Zondas 18 Au»usti 1893. 3 centiemen per nummer. 49" Jaar. 3007. HOPHANDEL. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Vlamingen, Brugge waarts HOPTEELT DE CIPIER. De nieuwe Tabakwet. Medeburgers Een en ander. c7 DE DENDERBODE. Dil. blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week Yoor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Wen schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Poslkantoren des Land. Cuique suum. Per drukregel, (ïewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, don IT Aug. 18025 Op zondag, ln September, zal het stroo men van Vlaamsche strijders en maat schappijen in de herlevende Breydelstad. In verschillige provinciën wordt er ten allen kante onder de Vlamingen voorbe reiding gemaakt om in menigte naar den Brugschen Zitdag op te trekken. De heeren Volksvertegenwoordigers Coremans, De Vriendt, Helleputte, Jans sens, Huyshauwer, Van den Bemdcn, Van der Linden, Heuvelmans, de Corswaren, Raemdonck hebben reeds beloofd de ver- gadering bij te wonen. Alles voorspelt een overlieerlijken zit dag, weerdig van het doel, waartoe hij wordt ingericht. Het geldt immers eene betooging van grootsche en verheugende beteekenis. De VI. Kath. Landsbond roept op dien dag alle Vlamingeu bijeen om feest te vieren over de intrede onzer volkstaal in de Kamers gedurende het verloopen wet gevend jaar, om te juichen over de neer legging van De Vriend's en Coremans' wetsvoorstellen tot verheffing van het Vlaamsch als wets-en staatstaal en met- ééuen om de vurige verlangens te beves tigen van het Vlaamsche volk, dat wenscht het gebruik zijner taal in den Landsraad machtig te zien toenemen en de wetsvoor stellen van De Vriendt, Coremans en Van der Linden in 1895 nog te zien stemmen. In de voormiddagzitting, die om elf uren in de groote zaal der Parijssche Hallo gehouden wordt, zullen er voorname Vlaamsche sprekers, uit de verschillige provinciën, verslag geven over de wets ontwerpen van De Vriendt, Coremaus en Van der Linden over de vcrvlaamsching van het vrij middelbaar onderwijs, van leger en burgerwacht, vau burgerlijk en haudelsgercchtover de verplichtende taalkennis voor de Belgische staatsamb tenaars en het Vlaamsch in de gemeente- kiezingen. De openbare feestvergadering des na middags zal plaats hebben in de ruime zaal der stadshalle. De voorzitter van den zitdag, de wak sereen verdienstelijke Juliaan De Vriendt, zal daar eerst zijne aanspraak doen aan de Vlamingen. Daarna zal de feestrede uitgesproken worden door den vermaarden Vlaamschen •volksredenaar D'Hooghe-Bcllemans, die, tijdens de Brcydelfeestcn,door zijne merk- weerdige feestrede in de Conscience'; betooging, ter zelfde Brugsche Ilalle, zulk eenen geestdriftigen en ongewonen bijval genoot. Verschillige Volksvertegenwoordigers zullen na den feestredenaar het woord voeren. Bruggewaarts Bruggewaarts Katho lieke Vlamingen en Vlaamsche maat schappijen, gij allen die Vlaanderen be mint, zijne taalrechten behertigt en zijn eigen Vlaamsch staatkundig leven wilt helpen heroveren Het geldt uwe dierbaarste belangen, de grootheid van Vlaanderen, de rechten van uw volk Den maandag, 2d#n September, trekken do Vlamingen naar Knocke, om langs het blonde noordzeestrand Vlaamsche luchten leute te scheppen, Vlaamschen geest en strijdlust op te doen. EN OPROE P TOT DE PLANTERS EN KOOPLIEDEN. r Het College van Burgemeester en Sche penen der Stad Aalst, brengt ler kennis van de belanghebbenden dat de heer Minister van landbouw