Pol en Stant. i TWEE HONDEN Pontius Pilatus Nieuwe Bisschoppelijke veroordeeling. Ware Katholieken 1 Katholieke Medeburgers Iets om zich krom te lachen Scheurmaker overmand IbDERGEM.H&oeN't Slant ziet Pol oprijden met eene karre loof; hij verhaast den stap en eenige stonden later roept hij hem toe Stant.—Hola, Polzoo haastig niet man, zoo 5 haastig niet 'k ga mêe - -~w rr Pol. Ha, Stant, welkom. Hoe gaat 't er nog meê sedert verleden wcok V Stant. Allerbest, Pol, allerbest 1 Maar 't begint koud te worden, he man Pol. Ja, Stant, morgen Allerheili gen en dan de winter voor de deur. Stant. Inderdaad, Pol, 't dood se- soen is daar. De blairkes vallen van de hoornen, devogclkes zwijgen, en alles is slil en doodsch op den buiten. Pol. 't Is alzoo alle jaren n«n keer, Stant; w'bebben wij het alzoo gevonden en we zullen wy het alzoo verlaten Stant. 't Is de wereld, Pol, 'tis de wereld En hoe dom toch, Pol, van die weinige jaren die we hier alzoo over te brengen hebben te vergiftigen door al dien twist en dien strijd onder malkander! Pol. Dat is waar, Stantmaar 't is 't gevolg, man, van d'historie van het aardsch paradijs hoogmoed, afjonstig- heid, begeerlijkheden, haat en nijd en al die droeve gevoelens die den duivel aan de menschen inblaast, dat komt daar allemaal uit voort, en het raenschdom moet alzoo versleten worden 1 Stant. 'k Weet het wel, Pol maar dat iedereen nen keer serieus in zijn eigen ging en dat men serieus overwoog dat niemand toch tegen Onzen Lieven Heer op en kan noch en mag, en dat Hij zelve den vrede hier komen stichten is op de wercld.er zouden zooveel ongemak ken en miseries onder de menschen kun nen vermeden worden. Pol. 't is wcèrom alwaar 't geen ge zegt, Stant; maar die vrede waar ge van spreekt, is Onze Lieve Heer ko men brengen aan de menschen van goe den wil, en waar is die goeien wil naartoe by velen, Stant Stant. Ha, Pol, hij is verre to zoe ken bij veel menschen want liij is al leenlijk te vinden in 't volbrengen van de kristene plichten, in 't eerbiedigen en 't onderhouden van ons katholieke reli- ;ie, in 't erkennen van ons wettige over heid en bygevolg van Onzen Lieven Heer «elfEu helaas, hoe veel menschen toch drijven den spot meè al die heilige zaken 1 Pol. 't Is juist daar, Stant, dat het peerd gebonden ligt maar 'tgoed zal toch triomferen en de H. Kerk is gesticht op een onvergankelijke rots en dat de geuzen van alleu deesem maar wroetelen en zoeken den vrede stooren en twist zaaien dat kunnen ze, maar nooit of nooit zullen ze komen tot den zegepraal 1 Stant. Dat is ook mijn gedacht, Polmaar nu met d'aanstaande gemeen- tokieziegen, zal den duivel weerom ge weldig zijnen steert roeren en veel ge meenten a> in rep en roer zetten. Pol. Ja, Stant, 'k hoor dat er in veel plaatsen gaat gestreden worden, Vaar dat alles nochtans tot hiertoe in rust en vrede was; maar 't is te hopen dat die menschen met eenen keer zullen voldaan zijn en dat de zaken daar achter weèrom zullen good vooruitgaan 1 Stant. Ha, Pol 't is allemaal de schuld van die valsche volksmannen die 't volk Overal hebben opgemaakt door leugens eu valsche beloften. Pol. 't Is waar, Stant; maar op den buiten bijzonderlijk hebben die volksver leiders omtrent gedaan hunne gazetten worden niet meer gelezen en iedereen weet nu dat ze afgekeurd zijn door do geestelijke overheid en dat hoogmoed en wraakzucht d'eenige oorzaak zijn van hun handelwijze. Maar hoe is 't nu in de stad, Stant Stant Wel, Pol, bij ons t'Aelst staan de zaken zoo goed mogelijk 't is wel waar, ons oü liberalen komen op, de socialisten komen op en de douchisten bok maar 't is ongeloofelijk meê wat verachting dat er van die kliekmannen gesproken wordt en wat gisting dat er ouder 't volk komt ten voordeele van het katholiek 1 Pol. Zoo dat