Pol en Stant.
i
TWEE HONDEN
Pontius Pilatus
Nieuwe
Bisschoppelijke
veroordeeling.
Ware Katholieken 1
Katholieke Medeburgers
Iets om zich
krom te lachen
Scheurmaker overmand
IbDERGEM.H&oeN't
Slant ziet Pol oprijden met eene
karre loof; hij verhaast den stap en
eenige stonden later roept hij hem
toe
Stant.—Hola,
Polzoo haastig
niet man, zoo
5 haastig niet
'k ga mêe
- -~w rr Pol. Ha,
Stant, welkom.
Hoe gaat 't er nog meê sedert verleden
wcok V
Stant. Allerbest, Pol, allerbest 1
Maar 't begint koud te worden, he man
Pol. Ja, Stant, morgen Allerheili
gen en dan de winter voor de deur.
Stant. Inderdaad, Pol, 't dood se-
soen is daar. De blairkes vallen van de
hoornen, devogclkes zwijgen, en alles is
slil en doodsch op den buiten.
Pol. 't Is alzoo alle jaren n«n keer,
Stant; w'bebben wij het alzoo gevonden
en we zullen wy het alzoo verlaten
Stant. 't Is de wereld, Pol, 'tis de
wereld En hoe dom toch, Pol, van die
weinige jaren die we hier alzoo over te
brengen hebben te vergiftigen door al
dien twist en dien strijd onder malkander!
Pol. Dat is waar, Stantmaar 't is
't gevolg, man, van d'historie van het
aardsch paradijs hoogmoed, afjonstig-
heid, begeerlijkheden, haat en nijd en al
die droeve gevoelens die den duivel aan
de menschen inblaast, dat komt daar
allemaal uit voort, en het raenschdom
moet alzoo versleten worden 1
Stant. 'k Weet het wel, Pol maar
dat iedereen nen keer serieus in zijn
eigen ging en dat men serieus overwoog
dat niemand toch tegen Onzen Lieven
Heer op en kan noch en mag, en dat Hij
zelve den vrede hier komen stichten is
op de wercld.er zouden zooveel ongemak
ken en miseries onder de menschen kun
nen vermeden worden.
Pol. 't is wcèrom alwaar 't geen
ge zegt, Stant; maar die vrede waar ge
van spreekt, is Onze Lieve Heer ko
men brengen aan de menschen van goe
den wil, en waar is die goeien wil naartoe
by velen, Stant
Stant. Ha, Pol, hij is verre to zoe
ken bij veel menschen want liij is al
leenlijk te vinden in 't volbrengen van de
kristene plichten, in 't eerbiedigen en
't onderhouden van ons katholieke reli-
;ie, in 't erkennen van ons wettige over
heid en bygevolg van Onzen Lieven Heer
«elfEu helaas, hoe veel menschen toch
drijven den spot meè al die heilige zaken 1
Pol. 't Is juist daar, Stant, dat het
peerd gebonden ligt maar 'tgoed zal
toch triomferen en de H. Kerk is gesticht
op een onvergankelijke rots en dat de
geuzen van alleu deesem maar wroetelen
en zoeken den vrede stooren en twist
zaaien dat kunnen ze, maar nooit of nooit
zullen ze komen tot den zegepraal 1
Stant. Dat is ook mijn gedacht,
Polmaar nu met d'aanstaande gemeen-
tokieziegen, zal den duivel weerom ge
weldig zijnen steert roeren en veel ge
meenten a> in rep en roer zetten.
Pol. Ja, Stant, 'k hoor dat er in
veel plaatsen gaat gestreden worden,
Vaar dat alles nochtans tot hiertoe in rust
en vrede was; maar 't is te hopen dat die
menschen met eenen keer zullen voldaan
zijn en dat de zaken daar achter weèrom
zullen good vooruitgaan 1
Stant. Ha, Pol 't is allemaal de
schuld van die valsche volksmannen die
't volk Overal hebben opgemaakt door
leugens eu valsche beloften.
Pol. 't Is waar, Stant; maar op den
buiten bijzonderlijk hebben die volksver
leiders omtrent gedaan hunne gazetten
worden niet meer gelezen en iedereen
weet nu dat ze afgekeurd zijn door do
geestelijke overheid en dat hoogmoed en
wraakzucht d'eenige oorzaak zijn van hun
handelwijze. Maar hoe is 't nu in de stad,
Stant
Stant Wel, Pol, bij ons t'Aelst
staan de zaken zoo goed mogelijk 't is
wel waar, ons oü liberalen komen op, de
socialisten komen op en de douchisten
bok maar 't is ongeloofelijk meê wat
verachting dat er van die kliekmannen
gesproken wordt en wat gisting dat er
ouder 't volk komt ten voordeele van het
katholiek 1
Pol. Zoo dat de katholieke lijst er
zwierig zal doorvliegen, Stant
Stant. Och jaas, Poldat is 't al
gemeen gevoelen want de brave men
schen in Aelst maken ver uit 't grootste
getal uit, en er is ook niemand meer te
vinden die nog gocste heeft van hem la-
ten bij den neus te leiden gelijk in de
kiezingen van over jaar.