alhier eene Com missie heeft ingericht ten einde de mid delen op te sporen om de Hopteelt te verbeteren en den handel op te beuren. Om dit doel te bereiken raadt de Com missie alle liopplanters aan 1. Enkelijk d^ verscheidenheden van de Hop te verbouwen, welke rijk zijn aan lupuline (geel- of reukstof}. De hop zuiver te plukken, zoo kort mogelijk, zoodanig dat zij noch stelen noch bladeren bevat en ze te droogen op onberispelijke wijze, zoodat zij haren aangenamen geur en hare fraaie kleur behoudt en door den rook niet is bezoe deld. Er wordt bijzonderlijk aanbevolen de Hop te plukken bel voor bel. 3. De gewone EESTEN te wijzigen, zoodat de Hop met verwarmde lucht wordt gedroogd en de rook zijnen onaan- genamen geur aan de bellen niet kan mededeelen. Toestellon van ijzeren buizen, ten bedrage van de som in hare begroeiing gebracht, zullen verleend worden aan de planters, die hunnen eest zullen inrichten volgens de inlichtingen der Commissie. Er worden drie Prijskampen uitge schreven voor de landbouwers, welke van hun eigen gewin de meeste Hop, volgens de bovenstaande voorschriften bewerkt, naar de Waag zullen brengen ten minste 100 kilos voor den lc" Prijsk. 300 2cn en 500 3"* «o» I. Op dit schrikkelijk tijdstip, dat men het omwente- lingstempeest noemt, had in ecu dorp, in de omstre ken van Bordeaux, een openbaarlijk tooneel plaats, waarvan het verhaal lot inleiding kan dienan aan de romaneske geschiedenis mijns cipiers. Een volkshoop der stad, aangevoerd door eencn euwmissaris des volks, viel op ccncn morgen eens klaps in het dorp Pcssai, en trok tot aan den drempel van het vermaarde slot van Marlatic dit slot was de eigendom geweest eens armen duivels van kouingsgc- ziuden, eens aristokratischen vaderlanders, die op de place St. Julien, de misdaad van Leve builtggeroe pen tc hebben, kwam te boeten onder het doffe ge rucht eener bijl, die te gelijk eerst Bailly. vervolgens IHarnave, Larochefoucauld, Levoisier, Thouret en Maleshcrbes wegrukte. De bijccnrotting, waarvan ik spreek, morzelde met een enkelen slag van hare volks band het traliewerk dier oude verblijfplaats, voor welke de inbeelding der menigte, verblind door dc begoocheling van een fabelachtig gerucht, van alleilei schatten, van al de flikkerende wonderbaarbeden eens aristocraliscben rijkdoms te doen overvloeien. Wie zoekt gij wat wilt gij vroeg plotseling een, op de trappen des stoeps waggelende, tachtig- Jarige dienaar, die zijnen ongclukkigcn meester tot op dc bebloede treden des scbavots vergezeld had. Wij zoeken niemand, antwoordde de commissaris des volks; wij willen niets dan de oureclilvcerdig ge wonnen fortuin eens aristocraals, en wij zullen ze ■hebben. Duivels en waar is zij dan, de fortuin 7 In de kelders, op de zolders, in al du deelen van het kasteel. Ter goeder uurcn dc erfenis van M. de Ma- lartic hoort u ongetwijfeld toe Zij behoort aan de naliu Waar ziet gij de natie als het u belieft 7 Daar zie üp deze woorden ontplooide de commissaris des volks een overgroot driekleurig vaandel, dat bij met een stuiptrekkende band schudde; de verrukte menigte begon helLeve de Republiek te roepen, en de olli- cicde redenaar voegde er bij met eene weerklinkende stem Burgersdaar, waar liet vaandel is, is Frankrijk Meesterlijk hernam dc oude bewaarder van het kasteeelFrankrijk kout aan dc deur eens kouings- geziuden dat de wijde scheideur zich voor haar opeuc Wcest welgekomen, burgers I dc schaduw mijns meesiers groet u Gij spreekt volgeDs mij dunkt