Donderdag 15 Augusti 1895.
5 centiemen per nummer. J9sle Jaar. 3006.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De kristelijke zedenleer
en de liberalen.
Achturenwerk,
TWEE LEVENS.
Voorzorgen bij onweder.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Poslkantoren des Land.
Cuique suuiti.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, den 14 Aug. 1892J
Zonder kristelijke zedenleer, zonder
godsdienstig onderwijs is de zedelijke op
voeding onmogelijk.
De rijke liberalen weten het en ze her
kennen het, want hunne zonen en doch
ters zenden zij bij Paters, Broeders, Zus
ters of Nonnen ter schole opdat zij er
eene godsdienstige, oene kristene opvoe
ding zouden ontvangen.
Waarlijk wij begrijpen niet waarom de
rijke liberalen die het godsdienstig on
derwijs zoo noodzakelijk achten voor
hunne eigene kinderen, het weigeren aan
de kinderen van den geringen burger,
boer en werkman
Ja, waarom is het een goed voor hunne
kinderen en een kwaad voor een ander
mans kinderen
Wij moeten het bekennen, men telt tal
rijke liberalen die door de ondervinding
voorgelicht openbaarlijk bekennen dat
het godsdienstig onderwijs op onze dagen
dringend noodzakelijk is.
M. Goblet d'Aviella, een vrijmetselaar
der hoogste graden, schreef, ten jare
1893, in La Revue générale het vol
gende
u Beieveren zich de blinde aanleiders
b der blinde menigte niet om den Gods-
b dienst, onder de volksklassen te ver-
b nietigen Dit is meer dan eene dwa-
b ling, 'tis eene misdaad. Want 't is nog
B enkel do Godsdienst die de maatschap-
n pelijke liefdadigheid, de liefde der
ij menschen onder elkander niet slechts
n onderwijzen maar ook inboezemen kan
b hij alleen (de Godsdienst) is het die
n vrede en geluk den volken en eene bron
b van vertroosting den ongelukkige ver-
b schaffen kan. Buiten den Godsdienst
vuurt men slechts den klassenstrijd
aan.
La Revue des deux mondes over de
uitslagen van het Staatsonderwijs in
Frankrijk sprekende, zegt
u De meeste verslagen drukken er op,
B soms in treffende bewoordingen, dat
b met het godsdienstig onderwijs alle
b zedelijke opvoeding verdwenen is.
De heer Berenger, republikcinscho
Senator, het verval der goede zeden in
Frankrijk aanklagende stelde de vraag
Welke zijn de oorzaken van de versla-
b ping der zeden, of liever, van den voor-
b uitgang der zedeloosheid En hij
b antwoorde de voornaamste dezer oor-
b zaken is de ontoereikendheid van 't ze-
b delijk onderwijs, of béter gezegd, van
b 't godsdienstig onderwijs.
n Slechts een redmiddel bestaat er,
b zegde M. Berenger, !t is de hervorming
b van 't onderwijs, 't is het heropbeureu
der kristelijke gevoelens en de vernieu-
n wing van een zoo welwillend als kracht-
b dadig gezag op de schooljeugd.
Eeu groep leeraars der Universiteiten
geraadpleegd door den bestuurder van
't openhaar onderwijs in Frankrijk deel
den dezelfde meening en drukten ze in
nog duidelijkere woorden uit.
Het is onmogelijk, verklaarden zij,
n de zedenleer aan kinderen te onder-
b wijzen, zonder den Godsdienst tot
b grondslag van het onderwijs te nemen,
en de uitslagen door liet onzijdig ou-
b derwijs opgeleverd bewijzen overigens
b dat men eene dwaling beging, r
Ziedaar de meening van mannen die
vroeger overtuigde voorstaanders waren
van 't onzijdig onderwijs,maar die door do
ondervindingen voorgelicht hunne dwa
ling erkennen.
En nogthans ondanks deze ondervin
dingen van alle dagen blijven zekere
rijke liberalen het godsdienstig onderwijs
voor hunne eigene kinderen noodzakelijk
achten en het weigeren aan de kinderen
vm den geringen burger, boer en werk-
-mafir
Wij zeggen tot die rijke liberalen met
den heer Goblet d'Alviella Dit is gcenc
dwaling, 't is eene misdaad die gij pleegt 1
De verlcdene week werd te Gent een
congres der spin- en weefnijverheid ge
houden aan 't welk afgeveerdigden van
verscheidene landen deelnamen.
