Zondas 18 Au»usti 1893.
3 centiemen per nummer.
49" Jaar. 3007.
HOPHANDEL.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Vlamingen, Brugge
waarts
HOPTEELT
DE CIPIER.
De nieuwe Tabakwet.
Medeburgers
Een en ander.
c7
DE DENDERBODE.
Dil. blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
Yoor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Wen schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Poslkantoren des Land.
Cuique suum.
Per drukregel, (ïewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, don IT Aug. 18025
Op zondag, ln September, zal het stroo
men van Vlaamsche strijders en maat
schappijen in de herlevende Breydelstad.
In verschillige provinciën wordt er ten
allen kante onder de Vlamingen voorbe
reiding gemaakt om in menigte naar den
Brugschen Zitdag op te trekken.
De heeren Volksvertegenwoordigers
Coremans, De Vriendt, Helleputte, Jans
sens, Huyshauwer, Van den Bemdcn, Van
der Linden, Heuvelmans, de Corswaren,
Raemdonck hebben reeds beloofd de ver-
gadering bij te wonen.
Alles voorspelt een overlieerlijken zit
dag, weerdig van het doel, waartoe hij
wordt ingericht.
Het geldt immers eene betooging van
grootsche en verheugende beteekenis.
De VI. Kath. Landsbond roept op dien
dag alle Vlamingeu bijeen om feest te
vieren over de intrede onzer volkstaal in
de Kamers gedurende het verloopen wet
gevend jaar, om te juichen over de neer
legging van De Vriend's en Coremans'
wetsvoorstellen tot verheffing van het
Vlaamsch als wets-en staatstaal en met-
ééuen om de vurige verlangens te beves
tigen van het Vlaamsche volk, dat wenscht
het gebruik zijner taal in den Landsraad
machtig te zien toenemen en de wetsvoor
stellen van De Vriendt, Coremans en Van
der Linden in 1895 nog te zien stemmen.
In de voormiddagzitting, die om elf
uren in de groote zaal der Parijssche
Hallo gehouden wordt, zullen er voorname
Vlaamsche sprekers, uit de verschillige
provinciën, verslag geven over de wets
ontwerpen van De Vriendt, Coremaus en
Van der Linden over de vcrvlaamsching
van het vrij middelbaar onderwijs, van
leger en burgerwacht, vau burgerlijk en
haudelsgercchtover de verplichtende
taalkennis voor de Belgische staatsamb
tenaars en het Vlaamsch in de gemeente-
kiezingen.
De openbare feestvergadering des na
middags zal plaats hebben in de ruime
zaal der stadshalle.
De voorzitter van den zitdag, de wak
sereen verdienstelijke Juliaan De Vriendt,
zal daar eerst zijne aanspraak doen aan de
Vlamingen.
Daarna zal de feestrede uitgesproken
worden door den vermaarden Vlaamschen
•volksredenaar D'Hooghe-Bcllemans, die,
tijdens de Brcydelfeestcn,door zijne merk-
weerdige feestrede in de Conscience';
betooging, ter zelfde Brugsche Ilalle, zulk
eenen geestdriftigen en ongewonen bijval
genoot.
Verschillige Volksvertegenwoordigers
zullen na den feestredenaar het woord
voeren.
Bruggewaarts Bruggewaarts Katho
lieke Vlamingen en Vlaamsche maat
schappijen, gij allen die Vlaanderen be
mint, zijne taalrechten behertigt en zijn
eigen Vlaamsch staatkundig leven wilt
helpen heroveren
Het geldt uwe dierbaarste belangen, de
grootheid van Vlaanderen, de rechten van
uw volk
Den maandag, 2d#n September, trekken
do Vlamingen naar Knocke, om langs
het blonde noordzeestrand Vlaamsche
luchten leute te scheppen, Vlaamschen
geest en strijdlust op te doen.
EN
OPROE P
TOT DE PLANTERS
EN KOOPLIEDEN.
r
Het College van Burgemeester en Sche
penen der Stad Aalst, brengt ler kennis
van de belanghebbenden dat de heer
Minister van landbouw alhier eene Com
missie heeft ingericht ten einde de mid
delen op te sporen om de Hopteelt te
verbeteren en den handel op te beuren.
