Zondag 8 September 1895.
5 centiemen per nummer.
49s,e Jaar. 5015.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Aan den Paus.
TWEE HONDEN
Lourdes.
Over het plukken en
drogen der HOP.
Tabakbelasting.
Een en ander.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
Yoor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuique suuni.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, den 1 Sept. 189*5.
I>e 20f September.
De Katholieke Belgen schrijft Le
Bien public kunnen niet onverschillig
blijven aan do sacrilege feest die te Rome
gaat gevierd worden den 20 September,
den verjaardag der inneming van de
Eeuwige Stad door de Piemonteezen.
Wij vernemen dat een adres in al de
Bisdommen van België komt in omloop
gebracht te worden ten einde de hand
teekeningen der katholieken te ontvan
gen welke willen protesteren tegen de
overweldiging waarvan het officieele Ita
lië de vijf-en-twintigste verjaring schikt
te vieren.
Wij laten den tekst van dit adres vol-
geu
Zeer Heilige Vader
De dag van 20 September 1895, brengt
de vijf-en-twintigste verjaring meê der
inneming van Rome, welke met een uit
dagend gerucht zal gevierd worden door
de vijanden der Heilige Kerk en de over-
weldigers der rechten van het Pausdom.
Uwe Belgische kinderen begrijpen hier
om des te meer hunnen plicht, om in
dergelijke omstandigheden, Uwe Heilig
heid toegenegene vertroostingen te bren
gen en voorden voet van don pauselijken
troon de bevestiging neer te leggen van
hunne onuitwischbare verkleefdheid aan
de geheiligde zaak der onafhankelijkheid
van den Heiligen Stoel.
Nu gelijk over vijf-en-twintig jaren,
verklaren wij dat de veroveriug niets
rechtveerdigt, dat het voltrokken feit
niets op het recht voor heeft, en dat het
niet aan de macht der wapens, noch aan
de strooming van eene twijfelachtige me
nigte behoort, het werk van eeuwen te
vernietigen en de door de Voorzienigheid
bevestigde waarborgen van liet gezag des
Plaatsvervangers van Jesus-Christus, om
te werpen.
Nu gelijk over vijf-en-twintig jaar,
eischen wij Uwe soevereine rechten terug
in dezelfde bewoordingen, waarin Gij die
zelf terugeischt, ons hardnekkig verzet
staande houdende tegen eene onmogelijke
prescriptie en vol vertrouwen in de recht-
veerdigheid Gods, die soms wel traag is,
naar het oordeel van ons ongeduld, maar
ten slotte toch altijd beslissend en zege
vierend is.
De lange beproeving, aan welke het de
goddelijke Voorzienigheid behaagd heeft,
het zichtbaar Hoofd der Heilige Kerk te
onderwerpen, heeft, verre van onze ge
trouwheid aan het pauselijk koninkdom
te verzwakken, nog dieper in onze harten
de vaste toewijding aan de rechtvcerdig-
ste en heiligste der zaken doen wortel
schieten.
Hoe meer het geestelijk gezag van den
Heiligen Stoel zich met glans bevestigt,
hoe helderder en hooger de zedelijke in
vloed van het Pausdom zich verheft, en
AAIEEIV IIEEM
DOOR J. V. B.
«o»
Eeeste vebvolg.
Waarachtig niet. De doktoor is, zooals gij weet,
een halve gek, dien bet niet kan schelen hoe de wereld
draait, als bij zijnen zin maar heeft. Zooals gij wel
weten zult, heeft hij zich in het hoofd gezet eeue
te doen door Europa, om zijn vak verder te leeren.
Waarom zoudt gij bij den majoor geen goed woordje
voor hem doen, en stemt deze toe, dan laat gij het
voorkomen, alsof het uw werk is dat hij op reis kan
gaan. De majoor is op dat punt lastig, dat weet ik
wel, doeh gij hebt veel invloed op hem, en gelukt het
u, dan zijt gij geied deu eene dienst is den andere
waard.
Meyer, gü zijt een kapitale ventdat is een
gelukkig gedacht. Maar juffrouw De Wit, wat daar
meê gedaan Dat is ook geen katje om zonder hand
schoenen aan te pakken, want heb ik deze niet op
mijne hand, dan behoef ik nergens aan te beginnen.
