KATHOLIEKEN AELST Donderdag 7 November 1895. 3 centiemen per nummer. 30s,eJaar. Vrij onafhankelijk volksgezind GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. tten Stemt allen voor eene enkele lijst Stemt voor de katholieke eandidaten Stemt onder N' 2, op den rooskleurigen stembrief bo ren den naam van M. Arys en op den witten stembrief beven den naam van M. Bauwens. Stemt gelijk een man voor de katholieke eandidaten lileen NIET PANACHEEREN 't is te zeggen, bij voorbeeld dezen voor eenige katholieken en ook voor eenige libe ralen Dus niet panacheerelf want gij zoudt uwe partij erraden. Stemt allen onder TV' 2. BRIEF Bisschoppelijke veroordeeling. Het Vlaggenfeest 'arkt.) Jecerijen Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder T O lagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week 1 oor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 'sjaars, fr. 3-25 voor zes taanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving indigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont- ingen zijn ten laste van den schuldenaar. .Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, is'. 31, i in alle Poslkantoren des Land. itarwe. schuimt. te geven meJk en 1,50. Cuique sutim Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. lieeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten öureele van dit blad. onder onder inhoud, ver© granen. Aalst, den November 181)ö. GE. i'UIG. P'jteik bedde? igaard- 'huis straat, irpen, 'OFIEL ratiën bitten I met Eerste Bisschoppelijke ver oordeeling. meer 3gen, van Z. IE. Mgr. (glilleinans, ISiasehop van Gent. 8 Met innige droefheid zien Wij dat do gazetten der zoogenaamde PARTIJ- DAENS, niet de minste rekening hou dende van den brief door welken de Bisschopen van België, op bevel van Z. H. den Paus, de katholieken van ons land tot eendracht ouder elkander aan manen, heviger dan ooit de verdeeldheid bewerken en verspreidenen de katho lieke Besturm aanvallen. Zoo verre drijven de opstellers dier gazetten den OVERMOED, dat zij hunne lezers 8 pogen te doen gelooven dat, zoo bande- 8 lende, zij de goedkeuring hebben van Z. II. den Paus en van de Bisschoppen. 8 Zulke gedragslijn is te VEROORDEE- 8 LEN, zij is hoogst nadeelig aan de 8 belangen der WARE christenc democra- 8 tie; zij is gansch tegenstrijdig met de gedachten van Zijne Heiligheid en onze 8 Belgische Bisschoppen en Wij achten 8 het Onze plicht de geloovigen te verma- 8 nen zich door dergelijke gazetten niet 8 te laten MISLEIDEN.' f Antonhts, Bisschop van Gent. TWEEDE Aangezien men nog blijft bewe ren dat Wij de handelwijze niet afkeuren van ben die, zich chris- tene demohraten noemende, wer ken om in vele plaatsen de katho lieke besturen te doen vallen, mee- nen Wij dat het onze herder lijke plicht is, de geloovigen van liet Arrondissement van Aelst le gen die ongegronde bewering te waarschuwen. In de vertegenwoordiging der werklieden is er op eene billijke wijze door de katholieken voorzien geworden, en de betreurlijke po gingen der mannen die Wij be doelen kunnen slechts dienen om de tegenstrevers van Godsdienst en maatschappij in de gemeenteraden te brengen. f ANTONIUS, Bisschop van Gent. Godsdienstige Week van Vlaanderen, 1 November 1895. Ware Katholieken Aanhoort deze plechtige vermaning van Z. H. Onzen Bisschop en laat u niet mis leiden door pogingen van scheuring die niet te verrechtveerdig'-n zijn en slechts kunnen dienen om de tegenstrevers van Godsdienst en maatschappij 't is te zeggen, liberalen en socialisten