Pol. Dat doet mij plezier, Stant
maar is 't waar dat die fameuze kwak
zalvers die altijd bofton op 't geen dat ze
deden voor d'erreme menschen nu dur
ven uitvallen op d' instellingen die voor
't volk ingericht zijn, en bijzonderlijk op
den katholieken werkmanskring
Stant. Ongelukkiglijk jaat, Pol.
dat is waar maar 't is de jaloesic en de
coleire die spreekt, man.
Pol. En wat zeggen ze alzoo van
den kath. werkmanskring dan, Stant
Stant. Hewel, Pol, 't is moeilijk
om verstaan en uitleggen; van den eenen
kant zeggen ze dat 't den kring is van de
rijke menschen, en van den anderen kant
zeggen ze dat het den kring is van de bo
delaars 1
Pol. Inderdaad, Stant, dat is moei
lijk om verstaan en om uitleggen daar
en verstaa'k niets van 1
Stant. Luistert, Pol 'k heb dat
zondag avond gevraagd aan eenen van
ons grootste weldoeners van deu kring
en die heeft mij dat uitgelegd; maar het
is boos en schandalig, Pol
Pol. Laat nen keer hooren, Stant
Stant. Hewel, van den eenen kant
zeggen die leugeneers dat 't den kring is
van de rijke menschen, en daar willen ze
meê zeggen, dat de menschen die naar
den kring komen de slaven zijn van de
rijke menschen en dat ze aan de rijke
menschen hunne vrijheid moeten ver-
koopen 1
Pol. Wel, wel, Stant, en hoe dat
Stant. Ja, Pol, hoe dat? 'k maak
ik nu al acht jaar deel van den kring en
er is nog geenen rijken mensch die mij
gesproken heeft van dwang of slavernij
Integendeel, als daar den eenen of
den anderen rijken mensch inkomt,
die mensch is mij zeer beleefd, hij spreekt
meê mij juist als of ik zelf nen rijken
mijnheer waar, en dat is altijd met de
grootste liefde en de grootste vriend
schap
Pol. Ge moet nen waren Judas zijn,
Stant, en nen helsnhen kwaadstoker om
zulk dingen te durven vertellen
Stant. Ja mensch, dat gaat alzoo
tegenwoordig ze durven ze alles om de
ereme menschen op te maken tegen de
rijken
Pol. En hoe legt ge nu uit dat de
kath. werkmanskring den kring is van de
bedelaars
Stant. Hewel, Pol, dat heeft dien
braven heer mij ook g'explikeerd die
mannen zeggen dat, omdat de werklieden
die door hunnen arbeid treffelijk aan hun
brood komen, zouden beschaamd worden
van naar den kring te gaan en alzoo
denzei ven zouden verlaten.
Pol. En gelooven die menschen
dat, Stant
Stant. Wel neens,Pol want al wie
naar den kring komt, ziet ter oogen uit
hoe rechtzinnig, hoe liefderijk en hoe
zorgvuldig de menschen daar behandeld
worden maar ziehier hoe ge die woorden
van die liefhebbers moet verstaan 't is
waar, er komen daar erreme menschen
en zeer orrome menschen want omdat
men erem is wordt men daar niet uitge
sloten worden daar toegelaten alle men
schen die braat en treffelijk zijn of het
serieus willen worden.
Pol. En wie kan daar iets tegen
inbrengen
Stant. Maar, Pol, er is daar niets
tegen in te brengen maar die mannen
moeten alles kritikeren, alles wat er
bestaat, behalve hun eigen zeiven en
hunne zotte pretentie van de wet te
geven aan iedereen. En zoo zeggen z'ook
dat de vakvereenigingen in den katho
lieken kring tegen 't gedacht van het
bestuur ingericht zijn.
Pol. En wat is dat vakvereeni
gingen, Stant
Stant. Om kort te zijn, Pol, dat
zyn bonden van werkmenschen van den
zelfden stiel of't zelfde bedrijf, die zich
vereenigen om hunne belangen gezamen
lijk voor te staau en te verdedigen.