De achturige arbeidsdag kwam er ter
spraak eu ziehier wat de Engelsche afge-
veerdigde Astlion er over zegde volgens
't verslag van Vooruit.
Deze kwestie is zeer belangrijk. Te
Lancashire hebben wij zeer lang gestre
den en de werklieden zijn er moede van.
De toestand der werklieden doet hen in
Engeland alle hoop verliezen. Deze kwes
tie sterft uit.
r Men is te Lancanshire altijd de eerste
geweest in den strijd, er mag nu wel
elders wat gedaan worden.
De duitscher heeft gezegd dat het kapi-
talism onbekwaamheid getoond heeft. In
Lancashire bezitten de werklieden ook
fabrieken en zij verliezen ook geld.
n In Lancashire hebben zij de beste
mekanieken en grondstoffen en het is hun
toch onmogelijk de werkuren te vermin
deren.
De fabriek waarvan spraak is telt voor
aktionnarissen werklieden en zelfs admi
nistrateurs en nog kunnen zij niet heter
vooruit als de fabrieken door kapitalisten
bestuurd.
Dat heeft voor oorzaak de concurrentie
«o
4,le VERVOLG.
II.
Iwan werd door zijne vrienden druk geplaagd met
zijne nieuwe roeping om zieken te verplegen, maar
zijne moeder zegde hem fluisterend
Onthoud wel, dat van deze terugreis waarschijn
lijk uw gansche toekomst zal afhangen ik heb niet
kunnen gewaar worden of Alma iets voor u gevoelt,
gij zult haar thans van zoo nabij lcercn kennen, dat
gij weldra zult weten wat er in haro ziel omgaat, ook
al mocht het geluk, dat u thans den hemel toeschijnt,
niet voor u weggelegd zijn, troost u met de gedachte
dat zij u altijd erkentelijk zal blijven voor hetgeen gij
in deze omstandigheid voor haar gedaan hebt.
Woest schudde de jongeling het hoofd.
Ik heb reeds op den bodem harer ziel gelezen,
mompelde hij. en ik weet, dat zij mij nooit beminnen
zal.
En toch vergezelt gij haar Dat is dwaasheid
kind. Met ieder uur van samenzijn zal het gevoel,
dat gij haar toedraagt, nog versterkt worden en i
te meer doen lijden.
Het zij zoo, ik kan haar niet aan haar lot over
laten.
Princes Karoskine begreep, dat het te laat was om
hem nog van zijn plan af te aocn zien en zij kon toch
ook niet nalaten zich trotsch op haar zoon te gevoelen
toen zij hem drie kwartiers later mar beucden zag
komen, in de forsche armen den stevig gebouwden
grijsaard dragende, dien hij zacht als eene veer in de
sleê uitstrekte.
Eenieder was naar buiten gekomcu om den reizi
gers vaarwel te wenschcn en na nog even met de
mulste hebben gewuifd, sprong Iwan op het ree.-'-
voortsncllcnde voarluig, zich op het oogenblik zoo
gelukkig voelende, als had hij Alma's gedachten ki
nende raden en weten hoezeer zg hem bewonderde
om zijn zelfverloochening.
Zij zegde hem hier echter niets van en hield zich
uitsluitend met den zieke bezig, maar zij gevoelde zich
zoo gerust door zijn bijziju, dat zij zich te vorgaefs
afvroeg, hoe ongelukkig het zou geweest zijn, indien
zij alleen had moeten vertrekken.
Aan de eerste standplaats gekomen, droeg hij
graaf weer naar het eenigc vertrek, dat er een weinig
ordentelijk uitzag, en, ziende dat men de handen
had met voor een vcrwarmenden drank en wat voedsel
te zorgen, maakte hij zelf het vuur aan, waar naast
hij den kranke op twee stoelen uitstrekte, en heïeverde
zich hierop zijn zieke ledematen te wrijven,- opdat de
invloed der plotselinge hitte niet al te pijnlijk mocht
zijn.
Nooit te voren hadhjj iemand verpleegd, maar zijne
liefde maakte hem vernutlig, en toen men zich een
van Iudië, Japan, enz. en al de belangen
drukken op Engeland.