Ja, dat is erger, maar laat mij denken.
Een tijd verliep, zonder dat beiden een woord
spraken.
Mever liep met groote schreden het vertrek op
neer en hield de band peinzend aan het hoofd.
hoe meer wij ook beseffen dat die hooge
macht en dat weldoende licht, eon eeu
wenoud voetstuk behoeft dat hen zoo
dikwijls beschutte tegen de laagheden
der politiek en de schokken der gebeur
tenissen.
Dit hoogste belang overhecrscht alles.
De wereldvrede en de christen gewetens
vrijheid zijn niet duurzaam verzekerd,
dan wanneer dit belang geheel en al ge
waarborgd is.
Wij storten onze harten uit, wij ver
vullen oenen plicht van kinderlijke
gedegenheid, door U, Heilige Vader, op
dezen droeven dag, deze plechtige uit
drukking van onze gevoelens toe te rich
ten; wij hebben het onwrikbaar vertrou
wen dat God, die beloofd heeft met zijne
Kerk te zijn, tot het einde der eeuwen,
onze gebeden en onze wenschen zal ver-
hooren en goedkenron, zoo op aarde als
in den Hemel, voor de verheerlijking van
den Stoel van Petrus en het heil van
't raenschdom.
Diep neêrgebogen voor de voeten van
Uwe Heiligheid, vragen wij Haren Apos-
tolischen zegen.
denseptember 1895.
Er is eene plaats, waarheen de katho
liek van de tweede helft der XIXe eeuw,
met fierheid den vinger mag uitsteken,
om alle de aanvallers van zijn geloof,
welke naam zij dragen, te weerleggen en
te beschamen.
Die plaats is Lourdes.
Reeds is het nieuws verspreid naar alle
gewesten en landen der wereld, dat dit
jaar de genezingen te Lourdes, buitengc-
woou talrijk zijn geweest. En 't jaar is
nog niet ton einde.
En welke genezingen Het is niet
alleen de lamme die opstaat en zijnen
draagstoel verlaat het zijn niet alleen
van die genezingen, welke natuurlijker
wijze kunnen uitgelegd worden maar
een groot getal zijn van zulken aard, dat
de wetenschap gedwongen is te bekennen:
hier werkt eene andere macht dan die,
welke de wetten der natuur inde stof
hebben gelegd
Kankerachtige zweren plotseling geslo
ten en lichaamsgebreken tot deu nor
malen staat terugkomen, groote en vuile
wonden ineens genezen, blinden die het
zicht terugkrijgen, etterachtigheden
waarvan, na eene wassching, met het
water der grot, geen spoor meer over
blijft zegt, ongeloovigen, hoe ook uw
naam zij, zegt ons, ja of neen, zijn zulke
wonderen het werk der natuurlijke krach-
ton V
En als zulke feiten geschieden onder
het oog van 86 geneesheoren, gelijk dit
jaar het geval was met de nationale
bedevaart van Frankrijk als er onder
die geneesheereu zich bevinden van alle
gezindheden, protestanten zoowel als
vrijdenkers; nog eens, zegt ongeloovigen,
antwoordt, godsdiensthaters, spreekt gij
allen, vergulden doctrinairs zoowel als
Eensklaps bleef h(j voot den advokaat staan, legde
hem de hand op den schouder en zcide met half ko-
mischcn ernst.
Mijnheer Van der Horst, ik heb hetluister. Gij
kent juffrouw De Wil niet zoo goed als ik haar ken.
Ik weet, zij is nog al trouwlustig. Welnu, spiegel haar
een huwelijk met den doktoor voor, en zij is geheel
op uwe hand. Eene partij als de doktor is niet te ver
smaden, want behalve zijne betrekking, zal bij nog
voor een aardig legaatje in het testament van deu
majoor komen. Wat zegt gij daarvan
Ik zeg, dat gij overal raad op weet. Ja, zoo moet
het gebeuren. Juffrouw De Wit zal ik winnen en den
doktoor maak ik wija wat ik wil. En wie weet, krijgt
hij geenen zin in haar, en dan is mijne zaak zeker
gewonnen. Bravo Meyer
Dat is dus in orde. Morgen gaat gij reeds aan het
werk. Laat uw plan niet bekoelen, laat er geen gras
over groeien, want eene enkele afspraak van den dok-
tooren juffrouw De Wit kan uwe gelieele zaak in duigen
doen vallen.