Pol. En mogen de menschen dat
niet doen in den katholieken Werkmans
kring, Stant
Stant. De zeeveraars schrijven dat,
Pol, om de werklieden afkeerig te maken
van den kring maar wij weten het best,
en wij weten het zeer wel dat de Bestuur
der (die door do lasteraars bijzonderlijk
gemikt wordt) en al d'ander heeren van
den raad al doen wat ze kunnen om
g'heel den kring en bijzonderlijk de
vakvereenigingen aan te moedigen en te
ondersteunen f
Pol. En durven die mannen, die
alzoo instellingen kritikeren, nog den
naam aannemen van kristenen
AAW EEI* OEEIV
DOOR J. V. B.
Negenstb tbkvolg.
Nog drie maanden had hij noodig om eenige nood
zakelijke kleinigheden te leeren, als tanden trekken,
eksteroogen snijden, bullen recht zetten, oude vrou
wen verjongen, en«. enz. En dan hoopte hjj weer
voor lijnen lieven oom te staan om hem rekenschap
te geven van zijne daden en kunsten.
De advokaat Van der Horst bezocht den majoor in
den laalsten tijd zeer dikwijls en deze, die zich in
zijne eenzaamheid doodeljjk verveelde, ontving hem
altijd met het grootste genoegen. De advokaat was
een geed jager en bad verstand van den landbouw,
liet kon dus niet anders of bij moest wel vriend wor
den met den majoor.
Wij vinden hem bij den majoor, want bet was zeer
slecht weer, en, alsuf dit op hen werkte, het gesprek
wilde maar niet vletten.
Mijnbeer Van der Horst, zegde de majoor einde
lijk op zijne oude vrijmoedige manier, wat scheelt u
toch vandaag Hebt gij een groot proces verloren
Neen, neen, antwoordde de advokaat voorzich
tig en de majoor van terzijde aanziende, toch ik sta
op het punt een groot en gewichtig proces te wagen
en, ik weet niet of ik het winnen zal.
Bah zulk een rechtsgeleerde als gij zegde de
majooralles wat gij onderneemt gelukt u. Daar heb
ik geen vrees voor. Maar mag ik ook weten waarover
het gaat
Zeker moogt gij het weten, ja, gij moet het zelfs
in de eerste plaats welen, want ook gij hebt Lij het
proces veel belang. Mag ik zonder omwegen sprekeu
Gij weet, mijn beste, ik heb het liefst, dat, als
wjj onder elkander zijn, gij dan dcu slimmen advo
kaat thuis laat.
Gij hebt gelijk, majoor, en ik zal maar rechtuit
biechten. Iloudt gij mij voor eeu fatsoenlijk en eerlijk
man
Zeker houdt ik u daar voor.
Goed Maar bij een fatsoenlijk en eerlijk man
kan iets menscheljjks gebeuren. Heer majoor, ik ben
op uwe dochter verliefd geworden. Wilt gij mij baar
tot vrouw geven
Zoo, zoo, zegde de majoor, en blies dikke rook
wolken uit zijne pijp, als wilde hij zich voor den
advokaat onzichtbaar maken. Zoo, zou herhaalde
hij na een poosje, wilt gij mijne Louisa Luwen 1 Dat
valt mij onverwacht op bet lijf. Maar, gij zijl een
man van eer. Weet zij er iets van
Nog niet, heer majoor. Ik dacht dat bel Lest
was, dat ik eerst de toestemming vroeg van Laren
vader, die zal toch wel beslissend zijn
Zoo, zoo 1 Ja wel, ja welMijne dochter is een
Stant. O gi Pol, maar volgeos hen
en deugt er niemand dan zij zelve.
Pol. Maar, Stant, daar kan de
duivel hem niet aan verstaan maar wat
zit er daar onder
Stant. Luistert, Pol, 'k zal kort
zijn, want 'k moet voort die eenige
heethoofden die de douchekliekerij doen
ontstaan hebben, hadden gepeisd van den
Katholieken Werkmanskring te kunnen
meêslepen in hun zotte en uitzinnige en
booze gedachten z' hebben lang het
bestuur zelve van verre ten halzc gelegen
om tegen 't katholiek bestuur en tegen
dat ze noemen de rijke menschen meê
hen te samen op te gaan, en wat is er
gebeurd, Pol
Pol. Spreek, Stant. want 't wordt
van belang.
Stant. Hewel, Pol, die vermaarde
mannen die dierven zeggen en schrijven
dat de vier vijfden van den Katholieken
Werkmanskring, donchisten of revolu-
tionnairs waren, die mannen, zeg ik,
hebben moeten bekennen dat al de werk
lieden, op zeer weinige uitzonderingen
na, rechtzinnige en rechtschapene katho
lieken zijn want met rond de zes hon
derd kiezers kwamen die mannen hunne
katholieke kandidaten aanstellen voor
d'aanstaande gomeentekiezing.