in de gemeenteraden te brengen. Allen geluisterd naar de raadgeving van Z. H. Mgr. Stillemans I Leve de Vrede Geene Scheuring van Zondag 11. Zondag heeft liet Vlaggenfeest plaats gehad welk wij in ons nummer van zater dag aankondigden, Om 2 uren, vergader den zich ter Verkeusmerkt de maatschap pijen welke aan den Praalstoet deelnamen en ook de vcreenigingen welke in de kiessectiëu gesticht werden. Weldra was de stoet gevormd en klonk het bevel Vooruit Do stoet beschrijven is onmogelijk, het zou ons te verre leiden. Zeggen wij dat al de maatschappijen en vereenigingen der kiessectiën hunuc standaards, vlag gen en kartels aan 't hoofd hadden. Men bemerkte ook de oude bokkenvaan van 1866.Dc vlaggen der sectiën waren meest al in Aelstersche kleuren en van groote afmetingen. De stoet werd opgeluisterd door 3 muziekkorpsen, te weten onze Konink lijke Harmonie, de Fanfares van Hofstade en Erembodegem. De stoet bewandelde den aangewezen weg zonder het minste ongeval de meeste orde gepaard aan den grootsten geestdrift heerschte 't was eene onafgebroken juichen en zingen. Vooraan den stoet werden zes prach tige bloemtuilen gedragen welke aan de aftredende leden van den Gemeenteraad, de lieeren Van Wambekc,Bcthune vader Ch. Verbrugghcn, C. Vanderhaegen en Van Mol Leonard en Dr F. Claus, te hunner woning, uit dankbaarheid, door de katholieke bevolking werden aangeboden. De beer Van Wambeke vooral was zeer aangedaan door deze betooging van erken telijkheid en dankbaarheid over de tal rijke diensten gedurende meer den vijftig jaren aan de katholieke partij en de openbare zaak bewezen. Wat het getal deelnemers aan den stoet betreft, mag het zonder vrees voor overdrijving geschat worden op ruim 2000 manschappen. En hoeveel katholie ken, zijn er dan nog niet thuis gebleven Wat er dan ook van zij de liberalen en valsche demokrateu waren als van de band Gods geslagen toen zij bet katho lieke leger iu dichte drommen zagen op treden. Zekere liberale eandidaten die reeds de lengte hunner buizen konden afmeten, trokken al druipueuzend naar hunne pijpen elkander al zuchtende goe den avond wenscbende. Katholieke Medeburgers Dc betoo ging van Zondag levert 't bewijs op dat indien wij de eendracht onder ons blijven bewaren, indien wij allen alleen voor de katholieke eandidaten stemmen, onze tegenstrevers tegen ons niets ver mogen en onze zegepraal verzekerd zal wezen Leve de katholieke eandidaten Rond 5 uren kwam de stoet ter Ilop- merkt aan. De Voorzitters en Bestuur leden der maatschappijen begaven zicb ter stedelijke schouwburgzaal alwaar do uitreiking der preruiën van verdienste in medewerking aan deu Praalstoet der Gasthuisfeesten, heeft plaats gehad. Redevoering van Dr I. Bauwens. De beer Isidoor Bauwens sprak te dezer gelegenheid de volgende redevoe ring uit Mijne Ilcerm, Heuglijk, glorierijk waren de feesten van 22 en 23 September 1895 Nog trilt uw hart bij huu zoet aanden ken nog staat uw geest voor bunnen luister in verrukking nog wemelt hunne pracht en praal betooverend voor uwe oogen nog dreunt huu jubelzang en juichtoon in uwe ooren.De mij opgelegde taak u vau die feesten te gewagen wordt hierdoor lichter ik mag me vergenoegen met er een vluchtigeu blik op te werpeu. En vooreerst wat is hun kenmerk Is het niet de voortreffelijkheid, de edelheid van het inzicht, dat ze ontwierp de on geëvenaarde bedrijvigheid, welke bij huu voorbereiden heerschte de bliksemsnel heid, waarmede men ze tot uitvoering bracht de heerlijke uitslag eindelijk, waarmede