Indien de Engelsche werkers morgen
in het parlement zaten, dan zou dit niets
veranderen, want zij zouden tegen het
achturenwerk stemmen, omdat dit de
ondergang onzer nijverheid zou zijn.
b Al de tarieven zijn hoofdzakelijk tegen
Engeland.
b De fabrikanten vragen niets beiers
dan de werkuren te verminderen, maar
dat is voor hen eene volstrekte onmoge
lijkheid. B
(Gelcnipt uit Vooruit b zelf.)
Volgens M. Asthon is het dus onmo
gelijk op 't oogenblik de achturige ar
beidsdag in te voeren ter oorzake van de
concurrentie.
De concurrentie zou dus moeten beteu
geld worden gansch de wereld door. Nu
die beteugeling is slechts mogelijk door
eene wederlandsche regeling der voort-
Maar wanneer zal die wederlandsche
regeling kunnen gebeuren
Zij zal slechts kunnen gebeuren wan
neer in bijna al de werelddeelen de zelfde
beschaving zal heerschen.
En wanneer zal bijvoorbeeld de Euro-
pesche beschaving heerschen in Persië,
in China, in Japan?...
Voorzeker zullen er jaren en jaren en
wellicht eeuwen verloopén.
De achturige arbeidsdag kan op
't oogenblik niet tot stand gebracht wor
den, doch dit belet niet dat de werklieden
blijven werken tot verbetering van hun
levenslot er aan verzaken ware plicht
miskenning. Doch als zekere socialisti
sche belhamels hun de revolutie komen
aanprediken ten einde de achturige ar
beidersdag dadelijk ia te voeren, dat zij
zich dan de verklaringen herinneren van
den Engelsclien heer Asthon welke zegde
dat moesten de Engelsche werkers daar
in de Kamers zetelen zij tegen het acht
urenwerk zouden stemmen, omdat het
den ondergang hunner nijverheid zou to
weeg brengen.
E. "V. De correspondent van Het
Handelsblad n schrijft dat het thans zeker
is dat de aanhangers der E. V. geen kans
meer hebben ze te zien invoeren zelfs
niet ten ondergeschikten titel om de bal
loteeringen te vervangen hij de gemeente
kiezingen. De kiezingen zullen dus als
gewoonlijk gebeuren.
De tijd zou overigens ontbreken om
eene nieuwigheid te bespreken, welke
vele betwistingen zou uitlokken. Men zal
een beroep doen op den verzoenenden
geest van den Senaat, opdat hij zich aan-
sluite bij den tekst, dien de Kamer zal
gestemd hebben.
Wat moet men doen om bij onweder
niet getroffen te worden Dit is zeker
eene vraag, waarvan het antwoord velen
aangenaam zal zijn. Laat ons eerst na
gaan, wat het veiligste is binnenshuis en
daarna wat men doen moet als men bij
onweder buiten is.
Voor eerst is het geheel nutteloos ven
sters en deuren te sluiten dit kan alleen
goed zijn om den slagregen buiten te hou
den, doch gevaar levert het openstaan
der vensters volstrekt niet. Meer gevaar
brengt een rookend vuur aan wanneer
een dikke kolom rook zich hoven de
schouw verheft, dan is het mogelijk, dat
deze den bliksem naar binnen leidt en
daarom doet men verstandig, hij zeer
hevig onweder het vuur uit te dooven
geeft het niet veel rook af, dan is de
voorzorg onnoodig.
Men vermijdo verders een al te groote
vereeniging van menschen in een klein
vertrek, omdat door de uitwassemingen
van vele personen de lucht meer gelei
dend wordt gemaakt, zoodat de bliksem
bij het inslaan gemakkelijker van het
eene voorwerp op het andere en dus ook
op personen kan overspringen, terwijl
het gevaar nog vermeerdert, als de ka
mer daarenboven met rook gevuld is.
De onveiligste plaats, in een vertrek,
is in de nabijheid van de schouw. Daar
deze gewoonlijk het hoogste punt van het
huis uitmaakt en daarbij soms voorzien
is van een windwijzer, die het gevaar
voor inslaan nog vergroot, zal deze ge
woonlijk eerst getroffen worden de
bliksem daalt dan langs het roet naar
beneden en slaat in het vertrek over op
de voorwerpen, welke hij eerst ontmoet,
indien het goede geleiders zijn, en hier
onder komen, ongelukkig genoeg, ook
onze lichamen.