Geen nood Morgen reeds begin ik, en ik verze
ker u, op den dag dat Louise de mijne wordt, geef ik
u tien banknoten van honderd gulden, zooals afgespro
ken is.
Zeer goed Doch laat ons nu eerst tot hiertoe
afrekenen. Gij weet, ik ben maar een eenvoudig
daktcurtje van de Provinciale Nieuwsbode, en dat
levert zooveel niet op. Mag ik u dus verzoeken mij
mijn loon te betalen voor de gedane reis
Uwe zending is mislukt, man, en mislukken
staat bij mij gelijk als nietsdoen. Niet geslaagd, geene
belooning, dat is jnijn stelregel.
gealcooliseerde socialisten kunnen die
feiten dan nog geloochend worden
Indien gij bestaat, zoo riep Janson
dezer dagen tot God in den Senaat, toont
u dan
Ziehier, lage godslasteraar, ziehier
God in zijne werken. Hij toont dat hij ie,
Hij aan Wien de wetten der natuur
gedwee gehoorzamen.
Eu niet alleen de godloochenaar moet
zwijgen voor Lourdes, maar ook zij, die,
alhoewel het Opperwezen erkennende,
zijne Eenige Ware Kerk loochenen.
Vergeet het niet, de geschiedenis van
Lourdes is eene bladzijde uit de geschie
denis van de Roomsch-Katholijke Kerk,
en van geene andere.
Welnu, gij allen die niet zijt wat wij
zijn, tot welken godsdienst gij ook
behoort,waar zijn uwe mirakelen Joden,
Mahomedanen. Boudhisten, Protestanten
van Engeland, Duitschland, Zwitserland
of Frankrijk, waar is uw Lourdes
Gelijk het eigen is aan de zon te ver
lichten, zoo is het eigen aan de waarheid
te schitteren.
Een groot licht zijt gij, o Lourdes
Aangezien wij op 't oogenblik ten volle
inde pluktijd zijn, denken wij het voor
deel ig de aandacht onzer geachte lezers
van Tiet hopkwartier ~iir te roepen op de
volgende raadgevingen
Dagelijks nog hoort men de landbou
wers herhalen, dat het de schuld der
kooplieden is, dat de hophandel slecht
gaat, eu deze van huunen kant beweren
het tegenovergestelde.
Als men alles wel nagaat, moet men
bekennen dat de laatsten gelijk hebben
't is inderdaad van de landbouwers dat
de verbeteringen moeten uigaan. Doet
men hen in eene voordracht of elders die
waarheid begrijpen, dan bekomt men
altoos dezelfde aanmerking Zal men
ons voor onze moeite betalen Indien
zij willen, ja er zijn kooplieden genoeg
die voor goed verzorgde hop geerne 10 en
20 fr. boven de merkt betalen bij zul
ken moeten zij zich dus met een staal
begeven. De best verzorgde hop wordt
dikwijls aan hooge prijzen doorDuitschers
en Engelschen opgekocht, 't is wel een
bewijs, dat goede waar gewaardeerd
wordt.
Welke is de beste manier om de hop
voor den handel gereed te maken Om
dit punt op te helderen, zullen wij een
woord zeggen over het plukken en drogen.
Hot plukken.
Wanneer moet de hop geplukt worden
Velen zullen antwoorden wanneer ze
rijp is doch daar ligt nu juist de knoop
wauneer is ze rijp In Duitschland be
gint men met de plukking 14 dagen vroe
ger dan bij ons, in Engeland 8 dagen
vroeger.
Voor het buitenland moet de hop vroeg
geplukt worden, om aangenaam te zijn
Zoo zoo Neen, Mijnheer Van der Horst, dan
komen wij niet overcciigij betaalt mij het vcrscliul-
digc, of ik ga morgen alles aan den majoor vertellen,
en doe dan wat ge wilt.