de katholieke lijst er zwierig zal doorvliegen, Stant Stant. Och jaas, Poldat is 't al gemeen gevoelen want de brave men schen in Aelst maken ver uit 't grootste getal uit, en er is ook niemand meer te vinden die nog gocste heeft van hem la- ten bij den neus te leiden gelijk in de kiezingen van over jaar. Pol. Dat doet mij plezier, Stant maar is 't waar dat die fameuze kwak zalvers die altijd bofton op 't geen dat ze deden voor d'erreme menschen nu dur ven uitvallen op d' instellingen die voor 't volk ingericht zijn, en bijzonderlijk op den katholieken werkmanskring Stant. Ongelukkiglijk jaat, Pol. dat is waar maar 't is de jaloesic en de coleire die spreekt, man. Pol. En wat zeggen ze alzoo van den kath. werkmanskring dan, Stant Stant. Hewel, Pol, 't is moeilijk om verstaan en uitleggen; van den eenen kant zeggen ze dat 't den kring is van de rijke menschen, en van den anderen kant zeggen ze dat het den kring is van de bo delaars 1 Pol. Inderdaad, Stant, dat is moei lijk om verstaan en om uitleggen daar en verstaa'k niets van 1 Stant. Luistert, Pol 'k heb dat zondag avond gevraagd aan eenen van ons grootste weldoeners van deu kring en die heeft mij dat uitgelegd; maar het is boos en schandalig, Pol Pol. Laat nen keer hooren, Stant Stant. Hewel, van den eenen kant zeggen die leugeneers dat 't den kring is van de rijke menschen, en daar willen ze meê zeggen, dat de menschen die naar den kring komen de slaven zijn van de rijke menschen en dat ze aan de rijke menschen hunne vrijheid moeten ver- koopen 1 Pol. Wel, wel, Stant, en hoe dat Stant. Ja, Pol, hoe dat? 'k maak ik nu al acht jaar deel van den kring en er is nog geenen rijken mensch die mij gesproken heeft van dwang of slavernij Integendeel, als daar den eenen of den anderen rijken mensch inkomt, die mensch is mij zeer beleefd, hij spreekt meê mij juist als of ik zelf nen rijken mijnheer waar, en dat is altijd met de grootste liefde en de grootste vriend schap Pol. Ge moet nen waren Judas zijn, Stant, en nen helsnhen kwaadstoker om zulk dingen te durven vertellen Stant. Ja mensch, dat gaat alzoo tegenwoordig ze durven ze alles om de ereme menschen op te maken tegen de rijken Pol. En hoe legt ge nu uit dat de kath. werkmanskring den kring is van de bedelaars Stant. Hewel, Pol, dat heeft dien braven heer mij ook g'explikeerd die mannen zeggen dat, omdat de werklieden die door hunnen arbeid treffelijk aan hun brood komen, zouden beschaamd worden van naar den kring te gaan en alzoo denzei ven zouden verlaten. Pol. En gelooven die menschen dat, Stant Stant. Wel neens,Pol want al wie naar den kring komt, ziet ter oogen uit hoe rechtzinnig, hoe liefderijk en hoe zorgvuldig de menschen daar behandeld worden maar ziehier hoe ge die woorden van die liefhebbers moet verstaan 't is waar, er komen daar erreme menschen en zeer orrome menschen want omdat men erem is wordt men daar niet uitge sloten worden daar toegelaten alle men schen die braat en treffelijk zijn of het serieus willen worden. Pol. En wie kan daar iets tegen inbrengen Stant. Maar, Pol, er is daar niets tegen in te brengen maar die mannen moeten alles kritikeren, alles wat er bestaat, behalve hun eigen zeiven en hunne zotte pretentie van de wet te geven aan iedereen. En zoo zeggen z'ook dat de vakvereenigingen in den katho lieken kring tegen 't gedacht van het bestuur ingericht zijn. Pol. En wat is dat vakvereeni gingen, Stant Stant. Om kort te zijn, Pol, dat zyn bonden van werkmenschen van den zelfden stiel of't zelfde bedrijf, die zich vereenigen om hunne belangen gezamen lijk voor te staau en te verdedigen. Pol. En mogen de menschen dat niet doen in den katholieken Werkmans kring, Stant Stant. De zeeveraars schrijven dat, Pol, om de werklieden afkeerig te maken van den kring maar wij