Pol. Bravo, Stant, dat zijn mannen,
dat zijn mannen Vivan de katholieke
werkmanskring van Aelst 1
Stant. 't En is toch niet te ver
wonderen, Pol want er wordt daar voor
ons gedaan al wat mogelijk is van tijd
tot tijd hooren wij daar op aantrekkelijke
wijze ons onze plichten voorhouden is er
iemand in 't verdriet of in den nood, hij
wordt er getroost of geholpen is men
zijn werkt kwijt geraakt, men zoekt eu
herzoekt tot dat men voor ons werk
vindtdikwijls hebben wij er scboone eu
aangename leesten, alles in eerlijkheid
en deftigheid, maar in volle plezier wij
kaarten, bollen of spelen er, elk volgens
zijn goeste, en altijd vriendschap en
broederlijkheid
Pol. Ha 'k wil 't wel gelooven,
Stant, dat de menschea daar geern naar
toe gaan en d' inrichters van zulk werk
geern zien
Stant. Jamaar, zij zeker, Pol, dat
't alzoo is ook; en laat ze maar bassen en
schrijven tegen de kath. werkmanskring
't volk en is zoo blind niet en die bassers
zijn bezig meê hun eigen ruiten uit te
slaan.
Pol. Eu wat zulleu die brave lieden
nu zeggen als ze zulleu vernemen dat
sommige heethoofden hun den naam van
slaven en van bedelaars durven toepas
sen
Stant. Och, Pol, non keer de schou
ders optrekken en die onnoozelaars vier
kant uitlachen
Pol. Dat verdienen ze, Stant, en
anders niet.
Stant. En ze zullen die mannen
ook eenige honderde meters buizen van
allo kleur eu alle metaal aan hun slep-
pen knoopen den 17 November!
Pol. Bravo, Stant, bravo Mocbte
't alzoo zijn, 'k kwam meê vieren in den
kath. werkmanskring
Stant. Zij gerust, Pol, de komman-
des zijn gedaan in de grootste ijzer- en
metaalgieterijeu van g'heel 't land ge
zult er hooren van spreken
Pol. Alla, Stant, 't doet mij plezier;
weerd u en goei courage, en tot binnen
acht dagen.
Stant. Ja, Pol, 'k zal u dan nog
wat meer vertellen, als 't God belieft; deu
vriendelijken goeien dag, Pol
Pol. Salut, Stant, tot ziens
Wij lezen in Le Bieti
public van zaterdag 26 Oc
tober 11.
M. priester Daens beeft
aan een onzer vrienden ge-
schreven met vcrsock het
ons meê te deel en, dat hij
geene boegenaamde vcraut-
woordelijkheid op zich noemt van al
wat de gemeentekieziugen betreft.
Hij verklaart dat, om te beantwoor-
denaan de uitdrukkelijke begeerte van
Z. R. den Bisschop, hij vreemd wil
blijven aan al betgene er omgaat in den
kiesstrijd te Aelst.
Dus, priester Daens doet afkondigen
dat bij zich met onze gemeentekiezingen
niet bemoeit1
Misschien zal er zich nog iomand te
Gent door dien slimmen truk laten ver
blindenmisschien.... want men be
gint er de looze knepen ook goed te ken
nen.
goed kind, dat zich geheel en al op mij verlaatzij
kent geentn anderen wil dan den inijnt en zou, als
ik hrl verlangde, voor mij sterven.
En hier moet zij alleen maar trouwen, zei de
advokaat met eenen siuwen lach.
Trouwen, herhaalde de majoor, werktuigelijk.
Zijne gedachten waren echter met niets anders Lezig.
Misschien dacht hij aan zyne overledene vrouw. Hij
zweeg.
Voor den advokaat was die stilte zeer pijnlijk. Hij
liep een poosje de kamer op eu neer en trad vervol
gens op den majoor loe.
Waarde heer majoor, zegde bij met cene zachte
stem, zou ik ook mogen weten hoe gij er over denkt?
De majoor sprong op. Hjj had niet meer aan
den advokaat gedacht.
Wel, wel, antwoordde hij, gij wilt dus mijne
Louisa trouwen? Maar zoudt gij haar wel gelukkig,
zeer gelukkig maken antwoord mjj nog nietIk
bedoel, zoudt gij haar zou behandelen alt bet goedt
kind het verdient En dan versta ik daaronder niet
op dezelfde manier als een oude snorrebaard van een
majoor zijne vrouw behandeld heen, maar hartelijk
en lief? En nu antwoord
Ik zweer....
Niet zwereu 1 viel hem de majoor in dt rede
dat hoor ik niet gaarne. Als een majoor vloekt en een
advokaat zweert, dat staat zoo wat geljjk.
