Zondag 8 September 1895. 5 centiemen per nummer. 49s,e Jaar. 5015. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Aan den Paus. TWEE HONDEN Lourdes. Over het plukken en drogen der HOP. Tabakbelasting. Een en ander. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week Yoor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique suuni. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, den 1 Sept. 189*5. I>e 20f September. De Katholieke Belgen schrijft Le Bien public kunnen niet onverschillig blijven aan do sacrilege feest die te Rome gaat gevierd worden den 20 September, den verjaardag der inneming van de Eeuwige Stad door de Piemonteezen. Wij vernemen dat een adres in al de Bisdommen van België komt in omloop gebracht te worden ten einde de hand teekeningen der katholieken te ontvan gen welke willen protesteren tegen de overweldiging waarvan het officieele Ita lië de vijf-en-twintigste verjaring schikt te vieren. Wij laten den tekst van dit adres vol- geu Zeer Heilige Vader De dag van 20 September 1895, brengt de vijf-en-twintigste verjaring meê der inneming van Rome, welke met een uit dagend gerucht zal gevierd worden door de vijanden der Heilige Kerk en de over- weldigers der rechten van het Pausdom. Uwe Belgische kinderen begrijpen hier om des te meer hunnen plicht, om in dergelijke omstandigheden, Uwe Heilig heid toegenegene vertroostingen te bren gen en voorden voet van don pauselijken troon de bevestiging neer te leggen van hunne onuitwischbare verkleefdheid aan de geheiligde zaak der onafhankelijkheid van den Heiligen Stoel. Nu gelijk over vijf-en-twintig jaren, verklaren wij dat de veroveriug niets rechtveerdigt, dat het voltrokken feit niets op het recht voor heeft, en dat het niet aan de macht der wapens, noch aan de strooming van eene twijfelachtige me nigte behoort, het werk van eeuwen te vernietigen en de door de Voorzienigheid bevestigde waarborgen van liet gezag des Plaatsvervangers van Jesus-Christus, om te werpen. Nu gelijk over vijf-en-twintig jaar, eischen wij Uwe soevereine rechten terug in dezelfde bewoordingen, waarin Gij die zelf terugeischt, ons hardnekkig verzet staande houdende tegen eene onmogelijke prescriptie en vol vertrouwen in de recht- veerdigheid Gods, die soms wel traag is, naar het oordeel van ons ongeduld, maar ten slotte toch altijd beslissend en zege vierend is. De lange beproeving, aan welke het de goddelijke Voorzienigheid behaagd heeft, het zichtbaar Hoofd der Heilige Kerk te onderwerpen, heeft, verre van onze ge trouwheid aan het pauselijk koninkdom te verzwakken, nog dieper in onze harten de vaste toewijding aan de rechtvcerdig- ste en heiligste der zaken doen wortel schieten. Hoe meer het geestelijk gezag van den Heiligen Stoel zich met glans bevestigt, hoe helderder en hooger de zedelijke in vloed van het Pausdom zich verheft, en AAIEEIV IIEEM DOOR J. V. B. «o» Eeeste vebvolg. Waarachtig niet. De doktoor is, zooals gij weet, een halve gek, dien bet niet kan schelen hoe de wereld draait, als bij zijnen zin maar heeft. Zooals gij wel weten zult, heeft hij zich in het hoofd gezet eeue te doen door Europa, om zijn vak verder te leeren. Waarom zoudt gij bij den majoor geen goed woordje voor hem doen, en stemt deze toe, dan laat gij het voorkomen, alsof het uw werk is dat hij op reis kan gaan. De majoor is op dat punt lastig, dat weet ik wel, doeh gij hebt veel invloed op hem, en gelukt het u, dan zijt gij geied deu