Het liefst treft hij metalen voorwerpen,
en daarom wachte men zich nabij ijzeren
of koperen gereedschappen te gaan staan,
die zich in het vertrek bevinden daar
door zou het kunnen gebeuren, dat hij
den dood of verlamming ten gevolge zou
hebben dit gevaar bestaat evenwel niet
als wij door metalen voorwerpen geheel
omringd zijn zoo zou men zich bijvoor
beeld kunnen beveiligen door zich geheel
in een harnas te steken daar dit eene
betere geleiding aanbiedt dan ons li
chaam, zou de bliksem daarover zijn weg
vervolgen, zonder ons te deeren.
Eveneens is het niet gevaarlijk in een
ijzeren bed te slapen, omdat de bliksem
bij het treffen ook daarlangs zou glijden
zonder den slaper te raken.
Bange menschen kruipen dikwijls van
schrik in de kleerkas, en zfj hebben het
nog zoo heel slecht niet voor ze zijn
daar veel beter beveiligd dan in den
kelder, waar anderen soms heenvluchton.
Hoe meer men in zulke kassen omringd
is door wollen of lakensche kleeren, des
paar uren later wederom op weg begaf, zorgde hij er
ook voor, het jonge meisje dichter in haar pelsen te
wikkeLn.
De avond zal spoedig vallen, zegde hij veront
schuldigend, en gij zijt vermoeid. Gij weet wat de
slaap in deze koude hetcekcr.t als men niet zeer warm
gekleed is.
Zij zond hem een droevig glimlachje toe.
Ja, ik weet het, gaf zij ten antwoord, en daarom
ees ik vioral voor mijn vader.
Graaf Podnawska heeft zoo warm dat gij u niet
ongerust hoeft tc maken.
Maar gij zelf dan
O Ik ben aan deze temperatuur gewend en
daarbij in het geheel niet vermoeid. Bovendien zulten
wij binnen drie uren het dorp bereiken, waar wij
moeten overnachten, zoodat ik niet te beklagen hen.
Alma poogde niet hem tegen te spreken zij was
nauwelijks in staat een woord meer te uiten en de
slee hed zich nog geen kwartier in beweging gezet, of
zij sloot de vermoeide oogleden en haar laatste ge
dachte was een opwelling van dankbaarheid, zoo
zeker te kunnen zgn dat men over haar vader bleef
waken.
Zij schrikte wakker, toen men ten slotte aan het
dorp kwam en voor een lamelgk groote woning stil
hield, waaruit terstond de baas en zijn vrouw kwa
men toesnellen om te vernemen wat de reizigers
wenschten.
Twee kamers, herhaalde de herbergier met ver
schrikt gelaat, onmogelijk, Excellentie Het buis is
vol van boven tot beneden met een troep rondreizende
kunstenaars, maar ik kan u onze eigene kamer afstaan
cn er nog ccd bed opslaan, dat is alles wat in mijne
macht ligt.
Iwan zag Alma vragend aan. Zij antwoordde ter-
ond
Wij zullen ons in het onvermijdelijke moeten
schikken de poerden kunnen niet verder.
De jonge man nam zwijgend haar vader op cn droeg
hern over naar de armelijke kamer, welke men wet
voor hen in orde wilde brengen. Na den grijsaard in
een armstoel neergezet te hebben maakte bij zelf de
legerstee voor hem gereed en strekte hem daarop uit.
Inmiddels had men ook het tweede bed gebracht cn
met de polsen cn dekens der reizigers bekleed. Op
tafel stond een samovar te dampen en daar rond was
het avondeten neergezet.
Hij haastte zich den zieke het een en ander toe te
dienen en het duurde niet lang, of de zware ademha
ling van dezen laatste kondigde aan, dat hij in slaap
verzonken was.
Thans eerst wendde hij zich tot het jonge meisje.
Zij waren alleen en hij zegde
Het is mijne beurt hij hem te waken. Doe my het
genoegen zelf wat uit te gaan rusten.
Zg schudde ontkennend het hoofd cn het gevoel
radende, dat haar dit| weigeren deed, vatte hg hare
band cn vervolgde
Wij zijn immers meer dan vreemden voor eikan
te minder heeft men gevaar te duchten
daarom is men ook meer veilig als men
te bed ligt en gedekt is door een wollen
deken, daar men dan van alle kanten is
afgesloten door stoffen, die de electrici-
teit niet geleiden.