Om dit doel te bereiken raadt de Com
missie alle liopplanters aan
1. Enkelijk d^ verscheidenheden van
de Hop te verbouwen, welke rijk zijn aan
lupuline (geel- of reukstof}.
De hop zuiver te plukken, zoo kort
mogelijk, zoodanig dat zij noch stelen
noch bladeren bevat en ze te droogen op
onberispelijke wijze, zoodat zij haren
aangenamen geur en hare fraaie kleur
behoudt en door den rook niet is bezoe
deld. Er wordt bijzonderlijk aanbevolen
de Hop te plukken bel voor bel.
3. De gewone EESTEN te wijzigen,
zoodat de Hop met verwarmde lucht
wordt gedroogd en de rook zijnen onaan-
genamen geur aan de bellen niet kan
mededeelen.
Toestellon van ijzeren buizen, ten
bedrage van de som in hare begroeiing
gebracht, zullen verleend worden aan de
planters, die hunnen eest zullen inrichten
volgens de inlichtingen der Commissie.
Er worden drie Prijskampen uitge
schreven voor de landbouwers, welke van
hun eigen gewin de meeste Hop, volgens
de bovenstaande voorschriften bewerkt,
naar de Waag zullen brengen
ten minste 100 kilos voor den lc" Prijsk.
300 2cn
en 500 3"*
«o»
I.
Op dit schrikkelijk tijdstip, dat men het omwente-
lingstempeest noemt, had in ecu dorp, in de omstre
ken van Bordeaux, een openbaarlijk tooneel plaats,
waarvan het verhaal lot inleiding kan dienan aan de
romaneske geschiedenis mijns cipiers.
Een volkshoop der stad, aangevoerd door eencn
euwmissaris des volks, viel op ccncn morgen eens
klaps in het dorp Pcssai, en trok tot aan den drempel
van het vermaarde slot van Marlatic dit slot was de
eigendom geweest eens armen duivels van kouingsgc-
ziuden, eens aristokratischen vaderlanders, die op de
place St. Julien, de misdaad van Leve builtggeroe
pen tc hebben, kwam te boeten onder het doffe ge
rucht eener bijl, die te gelijk eerst Bailly. vervolgens
IHarnave, Larochefoucauld, Levoisier, Thouret en
Maleshcrbes wegrukte. De bijccnrotting, waarvan ik
spreek, morzelde met een enkelen slag van hare volks
band het traliewerk dier oude verblijfplaats, voor
welke de inbeelding der menigte, verblind door dc
begoocheling van een fabelachtig gerucht, van alleilei
schatten, van al de flikkerende wonderbaarbeden eens
aristocraliscben rijkdoms te doen overvloeien.
Wie zoekt gij wat wilt gij vroeg plotseling
een, op de trappen des stoeps waggelende, tachtig-
Jarige dienaar, die zijnen ongclukkigcn meester tot op
dc bebloede treden des scbavots vergezeld had.
Wij zoeken niemand, antwoordde de commissaris
des volks; wij willen niets dan de oureclilvcerdig ge
wonnen fortuin eens aristocraals, en wij zullen ze
■hebben.
Duivels en waar is zij dan, de fortuin 7
In de kelders, op de zolders, in al du deelen van
het kasteel.
Ter goeder uurcn dc erfenis van M. de Ma-
lartic hoort u ongetwijfeld toe
Zij behoort aan de naliu
Waar ziet gij de natie als het u belieft 7
Daar zie
üp deze woorden ontplooide de commissaris des
volks een overgroot driekleurig vaandel, dat bij met
een stuiptrekkende band schudde; de verrukte menigte
begon helLeve de Republiek te roepen, en de olli-
cicde redenaar voegde er bij met eene weerklinkende
stem
Burgersdaar, waar liet vaandel is, is Frankrijk
Meesterlijk hernam dc oude bewaarder van het
kasteeelFrankrijk kout aan dc deur eens kouings-
geziuden dat de wijde scheideur zich voor haar
opeuc Wcest welgekomen, burgers I dc schaduw
mijns meesiers groet u Gij spreekt volgeDs mij dunkt
van cenen schat Ik ken slechts eeueu in deze
woon de roemweerdige nagedachtenis van M. dc
Alalartic Gij spreekt van juweelen, vau millioenen
van diamanten, van al de schatten der Dutzend
eenen nacht 1 Treedt binnen en zoekt, misschien zult
gij dit alles vinden
De commissaris Jan Cabanis, eu eenige zijner gezel
luii, begonnen dc woning vau onder tot boven, in de
kamers, iu de kassen, onder liet paneelwerk, onder
den houtvloer, tot op de daken, in een woord, overal
tedoorsnulfelcn, met piek, hamer-en bijlslagen, zon
der iets te ontdekken van hetgene zij met groot gc
schreeuw, groote moeite cn groote gebaren zochten.