eene dienst is den andere waard. Meyer, gü zijt een kapitale ventdat is een gelukkig gedacht. Maar juffrouw De Wit, wat daar meê gedaan Dat is ook geen katje om zonder hand schoenen aan te pakken, want heb ik deze niet op mijne hand, dan behoef ik nergens aan te beginnen. Ja, dat is erger, maar laat mij denken. Een tijd verliep, zonder dat beiden een woord spraken. Mever liep met groote schreden het vertrek op neer en hield de band peinzend aan het hoofd. hoe meer wij ook beseffen dat die hooge macht en dat weldoende licht, eon eeu wenoud voetstuk behoeft dat hen zoo dikwijls beschutte tegen de laagheden der politiek en de schokken der gebeur tenissen. Dit hoogste belang overhecrscht alles. De wereldvrede en de christen gewetens vrijheid zijn niet duurzaam verzekerd, dan wanneer dit belang geheel en al ge waarborgd is. Wij storten onze harten uit, wij ver vullen oenen plicht van kinderlijke gedegenheid, door U, Heilige Vader, op dezen droeven dag, deze plechtige uit drukking van onze gevoelens toe te rich ten; wij hebben het onwrikbaar vertrou wen dat God, die beloofd heeft met zijne Kerk te zijn, tot het einde der eeuwen, onze gebeden en onze wenschen zal ver- hooren en goedkenron, zoo op aarde als in den Hemel, voor de verheerlijking van den Stoel van Petrus en het heil van 't raenschdom. Diep neêrgebogen voor de voeten van Uwe Heiligheid, vragen wij Haren Apos- tolischen zegen. denseptember 1895. Er is eene plaats, waarheen de katho liek van de tweede helft der XIXe eeuw, met fierheid den vinger mag uitsteken, om alle de aanvallers van zijn geloof, welke naam zij dragen, te weerleggen en te beschamen. Die plaats is Lourdes. Reeds is het nieuws verspreid naar alle gewesten en landen der wereld, dat dit jaar de genezingen te Lourdes, buitengc- woou talrijk zijn geweest. En 't jaar is nog niet ton einde. En welke genezingen Het is niet alleen de lamme die opstaat en zijnen draagstoel verlaat het zijn niet alleen van die genezingen, welke natuurlijker wijze kunnen uitgelegd worden maar een groot getal zijn van zulken aard, dat de wetenschap gedwongen is te bekennen: hier werkt eene andere macht dan die, welke de wetten der natuur inde stof hebben gelegd Kankerachtige zweren plotseling geslo ten en lichaamsgebreken tot deu nor malen staat terugkomen, groote en vuile wonden ineens genezen, blinden die het zicht terugkrijgen, etterachtigheden waarvan, na eene wassching, met het water der grot, geen spoor meer over blijft zegt, ongeloovigen, hoe ook uw naam zij, zegt ons, ja of neen, zijn zulke wonderen het werk der natuurlijke krach- ton V En als zulke feiten geschieden onder het oog van 86 geneesheoren, gelijk dit jaar het geval was met de nationale bedevaart van Frankrijk als er onder die geneesheereu zich bevinden van alle gezindheden, protestanten zoowel als vrijdenkers; nog eens, zegt ongeloovigen, antwoordt, godsdiensthaters, spreekt gij allen, vergulden doctrinairs zoowel als Eensklaps bleef h(j voot den advokaat staan, legde hem de hand op den schouder en zcide met half ko- mischcn ernst. Mijnheer Van der Horst, ik heb hetluister. Gij kent juffrouw De Wil niet zoo goed als ik haar ken. Ik weet, zij is nog al trouwlustig. Welnu, spiegel haar een huwelijk met den doktoor voor, en zij is geheel op uwe hand. Eene partij als de doktor is niet te ver smaden, want behalve zijne betrekking, zal bij nog voor een aardig legaatje in het testament van deu majoor komen. Wat