Pol en Stemt. Afscheiden van eenen Zendeling. Denderhautem?ü°s- Geeraerdsbergen. ons eonglaasje'cognacaangeboden, door haren echtgenoot vervaardigd. De zaakgelastigdojvan den baronver- - koopt dien drank tegen IS fr. deHesch. Waarlijk, wij weten 111 België niet, wat -» een glaasje cchtc cognac is. Onder dien naam doet men ons, ik wed er op, af- 1 kooksels drinken zonder naam wij betalen ze Dotrekkelijk spotprijzen, - welke M. Eschassériauxen zijnekelder- mocsters doen grimlachen van mede- n lijden, n Liefhebbers van cognac tegen 2 of 3 fr. de flesch, laat u geen zand meer in de oogen strooien, noch door een schoon op- plakbriefjc Cognac "Vieux - of - Cog nac fine Champagne, noch door de rechtstreekscho herkomst uit de stad Cognac. (Foïksgelul: &Ccrloosliei<]. - In do maand april was in do weverijen te Vcrviers eene belangrijke werkstaking uitgebroken omdat do bazen een stelsel van twee getouwen wilden invoeren, het cenig middel, zegden zij, om tegen de vreemde concurrentie te strijden. Do werklieden weigerden, en de roode kopstukken hiel den mectingen, waarin zij de wevers wijs maakten, dat dit, stelsel nergens bestond, zelfs niet in Eugeland. Zij kwamen met .oenen brief voor den dag geschreven door den secretaris der wevers van het 'graafschap York, en waarin het bestaan der twee getouwen geloochend werd. Zij deden zelfs wevers komen,die beweerden de Engelsche fabrie ken bezocht te hebben, en er het nieuw stelsel niet gezien te hebben. De Werkstaking duurde verscheidene weken, en do wevers, het woord der roode aahleiders vertrouwend, hadden liever honger te lijden, dan toe te geven. De bazen zonden t.oen eenige werklieden naar Engeland, en deze zijn nu te Verviers weergekeerd met een verslag, waarin zij eenparig bevestigen dat het stelsel der twee getouwen in de Engelsche fabrieken bestaat. Het is dus bewezen dat de socialistische aahleiders bedrieglijke middelen gebruikt hebben om de werkstaking te doen voort duren, en aldus de wevers tegen ee bazen op te hitsen. Dit gedrag is eene echte eerloosheid. Wat tie Amerikaaneche «loktera /.eggen over den nlltool. Volgens do Staatsopgaven bezorgt de alkooldrift de 2/3 der armen aan de Vcreenigde Staten en de 3/4 aan Engeland. Dr Alibert zegt, dat niets meer 's men- schen organen bederft dan de overdaad. Duizenderlei afgrijselijke ziekten wach ten den dronkaard, en straffen hem tot in zijn nageslacht. D' Crauch stelt vast, dat de drank jaarlijks het leven van 40,000 menseheu met 20 jaren verkort in de Vcreenigde-Staten. Dr Rutz verklaart dat de 3/4 dor vroegtijdige sterfter, der negers moeten toegeschreven worden aan k gebruik van den nlkool, dat vocht dat de ingcivanden verbrandtn zooals de II. Kerkleeraar Ambrosius zich uitdrukt. Erfdeel van 3 miljoen. Men zegt dat de socialistische kopstuk ken/de gebroeders Defuisseaux, elk een miljoen geërfd hebben van hunne tante, mad; Dcssart-Defuisseaux, overleden te Ilermalle bij Hoei. Daar zullen ze zeker nu hunne noodlijdende broeders meè hel pen Ge zijt er wel meë die socialisten willen wel verdeelen maar 't moeten de rijkdómmen van een ander zijn. Senna t kie/,ing eLeu ven. M. de baron d'Overschie van Neerys- sche heefc de hem aangeboden kandida tuur geweigerd. De kandidaat der katho lieken zal dus M. Vanden Bosch van Thionen zijn. I>c Congo-kwestie. Er wordt verzekerd dat in het begin van den aanstaanden wetgeveuden zittijd de re geering aan de Kamers zal verklaren, dat zij besloten heeft de kwestie der overname van Congo uit te stellen tot in 1900. De ministers zouden het daarover eens ge worden zijn met den koning. Sleclito lexinpr. Het is de Kerk alleen niet, die zegt dat slechte hoeken of gazotteu lezen, den kop ver draait en 't hert bederft; vooral de rech ters, die menschen zijn