliek uit te roepen Wij zijn niet afgekeurd Vrede en verbroedering, roept men en vooraleer dit woord neer te schrijven heeft men reeds al zijn venijn uitgebraakt op tal van katholieke personen en katho lieke werken. Wanneer men vrede wil, hoeft men vooreerst aan wapenstilstand te denken, zooals een katholiek orgaan Le XX6 Siècle, het verledene week terecht deed bemerken. Wie vrede en verbroedering wil, weze rechtzinnig en leve de voorschriften na van de wettige geestelijke Overheid. Het Staatsblad van Zondag bevat de wet op de beschermende rechten. Zooals men weet, bepaalt artikel 1 dier wet dat dc regeering de zeeschepen mag ontslaan van de baakrechten. Besluit de regeeiing de outlasting in te trekken, dan zal bet besluit eerst zes maanden na zijne ver schijning in het Staatsblad, in voege komen. Ziehier de voornaamste invoerrechten door artikel 2 gewijzigd Timmer- on meubelmakershout, ander dan eiken- en noteboomenhout in de schors of ongezaagd 1 fr. gezaagd 6 fr. geschaafd 9 fr. per kubiek meter. Ineen- of niet ineengezet vaatwerk, 10 fr. per 100 fr. Ingelegde eetwaren met suiker, 30 fr. andere 12 fr. per 100 kilo.. Versche en gezouten boter, margarine en andere kunstboter, 20 fr. per 10 kilo. Room en melk bestemd tot bet vervaar digen van margarine of andere kunst boter room, 10 fr. melk 2 fr. per hectoliter. De andere room en melk is vrij van rechten. Haver, 3 fr. per 100 kilo. Havermeel, 4 fr. ander meel, 2 frank. Mout, 1 fr. 50 per 100 kilo. Peperkoek en honing, 18 fr. per 100 kilo.. Ingelegde eetwaren in doozen, teilen, Ik ga iets doen, dat niet goed is maar de om standigheden dwingen mij daartoe. Ik ga u een ge heim openbaren, dat ik plechtig beloofd heb in mijne borst te zullen bewaren, 't Zal u nog wel niet ontgaan zijn, dat ik op zekeren nacht met Jago tegen mijnen zin in den bof heb gesproken. Dat herinner ik mij volmaakt goed. Welnu ik zal u zeggen, wat er toen tusschen hem en mij is voorgevallen. IX Stilzwijgend wachtte ik op dc dingen, die daar zouden komen. Naomi begon met eene vraag. Weet gij nog, toen wij Ambrose iu de gevange nis opzochten, dat h|j ons toen vertelde, wat zijn schurk van een broer van Jago en mij had gezegd Wel zeker, Silas had gezegd, dat Jago te veel op u verzot was, om niet terug te komen. Precies. Ik was toen van die woorden ontsteld en gij hebt dat, geloof ik, wel gemerkt. Om u de waarheid te zeggen, ja. Waart gij niet nieuwsgierig lioc dat kwam Ik moet bekennen van ja. Ik zal er iiu dc verklaring van geven. Wal Silas van Jago en mij bad gezegd, was juist wal ik zelf dacht op bet oogenblik, toen Ambrose ons die woor den overbracht. Geen wonder dat ik ontstelde, toen ik uil den mond van Ambrose mijn eigen gedachte moest hooren Ja, Mijnheer Lefrank ik ben de per soon, die John Jago uit de Morwick Hoeve heeft ver jaagd en ik ben de persoon, die hem ook weer kan terugbrengen en dat zal ik. enz, 15 a 60fr. per 100 kilo.— Gekookt, gerookt of gezouten vleesch is vrij van rechten. Safraan 500 fr. en truffels 300 fr. per 100 kilo. Garens. 5 a 25 fr. de 100 kilo. Vruchten, 10 a 30 fr. per 100 kilo. Kleedingstukken 10 a 20 fr. op 100 fr. Kramersgoed en ijzerwerk, 15 fr. op 100 fr. Oud ijzer vrij ander ijzer, fr. 0,20 a 3 fr. de 100 kilo. Katoenen weefsels, 35 a 120 fr. per 100 kilo. Gist en zuurdeeg, 10 fr. per 100 kilo. Art. 3 bepaalt dat or een bijzonder inkomrecht inag geheven worden op de eetwaren, waarvan de inlandschc gelijk soortige voortbrengsels onderworpen zijn aan de bijzondere wetten en reglementen op de vervalschingen. Die rechten mogen de kosten van onderzoek en ontleding niet te boven gaan eu worden door de regeering bepaald. Voldoen gezegde eetwaren niet aan de voorwaarden door die wetten en regle menten bepaald, dan mag de regeering er den invoer van verbieden. Een accijnsrecht van 5 fr. per 100 kilo is gesteld op dc fabrikatie