zegt gij daarvan Ik zeg, dat gij overal raad op weet. Ja, zoo moet het gebeuren. Juffrouw De Wit zal ik winnen en den doktoor maak ik wija wat ik wil. En wie weet, krijgt hij geenen zin in haar, en dan is mijne zaak zeker gewonnen. Bravo Meyer Dat is dus in orde. Morgen gaat gij reeds aan het werk. Laat uw plan niet bekoelen, laat er geen gras over groeien, want eene enkele afspraak van den dok- tooren juffrouw De Wit kan uwe gelieele zaak in duigen doen vallen. Geen nood Morgen reeds begin ik, en ik verze ker u, op den dag dat Louise de mijne wordt, geef ik u tien banknoten van honderd gulden, zooals afgespro ken is. Zeer goed Doch laat ons nu eerst tot hiertoe afrekenen. Gij weet, ik ben maar een eenvoudig daktcurtje van de Provinciale Nieuwsbode, en dat levert zooveel niet op. Mag ik u dus verzoeken mij mijn loon te betalen voor de gedane reis Uwe zending is mislukt, man, en mislukken staat bij mij gelijk als nietsdoen. Niet geslaagd, geene belooning, dat is jnijn stelregel. gealcooliseerde socialisten kunnen die feiten dan nog geloochend worden Indien gij bestaat, zoo riep Janson dezer dagen tot God in den Senaat, toont u dan Ziehier, lage godslasteraar, ziehier God in zijne werken. Hij toont dat hij ie, Hij aan Wien de wetten der natuur gedwee gehoorzamen. Eu niet alleen de godloochenaar moet zwijgen voor Lourdes, maar ook zij, die, alhoewel het Opperwezen erkennende, zijne Eenige Ware Kerk loochenen. Vergeet het niet, de geschiedenis van Lourdes is eene bladzijde uit de geschie denis van de Roomsch-Katholijke Kerk, en van geene andere. Welnu, gij allen die niet zijt wat wij zijn, tot welken godsdienst gij ook behoort,waar zijn uwe mirakelen Joden, Mahomedanen. Boudhisten, Protestanten van Engeland, Duitschland, Zwitserland of Frankrijk, waar is uw Lourdes Gelijk het eigen is aan de zon te ver lichten, zoo is het eigen aan de waarheid te schitteren. Een groot licht zijt gij, o Lourdes Aangezien wij op 't oogenblik ten volle inde pluktijd zijn, denken wij het voor deel ig de aandacht onzer geachte lezers van Tiet hopkwartier ~iir te roepen op de volgende raadgevingen Dagelijks nog hoort men de landbou wers herhalen, dat het de schuld der kooplieden is, dat de hophandel slecht gaat, eu deze van huunen kant beweren het tegenovergestelde. Als men alles wel nagaat, moet men bekennen dat de laatsten gelijk hebben 't is inderdaad van de landbouwers dat de verbeteringen moeten uigaan. Doet men hen in eene voordracht of elders die waarheid begrijpen, dan bekomt men altoos dezelfde aanmerking Zal men ons voor onze moeite betalen Indien zij willen, ja er zijn kooplieden genoeg die voor goed verzorgde hop geerne 10 en 20 fr. boven de merkt betalen bij zul ken moeten zij zich dus met een staal begeven. De best verzorgde hop wordt dikwijls aan hooge prijzen doorDuitschers en Engelschen opgekocht, 't is wel een bewijs, dat goede waar gewaardeerd wordt. Welke is de beste manier om de hop voor den handel gereed te maken Om dit punt op te helderen, zullen wij een woord zeggen over het plukken en drogen. Hot plukken. Wanneer moet de hop geplukt worden Velen zullen antwoorden wanneer ze rijp is doch daar ligt nu juist de knoop wauneer is ze rijp In Duitschland be gint men met de plukking 14 dagen vroe ger dan bij ons, in Engeland 8 dagen vroeger. Voor het buitenland moet de hop vroeg geplukt worden, om aangenaam te zijn Zoo zoo Neen, Mijnheer Van der Horst, dan komen wij niet overcciigij