Neen Meyer, dat zult ge niet doen. Kom, ik wil
vrijgevig zijn. Hier hebt gij een hanknoolje van vijf en
twiutig gulden. Is het zoo goed
Neen, ik moet er nog een hebben. Dat weet gij
ook wel.
Ik geef niets meer. Wat zoudt gij denken Neen,
man, gij kunt mjj niet plunderen.
Zooals ge wilt, doch hier hebt gij 't andere ook
terug, behoud uw geld, en de zaken zijn tusscben ons
uit.
Gij zijt onredelijk, bromde di advokaat, terwij
hij opnieuw naar zijne portefeuille tastte. Hier hebt
gij het andere, maar doe uw best voor mij, gij zult er
goed bij varen.
Geen nood, antwoordde Meyer, de twee briefjes
opstekende Zoo is alles goed. Ziezoo, cn nu morgen
aan den gang, liet zal een plezier zijn. Ik zal u helpen
zooveel ik kan, want mijn hoofd af, als ik de duizend
gulden niet aan u verdien.
Goed zoo en nu, de beste rust, ik ga naar huis
als gij iets hoort, komt gij het mij zeggen.
Zeker, zeker, weest gerust, slaap wel.
En meteen liet by zijnen bezoeker de deur uit. Hij
oogde hem eene w|jl na en trad weer binnen.
Wacht man, mompelde hij, gij hebt te slim wil
len z|jn, gij verliest de partij, vriend. Ik schrijf het
nog dadelijk aan Juffrouw De Wit, dan weet zij
alles van.
Papier en pen nemende, schreef hij cenige letteren,
van geur. Zooals ge weet, is haar hoofd
bestanddeel de geelstofdeze, die er
't meest bevat, heeft ook de grootste
waarde. Hop, waarin de geelstof bruin is
geworden, en dit gebeurt gemakkelijk,
heeft veel vau hare waarde verloren.
Wacht men te lang van te plukken, dan
vormt er zich in de hop zaad, dat zich
met de geelstof voedt zulke wordt in
den vreemde niet meer gezocht en is dan
ook voor den uitvoer niet geschikt hot-
gene men wint dus in gewicht, verliest
men drijdubbel in den prijs.
Met te doen, zooals we tot nu toe ge
daan hebben, gaan we achteruit en zal
onze hop nooit ingang vinden in de goede
brouwerijen, waar men liggende bieren
bereidt.
Voor den keur der hop geeft men acht
1° op den steel der bel2° op de grootte
harer bladeren 3° op de vemmekens
aan den voet der bladeren 4° op de hoe
veelheid geelstof5° op den graat.
Hoe fijner steel, bladeren, vemmekens
en graat, hoe meer geelstof, hoe beter
voor de hoedanigheid der hop.
Het plukken zelf moet met zorg gedaan
worden, lange stelen doen in 't bier meer
kwaad dan goed daarbij neemt de proef
op eene zekere hoeveelheid cn gij zult
ondervinden dat zij slechts eene onbe
duidende gewichtsvermeerdering teweeg
brengen.
Zoo dikwijls laten de landbouwers
hunue hop verhitten, hetgene uiterst na-
deelig op hare hoedanigheid werkt. In
derdaad, doorgaans wordeu de ranken
's avonds afgesneden en op eenen hoop
gelegd tot 's anderendaags, zij verhit
aldus, komt iu gisting en na de droging
is ze geel-bruin uitgeslagen. Velen laten
ze geplukt in eene mande staan, waar
door zij insgelijks in gisting komt, of wel
ze gieten zo uit op don dorschvloer, waar
door zij de vochtigheid vau dezen tot zich
trekt. 'tBest stort men de hop uit op
eenen plankenvloer, geheel dun, zelfs in
de zon als 't mogelijk is. In Duitschland
immers geschiedt de droging door de
zonnewarmte.
Gewoonlijk wordt er hier ten lande te
ang geplukt, de hoppluktijd zou slechts
een achttal dagen mogen duren 't is een
allerslechtste gewoonte van 2, 3 dagen
vóór oen droogsel te plukken.