van ondervinding, bevestigen op dit punt het oordeel der Kerk. Alzoo kwam het dat de opperrechter' der groote Amerikaansche stad Chicago, de heer Groscup, tegen de verspreiders van slechte lezingen het volgende streng vonnis uitsprak Gijlieden daar alle twee, (de uitgevers Stdclc en Young,) gij zijt ware serpenten, en uwe misdaad gelijkt aan moord. Gij hebt., en wel door den post der Vëreebigde-Staten, van de ergste en slechste boeken en schriften verspreid. Lievcrdatikuweschandeiijke schriften in rhijn huis liete komen, liever zag ik a er eene vergiftige slang biuncnsluipen. Gij hebt erger kwaad gedaan, dan alsdat gij den gelen koorts ouder 't volk zoudt hebben verspreid. «Ik wil niet dat men mijn tribunaal voor toogevendo zal houden jegens uwe handelwijze. Ik wil niet dat het vonnis welk ik over u zal vellen, den minsten schijn van k verdraagzaamheid hebbc. Met uwe smeerige en slechte schriften kunt gij in eéns, personen voor geheel hun-leven ongelukkig maken. Gij rijt ware deugnieten en dieven, die de vruchten rooft vau jarenlange opvoeding en onderwijs. Gij steelt den invloed van den leer- moester, van den geestelijke, ja den invloed van de ouders zelf. U, uitgever Steele, u veroordeel ik n tot drij jaar dwangarbeid in het tucht- huis te Joliot. En u, uitgever Young, u veroordeel ik tot vijf jaar dwangarbeid in het zelfde strafgesticht. Zonderlinge statistiek. Aangaande den houthandel in ons land geeft de volgende statitiek nog al curieuze bijzonderheden op De hoppestreken van ons land gebrui ken ongeveer 12,555,000 hoypestaken. Eene hoppestaak doet gewoonlijk 10 jaar dienst,zoodat wij clkjaar 12,500,500 liop- pestaken verbruikeu die vertegenwoordi gen 30,000 tot 35,000 kubieke meters hout. De bouwnijverheid (schepen en huizen) verbruikt jaarlijks in ons land ongeveer 500,000 kubieke meters hout, de meubel- nijverheid 150,000 k. m. de wagenma kerij 80,000 k. m., het inpakken 50,000 k. m. de kuipernijverheid 15,000 k. m.; de blokkennijverheid 2 miljoen boomen of S0,0000 k, m.; de borstelmakerij, het speelgoedmakeu enz. 5000 k. m. Onze stekjesfabrickeu verbruiken jaar lijks 50,000 k. m. hout, bijzonderlijk po pulieren hout, hebbende eene weerde van 1 miljoen. Van een kubiek meter hout maakt men 25,000 doozen, die elk 60 stekjes inhouden, zoodat de 50,000 k. m. 76-milliarden 800 miljoen stekjes geven of 1 milliard 280 miljoen doozen, heb bende eene gezamentlijke weerde van 8 tot 10 miljoen fr. Pol, de zeissen op den schouder, wil de poort uittrekken, als Stant op hem looptze zetten zich op den dijsel van den wagen en 't par lement begint. Stant. Wel, Pol, hebt ge van uw leven alzoo nog een sezoen beleefd Zoo werm en zoo onverdraaglijk heet? Pol. 't Is te schrikkelijk. Stant gelijk 't nu wederom van zondag af geweest heeft, 't en is niet om te leven, noch voor menschen, noch voor beesten Stant. Hewel, Pol, gaan 'talzoo nog eenige dagen voort, 'k geloof waarlijk dat er zullen ziekten uit voortspruiten. Pol. Ja, Stant, vau over vier dagen zei kozzen Tist mij dat hij in de gazetten gelezen had van de koléra in Engeland Stant. Ons Heer bewaar' er ons hier toch van. Pol want dien koléra is een schrikkelijke plaag en daar is ieder een benauwd af 1 Pol. Ja, Stant, 'k heb geweten dat ze op vier a vijf uren mortibus waren van den koléra. Stant. En daarbij, Pol, zoo schrik kelijk voortzetten, zoo betrapelijk Pol. 't Is wreed, Stant maar alia, alia, laat er ons van zwijgen, en van tyd tot tijd nen keer peizen op den II. Ro- chus en gerust voortleven. Stant. In Aalst ook, Pol, is er veel devotie voor den H. Rochus in veel straten vindt ge een kapelleken van Hem en er worden veel gezongene missen ge daan rondom zijnen feestdag. Pol. 