van margarine cn andere kunstboter. Bij den uitvoer worden de accijnsrechten kwijtgescholden. De wet bevat verder verscheidene bepalingen over de margarinelabrieken cn maatregelen om een ernstig toezicht over dc fabrikatie uit te oefenen. De invoerrechten op het meel en het mout zijn toepasselijk vau af 16 Juli. De datums voor de toepassing der andere gewijzigde rechten zullen later door de regoering bepaald worden. De socialisten beleedigon en lasteren alles wat hun in den weg staat om hun doel te bereiken. De Godsdienst en het Koningdom zie daar twee instellingen op de welke zij het vooral gemunt hebben, want hun orde woord luidt Noch God, noch Meester in andere woorden, noch Godsdienst, noch Koning. Gedurig dan beleedigen en lasteren zij den Godsdienst en den Koning en dit soms op do wagclijkste, op de gemeenste wijze. In zitting der Volkskamer van woens dag 11. vaarde de socialist Demblon van Luik op de walgelijkste en gemeenste wijze uit tegen Z. M. onzen Koning. Om onze geachte lezers er te laten over oor- deelen laten wij hier een deel van 't ver slag der zitting naar 't beknopt verslag volgen Citoyen Demblon, naar aanleiding van de begrooting van onderwijs, doet eenen hevigen uitval... TEGEN HET KONINKDOM. Toen ik daareven sprak van de afschaf fing der burgerlijke lijst, heeft M. de mi nister mij gezegd «Gij hitst steeds de ar men op tegen de rijken n Hij zegde zelfs dat wij, socialisten, eer- Meer nog dan in hare woorden was cr in hare wijze van doen iets, dat my plotseling de. schellen van de oogen deed vallen. Diep getroffen, riep ik uit Kan 't zijn 1 Is John Jago verliefd op u Wel ja antwoordde zy met zachte, bevende stem. Laat ik liever zeggen krankzinnig I Dat is het woord, dat het best voor hem past. LuisterToen wjj een paar maal hadden op en neer geloopcn, was het, als kreeg hij een plotselingen aanval van razernij. Hij viel voor mij op de knieën, kuste mijn kleed cn mijne schoenen, en smeekte mij snikkend om liefde. Ik ben anders, voor eene vrouw, in het geheel niet bang, zooals gij ook wel weet, M. Lefrank Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit voor een man wezen lijk hang ben geweest, behalve toen voor Jago. Wat was ik ontsteld Mijne knieën knikten, en mijne stem beefde, toen ik hem smeekte om op te staan en mij alleen te laten. Maar neen hij bleef onbeweeg lijk en zyne woorden o I mijnheer Lefrank I de woorden vloeiden htm van de lippen, als water uit eene pomp zoo snel en zoo overvloedig zijn geluk, zijn leven, zyne hoop op eeuwige zaligheid, en wat al niet meer dat alles, riep hij uit, hing ai. van een enkel woord van mijne lippen. Eindelijk verzamelde ik al mijnen moed om hem toe te roepen Gij moest u schamen, zulke woorden te spreken tegen een meisje, dat, zooals gij heel goed weet, zoo goed als verloofd is met een ander. Toen ik hem dit zegde, veranderde hij van toon en begon kwaad te spreken van Ambrose. Dat gaf mij al mijne tegenwoordigheid van geest terug. Ik rukte mij van hem los en riep Ik baat u, Al had ik niets ter wereld uitstaande bied noch erkentenis hadden voor eer biedwaardige weldoeners, 't Is gemakke lijk te zeggen dat iets eerbicdweerdig is; we wachten naar 't bewijs er van Gij moest behendig genoeg zijn aldus het ko ningdom niet meer te verdedigen na den stortvloed van smaadwoorden die zekeren uwer vrienden er tegen gericht hebben en waarvan Furnémonthier lezing gaf. En men spreke vooral niet van de toe wijding der weldoeners, welke waarlijk rijk genoeg werden betaald "Wij zou den' ze heel goed kunnen missen. Men denke slechts aan die weldoe ners welke naar België kwamen zoo kaal als ratten en die thans verrijkt zijn met wat aan het volk ontroofd werd. Uitroepingen rechts). Wij kunnen soortgelijke toewijding missen (Zeerteel! Zeer teelvanwege de socialisten). M. De Jonghe. Dat is een afschuwe lijke taal