ze bekroond werden De edelheid van het inzicht 1 Denkt, M. H. over de beweeggronden na, welke in andere steden praalstoeten in het leven riepen en vergelijkt. Het er- kentenisvolle Brugge vereeuwigde in het brons zijuo beroemde zonen, Breidel on dc Couiuck. Het fiere Brussel, door va derlandsliefde gedreven, vierde het vijf tigjarig bestaan onzer onafhankelijkheid. Het machtige Antwerpen spreidde in zijn Landjuweel de macht eu don rijkdom der Scheldestad in deXVIc eeuw ten toon. Het bedrijvige Gent dolf een heldenras uit het stof vau het grijs verleden op en wees, door de eeuwen heen n op zijne uitmuntende telgen. Andere steden ver heerlijkten door luisterrijke ommegangen liet inhuldigen van verfraaiende monu menten, gerechtspaleizen, schouwburgen, nijverheidsgestichten of winstgevende ge bouwen. Maar de drijfveer, welke de Aalsteuaars tot 't feesten bewoog, was edeler, Mijne Heeren, dan die vaderlandsliefde of die erkentenisedeler dan die trotschheid op het verleden of die fierheid op het heden edeler dan die hoop op tijdelijken voor spoed of die berekening vau winstbejag. Wat hen aanspoorde was de Liefdadigheid Zij wilden het paleis der behoeftigen schitterend inhuldigen een Gasthuis een Ongcneesbareuhuis, een Moederbuis O verheven doelwit, waarop de Aller hoogste met welbehagen neêrblikt Het Gasthuis is immers de toevlucht •an deu stadgenoot, den werkman, wiens levenskrachten ondermijnd zijn de red- wij k van gekwetste medebroeders de ge- neesplaats van kranke medemcnschcn. Een zegen des Heeren is zulk een Gast huis, waar, op het lijdensbed, do zelfop offering van Engelen verzorging verleent, de wetenschap heul en heil en de gods dienst troost aanbrengtwaar het ster vensuur zijne akeligheid verliest bij des priesters vaarwelwoord. Een Ougeneesbarcuhuisl Welk gesticht is zóo onontbeerlijk als die woon, waar ongelukkigen, dag voor dag, aan den dood worden betwist door kunst en liefdezorg waar geen sombere wanhoop hcerscht; waar de diepbeproefde kranke, zonder morren, zijn hoofd ter eeuwige rust legt in den schoot der Almacht I Een Moederhuis Gij, vaders, gij, moe- dcrsi kinderen, noemt me eene an dere instelling zoo heilig als deze Is er grooter oogmerk dan moeders te redden voor echtgenoot en kinderen, en kinderen te redden voor moeder en vader Was dc oorsprong dier feesten edel, heilig, Mijne heeren, hun voorbereiden was bewonderenswaardig, het doorvoeren, het doordrijven van het opgevatte plan verbazend. Wie ooit zag zulke geestdrift Wie ooit zulke vlijt Hoe ras deed het ontwerp uwe harten kloppen Hoe hevig uwe ge moederen ontbranden, ontvlammen Wat heilig vuur in aller oogen Wat werk kracht in aller handen Wat scheppend vermogen in aller hersenen Ter schrijftafel werd, in der haast, de cantate gedicht eu de tooukuudigc M. Gustaat Pape bezielde ze, bij nachtwerk, met machtige klanken eu welluidende tonen. En terstond sprongen er houder den vooruit om beider gewrocht ten ge- hoore te brengen. En die honderden waren medeburgers, Aalstenareu van alle beroepen en standen, rijken en armen, hooggeplaatste mevrouwen eu burgers dochters, volwassenen en kinderen. Waar om die vroeger onbekende geestdrift? die wonderbare opgetogenheid Het was voor den arme het was voor het gasthuis In ieder hoofd woelde eene gedachte iu ieder brein werd een ontwerp ge smeed. Men wilde iets nieuws, iets in drukwekkends, iets grootsch. Aan 't werkwas de algemeene kreet. Hoort ge nog, Mijne heeren, in alle wijken, in elke straat, in elk huis schier, dat gehamer, getimmer