't Is nen volkspatroon, Stant, en eenen die veel vermag bij onzen lieven Heer. Stant. Maar, Stant, ge gingt weer om uit meê uw zeissen zijn er nog altijd klaveren te maaien, dan Pol. Wel, Stant, ze beginnen schrik kelijk hun ooren in te trekken er is nog wat derde sneë, maar binnen veertien dagen is 't er meê gepast. Stant. Daar hebben van dees jaar veel en schoone klavers geweest, Pol Pol. Jaat, Stanten waart 't niet dat alles nu verdroogt en verslenst van de geweldige hitte, er konden nog klave ren zijn tot in Oktober. Stant. Doet die hitte nu toch zoo schrikkelijk veel kwaad, Pol Pol. Zoo schrikkelijk veel, dat en is 't woord niet, Stantmaar voor de klavers, oude en jonge, en ook voor 't loof, is 't slecht wcêr. Stant. 't Is altijd zoo wat hevig, niet waar Pol: over drij a vier weken was 't alzoo meê den regen en de slagvlagen, en nou is 't meê de droogte en meê d'hitte. Pol. Ja, Stant, dat we 't haddeu ge lijk we willen, wij zouden er van tijd tot tijd de T afdoen en wat gematiger voort doen maar wie weet, Stant, of 't dan nog niet slechter en zou zijn als nou, indien we 't weèr zelf mochten maken. Stant. Zijt er zeker van, Pol, dat 't niet en zou deugenwel voor den eeneu, en slecht voor den anderen en seffens al gemeen geknor en murmuratie I Pol. 'tls daarom, Stant, dat we 't zullen pakken gelijk 't komt de groo te Meester zal 't wel goed brengen. Stant Kan er uog loof zijn van dees jaar. Pol Pol. Jaat, Stant, maar 't zou toch in 't kort moeten regenen, want 't begint stillekens aan te kreveren. Stant. Maar, Pol, g' hebt mij zelf nog gezeid dat er vau droogte toch geeuen duren tijd en komt Pol. Jaak, Stant, 'k heb dat gezeid, en dat is waar ook 't geen dat meê droogte opgroeit, deugt en is van nen goeiën natuur, en daarenboven als een vrucht al den helft gekreveerd is van droogte, dan kan ze nog terug komen en deugen. Stant. Dat verstaa'k Pol en dat wilt zeggen dat, als 't nou nen keer zal regenen, 't loof wel zal binus geven om te groeien I Pol. Ge zijt er, Stant, ge zijt er wel te verstaan als er peper onder zit, als 't vet staat. Stant, Maar, Pol, wat is dat meê die zwaluws Over acht dagen vloog g'heel den hof hier vol, en nou ge moet uw oogen uitkijken om er uog eene te zien. Pol. Wel, Stant, dat is zoo eenvou dig als 't groot is 't is dat ze reeds hun reiskouponsken gepakt hebben en opge trokken zijn naar de warme landen. Stant. En is 't hier nou niet werm genoeg voor die gasten Pol. Emmaar, Stant, ge inoet een beetje resonneeren en vooruitzien 't is dat die beestjes gewaar worden dat de kou nachten zullen gaan afkomen, en om onder den weg door den kou niet verrast te worden, trekken ze in tijds op naar de werme streken. Stant. Zoo dat ge peist, Pol, dat de kou niet ver meer achter d' hand is Pol. Ja, Stant, dat peis ik vol gens mij zullen we nen vroegen en nen strengeu winter hebben. Stant. Hewel, Pol, gisteren sprak ik tegen Neleu vau Erpe, en die zei mij 't zelfde, omdat er daar zooveel wilde ganzen kwamen overgevlogen. Pol. 'tZijn redens, Stant, 't zijn redens maar alia, dat en is toch alle maal geen Evangelie; nochtans Lebben we 't geluk van goed loof te krijgen, 'k zal er toch op tijd voor zorgen van een goeie provizie tegen 't vervriezen te beschutten. Stant. Waar 'k in uw plaats, Pol, 'k zou 't ook doen 't is beter hebben als goedvinden. Pol. Maar om nen keer van thema te verandereu, Stant, spreken ze t' Aalst nu nog van 't schrijven vanonzen)Bisschop? Stant.Veel, Pol, veel; daar wordt altijd veel vau gesproken en daar wordt veel goed van verwacht, aangezien dat alle brave menschen nou klaar en duide lijk weten wat dat er hun te doen staat; maar zou de partij-Daens haar nou geveu en gehoorzamen aan de geestelijke Overheid Pol. Wel, Stant, kozzen Tist heeft mij van den morgend nog gezeid dat de gazetten schrijven van ja, maar hij voegde er bij dat er terzelfder tijd zooveel doek skeus aan gedaan worden, en zoovole verdraaingen van woorden en gedachten, dat de zaak voor hem nog niut klaar en was. Stant. Maar er zijn daar geen doek- xkens aan te doen, Pol, 't is klaar en duidelijk dat Monseigneur vraagt van katholiek te zijn, van allemaal een zeel te trekken, en van te strijden tegen al wat liberaal en socialist is. Pol. 