M. Sehollaert. Ik teeken krachtdadig protest aan tegen dergelijke taal, en ik vraag dat M. Demblon tot de orde worde teruggeroepen. (Ja! jaI) 't Is niet aan te nemen dat men van het hoofd van het land aldus spreke. (Gerucht). Citoyen Fumémont. De naamaf- roeping M-. Sehollaert. Wij mogen niet dulden dat men zich hier aldus uitlate over Zijne Majesteit, en ik teeken uit al de krachten mijner ziel protest aan tegen die taal, overtuigd dat men van alle zijden dezer vergadering die buitensporige woorden eenparig zal betreuren. Ik hoop zelfs dat M. Demblon de eerste zal zijn om cr spijt over te hebben... Citoyen Demblon. Toch nietHer haalde tegenspraak M. Sehollaert. Wat mij betreft ik eerbiedig al de overtuigingen, ik ben er trotsch op Belg te zijn en grondwetterlijke koningsgezinde ook teeken ik nogmaals protest aan tegen de uitdrukkingen door M. Demblon gebezigd. Men kan eene overdrevene uitdrukking verontschuldi gen, maar men kan de woorden niet dul den die wij hier zooeven hoorden (Zeer wel, rechts). Citoyen Demblon. Ik zal wachten tot dat men mij de handelingen gebracht hebbe om, zooals M. Furnémont het in eene andere omstandigheid deed, uittrek sels uwer pers aau te haleu. Zij doen zien wat gij zegt en denkt over den Koning. Doch in afwachting houd ik staande wat ik gezegd heb en, zoo gij er mij toe dwingt, zal ik het nog met meer klem doen. Uitroepingen rechts). Wij zijn republiekaneu en wanneer de rechterzijde alles durft verdedigeu wat strijdt met onze dierbaarste gevoelens, dan mogen wij de feiten herinneren en zeggen wat men dient te denken over ons koningdom evenals over al de andere. (Gerucht, rechts). En vermits het zoo gaat, zal ik in de Handelingen opzoeken wat door de rech terzijde over liet koningdom werd gezegd. Oji onze banken werd de Koning nooit boleedigd... Tegenspraakrechts). M. de Jonge d'Ardove. Maar gij hebt het zooeven nog gedaan met Ambrose, toch zou ik mot ieder ander man op aarde eerder willen trouwen dan met u. Ja, M. Jago ik haat u van ganscher harte. Hy zag dat hel ernstig was. Hij stond op, en was plotseling doodbedaard. IJskoud antwoordde by Gy hebt genoeg gezegd Mijn hart is gebroken 't is gedaan met mij. Met hart eu ziel spaude ik toi nog toe mijne beste krachten in voor M. Midowcroft ik verdroeg de gemeene behandelingen van uwe ne ven eu dat alles deed ik om uwentwil, miss Naomi alleen om uwentwilMaar nu is 't daarmeë uit. Noch miss Naomi, noch iemand anders op Morwick Hoeve zal langer in John Jago een steen des aanstoots vin den. Ik ga heen en ik zal doen, als de stomme die ren, wanneer zij ziek zyn ik ga mij verbergen, en verborgen hoop ik te sterven. Maar om eene cnkeJe gunst smeek ik u en die isverzwijg, wat er tus schen u cn mij is voorgevallen, cn maak my niet tol een voorwerp van bespotting voor de gansclie nabuur schap I Ik kan die gedachte niet verdragen liet maakt mij razend. Beloof mij plechtig, dat gij aau geen sterveling zult zeggen wat er dezen avond tus schen u en my is voorgevallen. L>at eene zult gij toch wel willeu doen voor den man wiens, hart gij hebt gebroken niet waar 1 Ik was ontroerd. Met tranen in de oogen legde ik de verlangde belofte af, Ja, M, Lefrank eerst had ik hem gezegd dat ik hem haatte en dat was de zui vere waarheid en toen stortte ik tranen om zijne ellende. Goede hemel wat zijn wij, vrouwen, toch dwaze schepselsWaar zou het toch vandaan komen, dat wij, vrouwen, altijd overhellen tot medelijden met de mannen?Toen Jago mij dc hand reikte, en Citoyen Demblon. Geenzins! Ik gezcgil dat de Koning arm was toen hij in België kwam en dat hij zich rijk had ge maakt met het geld der ongelukkigen {Hevige tegenspraak, recht. Kreten: Tot de orde). M. de Rouillé. 't Is walgelijk. M. De Neefif. 