weten het best, en wij weten het zeer wel dat de Bestuur der (die door do lasteraars bijzonderlijk gemikt wordt) en al d'ander heeren van den raad al doen wat ze kunnen om g'heel den kring en bijzonderlijk de vakvereenigingen aan te moedigen en te ondersteunen f Pol. En durven die mannen, die alzoo instellingen kritikeren, nog den naam aannemen van kristenen AAW EEI* OEEIV DOOR J. V. B. Negenstb tbkvolg. Nog drie maanden had hij noodig om eenige nood zakelijke kleinigheden te leeren, als tanden trekken, eksteroogen snijden, bullen recht zetten, oude vrou wen verjongen, en«. enz. En dan hoopte hjj weer voor lijnen lieven oom te staan om hem rekenschap te geven van zijne daden en kunsten. De advokaat Van der Horst bezocht den majoor in den laalsten tijd zeer dikwijls en deze, die zich in zijne eenzaamheid doodeljjk verveelde, ontving hem altijd met het grootste genoegen. De advokaat was een geed jager en bad verstand van den landbouw, liet kon dus niet anders of bij moest wel vriend wor den met den majoor. Wij vinden hem bij den majoor, want bet was zeer slecht weer, en, alsuf dit op hen werkte, het gesprek wilde maar niet vletten. Mijnbeer Van der Horst, zegde de majoor einde lijk op zijne oude vrijmoedige manier, wat scheelt u toch vandaag Hebt gij een groot proces verloren Neen, neen, antwoordde de advokaat voorzich tig en de majoor van terzijde aanziende, toch ik sta op het punt een groot en gewichtig proces te wagen en, ik weet niet of ik het winnen zal. Bah zulk een rechtsgeleerde als gij zegde de majooralles wat gij onderneemt gelukt u. Daar heb ik geen vrees voor. Maar mag ik ook weten waarover het gaat Zeker moogt gij het weten, ja, gij moet het zelfs in de eerste plaats welen, want ook gij hebt Lij het proces veel belang. Mag ik zonder omwegen sprekeu Gij weet, mijn beste, ik heb het liefst, dat, als wjj onder elkander zijn, gij dan dcu slimmen advo kaat thuis laat. Gij hebt gelijk, majoor, en ik zal maar rechtuit biechten. Iloudt gij mij voor eeu fatsoenlijk en eerlijk man Zeker houdt ik u daar voor. Goed Maar bij een fatsoenlijk en eerlijk man kan iets menscheljjks gebeuren. Heer majoor, ik ben op uwe dochter verliefd geworden. Wilt gij mij baar tot vrouw geven Zoo, zoo, zegde de majoor, en blies dikke rook wolken uit zijne pijp, als wilde hij zich voor den advokaat onzichtbaar maken. Zoo, zou herhaalde hij na een poosje, wilt gij mijne Louisa Luwen 1 Dat valt mij onverwacht op bet lijf. Maar, gij zijl een man van eer. Weet zij er iets van Nog niet, heer majoor. Ik dacht dat bel Lest was, dat ik eerst de toestemming vroeg van Laren vader, die zal toch wel beslissend zijn Zoo, zoo 1 Ja wel, ja welMijne dochter is een Stant. O gi Pol, maar volgeos hen en deugt er niemand dan zij zelve. Pol. Maar, Stant, daar kan de duivel hem niet aan verstaan maar wat zit er daar onder Stant. Luistert, Pol, 'k zal kort zijn, want 'k moet voort die eenige heethoofden die de douchekliekerij doen ontstaan hebben, hadden gepeisd van den Katholieken Werkmanskring te kunnen meêslepen in hun zotte en uitzinnige en booze gedachten z' hebben lang het bestuur zelve van verre ten halzc gelegen om tegen 't katholiek bestuur en tegen dat ze noemen de rijke menschen meê hen te samen op te gaan, en wat is er gebeurd, Pol Pol. Spreek, Stant. want 't wordt van belang. Stant. Hewel, Pol, die vermaarde mannen die dierven zeggen en schrijven dat de vier vijfden van den Katholieken Werkmanskring, donchisten of revolu- tionnairs waren, die mannen, zeg ik, hebben moeten bekennen dat al de werk lieden, op zeer weinige uitzonderingen na, rechtzinnige en rechtschapene katho lieken zijn want met rond de zes hon derd kiezers kwamen die mannen hunne katholieke kandidaten aanstellen voor d'aanstaande gomeentekiezing. Pol. Bravo, Stant, dat zijn mannen, dat zijn mannen Vivan de katholieke werkmanskring van Aelst 1 Stant. 