van cenen schat Ik ken slechts eeueu in deze woon de roemweerdige nagedachtenis van M. dc Alalartic Gij spreekt van juweelen, vau millioenen van diamanten, van al de schatten der Dutzend eenen nacht 1 Treedt binnen en zoekt, misschien zult gij dit alles vinden De commissaris Jan Cabanis, eu eenige zijner gezel luii, begonnen dc woning vau onder tot boven, in de kamers, iu de kassen, onder liet paneelwerk, onder den houtvloer, tot op de daken, in een woord, overal tedoorsnulfelcn, met piek, hamer-en bijlslagen, zon der iets te ontdekken van hetgene zij met groot gc schreeuw, groote moeite cn groote gebaren zochten. De huiszoeking, ik wil zeggen de huisafbraak duurde zes uren. Zekerlijk maakten dc vervaarlijke ezoek.-rs misbruik der nagclatene herbergzaamheid De volgende premiën zullen toegekend worden Prijskampen l'n 2en 3°" Eén eerste prijs van 30 fr. 40 fr. 50 fr. Eén tweede prijs van 20 fr. 30 fr. 40 fr. Tweederde pr ijzen van 15 fr. 25 fr. 35 fr. Tien vierde prijzen van 10 f.\ 15 fr. 15 fr. De prijskamp zal eindigen den 1 Decem ber 1895. Degene welke er willen deel aan nemen, zullen uit de baal die voel den eersten prijskamp ten mins'.e 100 kilos moet wegen, eenstaai doen nemen door den Bestuurder der Stadswaag, die de genomene stalen in tegenwoordigheid van de belanghebbenden zal nummeren, bewaren en de namen der planters en de nummers hunner stalen in een daartoe bestemd register schrijven. De stalen zullen bovendien door den heer Secretaris dagelijks toegezegeld worden. Na de toewijzing der prijzen zullen de stalen tentoongesteld worden. De dag der prijsdeeling zal later vastge steld en aan de prijswinnaars bekend gemaakt worden. Van af heden kan men ver der inlich tingen bekon.en bij de leden der Commis sie MM. L.Gheeraerdls,Voorz\iter;Baron Paul Bethune; F. Cumont-.C. I)e Co- ninck-De Windt; Ph. De Wolf-van der Nool; Fr. Monfils; Aug. Van der Schueren; L. Van Overslraelen; J. ReynicrsSchrijver. Gedaan te Aelst, den 5 Augusti 1895. De Secretaris De Burgemeester Edm.Scheerlinckx. V.Van Warabeke. De heer minister van financiën heeft het aangekondigde ontwerp van wet bij de Volkskamer ingediend. De tabakteclt wordt volkomen vrijge laten al wie wil mag tabak planten zonder rechten te moeten betalen of welk- danige formaliteit te moeten vervullen. Het inkomrecht op sigaren en siga retten wordt vermeerderd tot 500 fr. en op de bewerkte tabak tot 120 franks voor beide per 100 kilogr. Het inkomrecht op onbewerkte tabak wordt verminderd tot 50 fr. per 100 kilogr. Een accijnsrecbt van 30 fr. per 100 kilogr. wordt gesteld op de fabrikatie zoowel van inlandscbe als van vreemde tabak. De fabrikanten van tabak zullen dus bij iedere fabrikatie aangifte moeten doen gelijk de brouwers bij ieder brouwsel en hunne werkbuizen zullen onder de bewa king staan vau bedienden der accijuseu. Eindelijk zal er een vergunningsrecht, op den verkoop van tabak en sigaren in 't klein geheven worden. Dees wetsontwerp zal in 't land geen altegrooten bijval ontmoeten. Wij ge- looven zelfs dat het door de Kamer niet zal gestemd geraken ten zij mits groote, zeer groote wijzigingen.Groote moeilijkhe den zullen er zoo wel voor de fabrikanten van tabak als voor de planters uit voort spruiten. De invoerrechten op de vreemde tabak worden verminderd met 20 franks, doch van den anderen kant, treft men de fabrikatie met een accijnsrecbt van 30 franks, dus 80 franks of 10 franks ver meerdering. De inlandscbe tabak wordt ook bij de fabrikatie met