'k Weet het wel, Stant, en iedereen weet dat; maar tusschen weten en doen is er een groot verschil 1 Stant. Ha, Pol, dat ze toch allemaal luisteren naar de stem, van onzen wijzen en volkslievenden Bisschop, en dat ze toch ophouden van tegen brave katholieke menschen en besturen te bassen en te schrijven. Pol. 't Is hun plicht, Stant, en hun strengste plichten doen ze 't niet, 't is wreed en ongelukkig 1 Stant. Jaat, Pol; maar 'k geloof dat in Aalst de zaken allerbest zullen marche ren; van maandag acht dagen was ik tegenwoordig in een vergadering van minstens drij honderd kiezers en daar heeft daar 'nen werkman de zaken aller best uiteengedaan Pol. Nen werkman, Stant, en wat zei hij van de kiezing Stant. Hij heeft ons uitgelegd hoe de katholieke lijst zal samengesteld zijn van werklieden, landbouwers en burgerij, en hoe iedere volksstand zelf zijn kandi daten zal mogen aanduiden. Pol. Dat is schoon, rechtveerdig en deftig, Stant; maar leg dat eens uit. Stant. Wel, Pol, 'tis gemakkelijk om verstaan de werklieden mogen in volle vrijheid en onafhankelijkheid hunne kandidaten aanduiden, zoo ook de land bouwers, en de burgerij van de gelijken. Pol. En dan, Stant Stant. Hewel, Pol, de aangeduide kandidaten komen dan op eeu en dezelfde katholieke lijst en iedere katholieke menseh, 't is gelijk aau welken stand hij toebehoore, kiest voor geheel de lijst. Pol. 't Is wel en opperbest garran- geerd Stant; mochte dan de katholieke lijst tegen alle tegen; trevers, wie zij ook zijn mogen,zegevieren 1 Stant. Pol, dat zal zij, iedereen begint 'tbriefken vast te hebben en te verstaan waar dat naartoe wilt dat kriti- keren, dat lasteren en dat beschimpen. Pol. En bijzonderlijk nu nog, nu dat onze geliefde Bisschop zoo klaar gesproken heeft, nu mag er niet meer tegengewerkt worden door niemand meer; allen vooruit voor 't goed, voor d' heilige kerk, voor deftige en eerlijke besturen, en bijgevolg voor de katholieke partij 1 Stant. Zoo is 't. Pol; de deftigheid, de eerlijkheid en de rechtveerdigheid en moeten in geene andere partij gezocht worden; dat weet iedereen. Pol. Alia, Staufc, 'k trek naar mijn werkdoet maar uw beste t' Aalst en de komplimenten aau de vrouw. Stant. Tot ziens, Pol, tot do naaste week en den hertelijken en vriendelijken goeiën dag. Op dejaarmerkt, ber te Herdersem gehouden, waren 11 paarden, ezels met 2 en 4 beenen, 7 stiers, 40 melkkoeien, 11 runders, 140 konijnen, 60 gieten, 31 viggens en verscheidene verzamelin gen van hofgevogelte, onder andere die van M. Karei Do Wit die, in liefhebberij op dat gebied, niet moet onderdoen met de grootste beroemdheden der dierentui nen van Antwerpen, Berlijn enz. Verders vele kramen en barakken uit alle streken, zelfs de alomgekende M. Felix Antoon De Jaegher van St. Peemol was er met allerlei gerief voor rookers en koffiewij- ven en heeft goede ontvangst gedaan. Waarzeggers, gelukzoekers en beurzen snijders onbraken er ook niet. Deze laatste vooral hebben groote behendigheid aan den dag gelegd. Ter wijl de heer secretaris omriugd door de commissieleden de naamafroepiug deed van de eigenaars der bekroonde dieren werd de beurs met 70 frauken premiegel den, van de tafel getooverd. Onmiddelijk sloot men deuren en vensters om de gauwdieven het vluchten te beletten. In 't nauw gebracht lieten zij de beurs vallen, zicht