't En is toch niet te ver wonderen, Pol want er wordt daar voor ons gedaan al wat mogelijk is van tijd tot tijd hooren wij daar op aantrekkelijke wijze ons onze plichten voorhouden is er iemand in 't verdriet of in den nood, hij wordt er getroost of geholpen is men zijn werkt kwijt geraakt, men zoekt eu herzoekt tot dat men voor ons werk vindtdikwijls hebben wij er scboone eu aangename leesten, alles in eerlijkheid en deftigheid, maar in volle plezier wij kaarten, bollen of spelen er, elk volgens zijn goeste, en altijd vriendschap en broederlijkheid Pol. Ha 'k wil 't wel gelooven, Stant, dat de menschea daar geern naar toe gaan en d' inrichters van zulk werk geern zien Stant. Jamaar, zij zeker, Pol, dat 't alzoo is ook; en laat ze maar bassen en schrijven tegen de kath. werkmanskring 't volk en is zoo blind niet en die bassers zijn bezig meê hun eigen ruiten uit te slaan. Pol. Eu wat zulleu die brave lieden nu zeggen als ze zulleu vernemen dat sommige heethoofden hun den naam van slaven en van bedelaars durven toepas sen Stant. Och, Pol, non keer de schou ders optrekken en die onnoozelaars vier kant uitlachen Pol. Dat verdienen ze, Stant, en anders niet. Stant. En ze zullen die mannen ook eenige honderde meters buizen van allo kleur eu alle metaal aan hun slep- pen knoopen den 17 November! Pol. Bravo, Stant, bravo Mocbte 't alzoo zijn, 'k kwam meê vieren in den kath. werkmanskring Stant. Zij gerust, Pol, de komman- des zijn gedaan in de grootste ijzer- en metaalgieterijeu van g'heel 't land ge zult er hooren van spreken Pol. Alla, Stant, 't doet mij plezier; weerd u en goei courage, en tot binnen acht dagen. Stant. Ja, Pol, 'k zal u dan nog wat meer vertellen, als 't God belieft; deu vriendelijken goeien dag, Pol Pol. Salut, Stant, tot ziens Wij lezen in Le Bieti public van zaterdag 26 Oc tober 11. M. priester Daens beeft aan een onzer vrienden ge- schreven met vcrsock het ons meê te deel en, dat hij geene boegenaamde vcraut- woordelijkheid op zich noemt van al wat de gemeentekieziugen betreft. Hij verklaart dat, om te beantwoor- denaan de uitdrukkelijke begeerte van Z. R. den Bisschop, hij vreemd wil blijven aan al betgene er omgaat in den kiesstrijd te Aelst. Dus, priester Daens doet afkondigen dat bij zich met onze gemeentekiezingen niet bemoeit1 Misschien zal er zich nog iomand te Gent door dien slimmen truk laten ver blindenmisschien.... want men be gint er de looze knepen ook goed te ken nen. goed kind, dat zich geheel en al op mij verlaatzij kent geentn anderen wil dan den inijnt en zou, als ik hrl verlangde, voor mij sterven. En hier moet zij alleen maar trouwen, zei de advokaat met eenen siuwen lach. Trouwen, herhaalde de majoor, werktuigelijk. Zijne gedachten waren echter met niets anders Lezig. Misschien dacht hij aan zyne overledene vrouw. Hij zweeg. Voor den advokaat was die stilte zeer pijnlijk. Hij liep een poosje de kamer op eu neer en trad vervol gens op den majoor loe. Waarde heer majoor, zegde bij met cene zachte stem, zou ik ook mogen weten hoe gij er over denkt? De majoor sprong op. Hjj had niet meer aan den advokaat gedacht. Wel, wel, antwoordde hij, gij wilt dus mijne Louisa trouwen? Maar zoudt gij haar wel gelukkig, zeer gelukkig maken antwoord mjj nog nietIk bedoel, zoudt gij haar zou behandelen alt bet goedt kind het verdient En dan versta ik daaronder niet op dezelfde manier als een oude snorrebaard van een majoor zijne vrouw behandeld heen, maar hartelijk en lief? En nu antwoord Ik zweer.... Niet zwereu 1 viel hem de majoor in dt rede dat hoor ik niet gaarne. Als een majoor vloekt en een advokaat zweert, dat staat zoo wat geljjk. De advokaat beet zich op de Jippeu