De advokaat beet zich op de Jippeu die aanmer
king beviel hem niet,
Niet zweren, ging de majoor voort, doch geef
Do nieuwe veroordceling der verra
derpartij door Mgr. Stillemans bewijst dat
rneu te Gent ook klaar ziet in 't spel der
valsche demokraten n van Aelst.
Maar hier te Aelst, bedriegt die
comedie niemand meer
Do waarheid is, dat de haring der val
sche christeno demokraten hier om
den djanter niet meer braden wil,.... dat
onze eerlijke katholieke bevolking meer
en meer afkeer en walg gevoelt voor die
v err ader skliek,.... dat de brave misleide
menschen, burgers eu werklieden, de
eenen na de anderen het verraderskamp
ontvluchten. (Ziet water te Ninove ge
beurt.)
M. priester Daens ziet en ondervindt
dat dagelijks...
En daarom wascht bij zijne handen,
doet hij uitbazuinen dat hij de Aelstersche
verraderskllck over boord smijt, dat hij
voor hare daden niet verantwoordelijk
blijft..- Wat comedie 1 Wat comedie
Aangezien men nog blijft bewe
ren dat Wij de handelwijze niet
afkeuren van hen die, zich chris-
tene demokraten noemende, wer
ken om in vele plaatsen de katho
lieke besturen te doen vallen, mee-
nen Wij dat het onze herder
lijke plicht is, de geloovigen van
het Arrondissement van Aelst te
gen die ongegronde bewering le
waarschuwen.
In de vertegenwoordiging der
werklieden is er op eene billijke
wijze door de katholieken voorzien
geworden, en de hetreurlijke po
gingen der mannen die Wij be
doelen kunnen slechts dienen om
de tegenstrevers van Godsdienst en
.maatschappij in de gemeenteraden
te brengen.
T ANTONIUS, Bisschop van Gent.
Godsdienstige Week van Vlaanderen,
1 November 1895.
Aanhoort deze plechtige vermaning van
Z. H. Onzen Bisschop en laat u niet mis
leiden door pogingen van scheuring die
niet te verrechtveerdigen zyn en slechls
kunnen dienen om de tegenstrevers
van Godsdienst en maatschappij 't is
te zeggen, liberalen en socialisten in de
gemeenteraden te brengen.
Allen geluisterd naar de raadgeving
van Z. H. Mgr. Stillemans 1
Leve de Vrede Geene Scheuring
Kandidaten der verraderskliek
veroordeeld door Z. H. onzen Bis
schop.Eindelijk zullen de Aalstenaars
nu uit hunne nieuwsgierigheid zijn de
namen van de kandidaten der verraders-
kliek zijn gekend.
En of er in gansck Aelst eenen schater
lach zaj opgaan Maar ziehier
Voor de eerste reeks
Boon'e Piet.Leop.horlogiem.Brabantstr.l
De Smedt Jozef Karei, landb.Driesstr.42.
De Smodt Petrus Frans,landb,Oonegem,3.
Spaens Frans,garentwiju. St-Jobsteeg, 22.
Vau Bleyeubergh Jau-Baptist, schrijn
werker, St-Jorisstraat, 36.
Voor de tweede reeks
Beygaert Petrus, landbouwer, Lindestr. 7.
Bogaert J.-B.fabriekwerk.Groenstr49.
Cortbals Adolf, bakker, St-Janstraat, 45.
Daens Petrus, drukker van 't Land van
Aelst en Den Werkman.
Roelandt Benjamin, schrijnw., Tragel, 2.
Gelijk ge ziet, geëerde lozers, 't is een
rommelzoo van liberalen en socialisten
behangen met eenen schijn van Gods
dienst,wraakzuchtigen, misnoegden,hoog
moedige kinkels nog te dom om 'nen puit
te biechten. En die mannen zijn 't die de
samenleving zouden moeten redden en de
welvaart verzekeren! Wacht wat de ka
tholieke Aelstenaers zullen u een dansken
leeren gaan
Dat zijn nu die kandidaten waar gansck
Aelst zou verstomd bij staau
Geeft de ventjes 'nen cent gelijk aan
Galle!
Overweegt rijpelijk deze tweede veroor
deeling der valsche demokratie en zegt
ons dan of ge in geweten voor die verra
derskliek moogt stemmen
mij de hand en beloof mij op uwe eer, dat gij mijne
Louisa zoo gelukkig zult maken als gij kunt.
Ik beloof bet, zegde Van der Horst en drukte de
hand van den majoor.
Nu, dan beloof ik u mijne dochter als vrouw,
zegde de majoor. En daar nu de zaak geklonken is,
voegde hij er hij, kan ik u zeggen, dat gij, om van uw
standpunt als advokaat le spreken, geen klein proces
gewonnen hebt. Mijne dochter is namelijk de eenige
erfgename van geheel mijn vermogen, behalve eeu
legaat voor mijnen neef en eenige kleinigheden voor
liefdadige inrichtingen.