verontschuldi gende dat zij slechts met een koordje getrokken haddeu en er, tot hun ongeluk, eene beurs met geld was blijven aanhan gen. Inwoners vau Herdersem en het om liggende weest op uwe hoede en herin nert u het spreekwoord Kleinen stelen, maar grooten stelen moest. Overigens liep alles in de beste orde al tot groote voldoening van inrichters en belanghebbenden. De schoone uitslag heeft iedereen aangemoedigd en, toeko mende jaar, is nog grooteren bijval verze kerd, indien men het andere spreek woord blijft herinneren Eendracht baart Macht. Rond der Katholieke Drukpers. Wij vernemen door Le Bien Public dat Het Fondsen blad het gedacht komt vooruit te zetten in België eenen bond der katholieke Druk pers te stichten in den aard van 't Duit- scho Augustinus- Vercin Dergelijke inrichting zou, vólgens Het Fondsenblad n veel goeds te weeg bren gen de vrije vraagstukken zouden in den Boad rijpelijk besproken worden en aldus zou men niet alleenlijk persoonlijke twis ten vermijden en de zoo noodzakelijke I eenheid van werking kunnen te weeg brengen. Wij treden het voorstel van 't Fond senblad r bij omdat wij even als andere Confraters de eenheid van werking nood zakelijk achten. Meïre, 't edelmoedig Mei re, heeft zondag laatst 'nou aandoonlijken dag beleefd 't plechtig afscheiden van eenen moedigen inboorling. Eorw. Heer Honobé Baeten, die als zendeling naar den Congo trekt, waar hem reeds zijne zuster is voorgegaan, werd er met luister in de kerk gevierd. Groote toeloop van familie, bloedverwanten en vrienden van den beminden missionnaris. De prachtige koor der reine dorpskerk was mooi en keurig opgeschikt. De familie en geeste lijkheid nam er plaats. Nergens hebben wij ooit zediger en statiger de gewijde gezangen van Vespers en Lof hooren uitgalmen. Och wat is de kerkzang toch schoon en machtig als hij wel wordt op gevoerd Lof en eere aan koster, zangers en zangeressen die zich met die heilige en verdienstenrijko taak gelasten en het zoo verre hebben weten te brengen, zul ten grooten geestelijken indruk op de iugetogene menigte te kunnen verwekken. Tusschen Vespers en Lof schetste Eerw. Heer Evarist De Boeck, oud-mis- sionnaris en professor in 't Seminarie van Scheut, de zending der geloofsver- konders af. De diep overtuigde zendeling heeft veel van het machtig medeslepende woord van Pater Bloete. Hij kan tranen verwekken bij do ongevoeligsten. Na het Lof hadden de plechtigheden van 'tafscheid plaats. De schoone ge wijde gezangen klinken door den tempel. Congregatie en hoogzaal heffen overhaud de verzen van het Benedictus aan. Men biedt den Zendeling het missiekruis en de Geestelijkheid gaat beurtelings de voeten van den cdelmoedigen priester kussen. Kloek en onbewogen schenkt een reeds bejaarde vader zijn tweede kind aan de edele zake der voortplanting van 't Ge loof en Meire een vierden inboorling. Ga, spreekt God, mijnduurbre vriend Ga, mijn priester wel bemind, Ginder verre, zucht in zonden, Sterft mijn volk aan zielen wonden Ga en maak het kloek en sterk Door uw heilig zendlingswerk. Volg uw zuster door de baren, Vrees noch onheil noch gevaren 'k Zal u trouw ter zijde staan, Langs uw eed'le levensbaan. Ach hoe schoon toch elke schrede Des gezants van heil en vrede. dag was het daar volle feest. Twee jonge priesters deden hunne 1® mis de EE. Heeren A. De Winter en O. Eeman. Het schoone klok- kengeluidhad 'savonds te voren de plech tigheid aangekondigd en 's morgens als de klokken opnieuw blijmoedig klepten, wapperden vadorlandsche en pauzelijke vlaggen aau de huizen. Te 9 uren ging een stoet van 22 geeste lijken de jonge priesters en hunne fami- liën afhalen in het klooster, waar boven de deur het volgende jaarschrift prijkte MIJnheeben aLfeeD oCtaVe. We WensChen U VeLe