die aanmer king beviel hem niet, Niet zweren, ging de majoor voort, doch geef Do nieuwe veroordceling der verra derpartij door Mgr. Stillemans bewijst dat rneu te Gent ook klaar ziet in 't spel der valsche demokraten n van Aelst. Maar hier te Aelst, bedriegt die comedie niemand meer Do waarheid is, dat de haring der val sche christeno demokraten hier om den djanter niet meer braden wil,.... dat onze eerlijke katholieke bevolking meer en meer afkeer en walg gevoelt voor die v err ader skliek,.... dat de brave misleide menschen, burgers eu werklieden, de eenen na de anderen het verraderskamp ontvluchten. (Ziet water te Ninove ge beurt.) M. priester Daens ziet en ondervindt dat dagelijks... En daarom wascht bij zijne handen, doet hij uitbazuinen dat hij de Aelstersche verraderskllck over boord smijt, dat hij voor hare daden niet verantwoordelijk blijft..- Wat comedie 1 Wat comedie Aangezien men nog blijft bewe ren dat Wij de handelwijze niet afkeuren van hen die, zich chris- tene demokraten noemende, wer ken om in vele plaatsen de katho lieke besturen te doen vallen, mee- nen Wij dat het onze herder lijke plicht is, de geloovigen van het Arrondissement van Aelst te gen die ongegronde bewering le waarschuwen. In de vertegenwoordiging der werklieden is er op eene billijke wijze door de katholieken voorzien geworden, en de hetreurlijke po gingen der mannen die Wij be doelen kunnen slechts dienen om de tegenstrevers van Godsdienst en .maatschappij in de gemeenteraden te brengen. T ANTONIUS, Bisschop van Gent. Godsdienstige Week van Vlaanderen, 1 November 1895. Aanhoort deze plechtige vermaning van Z. H. Onzen Bisschop en laat u niet mis leiden door pogingen van scheuring die niet te verrechtveerdigen zyn en slechls kunnen dienen om de tegenstrevers van Godsdienst en maatschappij 't is te zeggen, liberalen en socialisten in de gemeenteraden te brengen. Allen geluisterd naar de raadgeving van Z. H. Mgr. Stillemans 1 Leve de Vrede Geene Scheuring Kandidaten der verraderskliek veroordeeld door Z. H. onzen Bis schop.Eindelijk zullen de Aalstenaars nu uit hunne nieuwsgierigheid zijn de namen van de kandidaten der verraders- kliek zijn gekend. En of er in gansck Aelst eenen schater lach zaj opgaan Maar ziehier Voor de eerste reeks Boon'e Piet.Leop.horlogiem.Brabantstr.l De Smedt Jozef Karei, landb.Driesstr.42. De Smodt Petrus Frans,landb,Oonegem,3. Spaens Frans,garentwiju. St-Jobsteeg, 22. Vau Bleyeubergh Jau-Baptist, schrijn werker, St-Jorisstraat, 36. Voor de tweede reeks Beygaert Petrus, landbouwer, Lindestr. 7. Bogaert J.-B.fabriekwerk.Groenstr49. Cortbals Adolf, bakker, St-Janstraat, 45. Daens Petrus, drukker van 't Land van Aelst en Den Werkman. Roelandt Benjamin, schrijnw., Tragel, 2. Gelijk ge ziet, geëerde lozers, 't is een rommelzoo van liberalen en socialisten behangen met eenen schijn van Gods dienst,wraakzuchtigen, misnoegden,hoog moedige kinkels nog te dom om 'nen puit te biechten. En die mannen zijn 't die de samenleving zouden moeten redden en de welvaart verzekeren! Wacht wat de ka tholieke Aelstenaers zullen u een dansken leeren gaan Dat zijn nu die kandidaten waar gansck Aelst zou verstomd bij staau Geeft de ventjes 'nen cent gelijk aan Galle! Overweegt rijpelijk deze tweede veroor deeling der valsche demokratie en zegt ons dan of ge in geweten voor die verra derskliek moogt stemmen mij de hand en beloof mij op uwe eer, dat gij mijne Louisa zoo gelukkig zult maken als gij kunt. Ik beloof bet, zegde Van der Horst en drukte de hand van den majoor. Nu, dan beloof ik u mijne dochter als vrouw, zegde de majoor. En daar nu de zaak geklonken is, voegde hij er hij, kan ik u zeggen, dat gij, om van uw standpunt als advokaat le spreken, geen klein proces gewonnen hebt. Mijne dochter is namelijk