betaalt mij het vcrscliul- digc, of ik ga morgen alles aan den majoor vertellen, en doe dan wat ge wilt. Neen Meyer, dat zult ge niet doen. Kom, ik wil vrijgevig zijn. Hier hebt gij een hanknoolje van vijf en twiutig gulden. Is het zoo goed Neen, ik moet er nog een hebben. Dat weet gij ook wel. Ik geef niets meer. Wat zoudt gij denken Neen, man, gij kunt mjj niet plunderen. Zooals ge wilt, doch hier hebt gij 't andere ook terug, behoud uw geld, en de zaken zijn tusscben ons uit. Gij zijt onredelijk, bromde di advokaat, terwij hij opnieuw naar zijne portefeuille tastte. Hier hebt gij het andere, maar doe uw best voor mij, gij zult er goed bij varen. Geen nood, antwoordde Meyer, de twee briefjes opstekende Zoo is alles goed. Ziezoo, cn nu morgen aan den gang, liet zal een plezier zijn. Ik zal u helpen zooveel ik kan, want mijn hoofd af, als ik de duizend gulden niet aan u verdien. Goed zoo en nu, de beste rust, ik ga naar huis als gij iets hoort, komt gij het mij zeggen. Zeker, zeker, weest gerust, slaap wel. En meteen liet by zijnen bezoeker de deur uit. Hij oogde hem eene w|jl na en trad weer binnen. Wacht man, mompelde hij, gij hebt te slim wil len z|jn, gij verliest de partij, vriend. Ik schrijf het nog dadelijk aan Juffrouw De Wit, dan weet zij alles van. Papier en pen nemende, schreef hij cenige letteren, van geur. Zooals ge weet, is haar hoofd bestanddeel de geelstofdeze, die er 't meest bevat, heeft ook de grootste waarde. Hop, waarin de geelstof bruin is geworden, en dit gebeurt gemakkelijk, heeft veel vau hare waarde verloren. Wacht men te lang van te plukken, dan vormt er zich in de hop zaad, dat zich met de geelstof voedt zulke wordt in den vreemde niet meer gezocht en is dan ook voor den uitvoer niet geschikt hot- gene men wint dus in gewicht, verliest men drijdubbel in den prijs. Met te doen, zooals we tot nu toe ge daan hebben, gaan we achteruit en zal onze hop nooit ingang vinden in de goede brouwerijen, waar men liggende bieren bereidt. Voor den keur der hop geeft men acht 1° op den steel der bel2° op de grootte harer bladeren 3° op de vemmekens aan den voet der bladeren 4° op de hoe veelheid geelstof5° op den graat. Hoe fijner steel, bladeren, vemmekens en graat, hoe meer geelstof, hoe beter voor de hoedanigheid der hop. Het plukken zelf moet met zorg gedaan worden, lange stelen doen in 't bier meer kwaad dan goed daarbij neemt de proef op eene zekere hoeveelheid cn gij zult ondervinden dat zij slechts eene onbe duidende gewichtsvermeerdering teweeg brengen. Zoo dikwijls laten de landbouwers hunue hop verhitten, hetgene uiterst na- deelig op hare hoedanigheid werkt. In derdaad, doorgaans wordeu de ranken 's avonds afgesneden en op eenen hoop gelegd tot 's anderendaags, zij verhit aldus, komt iu gisting en na de droging is ze geel-bruin uitgeslagen. Velen laten ze geplukt in eene mande staan, waar door zij insgelijks in gisting komt, of wel ze gieten zo uit op don dorschvloer, waar door zij de vochtigheid vau dezen tot zich trekt. 