't Is gemeen. Citoyen Demblon. Wij, socialisten, we hebben hem niet zooals zekere sena tor, uitgescholden voor bloodaard, we hebben hem nooit behandeld zooals uwe drukpers het deed ik trek dus niets in van hetgeen ik gezegd heb. M. de voorzitter. Nooit werden woorden als die uitgesproken door M. Demblon en welke ik niet gehoord had in deze Kamer gehoord: ik roep M. Demblon tot orde. Zeer wel, rechts). Citoyen Vandervelde. Ik heb te veel eerbied over voor het gezag van den voorzitter, om wat het ook zij te voegen bij de woorden van M. Demblon. Nochtans stel ik er prijs op zeker gezegde van M. den voorzitter terecht te wijzen. Hij heeft gezegd dat men hier nooit in dergelijke bewoordingen over het koning dom hoorde spreken M. de senateur Keesen sprak over den Koning in vrij he viger taal. (Tegenspraak, rechts). M. Colaert. Niet in de wetgevende vergadering Citoyen Vandervelde. Wij zijn het eons I M. de voorzitter. Ik moet mij niet bezighouden met hergeen buiten deze Kamer gebeurt. Citoyen Demblon. Men werpt dus M. Keeseu over boord Met M. Daens, maakt er dat twee. (Zeer voel, van wegc dc socialisten). Citoyen Vandervelde. Ik stel vast dat Demblon gesproken heeft als lid van 't parlement, terwijl M. Keesen zoo sprak voor het te zijn. Hij schreef over den koning naar aanleiding van eene school wet.... M. de voorzitter. Herbegin geene bespreking die gesloten is. Citoyen Vandervelde. Ik heb ge daan. Ik stelde er enkel prijs op, het verschil te doen uitschijnen tusschen de houding der rechterzij van heden, en die welke de hare was toen zij den koning in niet min der hevige bewoordingen aanrandde Het incident is dus gesloten. Verschelde vrienden doen ons bemer ken dat aangezien ons blad des Zondags talrijke lezers vindt onder dc werklieden, het noodzakelijk is ons artikel van Don derdag 11. te herdrukken. Ouzo vrienden hebben gelijk en wij laten dus ons bedoeld schrijven volgen. Alle goede zaken kunnen niet genoeg bekend gemaakt worden Het minimum van dagloon bij de open bare werken voor rekeuiug der besturen uit te voeren, baant allengskens zijnen weg. Verledene week werd het, na eene mij een eeuwig vaarwel toeriep, toen M. Lefrank ja, ik moet het bekennen, toen had ik diep mede lijden met hem. Mynheer Jago zegde ik ik zal u de hand geven, als gy mij van uwen kant ook eene belofte doet. Die belofte is, dat gy de hoeve niet zult verlaten. Mijn oom kan met buiten u. Ik smeek er u om, verlaat ons nietLaten u ij goede vrienden zijn cn laten wij vergeven en vergeten Hij beloofde, wat ik van hem bad verlangd. Ik geloof dat ik alles van hem had kunnen gedaan krij gen. Toen ik hem den volgenden morgend weerzag, herhaalde hij die belollc. Ja al haat ik hem, wat bem toekomt, wil ik hem gevenen daarom zeg ik, dal hij, naar mijne overtuiging, eerlijk meende, wat hy had beloofd. Maar loen hij uit mijn gezicht was, toen bracht de duivel hem in verzoeking om zijn woord te breken en ons voor eeuwig te verlaten. Ja, mijnheer Lefrank Ik behoef maar te weten, waar hij zich ophoudtdan sta ik cr voor in, dat hjj zal tcrugkeeren, en Ambrose zuiveren van de vreeselijke verdenking, die op hem rust. Maar daarvoor is eene oproeping iu een dagblad uoodig. Hier heb ik de pen al klaar voor u, M. Lefrank Doe mij plezier en schrijf bier dadelijk de oproeping. Ik had haar niet willen storen, en baar dus in eens door laten spreken, totdat zy uitgesproken was. Ik nam do pen zonder taal of teeken van haar over, en begon de verlangde oproeping le schrijven met eene gewilligheid, als ware ik zelf overtuigd geweest dat John Jago nog altijd tot het rijk der levenden behoorde. merkweerdige bespreking door den Raad onzer Provincie Oost-Vlaanderen met eenparigheid aangenomen. Dus zelfs de liberale leden van den Raad welke eerst het stelsel (zelfs eenigen met uiterste hevigheid)hadden bestreden, stemden allen ja. Oost-Vlaanderen is de achtste provincie die het minimum van dagloon aanneemt in de lastkohieren der werken niet alleen door,haar