de eenige erfgename van geheel mijn vermogen, behalve eeu legaat voor mijnen neef en eenige kleinigheden voor liefdadige inrichtingen. En boe groot is het legaat voor uwen neef? vroeg Van der Horst, en zijnen blik bad veel weg van eene kal, die eenc muis in 't oog beeft. Twintig duizend gulden. Maar, heer majoor, dat vind ik overdreven. Gij leeft. God dank, nog en het testament kan nog ver nietigd wordeD. Waarom zou ik het vernietigen vroeg de ma joor. Om het |c veranderen. Gg kent, geloof ik, uwen neef genoeg om te kunnen opmaken, dat die 20,000 gulden bij hem geen jaar ond zullen worden. Luister ecus hier, Van der Horst, ik heb nu een maal mijn testament zelf geschreven, eerst was bet tien duizend en eenige jaren geleden heb ik er nog tien duizend bijgevoegd en wat de majoor Vaa LaDgenberg geschreven heeft, dat blijft zoo. Van der Horst zweeg. En wanneer zullen wij de bruiloft hebben? vroeg hjjj Sedert dat onze zooge- zegde christeno volkspartij uit den Belgischen Volksbond is verbannen, omdat zij niet ingericht is en op geen enkel volkswerk steunt, hebben onze Chipkahelden hemel en aarde bewogen om de katho lieken na te apen en ook in de onder scheidene wijken onzer stad, sektiën in te richten onder den rijkemenschen naam van.... wijkclub Men weet dat onlangs geleden al die clubs ter Houtmerkt vergaderden om eenc betooging ofte manifestatie te hou den en dat ze allen t' hoop eindelijk ten getalle van... 46 man geraakten. Zondag jl. moésten die wijkclubs te Mijlbeek vergaren. Een bijzonder vlie gende bladje werd gansck de stad rond uitgedeeld om al do liefhebbers op te roepen ener zou muziek bij zijn Ehwel, de menschen der Molenstraat poort hebben nog nooit meer leute gehad, neen, nog nooit hebben zij zich beter ver maakt dan zondag avond Verbeeldt u eens, geachte lezers, zes trompetters van 't laatste oordeel gevolgd door 13 personen (dertien!) die gansch den avond al lawytende rondliepen van 't Slot naar De Wederkomst en naar nog driiof vier andere herbergen.... Eu daarin bestond nu die grrrrooto betooging met zooveel gedruis alom ver kondigd Maar hot komiekste der zaak, vriend lezer, is de wijze op de welke die fameuze tcijkclubs v worden bijeengeflaust. Het Land van Aelst geeft cr ons een allerkluchtigst staaltje van. Ziehier wat wij letterlijk knippen uit dat blad (zie nr vau 27 oct. 11.) Over eenige weken hadden wij het geluk eenen wijkclub te stichten. Wij achten - ons gelukkig en wat meer is, wij hebben heilzame vruchten uit getrokken. Wij kozen met algemeene stemmen eenen Voorzitter, van talent, maar ongelukkiglijk het was eenige jaren geleden dat hij het Huis Gods had bezocht iets waar wij niets van wisten. Het was een wapen voor zekere mannen om onze vrienden, wiens hulp wij gevraagd hadden, beschaamd (sic) te maken. Doch zij maakten het ons bekend, en alsdan hebben wij aan onzen Voorzitter gevraagd in naam van het heilig belang der Christene Volkspartij des zondags Mis te hooren, waarin hij toegaf. Des zondags nadien trokken eenige leden des clubs naar des Voorzitters-woning. Z/ijging eerst mede om een druppel, want als 't er af kan, drinkt hij geern eentje, maar nooit te veel. Van daar trokken wij naar Gods gewijde plaatsZiedaar Vriend, eene vrucht welke in de Geschiedenis der Christene Volkspartij zou mogen eene plaats hebben. Daarmede sluiten wij onzen brief.onder den kreet Leve de Christene Volkspartij. De leden van den wijkclub n» 3. Dus ze kozen met algemeene stemmen (ze waren ten getalle van een half s dozijntje,) eenen voorzitter, een man van talentmaar ongelukkiglijk het r was eenige jaren geleden, dat hij het s Ruis Gods had bezocht, iets waar zij n niets van wisten I Wat zegt ge daar van, geachte lezer Men kiest eenen voorzitter die men noch van hair noch van pluim