'tBest stort men de hop uit op eenen plankenvloer, geheel dun, zelfs in de zon als 't mogelijk is. In Duitschland immers geschiedt de droging door de zonnewarmte. Gewoonlijk wordt er hier ten lande te ang geplukt, de hoppluktijd zou slechts een achttal dagen mogen duren 't is een allerslechtste gewoonte van 2, 3 dagen vóór oen droogsel te plukken. Misvormde of geschondene bellen ver- wijdere men, ze bederven soms het uit zicht van den ganschen hoop van de overige moet men twee afzonderlijke hoo- pen maken do uitgelezen bollen en de andere. De eerste zal men duur verkoo- pen, de andere aan deu prijs van den dag. Het drogen. Nog meer aanmerkingen dan op het plukken zijn er op het drogen te maken. Vooreerst zijn onze hopnusten, van het oude stelsel wel te verstaandoorgaans te laag hunne hoogte verschilt van 1 m. 75 tot 2 m. 20 de dikte waarop men de hop logt, is ook niet altijd dezelfde nu is zij eens 15 centimeters, elders 20, 30 en zelfs soms 40 centimeters in dezen hopnast zijn de latten 5 centimeters breed, in een anderen zijn ze slechts een duim. sloot ze in eenen omslag cn bracht dien brief terstond naar de post, terwijl hij in zich zclvcn zcide Aardig zaakje dat ik aan de band heb, maar ik heli het Juffrouw De Wit zoo beloofd en woord houden zal ik, anders word ik zelf de uil van 't spel. H. BIJ DEN MAJOOR. Denzelfden avond dat de advokaat Van der Horst en de redakteur Meyer liet zoo druk hadden gehad over den majoor Van Langenberg en zijn huishouden, brach ten deze, gebeei onbewust vau de legen hen gesmcede plannen, eenen genoeglijken avond door. En dat be- teekendeiets in het familieleven van den majoor, want zonderlinger man liep er niet onder dc zon. Daar bij een dar hoofdpersonen van ons verhaal is, en men, met eene schets van zijn voorgaande leven, op de hoogte komt van vele andere personen, die enn eene rol zullen spelen, is bet niet meer dan billijk, eenige oogcnblikken bij licm stil te staan. Als zoon van eenen schrijnwerker, op zestienjarigen leeftijd den militairen stand getreden, had hij het alleen aan zijne onstuimige dapperheid en de gunst van eenen hooggcplaatsten officier te danken, dat hij tot zulk eenen hoogen rang opgeklommen was. Degelijke we tenschap bezat hij volstrekt niet, en hij bad daar dan ook de grootst mogelijke verachting voor. Niet dat b|j ze in een ander misprees, och neen, maar zulke lieden stonden bij hem geen zier hooger aangeschreven. Deze zijne meening was algemeen genoeg bekend, eu toch had iedereen met den rondborstigen soldaat veel op. Het was ook zijne oprechtheid van karakter, ge- Welk is nu het beste stelsel om goed werk te leveren Laat ons nu veronder stellen, dat men geen hout gebruikt om te drogen, want dit deelt zijnen geur meê aan de bellen en van deze aan het bier daarbij de houtgeur kau elke koopmau gewaar worden. Wat zal er gebeuren, wanneer men de kuip geheel met bellen vult of ze te dik legt de onderste zullen verzengen, ter wijl de bovenste nat zullen liggen, en het gevolg zal zijn dat de geelstof bruin zal worden. Niet alleen mag men de bellen niet te dik leggen, maar er moet bovendien voor goeden trok gezorgd worden, en daarom moet het dak van een genoegzaam getal trokgaten voorzien zijn, langswaar de dampen, die door de hop omhoog stij gen, zich kunnen verwijderen ook in de zog moeten gaten gekapt worden. Is er genoeg trok, dan moet men geene vrees hebben, de bellen te verbranden, hoe hevig het vuur ook zij. De trokgaten mo gen zich niet langs het westen bevinden, tenzij men ze voor den wind afmaaktzij moeten in zoo groot getal mogelijk znn. Verkeerd handelen dus de personen, die de pannen van hunnen nast strijken of ze met planken afmaken. Hoe smaller de latten zijn, hoe beter, de warmte dringt des te gemakkelijker in de bellen in Engeland bedient men zich van een net van paardshaar, (ge vlochten gegalvaniseerde ijzerdraad