En boe groot is het legaat voor uwen neef?
vroeg Van der Horst, en zijnen blik bad veel weg van
eene kal, die eenc muis in 't oog beeft.
Twintig duizend gulden.
Maar, heer majoor, dat vind ik overdreven. Gij
leeft. God dank, nog en het testament kan nog ver
nietigd wordeD.
Waarom zou ik het vernietigen vroeg de ma
joor.
Om het |c veranderen. Gg kent, geloof ik, uwen
neef genoeg om te kunnen opmaken, dat die 20,000
gulden bij hem geen jaar ond zullen worden.
Luister ecus hier, Van der Horst, ik heb nu een
maal mijn testament zelf geschreven, eerst was
bet tien duizend en eenige jaren geleden heb ik er
nog tien duizend bijgevoegd en wat de majoor Vaa
LaDgenberg geschreven heeft, dat blijft zoo.
Van der Horst zweeg.
En wanneer zullen wij de bruiloft hebben? vroeg hjjj
Sedert dat onze zooge-
zegde christeno volkspartij
uit den Belgischen Volksbond
is verbannen, omdat zij niet
ingericht is en op geen enkel
volkswerk steunt, hebben
onze Chipkahelden hemel en
aarde bewogen om de katho
lieken na te apen en ook in de onder
scheidene wijken onzer stad, sektiën in te
richten onder den rijkemenschen naam
van.... wijkclub
Men weet dat onlangs geleden al die
clubs ter Houtmerkt vergaderden om
eenc betooging ofte manifestatie te hou
den en dat ze allen t' hoop eindelijk ten
getalle van... 46 man geraakten.
Zondag jl. moésten die wijkclubs te
Mijlbeek vergaren. Een bijzonder vlie
gende bladje werd gansck de stad rond
uitgedeeld om al do liefhebbers op te
roepen ener zou muziek bij zijn
Ehwel, de menschen der Molenstraat
poort hebben nog nooit meer leute gehad,
neen, nog nooit hebben zij zich beter ver
maakt dan zondag avond
Verbeeldt u eens, geachte lezers, zes
trompetters van 't laatste oordeel gevolgd
door 13 personen (dertien!) die gansch
den avond al lawytende rondliepen van
't Slot naar De Wederkomst en naar nog
driiof vier andere herbergen....
Eu daarin bestond nu die grrrrooto
betooging met zooveel gedruis alom ver
kondigd
Maar hot komiekste der zaak, vriend
lezer, is de wijze op de welke die fameuze
tcijkclubs v worden bijeengeflaust.
Het Land van Aelst geeft cr ons
een allerkluchtigst staaltje van.
Ziehier wat wij letterlijk knippen uit
dat blad (zie nr vau 27 oct. 11.)
Over eenige weken hadden wij het geluk
eenen wijkclub te stichten. Wij achten -
ons gelukkig en wat meer is, wij hebben
heilzame vruchten uit getrokken. Wij kozen met
algemeene stemmen eenen Voorzitter,
van talent, maar ongelukkiglijk het was eenige
jaren geleden dat hij het Huis Gods had bezocht
iets waar wij niets van wisten. Het was een
wapen voor zekere mannen om onze vrienden,
wiens hulp wij gevraagd hadden, beschaamd (sic)
te maken. Doch zij maakten het ons bekend, en
alsdan hebben wij aan onzen Voorzitter gevraagd
in naam van het heilig belang der Christene
Volkspartij des zondags Mis te hooren, waarin
hij toegaf. Des zondags nadien trokken eenige
leden des clubs naar des Voorzitters-woning.
Z/ijging eerst mede om een druppel, want als 't
er af kan, drinkt hij geern eentje, maar nooit te
veel. Van daar trokken wij naar Gods gewijde
plaatsZiedaar Vriend, eene vrucht welke in
de Geschiedenis der Christene Volkspartij zou
mogen eene plaats hebben. Daarmede sluiten wij
onzen brief.onder den kreet Leve de Christene
Volkspartij.
De leden van den wijkclub n» 3.
Dus ze kozen met algemeene stemmen
(ze waren ten getalle van een half
s dozijntje,) eenen voorzitter, een man
van talentmaar ongelukkiglijk het
r was eenige jaren geleden, dat hij het
s Ruis Gods had bezocht, iets waar zij
n niets van wisten I
Wat zegt ge daar van, geachte lezer
Men kiest eenen voorzitter die men
noch van hair noch van pluim kent, bij
zooverre dat men zelfs niet wist, dat hij,
sedert jaren, geenen voet meer in de
kerk heeft gezet.