kent, bij zooverre dat men zelfs niet wist, dat hij, sedert jaren, geenen voet meer in de kerk heeft gezet. Oh die christene jannen bekommeren zich toch zoo zeer met den Godsdienst En die snullen drijven hunne onnoozel- heid zoo verro hunne beestigheid. zelfs in de gazet te doen drukken Nu het schijnt dat men beschaamd wierd over zulk eenen christelijken president... en dan trok men plannen om hem naar de kerk te krijgen men ging eerst met hem 'nen borrel drinken ten einde hem couragie te geven, om over den drempel der kerk te geraken en de vrees te verdrijven dat de gewelven op zijn hoofd zouden vallen. Mirakel roept men... Chipka had reeds martelaars, volle af laten, voor de lezers van den Werkman catacomben Nu heeft men er een mira kel Wat zalig oord Wat snul mag toch zulke dwaasheden neêrschrijven Wat snul moet men ziju om zulke dom migheden op te nemen De helden van Chipka kunnen weêr eens hunne armen in de lucht slaan en roepen Denderbode bespot ons Maar wij vragen het in allo rechtzin nigheid aan al wie zijne vijf zinnen bezit Wie spot er bier Is bet niet 7 Land van Aelst Zijn het niet de sukkelaars van Chipka die zich zeiven op de onge- hoordste manier bespottelijk maken Wanneer denkt gij vroeg de majoor. Het liefst zoo spoedig mogelijk cn als het zijn kan reeds binnen vier weken. Dat kan niet, neen dat kan niet. Gij begrijpt dat ik zoo gaarne zou zien dat mijnen neef ook aan de vreugde deelnam en h(j komt maar binnen drie maanden terug. Neen, als hij weer hier is dan zullen wij den dag bepalen. Maar, heer majoor, wie weet of hij binnen een jaar hier is, want gij weet, hij is een kwast dien men men maar half vertrouwen kan Kom, kom, dan kent gij hem niet goed. Wat hij aan zijn oom zegt of schrijft, dat doet hjj, dat weet ik te goed. GoedMaar als hg nu niet eens op dien lijd komt Dan zult gij nog een beetje geduld moeten heb ben, mijnheer Van der Horst, want gij kent zijne verhouding wel tot de juffrouw, en het zou zeer mo gelijk kunnen zijn dat de doktoor, als hij weer terug is, ook aan eenen eigen haard gaat denken. En hoe schoon zou het dan niet ziju, als w jj twee brui loften op éénen dag hadden Ik kan uw gevoelen niet deelcn, heer majoor. Drie maanden, dat is een langen tijd. En dan nog moeten wachten om eenen halven zot Halt, mijnheer de advokaat. Mijnen neef is geen zot, doch gij schijnt geen goedo vriend van hem te zjjn, dat kan ik wel hooren. Integendeel..., Genoeg, zegde de majoor, Ik Leb het zoo gezegd 999 Is 4 waar dat er op Allerheiligen ter Hoogstraat liberale stem- men-kooplieden ontmoet werden hebt ge u zondag goed kunnen amezeeren Hiffeba. Ha, Circlair, juik zelle man, geheel goed, gij ook Circlair. Ik, Hiffera jommer ik kan me, den dag van heden goed ver zetten, ik doen nu dit best, met de ga zetten te lezen Hiffera. Ha ja, ...daarmêe kunt ge dit nu beter dan naar gewoonte, met de aanstaande kieziug, wordt er nu wat meer geschreven Ik heb over veertien dagen ook gelezen, in een katholiek geëerd blad, en daar stond in, het godde loos gesprek, tusschen Tist deu Knikker en de Sul was dit op u, Circlair Circlair. Ho !....Gie heks, leestgy ook katholieke gazetten, lees liever, Roelandsche gazetten... Hiffera. Neen, Circlair, ik lees die niet, ik moet van liberaal, noch van roelander hebben, maar.... Vie van 't ka tholiek... gelijk ik in mijn vaders huis altijd gehoord heb 1 Circlair. Ja, watte,zoo en zal uwen man, nu met de kiezing, voor den Knik ker, en zijnen Daanzelijst niet mogen stemmen Hiffera. Hei, jommer Circlair, z'eu ziju allemaal zoo slecht niet als gij, zelle vent, dezen, als ik er kan iets aan doen, moet voor de katholieken stemmen, naar do goesting der Geestelijke Over heid, naar die der Roomsche Kerk, gelijk een ware kristen, maar voor geene Roe- landers, of