en geklop, getom- melengedommel, geruisch en gedruisch! Ziet ge nog, als bij tooverslag, die huizen- hooge wagens stout en bout oprijzen Ziet ge ze nog koortsig behangen en ver sieren Herinnert ge u nog hoe borstel en verf, in aller ijl, aan die gevaarten leven en vorm gaven O wat ongehoorde naarstigheid en vlijtl Het is een rusteloos over en weer loopen van voortijlende werklieden een vlug doorkruisen van stad en dorp achter paarden, zadels, toorneneen onverpoosd passen en herpassen van pronkgewaden. Ieder is te been; ieder aan den arbeid Het is immers voor den arme het is voor het gasthuis Zóo bezielend was de adem der liefda digheid, zóo opwekkend de stem der menschlievendheid, dat gij, op éene maand tijds, verwezenlijktet wat men, in andere omstandigheden, op geen jaar zou teweeggebracht hebben. Wie ooit had zulks vermoed wie ooit dorst het verhopen Geen wonder dus, dat gij allen, door vrees en hoop geschokt, angstvallig den te vieren dag te gemoet zaagt. Zal de uit slag zooveel zwoegens beloonen zal geen bittere teleurstelling den moed terneer slaan O die wreede onzekerheid Goddank 1 het was geene teleurstelling; geen ellendig betoog van onze onbe kwaamheid om iets schoons, iets over- h^firlüks te stichten. Het was een ware triomf, een schitterend bewijs onzer macht Voor Aalst was die stoet weergaloos. Zijn luister moest niet tanen voor de pracht der ommegangen van andere ste den en overtrof menigen dezer in velerlei opzicht. Hij verwekte bij u allen, katho lieken, verrassinghij den vreemdeling verbazing; bij den tegenstrever o wel sprekende hulde ingetogen bewonde ring. O wat levenskracht moet zulke partij bezitten, die alleen, gansch alleen, zoo iets kan tot stand brengen Is dat geen veelbelovend voorteeken, dat diezelfde partij, den 17 dezer, een tweeden triomf zal vieren den triomf van de moedertaal, den godsdienst, de vaderlandsliefde 1 Hoera Wie nu zal dieu stoet in al zijne onver getelijke schoonheid beschrijven Geene pen, die het vermag Wie. schildert zijne tafereolen, maalt zijne kleuren en tinten af Geen penseel geeft ze naar het leven weer. Een woord nochtans durf ik mij ver oorloven er over te reppen. Ziet Aan den hemeltrans glanst de lachende zon. Zij viert mee de zóo gewenschte dag toorts I Spiegelreiu is hare ongemeten baan, want, zooals de dichter der cantate het voorzag Geen wolkje bevlekt 't azuur der lucht. Alles is stil in de natuur Geen blaadje roert, geen windje zucht. Het is een heerlijk feestweer I Duizenden en duizenden nieuwsgierigen reikhalzen, van op de gaanpaden eu de daken, van uit de vensters, naar den op- komendeu stoet. Hoortklaroenen en trompetten schal len; trommels roffelen; de omgang is in aantocht... do stoet is daar. Als eene onmeetbare tooverroede glij den de zonuestralen over de talrijke groe pen en kleuren zo met wemeleud goud. Alles gloeit, tintelt en flikkert. De ver sierselen en gewaden voukelen van topa zen en smaragden en allerlei gesteente, in blinkeud goud gevat. Knotsen en bijlen, hellebaarden en kruisbogen, schilden en blazoenen, zwaarden en maliënkolders weerkaatsen verblindend de lichtbussels der dagvorstin. Wat nu het meest in den stoet bewon derd De schilderachtigheid van het geheel of het eigenaardig schoone, het oor spronkelijk lieve van ieder deel den rijkdom en de weelde hier kunstig ten toon gespreid of de sierlijke eenvoudig heid daar voor oogen gebracht de een heid van het samenstel ofwel de ver-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1895 | | pagina 1