Oh die christene jannen bekommeren
zich toch zoo zeer met den Godsdienst
En die snullen drijven hunne onnoozel-
heid zoo verro hunne beestigheid. zelfs
in de gazet te doen drukken
Nu het schijnt dat men beschaamd
wierd over zulk eenen christelijken
president... en dan trok men plannen om
hem naar de kerk te krijgen men ging
eerst met hem 'nen borrel drinken ten
einde hem couragie te geven, om over
den drempel der kerk te geraken en de
vrees te verdrijven dat de gewelven op
zijn hoofd zouden vallen.
Mirakel roept men...
Chipka had reeds martelaars, volle af
laten, voor de lezers van den Werkman
catacomben Nu heeft men er een mira
kel Wat zalig oord
Wat snul mag toch zulke dwaasheden
neêrschrijven
Wat snul moet men ziju om zulke dom
migheden op te nemen
De helden van Chipka kunnen weêr
eens hunne armen in de lucht slaan en
roepen Denderbode bespot ons
Maar wij vragen het in allo rechtzin
nigheid aan al wie zijne vijf zinnen bezit
Wie spot er bier Is bet niet 7 Land
van Aelst Zijn het niet de sukkelaars
van Chipka die zich zeiven op de onge-
hoordste manier bespottelijk maken
Wanneer denkt gij vroeg de majoor.
Het liefst zoo spoedig mogelijk cn als het zijn
kan reeds binnen vier weken.
Dat kan niet, neen dat kan niet. Gij begrijpt
dat ik zoo gaarne zou zien dat mijnen neef ook aan
de vreugde deelnam en h(j komt maar binnen drie
maanden terug. Neen, als hij weer hier is dan zullen
wij den dag bepalen.
Maar, heer majoor, wie weet of hij binnen een
jaar hier is, want gij weet, hij is een kwast dien men
men maar half vertrouwen kan
Kom, kom, dan kent gij hem niet goed. Wat
hij aan zijn oom zegt of schrijft, dat doet hjj, dat
weet ik te goed.
GoedMaar als hg nu niet eens op dien lijd
komt
Dan zult gij nog een beetje geduld moeten heb
ben, mijnheer Van der Horst, want gij kent zijne
verhouding wel tot de juffrouw, en het zou zeer mo
gelijk kunnen zijn dat de doktoor, als hij weer terug
is, ook aan eenen eigen haard gaat denken. En
hoe schoon zou het dan niet ziju, als w jj twee brui
loften op éénen dag hadden
Ik kan uw gevoelen niet deelcn, heer majoor.
Drie maanden, dat is een langen tijd. En dan nog
moeten wachten om eenen halven zot
Halt, mijnheer de advokaat. Mijnen neef is geen
zot, doch gij schijnt geen goedo vriend van hem te
zjjn, dat kan ik wel hooren.
Integendeel...,
Genoeg, zegde de majoor, Ik Leb het zoo gezegd
999 Is 4 waar dat er op
Allerheiligen ter
Hoogstraat liberale stem-
men-kooplieden ontmoet
werden
hebt ge u zondag goed kunnen amezeeren
Hiffeba. Ha, Circlair, juik zelle
man, geheel goed, gij ook
Circlair. Ik, Hiffera jommer ik
kan me, den dag van heden goed ver
zetten, ik doen nu dit best, met de ga
zetten te lezen
Hiffera. Ha ja, ...daarmêe kunt
ge dit nu beter dan naar gewoonte, met
de aanstaande kieziug, wordt er nu wat
meer geschreven Ik heb over veertien
dagen ook gelezen, in een katholiek
geëerd blad, en daar stond in, het godde
loos gesprek, tusschen Tist deu Knikker
en de Sul was dit op u, Circlair
Circlair. Ho !....Gie heks, leestgy
ook katholieke gazetten, lees liever,
Roelandsche gazetten...