De huiszoeking, ik wil zeggen de huisafbraak
duurde zes uren. Zekerlijk maakten dc vervaarlijke
ezoek.-rs misbruik der nagclatene herbergzaamheid
De volgende premiën zullen toegekend
worden
Prijskampen l'n 2en 3°"
Eén eerste prijs van 30 fr. 40 fr. 50 fr.
Eén tweede prijs van 20 fr. 30 fr. 40 fr.
Tweederde pr ijzen van 15 fr. 25 fr. 35 fr.
Tien vierde prijzen van 10 f.\ 15 fr. 15 fr.
De prijskamp zal eindigen den 1 Decem
ber 1895. Degene welke er willen deel
aan nemen, zullen uit de baal die voel
den eersten prijskamp ten mins'.e 100
kilos moet wegen, eenstaai doen nemen
door den Bestuurder der Stadswaag, die
de genomene stalen in tegenwoordigheid
van de belanghebbenden zal nummeren,
bewaren en de namen der planters en de
nummers hunner stalen in een daartoe
bestemd register schrijven. De stalen
zullen bovendien door den heer Secretaris
dagelijks toegezegeld worden.
Na de toewijzing der prijzen zullen de
stalen tentoongesteld worden.
De dag der prijsdeeling zal later vastge
steld en aan de prijswinnaars bekend
gemaakt worden.
Van af heden kan men ver der inlich
tingen bekon.en bij de leden der Commis
sie
MM. L.Gheeraerdls,Voorz\iter;Baron
Paul Bethune; F. Cumont-.C. I)e Co-
ninck-De Windt; Ph. De Wolf-van der
Nool; Fr. Monfils; Aug. Van der
Schueren; L. Van Overslraelen; J.
ReynicrsSchrijver.
Gedaan te Aelst, den 5 Augusti 1895.
De Secretaris De Burgemeester
Edm.Scheerlinckx. V.Van Warabeke.
De heer minister van financiën heeft
het aangekondigde ontwerp van wet bij
de Volkskamer ingediend.
De tabakteclt wordt volkomen vrijge
laten al wie wil mag tabak planten
zonder rechten te moeten betalen of welk-
danige formaliteit te moeten vervullen.
Het inkomrecht op sigaren en siga
retten wordt vermeerderd tot 500 fr. en
op de bewerkte tabak tot 120 franks voor
beide per 100 kilogr. Het inkomrecht op
onbewerkte tabak wordt verminderd tot
50 fr. per 100 kilogr.
Een accijnsrecbt van 30 fr. per 100
kilogr. wordt gesteld op de fabrikatie
zoowel van inlandscbe als van vreemde
tabak.
De fabrikanten van tabak zullen dus
bij iedere fabrikatie aangifte moeten doen
gelijk de brouwers bij ieder brouwsel en
hunne werkbuizen zullen onder de bewa
king staan vau bedienden der accijuseu.
Eindelijk zal er een vergunningsrecht,
op den verkoop van tabak en sigaren in
't klein geheven worden.
Dees wetsontwerp zal in 't land geen
altegrooten bijval ontmoeten. Wij ge-
looven zelfs dat het door de Kamer niet
zal gestemd geraken ten zij mits groote,
zeer groote wijzigingen.Groote moeilijkhe
den zullen er zoo wel voor de fabrikanten
van tabak als voor de planters uit voort
spruiten. De invoerrechten op de vreemde
tabak worden verminderd met 20 franks,
doch van den anderen kant, treft men de
fabrikatie met een accijnsrecbt van
30 franks, dus 80 franks of 10 franks ver
meerdering. De inlandscbe tabak wordt
ook bij de fabrikatie met een accijnsrecbt
van 3D franks per 100 kilogr. getroffen.