volksbedriegers 1 Circlair. Ja, Hiffera, durfde gij zeggen, dat wij, volksfoppers zijn, ik zal er nochtans voor stemmen Hiffera. Dat geloof ik goed, Cir clair,vroeger als de rieberalen aan 't roer waren, dan deed ge daar meê, en zoudt ge nu met de Klokisten niet doen? Dat er in ons Iddergem, socialisten waren, die hen op rang wilden zetten, ge waart er wel bij als kandidaat Niewaar Circlair. Och, Hiffera, plaagt mij zoo niet, dat zullen toch nog mannen zijn, die op den Roelanderslijst zullen staan, waarmede ik zal doen Hiffera. Jommer jaat, Circlair, want dat zullen zeker Tistten zijn, er en zal geeneenen bij zijn, of 't zal nen afge vallen boer zijn, die niet veel meer over heeft, en die het nu in 't modder of 't slijk der scheurmakers zou willen terug vinden Circlair. Zegt dat ge wilt, Hiffera, ik doen er meê I 1 Hiffera. Dat gij er meê doet, met de Klokisten, dat moet ge mij niet meer komen vertellen, Circlair het is maar vier weken geleden, dat ge mij zegdet indien den Daanzelijst boven komt, met 17 November, dan zult ge zien, dat ik de kadidaten voor niets geene les zal gege- I ven hebben, maar ik zal betaald worden, met nog 400 franken opslag. Gedenkt ge u dat nog, Circlair, voor uwen buit is het dat ge er mede doet, en uwe maunen i weten niet waar ge naartoe wilt, want ze j zijn daarvoor te dom !f !|I Circlair. Alla, Hiffera, dat elk zijne kinderen leert, ik en kan met u, niet overeenkomen, dat 't welgaat I Hiffeba. Voor wel of slecht, Cir- clair, gelacht al in uwe vuisten, gemeent dat ge dejaarlijksche 400 ballekens al vast f hebt, en vier jaar eer uwe mannen moe- I ten herkozen worden,dat is 1600 ballekens zegt ge Maar het zal nevens uwe kerso zijn I Zelle slokker Ehwel, vrienden van Iddergem, vraagt u eens af, wie zal die moeten betalen, en uw geweten zal u antwoorden, dat gij het zult zijn Stemmers II Ja gij, zeker gy, want ieder maal, dat de fopperslijst eene stem zal krijgen, heeft deze Stemmer, een frank uit zijnen zak geworpen voor j deu Circlair Dat zal hij wel willen 111 brbrbrbrbr 1 Daarom vrienden, gij dio moet stem- j men, en die nog iets van een hart hebt als katholieken Belg,doet bij dc aanstaande kiezing met de goede katholiekenja, met de vrienden van Godsdienst, waarvoor wij vroeg of laat zullen beloond worden vau Onzen Lieven Heer, en dié de ge meente zullen besturen in spaarzaamheid voor de burgers, en dat eindelijk nog zal I dienen tot groot spijt van wie 't benijdt... I S. De Kenner. en het blijft zoo. Wij wachten tot de doktoor weer bier is. De advokaat trok wel een zuur gezicht, doch hjj wist zijne stemming spoedig achter een gemaakt lachje te verbergen en begon over verschillende on derwerpen te spreken. De majoor was intusschen zeer afgetrokken en luiiterde maar half meer, waarom 1 de advokaat spoedig zjjncn hoed nam en vertrok, na belofte, den volgenden dag weer te komen schaken. XI. DE DOKTOOR TERUG. De majoor bracht eenen slapeloozen nacht door, cn vermoeider dan den vorigen avond, toen hjj te bed was gegaan, zocht hij Louise op, om haar over het aanzoek van Van dor Horst te sperken. Hij wist ech ter niet hoe hij beginnen zou en was zoo verlegen alt een schooljongen. Louise zegde hij eindelijk, gij zijt een goed kind. Dat hebt gij mij reeds zoo dikwjjls gezegd lieve vader, dat ik 't bijna zelve begin le gelooven. Doe dat maar genist, want hel is de zuivere j aarheid. Gij zijt het dieibaarste wat ik op aarde bezit cn alle middelen gebruik ik om u dat le bewijzen. Daarvan ben ik overtuigd, doch ik hoor wel dal gij mij weer eenc vreugde bereidt hebt, is het niel - Ja, zoo is het. - Nu, vertel op, wat is het D uw portret klaart - Neen, dat niet. Hel is geheel iets anders. Raad Wordt voortgezet]j

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 2