Doch wanneer het onweder bij dag
plaats heeft, dan kan men moeilijk naar
bed gaan, of zich in den kleerkas verber
gen, zonder zich belachelijk te maken;
in dit geval is de veiligste plaats midden
in de kamer, zoodat men van de schouw
en ook van de muren zoover verwyderd
is als de ruimte toelaat.
Slaat nu de bliksem binnen, dan is het
waarschijnlijk dat hij de muren volgt of
op een ander metalen voorwerp over
springt, zoodat de bewoners met den
schrik vrijkomen heeft men veel sleutels
of andere ijzeren of koperen zaken van
eenigen omvang bij zich, dan is het aan
te bevelen dezen op eenigen afstand van
zich af tc leggen.
Neemt men deze voorzorgen in acht,
dan kan men gerust zijn het aantal ge
vallen dat personen binnenshuis getroffen
zijn met doodelijken afloop is buitenge
woon klein en kau gewoonlijk worden
toegeschreven aan verwaarloozen van de
maatregelen, die hierboven zijn aange
haald.
Als men bij onweder buiten is, heeft
men er op te letton dat de volgende zaken
gevaarlijk zijn het dragen van metalen
voorwerpen, de vlakte, de onmiddelyke
nabijheid van hoornen en huizen, en ein
delijk het water.
Zijt gij op eene vlakte, ver van hoornen
en huizen, dan kunt gij bij hevig onweder
geene betere voorzorg nemen dat het me
taal, dat gij bij uw hebt, eenige meters u
af te leggen en u zeiven zoolang mogelyk
neer te leggen, steek uwen regenscherm
niet omhoog, want dit zou het gevaar
vermeerderen, en een sterke regen is wel
lastig maar tevens dienstig, dewijl daar
door bij het treffen de gevolgen minder
zouden zijn.
Kau men een huis of een boom beroi-
ken, dan beginne men te loopen (sommi
gen denken dat crj in het loopen gevaar
gelegen is, dat is een dwaling)is het een
huis, dan ga men er binnen en blijve niet
buiten tegen den muur staan. Moet men
zich met een boom tevreden stellen, of
kan men het huis niet binnen gaan, dan
plaatste men zich op eenigen afstand van
den stam of van het huis vooral wachte
men zich er voor den boom te dicht te
naderen zulks heeft reeds velen den
dood gekostslaat de bliksem in den
boom, dan is het bijna zeker, dat hij
overslaat op den persoon die zich aan
zijnen stam bevindt.
Nog grooter is het gevaar, wanneer
meu aan den eenen kant een boom en aan
den anderen een rivier of een water van
eenige uitgebreidheid heeft, omdat ook
hierop de bliksemstaal gemakkelijk over-
der, zoolang deze toclit duurt. Morgen avond zijt ge te
buif en dan kan de etiquette baar rechten hernemen.
Wilt gg mg niet voor deze eene maal gelukkig maken,
door te handelen, alsof ik uw broeder ware
Hare oogen vulden zich met tranen. Het trof haar
dat hg als eene gunst vroeg om datgene, wat slechts
haar eigen welzgn beoogde.
Gij zijt veel te goed voor my, was al wat zg
mompelen kon.
Wilt gij dus aan rogn verzoek gehoor geven 1
Neen, vraag mg dat dat niet. Laat ook m|j op
blijven. g
Hij begreep, dat hij geen recht had verder aan te
dringen en boog dus zwijgend. Maar zg zag, dat zg
hem gekrenkt had en hoe hij zich zwggend van haar
spoedde nog enkel om zgne aandacht aan den zieke te
wijden. Op een vermomolden stoel voor het ledikant
gezeten, volgde hy met somberen oogslag de minste
bewegingen van den graaf.
Er verliep een half uur en op eenmaal icbrikle by
op door de aanraking eener kleine hand, die zich op
zijne schouder plaatste.
Ik heb u pgn gedaan, vergeef mg, fluisterde
Alma,gg verdiendetdat nieten ik gaf toe aan een
kinderachtig vooroordeel; maar gij hebt geiijk, de
omstandigheden, waarin wij geplaatst zgn, veranderen
alle mogclgke toestanden. Ik ga dus wat liggen zult
gij mg echter terstond roepen, als myn vader onrustig
wordt
(Wordt voortgeaet)\