De smokkelarij zal op grooten voet kun
nen gebeuren en om ze te beletten zal er
een Jeger van accijnsbedienden noodig
zijn. Op den buiten vooral zal de smok
kelarij bijna niet te treffen zijn, want
voor de fabrikatie van den rooktabak is
een snijpeerd voldoende.
De tabakkwestie kan, volgens ons, veel
eenvoudiger opgelost worden. De land
bouwers welke tabak planten in 't groot
vragen de afschaffing der rechten niet, zij
weten te wel dat het behoud ervan bun
voordeelig is. De landbouwers alleen
welke tabak planten voor bun eigen ge
bruik vragen den vrijdom voor het planten
van hun gerief.
Ebwel dat men de zaken behoudc ge
lijk ze heden bestaan maar aan al wie
kiezer is op den buiten het recht guune
van 150 zelfs 200 planten vrij te mogen
planten cn do tabakkwestie zal opgelost
zijn.
Dc toestand.
Nog weinige weken scheiden ons van
den gewichtigston strijd die wij ooit zul
len beleefd bobben wij bedoelen de kie
zing voor de gansche vernieuwing van den
Gemeenteraad.
Moest men de schrij velaars van Den
der galm en Land van Aelst gelooven dan
bestaat er voor ons, katholieken, geene
hoop van overwinning meer, in andere
woorden, wij gaan reddeloos verslagen
worden om nooit meer op te staan.
Liberalen, Socialisten cn Volksfoppers
samen in een leger versmolten ziju van
dc zegepraal verzekerd immers zij al
leen bezitten de genegenheid en de liefde
des volks, want zij alleen zijn eerlijk,
deftig en rechtschapen cn bovendien ge
leerde en verstandige maunen zoo er ner
gens in de vijf werelddcelen te vinden
zijn-
Eu men voege daarbij de oneenigheid
die in 't katholiek kamp heerscht bij
zooverre dat geene zitting van onzen ge
meentcraad kan eindigen zonder gekijf,
cn roepen zij uit, wie kan er dan nog een
oogenblik aan onze liberale zegepraal
twijfelen
Wij noemen dat liberalen praat en pra
ten brengt geen oonlje bij, zegt't spreek
woord... Nu, om zijn eigene kwalen te
verbergen, spreken sommige lieden veel
kwaad vau buuue geburen en dc liberale
schry velaars behooren tot die soort.
van mijnheer de Malartic men slocgal dc vensterrui
ten van het slot uit, men scheurde de behangsels, de
Ituwcelcn, de tapijten cn menige andere kostbare
stoffen men onthalsde de standbeelden, alsof het
aristocraten waren, wederpannigen, of verdachten
n gevrcestmen verstrooide tusschen het kreu
pelhout der hovingen kosthare, geschilderde doeken,
geestelijke personaadjen, tegenomwcntelaars ucr an
dere wereld voorstellende, die op hun voorhoofd de
heilige schaalkroon der christene iegeuden droegen
maar, eilaas de omwcntelaars hadden wel Ie zeggen
en tc doen zij vonden noch geldkist noch juweelen,
noch schatten of diamanten Ik vergis mijop het
oogenblik, dat zij er gingen uitscheiden met de om-
halsbrcnging der onnoozclen van dc beeldhouwkunst,
boorden zij ik weet niet welk gedruisch, eene geheim
zinnige ver roering achter een schutsel, dat bedekt was
met eencn heerlijken, schitterenden scliildeidoek,
Welke bet schitterend beeld der II Maagd van l'Espa-
gnolet voorsteldehet schilderstuk was iu eenen oog
wenk aan flarden gescheurd welhaast vloog het
schutsel in duizend brokken en in de plaats eener
geschilderde madona, die een oprecht meesterstuk
was, ontwaarden de heiligschenders voor hen, op de
stcenen knielend, en de oogen tot den hemel gericht
eene levende madona, die oprecht wonder was.