geLUkkIge pkIestebJaeen. Onder het geluid dor klokken en het zingen van het Magnificat trok men ter kerke, die schitterde van licht en bloemen. De E. II. De Winter bijgestaan door den E. H. pastoor en den E. II. Eeman hief hetVcni Creator aan en las dan zijne mis, gediend door twee hee ren seminaristen. Te 10 uren beklom de E. H. Eeman het altaar om eene plech tige mis te zingon, bijgestaan door den Horder der parochie. De E. II. De Bruyn, onderpastoor te Wortegem en de E. II. Mortens, ceconoom van het Collegie te Geeraardsbergen dienden als diaken en onderdiaken. De Eerw. Heeren De Saede- leer,pastoor van ICluisen en De Schryver, ouderpastoor van St. Lievens-Essche ver vulden het ambt van cantores of zangers, De Hoeren seminaristen van Dender hautem waren de misdienaren, De E. H. Lercangóc, surveillant in 't Collegie te Deudcrmondc, geleidde 'als ceremcnie- meester, gausch de plechtigheid. Na de solemnele mis met zoovele deftigheid door de zangers der kerk gezongen, deed do E. H. neomist mot heldere stem het blijde danklied Te Dcum in Godshuis weergalmen. Diegrootsche zang van liefde en dankbaarheid werd beurtelings voort gezongen door do priestersschaar en do kerkzangers, terwijl de jubelende tonen der klokken tot Godstroou ten hemël opvoerden de innigste en hertelijkste dankzeggingen der honderden en hon derden geloovigen van Denderhautem,die hec geluk der beide jonge priesters waren komen deelen. Rond 11 uren werd deE. H. De Winter, door den E. H. pastoor, zijne familie 011 vrienden huiswaarts geleid. Bij het uit gaan der kérk werd hem onder een prach tige» triomfboog in naam zijner familie gelukgewenscht door twee zijner nichtjes, die hem ruikers aanboden. Op den triomfboog aan de kerkdeur was het vol gende welgelukt jaarschrift geschilderd WeLkoM In goDs hUIs, ChbIstUs'heILIg aLtaaeVebWaCiit U Aan zijue woonst werden den E. Heer andermaal bloemtuilen en gelukwenschen aangeboden in naam der geburen door twee jonge maagdekeus. Op de ark van bet huis D'Hondt-De Winter las men aLLe opbeChte heILWensChen Voob Den eeeWeeeDen IeVeeIgen peIkstee De WIntee. Rond den middag reed dc E. II. Eeman met den E. II. pastoor naar de Leebeke, waar zich reeds de overige geestelijken begeven hadden. Van het dorp tot de Leebeke wapperden ontelbare vador landsche en pauzelijke vlaggen en bloem- krauzen. Aan de eerste huizen der wijk stapt men uit het rijtuig en een jubelende hoerah verwelkomt de jonge priester. Daar was ook eou triomfboog' opgericht met het jaarschrift Wees gezegenD, nieuW gezaLeDe Van GoD, Heil Lof zij U hIee Van aLLen gesChonicen Ruiker en gelukwenschen ontbraken hier ook niet. Dan ging men naar de vaderlijke hoeve, onder heilgroeteu en eereschotten. Een lid der familie,wenschte den jongen pries ter nogmaals geluk aan de ingangpoort van het vaderlijk huis een ge"buurkindje reikte een bloemtuil eu in hertelij ke woorden dankte de E. H. Eeman familie en geburen. De sierlijke triomfboog bij de vaderlijke hoeve droeg het volgende jaarschritt ALLe Waek gebUeen WensChen hieb Pbisteb oCtaaf eeMan Lange Jaben teohWe beDIenÏng. Gelijk de E. H. Eeman in zijue bedan king zeer wel zegde de eerbewijzingen aan onze jonge priesters toegebracht toouen dat er te Denderhautem nog een vroom christene volk woont, die den priester, den gezalfde des Heeren eert en bemint. Leve Denderhautem 1 't Eeuwen oud Collegie van Geeraerds bergen was in feest, maandag laatsteeu jubelfeest van 75 jaren verblijf in de ge bouwen van't oud Miuimen-klooster. Oud- professors en oud-leerlingen werden te dier gelegenheid genoodigd, zoo verre men ze opzoeken kon, tot het stichten van eenen bond, die alle twee jaren zou vergaderen. Ongeveer 400 leden hebben beantwoord aan den oproep Eene mis tot lafenis der zielen van