Misvormde of geschondene bellen ver-
wijdere men, ze bederven soms het uit
zicht van den ganschen hoop van de
overige moet men twee afzonderlijke hoo-
pen maken do uitgelezen bollen en de
andere. De eerste zal men duur verkoo-
pen, de andere aan deu prijs van den dag.
Het drogen.
Nog meer aanmerkingen dan op het
plukken zijn er op het drogen te maken.
Vooreerst zijn onze hopnusten, van het
oude stelsel wel te verstaandoorgaans te
laag hunne hoogte verschilt van 1 m. 75
tot 2 m. 20 de dikte waarop men de
hop logt, is ook niet altijd dezelfde nu
is zij eens 15 centimeters, elders 20, 30
en zelfs soms 40 centimeters in dezen
hopnast zijn de latten 5 centimeters
breed, in een anderen zijn ze slechts een
duim.
sloot ze in eenen omslag cn bracht dien brief terstond
naar de post, terwijl hij in zich zclvcn zcide
Aardig zaakje dat ik aan de band heb, maar ik heli
het Juffrouw De Wit zoo beloofd en woord houden zal
ik, anders word ik zelf de uil van 't spel.
H.
BIJ DEN MAJOOR.
Denzelfden avond dat de advokaat Van der Horst en
de redakteur Meyer liet zoo druk hadden gehad over
den majoor Van Langenberg en zijn huishouden, brach
ten deze, gebeei onbewust vau de legen hen gesmcede
plannen, eenen genoeglijken avond door. En dat be-
teekendeiets in het familieleven van den majoor,
want zonderlinger man liep er niet onder dc zon.
Daar bij een dar hoofdpersonen van ons verhaal is,
en men, met eene schets van zijn voorgaande leven,
op de hoogte komt van vele andere personen, die enn
eene rol zullen spelen, is bet niet meer dan billijk,
eenige oogcnblikken bij licm stil te staan. Als zoon
van eenen schrijnwerker, op zestienjarigen leeftijd
den militairen stand getreden, had hij het alleen aan
zijne onstuimige dapperheid en de gunst van eenen
hooggcplaatsten officier te danken, dat hij tot zulk
eenen hoogen rang opgeklommen was. Degelijke we
tenschap bezat hij volstrekt niet, en hij bad daar dan
ook de grootst mogelijke verachting voor. Niet dat b|j
ze in een ander misprees, och neen, maar zulke lieden
stonden bij hem geen zier hooger aangeschreven. Deze
zijne meening was algemeen genoeg bekend, eu toch
had iedereen met den rondborstigen soldaat veel op.
Het was ook zijne oprechtheid van karakter, ge-
Welk is nu het beste stelsel om goed
werk te leveren Laat ons nu veronder
stellen, dat men geen hout gebruikt om
te drogen, want dit deelt zijnen geur meê
aan de bellen en van deze aan het bier
daarbij de houtgeur kau elke koopmau
gewaar worden.
Wat zal er gebeuren, wanneer men de
kuip geheel met bellen vult of ze te dik
legt de onderste zullen verzengen, ter
wijl de bovenste nat zullen liggen, en het
gevolg zal zijn dat de geelstof bruin zal
worden.
Niet alleen mag men de bellen niet te
dik leggen, maar er moet bovendien voor
goeden trok gezorgd worden, en daarom
moet het dak van een genoegzaam getal
trokgaten voorzien zijn, langswaar de
dampen, die door de hop omhoog stij
gen, zich kunnen verwijderen ook in de
zog moeten gaten gekapt worden. Is er
genoeg trok, dan moet men geene vrees
hebben, de bellen te verbranden, hoe
hevig het vuur ook zij. De trokgaten mo
gen zich niet langs het westen bevinden,
tenzij men ze voor den wind afmaaktzij
moeten in zoo groot getal mogelijk znn.
Verkeerd handelen dus de personen, die
de pannen van hunnen nast strijken of ze
met planken afmaken.