De jonge dochter, de biddende maagd, die, als door
eene hcmelschc ingeving voor hen verscheen, was zoo
lief» ijk, zoo bevallig, zoo schoon en zoo teederlijk vau
godsdienst ingetogen, zij bad met zooveel vurigheid,
zij bestaarde, zg smeekte zoo vuriglijk deu hemel,
zonder dat liet haar mogelijk was denzelvc te kunnen
zien, maar uit opgetogenheid hem dwars door de duis
ternis des afslands.denkende tc ontwaren, zij scheen
zooveel zielcrust, onschuld en zaligheid te genieten
zijliet zich, te samen met de Engelen, zoo ver van
Welnu, wij bebben maar de oogen te
werpen op 't liberale socialistische kamp
om overtuigd te zijn van dc waarheid die
wij hier booger neêrschrijven.
En inderdaad, nooit bebben onze libe
ralen er slechter voorgestaan dan heden-
daagsch. Nooit bebben ze machteloozer
ten strijde moeten trekken dan beden.
Al hunne oude leiders hebben onze stad
verlaten of zich achteruitgetrokken en
alleen eenige oude pruiken die droomen
van Burgemeester of Schepen te worden,
en de jonge flierefluiters staan nog aan
't hoofd.
Eu of do jonge flierefluiters die oude
pruiken zullen gedoogen, dat is eene an
dere kwestie. Wij zeggen Er is sterk,
zeer sterk voor te vreezen. Hunne kies-
vergaderingen geven ons immers de maat
vau de goede verstandhouding die onder
ben beersebt en van de liefde die zij el
kander toedragen.
Geen vorgaderingske wordt er bij de
liberalen gehouden, of bet loopt uit op
wederzijdsche verwijtingen en als ikke
er tegenwoordig is dan gaat de kat voor
goed op de koord.
Maar de liberale scribenten wachten
zich wel daar een woordje over te lossen
in Dendergalm en om rede.
Uit eigene krachten zijn de liberalen
zoo machteloos als 't maar zijn kan en
hunne eenige hoop van overwinning be
rust op 't verraad der helden van Chipka
en op den bijstand der socialisten.
De socialisten brieven wel rond dat zij
alleen met eene volledige lijst zirilen op
treden, doch wij gelooven er niets van de
roodeu bandelen uit loutere berekenin
gen wij wedden dat liberalen en socia
listen zich op 't einde zullen goed ver
staan.
Voor de laatste maal gaan de liberalen
kunnen ten strijde trekken alles verho
pende van 't verraad vau Cbipka. Zonder
aeze hoop zou er van strijden bij de libe
ralen geen spraak meer geweest.zijn,
want veracht gelijk ze zijn van eiken dcf-
tigën en rechtschapen burger zouden zij
uit hunne pijpen niet bebben durven
kruipen.
Eer weinige jaren zullen verloopen zijn,
zullen de liberalen totaal verdwenen zijn
en zal men er nog slechts van spreken
wanneer het van godsdiensthaters uit de
verledene tydeu zal te pas komen, want
al wat nog liberaal is zal eindelijk in de
roode bende versmolten worden.
Binnen weinige weken zullen wij, ka
tholieken, bun den genadeklop geven.
Ja, katholieke Medeburgers, strijden
wij moedig eu eendrachtig tegen liberaal,
socialist gesteuud door verraad en de
zegepraal is verzekerd.... En dan zullen
wij met fierheid de katholieke vlag aau
ous Stadhuis laten wapperen, onze katho
lieke vlag iu welker plooien geschreven
staat Voor Godsdienst, Eigendom,
Huisgezin en algemeene welvaart
onze wereld, zoo ver van al de boosaardigen der aaide
ueren eindelijk, bet was daar eene zoo smaak
volle, zoo verrukkelijke, zoo goddelijke verschijning,
dat de commissaris des volks zelfs in eene bespiege
ling, die tegelijk van den eerbied, van de verslagenheid
van de verrukking hield, haar stilzwijgend bewon
derde. In weerwraak, kregen zijne gezellen, zijne
tienden der bijeenrotling, het in den zin om het best
te spotten, te schertsen en tc lachen de ongeduldig-
sten en de sloutsten dierven de jonge dochter nade
renmaar, op zijne beurt, dierf Cabanis zich voor
haar plaatsen, bij liet op dc knielende maagd een
eind des omwentelingsvaandels vallen, als om baar
leven cn hare eer onder de bescherming van liet ge-
mcencbest tc stellen vervolgens zich tot zijne woe
dende gezellen wendende, die hem langs alle kanten
omringden, riep hij met eene donderende stem uit
Burgers de eerste uwer, die deze vrouw aan
raakt, de eerste, die haar lastert, de eerste, die haar
toespreektis een man des doods.