af gestorvene medebroeders werd opgedra gen door E. H. Stocquart. Pastoor Stoc- quartwasde oudste aanwezige priester, oud-leerling van 't Collegie. Hij is nu rustende priester te Geei aerdsbergen en is opvolgend pastoor geweest te Zonuegem en te St-Gillis-Waes, waar Hij de kerken heeft gebouwd en zelfs in Zonuegem ook do pastorij De eerbiedweerde en verdienstelijke ouderling is nog vol levenskrachten. De jongste priesters oud-leerlingen stonden Hem aan 't outer bij. Welke ware voldoening eens zijne schoolkameraden terug te zien, voldoe ning die met de jaren groeiend gaat. Aan tafel bracht M. Prosper De Clip- pele, Voorzitter van 't inrichtend comiteit eenen heildronk aan Z. II. den Paus, den Koning on Z. Hoogweerdigheid den Bis schop van Gent, aan Godsdienst, Vader land en Familie, drij grondsteenen der Christene Opvoeding. Kanunnik Seghers, oud-principaal, thans President van 't Se minarie, antwoordde. De E. H. Princi paal Sayes stelde de gezondheid voor van oud-professors en oud-leerlingen en schetste meesterlijk het verleden der School af. De Eerw. Spreker vond voor namelijk welsprekende woorden om het lijden en strijden der jaren tachentig te herinneren en hulde te brengen aan don moed en wijze leiding van Principaal Seghers, die de zegevierende terugkomst in de zoo prachtig vernieuwde gebouwen der Minimen bewerkte. De Heer Advo caat Victor Jacobs van Antwerpen, ant woordde in de moedertaal, in name der oud-studenten. Hierna weerklinkt De Vlaamsche Leeuw." E. H. Fiéve, pastoor van Lede spreekt geestig voor d'oud-lee- raren en brengt 't woord aan onzen dap peren Volksvertegenwoordiger M. Woeste. M. Alexander Bruyneel, Schèpene der stad, de oudste der oud-leerlingen, herin nert de jaren 20, en de blijde intrede in de gebouwen der Minimen, waarvan hij- als leerling is getuige geweest. Het woord is aan M. Woeste! De ge vierde Staatsminister verwerft een in drukwekkend betoog. Elk staat eerbiedig recht en juicht den miskenden held luid ruchtig toe De welsprekende en verdienstenrijko Redenaar houdt de algemeene aandacht boeiend gedurende een kwaart uurs. Zijn wijs ine rede behandelt opvoeding en onder- 't is machtig schoon De deftige —nadering heeft hem door warme en herhaalde toejuichingen eene klinkende getuigenis gegeven van diepen eerbied èn hertehjke verkleefdheid. Moge die wel verdiende en welgemeende hulde van def tige heden den edelmoedigen Staatsman doen vergeten den ondank en smaad welken vurige laster eu plaatszuchtiee opmakery en eerrooverij Hem bij 't ver leidde volk van ons Arroudissementdeden oogsten, t Gezag der opvoedelingen van dit beroemd collegie, die alle staten.en standen der Maatschappij met eer bekfee- den zy Hein een bewijs dat de ware katholieke deftigheid geen bewezen dien sten miskent, 't Zij Hem eene aanmoedi ging, om, ondanks alle ónrechtveerdige en onverdiende gezagrooverij, voortdu rend te streven naar opbeuring van Gods dienst en Volk. Wij zijn hoegenaamd niet gehouden 't volgende factum af te kondigen, want 10 'tis zonder eenie recht dat men het e.scht en 3« 't is wel driemaal tl lang. Maar wij willen het toch meêdcelenom onze geachte lezers eens te laten oordeelen hoe men er op Chipka doekskens omwindt, hoe men woor den en ecdachjen verwringt, hoevele recriminatifin men uitboebelt vooraleer men verklaart zich aan den inhoud der Bisschoppelijke nota te willen on derwerpen t Geeft ook de maat der rechtzinnig heid eerlijkheid en deftigheid waarmee men óp Gnipka zoo hoog oploopt. Aalst, woensdag 4 september 1895. MijnheerVan de Putte Ik antwoord op uw nummer van Don derdag 29 Augusti 1895, zult gij, krach tens al do geeischlen der wet, aan 't hoofd van uw blad en, versta mij wel, ik zeg het u uitdrukkelijk, met dezelfde vette en grove tetters