een accijnsrecbt van 3D franks per 100 kilogr. getroffen. De smokkelarij zal op grooten voet kun nen gebeuren en om ze te beletten zal er een Jeger van accijnsbedienden noodig zijn. Op den buiten vooral zal de smok kelarij bijna niet te treffen zijn, want voor de fabrikatie van den rooktabak is een snijpeerd voldoende. De tabakkwestie kan, volgens ons, veel eenvoudiger opgelost worden. De land bouwers welke tabak planten in 't groot vragen de afschaffing der rechten niet, zij weten te wel dat het behoud ervan bun voordeelig is. De landbouwers alleen welke tabak planten voor bun eigen ge bruik vragen den vrijdom voor het planten van hun gerief. Ebwel dat men de zaken behoudc ge lijk ze heden bestaan maar aan al wie kiezer is op den buiten het recht guune van 150 zelfs 200 planten vrij te mogen planten cn do tabakkwestie zal opgelost zijn. Dc toestand. Nog weinige weken scheiden ons van den gewichtigston strijd die wij ooit zul len beleefd bobben wij bedoelen de kie zing voor de gansche vernieuwing van den Gemeenteraad. Moest men de schrij velaars van Den der galm en Land van Aelst gelooven dan bestaat er voor ons, katholieken, geene hoop van overwinning meer, in andere woorden, wij gaan reddeloos verslagen worden om nooit meer op te staan. Liberalen, Socialisten cn Volksfoppers samen in een leger versmolten ziju van dc zegepraal verzekerd immers zij al leen bezitten de genegenheid en de liefde des volks, want zij alleen zijn eerlijk, deftig en rechtschapen cn bovendien ge leerde en verstandige maunen zoo er ner gens in de vijf werelddcelen te vinden zijn- Eu men voege daarbij de oneenigheid die in 't katholiek kamp heerscht bij zooverre dat geene zitting van onzen ge meentcraad kan eindigen zonder gekijf, cn roepen zij uit, wie kan er dan nog een oogenblik aan onze liberale zegepraal twijfelen Wij noemen dat liberalen praat en pra ten brengt geen oonlje bij, zegt't spreek woord... Nu, om zijn eigene kwalen te verbergen, spreken sommige lieden veel kwaad vau buuue geburen en dc liberale schry velaars behooren tot die soort. van mijnheer de Malartic men slocgal dc vensterrui ten van het slot uit, men scheurde de behangsels, de Ituwcelcn, de tapijten cn menige andere kostbare stoffen men onthalsde de standbeelden, alsof het aristocraten waren, wederpannigen, of verdachten n gevrcestmen verstrooide tusschen het kreu pelhout der hovingen kosthare, geschilderde doeken, geestelijke personaadjen, tegenomwcntelaars ucr an dere wereld voorstellende, die op hun voorhoofd de heilige schaalkroon der christene iegeuden droegen maar, eilaas de omwcntelaars hadden wel Ie zeggen en tc doen zij vonden noch geldkist noch juweelen, noch schatten of diamanten Ik vergis mijop het oogenblik, dat zij er gingen uitscheiden met de om- halsbrcnging der onnoozclen van dc beeldhouwkunst, boorden zij ik weet niet welk gedruisch, eene geheim zinnige ver roering achter een schutsel, dat bedekt was met eencn heerlijken, schitterenden scliildeidoek, Welke bet schitterend beeld der II Maagd van l'Espa- gnolet voorsteldehet schilderstuk was iu eenen oog wenk aan flarden gescheurd welhaast vloog het schutsel in duizend brokken en in de plaats eener geschilderde madona, die een oprecht meesterstuk was, ontwaarden de heiligschenders voor hen, op de stcenen knielend, en de oogen tot den hemel gericht eene levende madona, die oprecht wonder was. De jonge dochter, de biddende maagd, die, als door eene hcmelschc ingeving voor hen verscheen, was zoo