Goddank, Cabanis moest niemand doodenhij richtte
de schoone christene, die den hemel aanriep, op hg
had haar zich in eencn w jjden zetel der zaal neder te
zetten lig nam eerbiediglijk zijn roode muls van zijn
hoofd hij wierp, verre van hem, op den Vloer der
kamer, de Icclgke wapenen, welke de jonge dochter
verschrikten hg stelde haar zooveel mogelijk gerust
met woorden, met glimlachen, welke niets vervaar
lijks hadden hg zegde haar, met eene aandoening,
welke zijne lippen schier bevend maakten
Wie gij ook wezen mocht, wees niet bevreesd
cn gewaardig u mij tc antwoorden
Aan wicn zou ik antwoorden 7 aan eenen vijand?
Neen, aau een burger, aan een vaderlander,
een eerlijk man.
Ebwel, wal moet gij hebben
Ik wil wetenwat gij daar, alleen, aan aller oogeu
veraoken, deedl in dit zoo ellendig eu droevig vertrek,
waar er noch liebt, noch ruimte, noch vrijheid, noch
zonnekluarte te tinden is.
Ik bad God voor u allen.
Voor ons
Ja, voor dc moordenaars mijns vaders.
Wie zgt gij dau
Ik beu de dochter van een aristocraatik ben
jufvrouw de Marlatic
Een deugdelijke!) naam dragen was dit ia die lijden
niet een groot schelmstuk
De kumuiissaris des volks was gedwongen, maar
tegen zijnen dank, zijnen plicht tot het einde toe te
volbrengen de menigte riep iu hét kasteel Weg
den aristocraat eu Cabanis moest aan onze; heldin,
die reeds zijne guustclinge geworden was, bevelen
vau aan de wet ie gehoorzamen eu hem te volgen.
Vaarwel 1 wg zullen malkander in eene betere
wereld wederzien riep jufvrouw de Marlatic uit, bare
band aan den ouden dieuaar baars vaders gevende.
Goedheid des hemels stamelde de grijsaard,
voor de voeten van jonkvrouw knielende, waar gaat
gij waar leidt men haar 1 waar sleept men haar
naartoe
Tot den dood, antwoordde eene stem uit de me
nigte.
Tot het marteldom, hernam de jonge dochter.
Tot de vrijheidschreeuwde de kommissaris des
volks.
Eenige uren later werdjonkvrouw dc Marlatic in de
hukken van het lort van 114 geworpen denzelfden
avond werd de cipier der gevangenis, ik weet niet
waarom, afgezet, hg was reeds van jaren, heeft men
mij gezegd, eu men verving hem door een jong eu
ijselijk persoon, door een onverbiddelijk patriot,
Het geheugen der dieren.
De beroemde dierentemmer Martin
leefde reeds verscheidene jaren op zijne
renten, toen hij eens het gedacht kreeg
een bezoek te doen aan zijne vroegere
diergaarde, die hij in vijfjaar niet meer
gezien had. Hij ging dus uit Rotterdam
naar Brussel, en kwam daartoe inden
achternoen, juist als men de dieren hun
eten gaf.
Het was winter. Martin was diep in
zijnen jas gewikkeld en stond te miaden
der menigte. Op den oogenblik dat den
oppasser met het ronddeclen van 't eten
begon, hoestte Martin.
Plotselings zagen de dieren van hunne
lekkere brokjes op,spitsten de ooreu,
lieten een luid vreugdegebrul hooren, cn
schudden zoo geweldig aan de tralie» van
hunne hokken, dat de toeschouwers
angstig uit de diergaarde vluchtten. De
papegaaien en kangoeroes, pelikanen en
apen begonnen te gillen en te krijschetj,
de heyenas en wolven begonnen te huilen;
kortom, het was een spel van belang.