is ook goed). De hoogte voor den nast van 1 m. 75 c., die men hier en daar nog aantreft, is veel te gering. Deze, die te rap willen drogon, leveren doorgaans slecht werk nooit mag de warmte der hop boven do 40° tot 50° stijgen. Zorgt men voor eenen voldoenden trok, dan kan de thermome ter gemist worden. Landbouwers, maakt dus uwen harst hoog genoeg, geeft veel trok, gebruikt smalle latten en legt in de kuip de hop niet te dik, opdat ze niet zweete. Het solferen. Is het solferen noodzakelijk? Ja, in dien men de hop eenigen tijd wenscht te bewaren, om het schimmel to beletten neen, in het andere geval. De bewerking mag slechts na het drogen geschieden en niet overvloedig zijn, noch lang duren. Hop die zeer rijp is, mag oen weinig meer gesolferd worden. Wanneer de hop gedroogd is, wordt zij niet zelden op den vloer uitgestort, en neemt aldus zeer dikwijls slechte geureu op, die haar eigen blijven zij mag als dan ook niet te veel verhandeld worden, zoo niet verbrokkelt zij en verliest hare geelstof, die haren voornaamsten rijkdom uitmaakt. Ik zet de belanghebbenden aan, do aangehaalde verbeteringen langzamer hand te beproeven ik twijfel niet of de bekomen uitslagen zullen hen allen over tuigen, dat er wezenlijk voor de verbe tering der hop iets kan gedaan worden. RE YN1ERlandboutcleeraar, Aalst. voegd bij zijne dapperheid, die hem de gunst van den kolonel van zijn regiment verworven hadden, cn toen de toenmalige vaandrig Langenberg het geluk had in eenen strijd het leven van zijnen kolonel te redden, klom li|j, binnen betrekkelijk korten t|jd, tot den rang van majoor. Met die hooge bescherming had hij nog de hartelijke genegenheid van zijnen hoofdman gewonnen, die zelfs zoover ging, dat hij aan Langenberg zijne cenige dochter ten huwelijk gaf. Was hij echter in staat een batailjon soldaten te drillen, van het huwelijksleven had hij volstrekt geen begrip, en liet was dus zeer goed te verstaan, dat zijne echtgenoote niet veel ple zier aan hem beleefde, daar hij meer met zijne solda ten dan met zijne vrouw ophad. Gelukkig, of ongelukkig, zoo men het noemen wil, moest hij kort daarna van zgne militaire loopbaan afzien, daar hij in ecoen veldglag eenen kogel in het been kreeg, die hem voor den krijgsdienst geheel on geschikt maakte. Het aandeel echter dat hij iu het gevecht genomen had, deed hem met oen lintje den barronnentitel verwerven en de vroegere sclirijnwer- kersjongen heette voortaan baron Van Langenberg. Gedurende zgne genezing, die slechts langzaam ging, werd ook zijn schoonvader gewond, doch met minder gelukkigen afloop, want in een der veldlaza retten bezweek hij, zoodat onze majoor, bij het laten van den militairen atand, bezitter werd van uitgestrekt vermogen des kolonels. Nadat alle zaken geregeld waren, was hij in liet kleine provinciestadje gaan wonen, waar wij het rige toonccl hebben bijgewoond, en leefde daar heel gerust, 't Was al een geruimen tijd geleden dat hij De Kamer is woensdag uiteen gegaan zonder de wet nopens de belasting op de tabak te bespreken noch te stemmen, en zonder het thans bestaande accijnsrecht op het tabakplanten af te schaffen. De regeering en de meerderheid hadden nogthans verklaard en beloofd binst den tegenwoordigen zittijd de tabakkwestie te beslissen. M. Woeste en M. Tack deden nog in de zitting van woensdag het voorstel zoo aanstonds en voor het einde van den zit tijd de bespreking van de belasting op de tabak aan te gaan en te