uit te voeren,maar zelfs in deze der werken die door haar geldelijk onder steund worden. Hieruit blijkt dus dat het miuimum vau dagloon zal toegepast worden in al de Steden en Gemeenten onzer Provincie voor al de openbare werken, aan kerken, scholen, hospitalen, bruggen, wegen, enz. enz. van het oogenblik dat zij eene toelage op de provinciale fondsen genieten. Overal waar de Werk- en Nijverheids- raad in voege is, zal hij geraadpleegd worden over de behoorlijke dagloonon ïti de streek. Een der voornaamste beweegreden tegen de aanneming van het minimum van dagloon was dat de aannemers de reeds bejaarde werklieden, mannen die hun stuk niet meer kunnen staan, zouden geweigerd hebben aan te nemen en dat die handelwijze het leger der werkloozen nog zou vergrooten. Dit was dé voor naamste reden om de welke wij ons vroe ger tegen het stelsel verklaarden. Doch deze moeilijkheid schijnt uit den weg te zijn geruimd door de volgende bepaling De aannemers zullen schriftelijk moe ten verklaren wat zij zich verbinden te betalen aan hunne werklieden en hoeveel leerjongens en halve werklieden zij schik ken te gebruiken. Indien hunne verbintenissen niet vol doende zijn, zullen zij als aannemers ge weigerd worden Zullen dus alleenlijk als aannemers aanveerd worden zij die 2ich verbinden het bepaald minimum van dagloon te zul len betalen en geen misbruik maken van den toestand der werklieden. Bovendien nog zullen al de werklieden aau de werken gebezigd, moeten verze kerd worden tegen de ongevallen. Deze beslissing is vooral te prijzen, omdat do werklieden niet genoeg verdienen om zei ven de verzekeringspremie te betalen, ofwel, de gevolgen te dragen van eeu ongeluk dat hen treffen zou. Voegen wij hier ten slotte nog bij dat de aanneming der bepaling van te moeten verklaren wat loon men aan volle en halve werklieden zal betalen het hoofd doel schijnt bereikt te hebben. Alle eer lijke ondernemers zullen aau hunne werklieden het loon betalen dat algemei a aangenomen wordt, doch zij zullen ook de oneerlijke mededinging met te vreezea hebben van lieden die nu heden de wer ken tegen mindere prijzen kunnen aanne men dank zij eene ongeoorloofde vermin dering van het loon der arbeiders, of liever, dank zij eene schandalige uitbui ting. Aannemers en werklieden zullen dus aau de beslissing van onzen Katholieken Provincieraad toejuichen. 't Was er echter ver van af, dat ik die overtui ging bezat, or zelf er toe overhelde om zoo iels te gelooven. Ware er niets voorgevallen by den kalkovcu dan zou ik bereid zyn geweest om te gelooveo.dat Jago's verdwijding bet gevolg was geweest van «le vreeselijke teleurstelling, die Naomi bem bad berok kend. Dezelfde ziekelijke vrees voor bespotting, die hem er toe gebracht had oio te verzekeren dal Naoiai bem onverschillig was, kon hem ook allicht hebbeo verleid om zich heimelijk en onverwachts te onttrek ken aan bet tooneel van zyne vernedering. Maar na al hetgeen er later was voorgevallen, nog te gelooven dat Jago in leven was, stond gelijk met te galoovi n dat Ambrose Midowcroft's verklaring overeenkomstig was met de waarheid. Dit on was mij van Tbtgin af aan onmogelijk ge weest en dat wa» het mij ook nn nog. Had Ik'uit spraak moeten doen omtrent de waarschijnlijkheid van de verklaringen der beide broeders, ik zou, hde ongeerne ook, hebben moeten erkennen dat, na ir mijne overtuiging, de verklaring van Ambrose dè onwaarschijnlijkste was van de twee. Maar kon ik bij Naomi daarvoor uitkomen Neen liever dan dal te doen had ik vijftig dagbladoproepitt- beu gefabrikeerd, strekkende om John Jago te voor schijn te brengen. En gij, lezer gij zoudt hetzelfde hebben gedaan, waart gij even verliefd op haar ge weest als ik. De oproeping, die ik voor bet Morwicksche dagblad opstelde, luidde als volgt Wordt voorlgstett

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 1