Hoe smaller de latten zijn, hoe beter,
de warmte dringt des te gemakkelijker
in de bellen in Engeland bedient men
zich van een net van paardshaar, (ge
vlochten gegalvaniseerde ijzerdraad is
ook goed).
De hoogte voor den nast van 1 m.
75 c., die men hier en daar nog aantreft,
is veel te gering. Deze, die te rap willen
drogon, leveren doorgaans slecht werk
nooit mag de warmte der hop boven do
40° tot 50° stijgen. Zorgt men voor eenen
voldoenden trok, dan kan de thermome
ter gemist worden.
Landbouwers, maakt dus uwen harst
hoog genoeg, geeft veel trok, gebruikt
smalle latten en legt in de kuip de hop
niet te dik, opdat ze niet zweete.
Het solferen.
Is het solferen noodzakelijk? Ja, in
dien men de hop eenigen tijd wenscht te
bewaren, om het schimmel to beletten
neen, in het andere geval. De bewerking
mag slechts na het drogen geschieden en
niet overvloedig zijn, noch lang duren.
Hop die zeer rijp is, mag oen weinig
meer gesolferd worden.
Wanneer de hop gedroogd is, wordt zij
niet zelden op den vloer uitgestort, en
neemt aldus zeer dikwijls slechte geureu
op, die haar eigen blijven zij mag als
dan ook niet te veel verhandeld worden,
zoo niet verbrokkelt zij en verliest hare
geelstof, die haren voornaamsten rijkdom
uitmaakt.
Ik zet de belanghebbenden aan, do
aangehaalde verbeteringen langzamer
hand te beproeven ik twijfel niet of de
bekomen uitslagen zullen hen allen over
tuigen, dat er wezenlijk voor de verbe
tering der hop iets kan gedaan worden.
RE YN1ERlandboutcleeraar, Aalst.
voegd bij zijne dapperheid, die hem de gunst van den
kolonel van zijn regiment verworven hadden, cn toen
de toenmalige vaandrig Langenberg het geluk had in
eenen strijd het leven van zijnen kolonel te redden,
klom li|j, binnen betrekkelijk korten t|jd, tot den rang
van majoor.
Met die hooge bescherming had hij nog de hartelijke
genegenheid van zijnen hoofdman gewonnen, die zelfs
zoover ging, dat hij aan Langenberg zijne cenige
dochter ten huwelijk gaf. Was hij echter in staat een
batailjon soldaten te drillen, van het huwelijksleven
had hij volstrekt geen begrip, en liet was dus zeer
goed te verstaan, dat zijne echtgenoote niet veel ple
zier aan hem beleefde, daar hij meer met zijne solda
ten dan met zijne vrouw ophad.
Gelukkig, of ongelukkig, zoo men het noemen wil,
moest hij kort daarna van zgne militaire loopbaan
afzien, daar hij in ecoen veldglag eenen kogel in het
been kreeg, die hem voor den krijgsdienst geheel on
geschikt maakte. Het aandeel echter dat hij iu het
gevecht genomen had, deed hem met oen lintje den
barronnentitel verwerven en de vroegere sclirijnwer-
kersjongen heette voortaan baron Van Langenberg.
Gedurende zgne genezing, die slechts langzaam
ging, werd ook zijn schoonvader gewond, doch met
minder gelukkigen afloop, want in een der veldlaza
retten bezweek hij, zoodat onze majoor, bij het
laten van den militairen atand, bezitter werd van
uitgestrekt vermogen des kolonels.
Nadat alle zaken geregeld waren, was hij in liet
kleine provinciestadje gaan wonen, waar wij het
rige toonccl hebben bijgewoond, en leefde daar heel
gerust, 't Was al een geruimen tijd geleden dat hij
De Kamer is woensdag uiteen gegaan
zonder de wet nopens de belasting op de
tabak te bespreken noch te stemmen, en
zonder het thans bestaande accijnsrecht
op het tabakplanten af te schaffen.
De regeering en de meerderheid hadden
nogthans verklaard en beloofd binst den
tegenwoordigen zittijd de tabakkwestie te
beslissen.