het volgende opnemen. Doel gij het niet, de Rechtbank van Dendermonde zal u op anderen toon spre ken. (1) v Al de vijanden der Christene Volkszaak, socialisten, godsdiensthaters, ultra-con servatieven, zijn tegenwoordig vereenigd m dezelfde vreugde of schijnvreugde. Lieden, die, zooals Denderbode, onlangs nog verklaarden, dat het gezag der Bis schoppen, in politieke zaken, verre bene den O staat personen en nieuwsbladen,- die geen smaad genoeg hadden, tegen hooggeplaatste volksgezinde geestelijken, weten thans met hunnen eerbied voor de Bisschoppen geenen weg. Immers, Zijne Hoogweerdigheid, Mgr. otillemans heeft in zijne Godsdienstige Week eene nota geplaatst, waaruit men valschel.jk besluit dat Hij de christene Volkspartij en Het Land van Aelst veroordeelt. (2) Merken wij vooreerst aan, dat hier van veroordeelen geen sprake kan zijn in geen beschaafd land ter wereld, en aller minst hij 't vaderlijk gerecht der Kerk voogden, veroordeelt men iemand enkel op het woord zijner beschuldigers, zonder hem gelegenheid te schenken, zich te ver- Wat doet onze Bisschop in gezegde nota? Keurt Hij daarom onze economische of politieke denkbeelden af? Neen Vindt Hij het slecht dat wij het wer kende Volk zoeken te scharen, om het aan 't socialisme le ontrukken Neen Veroordeelt Hij onze werking voor 't verbeteren van den toestand der arbei ders Neen Noemt Hij het ongeoorloofd dat we aan de Werklieden eene degelijke, 'tis te zeggen, eene onafhankelijke vertegen woordiging imalleBesturen willen schen ken Neen 1 En voor wat in 't bijzonder de Aalster- sche gemeentezaken betreft, zekerlijk be treurt Hij, dat we Katholieke Besturen aanvallen, maar verbiedt Hij ons, kan Hij ons verbieden, de misbruiken aan te wijzen, die, altijd aanwassende, reeds zoovele besturen, katholieke en liberale hebben versmacht Neen Verbiedt Hij ons de Evenredige Verte genwoordiging voor te staan en toe te- passen op onzen gemeenteraad Neen (3) Verbiedt Hij ons licht en toezicht te wenschen daar waar er duisternis heerscht met al wat er op volgt Neen Verbiedt 1-Iij ons de pest der orgelbals, die het volk verrot en verarmoedt, te be strijden Neen. Wat dan Kortweg onze Bisschop keurt onze gedragslijnaf, voor zooveel deze, tegen de gedachten van Z. Heiligheid, en van de Bisschoppen, uitloopt op ver deeldheid onder de katholieken. Ziedaar alles. (4) Mei twee woorden Hij laakt in één enkel opzicht de gedragingen van volks gezinde bladen, maar hun verder werken en streven, hunne princiepen, de princie pen der Christene Volkspartij laat Hij on verlet. Hoe pijnlijk de berisping van Monseig neur ons ook valle, toch denkon wij er geen oogenblik aan, deze in den wind te slaan, of enkel maar oneerbiedig te be spreken. (5) Hoe zouden wij het Bisschoppelijke ge zag miskennen, wy die, vijf en twintig jaar lang al onze krachten, al onzen tijd toewijdden, aan 't verdedigen van Kerk en Priester Wij die van den beginne af, onze plannen voor de lotsverbetering van 't Volk aan onzen Bisschop blootlegden, Hem verzoekende ons te vermanen, indien zij iets berispelijks bevatten wij die d&n eerst onze werking begonnen toen dat verzoek onbeantwoord bleef Des te min zullen wy ons in deze ge wichtige zaak ongehoorzaam of ongewil lig toonendat wijden moeielijkentoestand kennen, waarin zich onze Bisschoppen bevinden. Wij weten welken moed zij behoefden, om te weerstaan aan rijke invloedheb bende conservatieven die 1-Iem praamden om de Christene Volkspartij af te keuren Hem bedreigende, indien datniet geschied de, de Bisschoppelyke goede werken te zullen uithongeren. (6) De strenge waarschuwing van onzen Bisschop nemen wij dus, voor zooveel zij op ons doelt, zonder morren, met allen eerbied aan.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 2