lief» ijk, zoo bevallig, zoo schoon en zoo teederlijk vau godsdienst ingetogen, zij bad met zooveel vurigheid, zij bestaarde, zg smeekte zoo vuriglijk deu hemel, zonder dat liet haar mogelijk was denzelvc te kunnen zien, maar uit opgetogenheid hem dwars door de duis ternis des afslands.denkende tc ontwaren, zij scheen zooveel zielcrust, onschuld en zaligheid te genieten zijliet zich, te samen met de Engelen, zoo ver van Welnu, wij bebben maar de oogen te werpen op 't liberale socialistische kamp om overtuigd te zijn van dc waarheid die wij hier booger neêrschrijven. En inderdaad, nooit bebben onze libe ralen er slechter voorgestaan dan heden- daagsch. Nooit bebben ze machteloozer ten strijde moeten trekken dan beden. Al hunne oude leiders hebben onze stad verlaten of zich achteruitgetrokken en alleen eenige oude pruiken die droomen van Burgemeester of Schepen te worden, en de jonge flierefluiters staan nog aan 't hoofd. Eu of do jonge flierefluiters die oude pruiken zullen gedoogen, dat is eene an dere kwestie. Wij zeggen Er is sterk, zeer sterk voor te vreezen. Hunne kies- vergaderingen geven ons immers de maat vau de goede verstandhouding die onder ben beersebt en van de liefde die zij el kander toedragen. Geen vorgaderingske wordt er bij de liberalen gehouden, of bet loopt uit op wederzijdsche verwijtingen en als ikke er tegenwoordig is dan gaat de kat voor goed op de koord. Maar de liberale scribenten wachten zich wel daar een woordje over te lossen in Dendergalm en om rede. Uit eigene krachten zijn de liberalen zoo machteloos als 't maar zijn kan en hunne eenige hoop van overwinning be rust op 't verraad der helden van Chipka en op den bijstand der socialisten. De socialisten brieven wel rond dat zij alleen met eene volledige lijst zirilen op treden, doch wij gelooven er niets van de roodeu bandelen uit loutere berekenin gen wij wedden dat liberalen en socia listen zich op 't einde zullen goed ver staan. Voor de laatste maal gaan de liberalen kunnen ten strijde trekken alles verho pende van 't verraad vau Cbipka. Zonder aeze hoop zou er van strijden bij de libe ralen geen spraak meer geweest.zijn, want veracht gelijk ze zijn van eiken dcf- tigën en rechtschapen burger zouden zij uit hunne pijpen niet bebben durven kruipen. Eer weinige jaren zullen verloopen zijn, zullen de liberalen totaal verdwenen zijn en zal men er nog slechts van spreken wanneer het van godsdiensthaters uit de verledene tydeu zal te pas komen, want al wat nog liberaal is zal eindelijk in de roode bende versmolten worden. Binnen weinige weken zullen wij, ka tholieken, bun den genadeklop geven. Ja, katholieke Medeburgers, strijden wij moedig eu eendrachtig tegen liberaal, socialist gesteuud door verraad en de zegepraal is verzekerd.... En dan zullen wij met fierheid de katholieke vlag aau ous Stadhuis laten wapperen, onze katho lieke vlag iu welker plooien geschreven staat Voor Godsdienst, Eigendom, Huisgezin en algemeene welvaart onze wereld, zoo ver van al de boosaardigen der aaide ueren eindelijk, bet was daar eene zoo smaak volle, zoo verrukkelijke, zoo goddelijke verschijning, dat de commissaris des volks zelfs in eene bespiege ling, die tegelijk van den eerbied, van de verslagenheid van de verrukking hield, haar stilzwijgend bewon derde. In weerwraak, kregen zijne gezellen, zijne tienden der bijeenrotling, het in den zin om het best te spotten, te schertsen en tc lachen de ongeduldig- sten en de sloutsten dierven de jonge dochter