M. Woeste en M. Tack deden nog in de
zitting van woensdag het voorstel zoo
aanstonds en voor het einde van den zit
tijd de bespreking van de belasting op
de tabak aan te gaan en te eindigen
maar dit voorstel wierd afgewezen en de
tabakkwestie verschoven tot in het begin
van den toekomenden zittijd in Novem
ber aanstaande.
Uitstellen en verschuiven, beloven en
niet doen dit is niet wel.
leze uitstel zal nogthans geene gevol
gen hebben voor den tabakoogst van 1895,
indien de nieuwe wet tot stand komt vóór
Mei 1896.
Het is misschien ook nog voordeelig dat
het wetsontwerp van den heer minister
van geldwezen slechts in den toekomen
den zittijd zal besproken worden. Do
Kamers zullen alsdan meer tijd hebben
dan nu om het ontwerp grondelyk te
bespreken en er verbeteringen aan toe te
brengen die er volstrekt moeten aan toe
gebracht worden, opdat het van de land
bouwers en tabakkweekers zou kunnen
aanveerd worden.
En, volgens wij vernomen hebben, de
meerderheid wil het wetsontwerp van M.
de Smet de Naeyer op zijn geheel niet
aannemen zij zal hetzelve verschiUige
veranderingen doen ondergaan om vol
doening tc geven aan do billijke eischcn
van de landbevolking.
Cognac. Cognac, die wezenlijk
zynen naam verdient, is brandewijn uit
wijn gestookt. Meer dan eens, hebben
wij de aandacht geroepen op het dage
lij ksch bedrog, dat er met dien drank ge
pleegd wordt.
Eenigen tijd geleden, hebben wij aan
gestipt, dat meer dan 200 kooplieden in
brandewijn eene ingebeelde woonplaats
gekozen hebben in de stad Cognac, om
hunne klanten om den tuin te leiden no
pens den alcool, welke zy hun leveren
die alcool, in plaats van uit wijn ge
stookt te wezen, is niets anders dan een
voortbrengsel uit aardappelen of beeten.
Ernstige kooplieden hebben ons dik
wijls bevestigd, dat men in België onder
de 25 fr. volstrekt geene flesch echten
cognac kan leveren.
Die meening wordt bevestigd door een
schrijven uitSaintes (Frankrijk) aan het
u Journal de Bruxelles gericht door
Félix de Breux, en waarvan hier een uit
treksel
Mevr. de barones Eschassériaux heeft
zich daar metterwoon had neergezet, want er hadden
groote veranderingen in zijn huishouden plaats gegre
pen. Vooreerst was zijne vrouw gestorven. Booze
tongen zegden tengevolge van de ruwe behandelingen
van den majoor, en wat er ook van waar was, hjj zelf
zegde meer dan eena, dat zij een gelukkige enge) in de
hemel moest zjjn, alleen daarom, dat zjj de echtge
noote was geweest van den wonderlijken majoor.
Uit zijn kortstondig huwelijk had zjjne vrouw hem
een spruitje nagelaten, een meisje, Louisa genaamd,
die hij hartstochtelijks liefhadop den oogenblik van
ons verhaal was zij 10 jaar oud, dus lang geen kind
meer.
Sedert den dood zijner vrouw, was de majoor geen
opperbevelhebber meer in zijn huis, zooals h(j dat
noemde. Gedeeltelijk voor het bestuur van zfjn buis-
houden en om aan Louisa eene verzorgde opvoeding
te geven, had hjj zich verplicht gezien eene dame in
huis te nemen, welke voor die twee gewichtige dien
sten volkomen geschikt was.
Juffrouw De Wit, de nieuwe huishoudster, was
eene dame van deu twijfelachtigen ouderdom van 3J
jaar, en dc zuster van den burgemeester van bet
stadje. Zg wist zeer goed, dat de echtgenoote vau den
majoor niet door overmate van eene liefdevolle be
handeling gestorven was, en had daarom, bij het
in dienst treden, eene onbeperkte vrijheid bedongen,
en de majoor had, door den nood er toe gedrongen,
hare eischen moeten inwilligen. Daarenboven was bij
overtuigd, dat, het mocht gaan boe bet wilde, zijn wil
bleef de wet van het huis.
Wordt voortgent)