Martin trad naar voren en gebood eerst
met eene beweging der hand, en daarna
met eene zware stem de stilte. En eens
klaps was alles stil. Hy sprong over de
barriere die de toeschouwers van de
dieren scheidde, en stak zijne handen
beurtelings in elk hok, om de beesten te
stroelen. Bijzonderlijk legde eene groote
tijgerin eene vreugde aan den dag die aau
waanzin grensde.
Toen Martin's vingeren liefkozend over
haar vol gleden, ging er eene zenuwach
tige trilling door hare leden. Zij liet een
zacht gebrom hooren, en likte met hare
ruwe tong, door de ijzeren staven van het
hok, het gelaat van haren vroegcren
meester. Toen hy heenging, strekte zij
zich op den grond uit, zonder een stuk te
eten van het voedsel dat men haar
gebracht had.
Toen Martin de tijgerin verlaten had,
kwam hij bij den leeuw Nero. Deze had
hem eens in het been gebeten, waarvoor
Martin hem oene flinke bestraffing had
toegediend. Sedert dien heeft de leeuw
altijd een feilen haat tegen den dieren
temmer gekoesterd. Bii Martin's aankomst
in de menagerie, had Nero zijn kop opge
heven en twee fonkelende oogen op zyuun
vroegeren gebieder gevestigd .Toen Martin
zijn hok naderde, bleef de beest doodbe
daard liggen.
Den oud-dierentemmer riep hem bij
den naam. Nero bewoog zich niet. Zoodra
Martin verder wilde gaan, sprong de
leeuw onverwacht tegeu de traliën van
zijn hok op, sloeg zijne klauwen tusschen
de zware ijzeren staven, en scheurde een
stuk vau Martin's jas af. Dank zij eene
snelle beweging, gelukte bet Martin aan
verdere aanvallen van het vijandig gezin
de dier te ontkomen.
Genezing (lui* tering*
Eindelijk schijnt men het middel gevon-
oiocii, onbeschroomdheid eu invloed op het volk, «1- r
de gansche slad geroemd werd dien nieuwe» cipier
kent gij alreedshg droeg, het is een oogenblik ge
leden, de sluier van kommissaris des volks, bet ia
Jan-Frans Cabanis
Dei anderdaags, wat zonderlinge verrassing voor
jufvrouw dc Marlaticin stede van dien leelgken
cipier, die baar daags te voren zoo ruw behandeld
bad, zag zij in haar hok den man des volks trade», die
de goedheid bad gebad, tot baar te grimlachen, baar
te moedigen, en haar in de groote zaal baar vaders
te verdedigen.
Cabanis nam haar, ten nederigste mogelijk, bij de
hand hij leidde haar haastig dwars door de omwegeu
vau dien zwartcu on afgrijselijken doolhof, waar men
niets boorde dan een smartvollen weergalm der zuch
ten, der klachten, der smeekingen en der trumloc-
den. Zij doorliepen aldus langen tijd de gevangenis,
eikander schragende, bet is te zeggen, zg hoogst zwak,
schier waggelend, bij altoos welwillend, allooi ta slap
pen, de bewegingen dar jonge dochter afspiadroda,
om haar te beter in haren onzekeren tocht te gelei
den, en soms misschien het zoo aangenaam recht ta
hebben, baar in zijne armen te nemen en baar te on
dersteunen.
Eindelijk stampte de geheimzinnige gids met den
voet op eene zeer lage, lompe en met ijzer besbgene
deur, en ziedaar onze scbooue gevangene in eeue
kamer, welker aanschouwen alleen haar een gil «au
erkentenis en vreugde ontrukte oerdeeler waren
frissche lucht, bloemen en klaarte in dit slaeb van
holeen welriekende wind blsasde door bet tralie
werk van het venster; de zon speelde in lange schroef
vormige linie van beider stof, eu kleins giroffeifluiljes
bewogen zich zacbt aan de randen der vensters.
Wordt voortgetet)