eindigen maar dit voorstel wierd afgewezen en de tabakkwestie verschoven tot in het begin van den toekomenden zittijd in Novem ber aanstaande. Uitstellen en verschuiven, beloven en niet doen dit is niet wel. leze uitstel zal nogthans geene gevol gen hebben voor den tabakoogst van 1895, indien de nieuwe wet tot stand komt vóór Mei 1896. Het is misschien ook nog voordeelig dat het wetsontwerp van den heer minister van geldwezen slechts in den toekomen den zittijd zal besproken worden. Do Kamers zullen alsdan meer tijd hebben dan nu om het ontwerp grondelyk te bespreken en er verbeteringen aan toe te brengen die er volstrekt moeten aan toe gebracht worden, opdat het van de land bouwers en tabakkweekers zou kunnen aanveerd worden. En, volgens wij vernomen hebben, de meerderheid wil het wetsontwerp van M. de Smet de Naeyer op zijn geheel niet aannemen zij zal hetzelve verschiUige veranderingen doen ondergaan om vol doening tc geven aan do billijke eischcn van de landbevolking. Cognac. Cognac, die wezenlijk zynen naam verdient, is brandewijn uit wijn gestookt. Meer dan eens, hebben wij de aandacht geroepen op het dage lij ksch bedrog, dat er met dien drank ge pleegd wordt. Eenigen tijd geleden, hebben wij aan gestipt, dat meer dan 200 kooplieden in brandewijn eene ingebeelde woonplaats gekozen hebben in de stad Cognac, om hunne klanten om den tuin te leiden no pens den alcool, welke zy hun leveren die alcool, in plaats van uit wijn ge stookt te wezen, is niets anders dan een voortbrengsel uit aardappelen of beeten. Ernstige kooplieden hebben ons dik wijls bevestigd, dat men in België onder de 25 fr. volstrekt geene flesch echten cognac kan leveren. Die meening wordt bevestigd door een schrijven uitSaintes (Frankrijk) aan het u Journal de Bruxelles gericht door Félix de Breux, en waarvan hier een uit treksel Mevr. de barones Eschassériaux heeft zich daar metterwoon had neergezet, want er hadden groote veranderingen in zijn huishouden plaats gegre pen. Vooreerst was zijne vrouw gestorven. Booze tongen zegden tengevolge van de ruwe behandelingen van den majoor, en wat er ook van waar was, hjj zelf zegde meer dan eena, dat zij een gelukkige enge) in de hemel moest zjjn, alleen daarom, dat zjj de echtge noote was geweest van den wonderlijken majoor. Uit zijn kortstondig huwelijk had zjjne vrouw hem een spruitje nagelaten, een meisje, Louisa genaamd, die hij hartstochtelijks liefhadop den oogenblik van ons verhaal was zij 10 jaar oud, dus lang geen kind meer. Sedert den dood zijner vrouw, was de majoor geen opperbevelhebber meer in zijn huis, zooals h(j dat noemde. Gedeeltelijk voor het bestuur van zfjn buis- houden en om aan Louisa eene verzorgde opvoeding te geven, had hjj zich verplicht gezien eene dame in huis te nemen, welke voor die twee gewichtige dien sten volkomen geschikt was. Juffrouw De Wit, de nieuwe huishoudster, was eene dame van deu twijfelachtigen ouderdom van 3J jaar, en dc zuster van den burgemeester van bet stadje. Zg wist zeer goed, dat de echtgenoote vau den majoor niet door overmate van eene liefdevolle be handeling gestorven was, en had daarom, bij het in dienst treden, eene onbeperkte vrijheid bedongen, en de majoor had, door den nood er toe gedrongen, hare eischen moeten inwilligen. Daarenboven was bij overtuigd, dat, het mocht gaan boe bet wilde, zijn wil bleef de wet van het huis. Wordt voortgent)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 1