nade renmaar, op zijne beurt, dierf Cabanis zich voor haar plaatsen, bij liet op dc knielende maagd een eind des omwentelingsvaandels vallen, als om baar leven cn hare eer onder de bescherming van liet ge- mcencbest tc stellen vervolgens zich tot zijne woe dende gezellen wendende, die hem langs alle kanten omringden, riep hij met eene donderende stem uit Burgers de eerste uwer, die deze vrouw aan raakt, de eerste, die haar lastert, de eerste, die haar toespreektis een man des doods. Goddank, Cabanis moest niemand doodenhij richtte de schoone christene, die den hemel aanriep, op hg had haar zich in eencn w jjden zetel der zaal neder te zetten lig nam eerbiediglijk zijn roode muls van zijn hoofd hij wierp, verre van hem, op den Vloer der kamer, de Icclgke wapenen, welke de jonge dochter verschrikten hg stelde haar zooveel mogelijk gerust met woorden, met glimlachen, welke niets vervaar lijks hadden hg zegde haar, met eene aandoening, welke zijne lippen schier bevend maakten Wie gij ook wezen mocht, wees niet bevreesd cn gewaardig u mij tc antwoorden Aan wicn zou ik antwoorden 7 aan eenen vijand? Neen, aau een burger, aan een vaderlander, een eerlijk man. Ebwel, wal moet gij hebben Ik wil wetenwat gij daar, alleen, aan aller oogeu veraoken, deedl in dit zoo ellendig eu droevig vertrek, waar er noch liebt, noch ruimte, noch vrijheid, noch zonnekluarte te tinden is. Ik bad God voor u allen. Voor ons Ja, voor dc moordenaars mijns vaders. Wie zgt gij dau Ik beu de dochter van een aristocraatik ben jufvrouw de Marlatic Een deugdelijke!) naam dragen was dit ia die lijden niet een groot schelmstuk De kumuiissaris des volks was gedwongen, maar tegen zijnen dank, zijnen plicht tot het einde toe te volbrengen de menigte riep iu hét kasteel Weg den aristocraat eu Cabanis moest aan onze; heldin, die reeds zijne guustclinge geworden was, bevelen vau aan de wet ie gehoorzamen eu hem te volgen. Vaarwel 1 wg zullen malkander in eene betere wereld wederzien riep jufvrouw de Marlatic uit, bare band aan den ouden dieuaar baars vaders gevende. Goedheid des hemels stamelde de grijsaard, voor de voeten van jonkvrouw knielende, waar gaat gij waar leidt men haar 1 waar sleept men haar naartoe Tot den dood, antwoordde eene stem uit de me nigte. Tot het marteldom, hernam de jonge dochter. Tot de vrijheidschreeuwde de kommissaris des volks. Eenige uren later werdjonkvrouw dc Marlatic in de hukken van het lort van 114 geworpen denzelfden avond werd de cipier der gevangenis, ik weet niet waarom, afgezet, hg was reeds van jaren, heeft men mij gezegd, eu men verving hem door een jong eu ijselijk persoon, door een onverbiddelijk patriot, Het geheugen der dieren. De beroemde dierentemmer Martin leefde reeds verscheidene jaren op zijne renten, toen hij eens het gedacht kreeg een bezoek te doen aan zijne vroegere diergaarde, die hij in vijfjaar niet meer gezien had. Hij ging dus uit Rotterdam naar Brussel, en kwam daartoe inden achternoen, juist als men de dieren hun eten gaf. Het was winter. Martin was diep in zijnen jas gewikkeld en stond te miaden der menigte. Op den oogenblik dat den oppasser met het ronddeclen van 't eten begon, hoestte Martin. Plotselings zagen de dieren van hunne lekkere brokjes op,spitsten de ooreu, lieten een luid vreugdegebrul hooren, cn schudden zoo geweldig aan de tralie» van hunne hokken, dat de toeschouwers angstig uit de diergaarde vluchtten. De papegaaien en kangoeroes, pelikanen en apen begonnen te gillen en