Hiffera. Neen, Circlair, ik lees
die niet, ik moet van liberaal, noch van
roelander hebben, maar.... Vie van 't ka
tholiek... gelijk ik in mijn vaders huis
altijd gehoord heb 1
Circlair. Ja, watte,zoo en zal uwen
man, nu met de kiezing, voor den Knik
ker, en zijnen Daanzelijst niet mogen
stemmen
Hiffera. Hei, jommer Circlair,
z'eu ziju allemaal zoo slecht niet als gij,
zelle vent, dezen, als ik er kan iets aan
doen, moet voor de katholieken stemmen,
naar do goesting der Geestelijke Over
heid, naar die der Roomsche Kerk, gelijk
een ware kristen, maar voor geene Roe-
landers, of volksbedriegers 1
Circlair. Ja, Hiffera, durfde gij
zeggen, dat wij, volksfoppers zijn, ik zal
er nochtans voor stemmen
Hiffera. Dat geloof ik goed, Cir
clair,vroeger als de rieberalen aan 't roer
waren, dan deed ge daar meê, en zoudt
ge nu met de Klokisten niet doen? Dat er
in ons Iddergem, socialisten waren, die
hen op rang wilden zetten, ge waart er
wel bij als kandidaat Niewaar
Circlair. Och, Hiffera, plaagt mij
zoo niet, dat zullen toch nog mannen
zijn, die op den Roelanderslijst zullen
staan, waarmede ik zal doen
Hiffera. Jommer jaat, Circlair,
want dat zullen zeker Tistten zijn, er en
zal geeneenen bij zijn, of 't zal nen afge
vallen boer zijn, die niet veel meer over
heeft, en die het nu in 't modder of
't slijk der scheurmakers zou willen terug
vinden
Circlair. Zegt dat ge wilt, Hiffera,
ik doen er meê I 1
Hiffera. Dat gij er meê doet, met
de Klokisten, dat moet ge mij niet meer
komen vertellen, Circlair het is maar
vier weken geleden, dat ge mij zegdet
indien den Daanzelijst boven komt, met
17 November, dan zult ge zien, dat ik de
kadidaten voor niets geene les zal gege- I
ven hebben, maar ik zal betaald worden,
met nog 400 franken opslag. Gedenkt ge
u dat nog, Circlair, voor uwen buit is het
dat ge er mede doet, en uwe maunen i
weten niet waar ge naartoe wilt, want ze j
zijn daarvoor te dom !f !|I
Circlair. Alla, Hiffera, dat elk
zijne kinderen leert, ik en kan met u,
niet overeenkomen, dat 't welgaat I
Hiffeba. Voor wel of slecht, Cir-
clair, gelacht al in uwe vuisten, gemeent
dat ge dejaarlijksche 400 ballekens al vast f
hebt, en vier jaar eer uwe mannen moe- I
ten herkozen worden,dat is 1600 ballekens
zegt ge Maar het zal nevens uwe kerso
zijn I Zelle slokker
Ehwel, vrienden van Iddergem, vraagt
u eens af, wie zal die moeten betalen, en
uw geweten zal u antwoorden, dat gij het
zult zijn Stemmers II Ja gij, zeker gy,
want ieder maal, dat de fopperslijst eene
stem zal krijgen, heeft deze Stemmer,
een frank uit zijnen zak geworpen voor j
deu Circlair Dat zal hij wel willen 111
brbrbrbrbr 1
Daarom vrienden, gij dio moet stem- j
men, en die nog iets van een hart hebt als
katholieken Belg,doet bij dc aanstaande
kiezing met de goede katholiekenja, met
de vrienden van Godsdienst, waarvoor
wij vroeg of laat zullen beloond worden
vau Onzen Lieven Heer, en dié de ge
meente zullen besturen in spaarzaamheid
voor de burgers, en dat eindelijk nog zal I
dienen tot groot spijt van wie 't benijdt... I
S. De Kenner.
en het blijft zoo. Wij wachten tot de doktoor weer
bier is.
De advokaat trok wel een zuur gezicht, doch hjj
wist zijne stemming spoedig achter een gemaakt
lachje te verbergen en begon over verschillende on
derwerpen te spreken. De majoor was intusschen
zeer afgetrokken en luiiterde maar half meer, waarom 1
de advokaat spoedig zjjncn hoed nam en vertrok, na
belofte, den volgenden dag weer te komen schaken.
XI. DE DOKTOOR TERUG.
De majoor bracht eenen slapeloozen nacht door, cn
vermoeider dan den vorigen avond, toen hjj te bed
was gegaan, zocht hij Louise op, om haar over het
aanzoek van Van dor Horst te sperken. Hij wist ech
ter niet hoe hij beginnen zou en was zoo verlegen alt
een schooljongen.
Louise zegde hij eindelijk, gij zijt een goed kind.
Dat hebt gij mij reeds zoo dikwjjls gezegd lieve
vader, dat ik 't bijna zelve begin le gelooven.
Doe dat maar genist, want hel is de zuivere j
aarheid. Gij zijt het dieibaarste wat ik op aarde bezit
cn alle middelen gebruik ik om u dat le bewijzen.
Daarvan ben ik overtuigd, doch ik hoor wel dal
gij mij weer eenc vreugde bereidt hebt, is het niel
- Ja, zoo is het.
- Nu, vertel op, wat is het D uw portret klaart
- Neen, dat niet. Hel is geheel iets anders. Raad
Wordt voortgezet]j