te krijschetj, de heyenas en wolven begonnen te huilen; kortom, het was een spel van belang. Martin trad naar voren en gebood eerst met eene beweging der hand, en daarna met eene zware stem de stilte. En eens klaps was alles stil. Hy sprong over de barriere die de toeschouwers van de dieren scheidde, en stak zijne handen beurtelings in elk hok, om de beesten te stroelen. Bijzonderlijk legde eene groote tijgerin eene vreugde aan den dag die aau waanzin grensde. Toen Martin's vingeren liefkozend over haar vol gleden, ging er eene zenuwach tige trilling door hare leden. Zij liet een zacht gebrom hooren, en likte met hare ruwe tong, door de ijzeren staven van het hok, het gelaat van haren vroegcren meester. Toen hy heenging, strekte zij zich op den grond uit, zonder een stuk te eten van het voedsel dat men haar gebracht had. Toen Martin de tijgerin verlaten had, kwam hij bij den leeuw Nero. Deze had hem eens in het been gebeten, waarvoor Martin hem oene flinke bestraffing had toegediend. Sedert dien heeft de leeuw altijd een feilen haat tegen den dieren temmer gekoesterd. Bii Martin's aankomst in de menagerie, had Nero zijn kop opge heven en twee fonkelende oogen op zyuun vroegeren gebieder gevestigd .Toen Martin zijn hok naderde, bleef de beest doodbe daard liggen. Den oud-dierentemmer riep hem bij den naam. Nero bewoog zich niet. Zoodra Martin verder wilde gaan, sprong de leeuw onverwacht tegeu de traliën van zijn hok op, sloeg zijne klauwen tusschen de zware ijzeren staven, en scheurde een stuk vau Martin's jas af. Dank zij eene snelle beweging, gelukte bet Martin aan verdere aanvallen van het vijandig gezin de dier te ontkomen. Genezing (lui* tering* Eindelijk schijnt men het middel gevon- oiocii, onbeschroomdheid eu invloed op het volk, «1- r de gansche slad geroemd werd dien nieuwe» cipier kent gij alreedshg droeg, het is een oogenblik ge leden, de sluier van kommissaris des volks, bet ia Jan-Frans Cabanis Dei anderdaags, wat zonderlinge verrassing voor jufvrouw dc Marlaticin stede van dien leelgken cipier, die baar daags te voren zoo ruw behandeld bad, zag zij in haar hok den man des volks trade», die de goedheid bad gebad, tot baar te grimlachen, baar te moedigen, en haar in de groote zaal baar vaders te verdedigen. Cabanis nam haar, ten nederigste mogelijk, bij de hand hij leidde haar haastig dwars door de omwegeu vau dien zwartcu on afgrijselijken doolhof, waar men niets boorde dan een smartvollen weergalm der zuch ten, der klachten, der smeekingen en der trumloc- den. Zij doorliepen aldus langen tijd de gevangenis, eikander schragende, bet is te zeggen, zg hoogst zwak, schier waggelend, bij altoos welwillend, allooi ta slap pen, de bewegingen dar jonge dochter afspiadroda, om haar te beter in haren onzekeren tocht te gelei den, en soms misschien het zoo aangenaam recht ta hebben, baar in zijne armen te nemen en baar te on dersteunen. Eindelijk stampte de geheimzinnige gids met den voet op eene zeer lage, lompe en met ijzer besbgene deur, en ziedaar onze scbooue gevangene in eeue kamer, welker aanschouwen alleen haar een gil «au erkentenis en vreugde ontrukte oerdeeler waren frissche lucht, bloemen en klaarte in dit slaeb van holeen welriekende wind blsasde door bet tralie werk van het venster; de zon speelde in lange schroef vormige linie van beider stof, eu kleins giroffeifluiljes bewogen zich zacbt aan de randen der vensters. Wordt voortgetet)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 1