Donderdag 19 December 1895. 5 centiemen per nummer. o(Vste Jaar. 5042.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
KERK en VRIJHEID
Landbouwers, opgepast
LANDROUW.
TWEE LEVENS.
Nieuwe gemeenteraden.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3® bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel#
van dit blad.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagtcekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
Yoor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Aalst, den IS Dec. 189Ü.
Een der verwijten die de liberalen,
bij voorkeur, tot de R. K. Kerk richten is
dat zijde vijandin is van alle vrijheid.
De R. K. Kerk is dus tegen do vrijheid
Dat verwijt is eenvoudig dom.
Het is immers over bekend dat do
wereld, vóór de komst van 't christendom,
gcene vrijheid hoegenaamd kende en de
slavernij overal en in alles den scepter
zwaaide.
Nauwelijks was het christendom ont
staan of de slavernij werd door de Kerk
veroordeeld, krachtdadig bestreden en
weldra verdween zij.
Immers de geleerdste protestanten zeiven
en onder ander Macauly bekennen het.
Het zou onrechtveerdig wezen,schrijft
Macauly, te loochen dat de katholieke
Kerk het meest heeft bijgedragen tot
de uitroeiing der slavernij.
Overigens Michelet, Paillard, Taine,
en zelfs Voltaire hebben het volmondig
bekend.
Wijlen de oudminister P. De Decker,
schreef
't Is de Kerk die de vrijheid voort-
b bracht, want de vrijheid was de vrucht
van den nieuwen geest door het chris-
v tendom ingevoerd. Waarom bestondl
erin gansch de oudheid geon. enkol
vrije volk Omdat de ware politieke
b vrijheid, deze, welke met de veiligheid
der huisgezinnen en met de sociale orde
overeenstemt,slechts op zedelijke vcor-
waarden kan bestaan die het christen-
b dom alleen waarborgen kan. n
Maar, hoor ik, de liberalen roepen
't Is de vrijheid van geweten die de
b Kerk ontzegt.
Die bewering is al zoo dom dan de
eerste.
De Kerk heeft alle vrijheden en ook
die van geweten verwekt.
En wij roepen hier de getuigenis in
van den Franscben Staatsman Guizot,
eenen protestant
De vrijheid van geweten lag in de
b wieg der Europeeschc beschaving en
b 't is de R. K. Kerk die ze heeft be
houden en verspreid.
Zulke getuigenis uitgaande van eenen
protestant is afdoende.
Maar vele liberalen die ons katho
lieken, voor slaven der R. K. Kerk uit
schelden, zijn inderdaad slaven.
Zijn er op de wereld nu grootere slaven
dan de vrijmetselaars
Voorwaar, neen
Immers do logiebroers vooraleer aange
nomen te worden in den eenen of anderen
Grooten Oosten, moeten eenen eed zweren
door den welken zij zich verhinden als
ware slaven.
Ze zweren immers Aan al de
vorsten en wetten der vrijmetselarij n
8 zweer ik onverbreekbare getrouwheid jj
b en volkomeno gehoorzaamheid. Ten 1
b gunste van ons ordezie ik af van ij
n aHe eigen oordeel, van allen eigen s
wil, enz. enz.
Ziedaar slaven en dan nog geketende
Neen, do vrijmetselaars mogen niet
zeggen, gelijk wij, katholieken wij heb
ben de vrijheid lief, wij verstooten allen
dwang, wij verfoeien alle verplichting
Wij, katholieken zijn vrij en willen
vrij blijven 1
Ze komen weèr af
Dat de geweteulooze heerschappen,
die in het voorjaar ons land met hunne
parijsscbe vette overstroomden, zich over
den uitslag hunner deftige onderneming
niet te beklagen gehad hebben, dit was
gemakkelijk te voorzien. Maar dat ze het
zelfde spel eenige maanden later reeds
zouden herbeginnen, daaraan zal men
zich misschien niet verwacht hebben, en
toch is het zoo. Van nu af heeft men
hunne tegenwoordigheid op vele plaatsen
van ons land en ook van Holland vastge
steld. In Oost-Vlaanderen schijnen ze in
verscheidene gemeenten alweer goede
zakeu gedaan te hebben, naar men ons
uit do stroken knmt to jSfWQnen rruar-
die zwendelaars hunne nieuwe schapen
zijn gaan scheren.
Dus is de les van het voorjaar voor
velen niet voldoende geweest. Men laat
ons wel weten van hier en daar, dat de
rondloopers n van hunne Parijssche
vette b nog al wol verkocht hebben, maar
nooit hooien wij zeggen dat men ergens
die mannen onzacht bij de kraag heelt
gevat om ze op den weg te stellen langs
waar ze zijn gekomen.
Naar het schijnt hebben die zonderlinge
handelaren zich thans op breeden voet
ingericht, zoodat men er zich ditmaal
aan mag venvachten al de gemeenten
door die schuimers te zien afloopen,waar
ze tot heden hunne netten niet hebben
uitgeworpen. En dat ze nogmaals op eene
goede vangst zullen mogen rekenen,daar
aan valt niet te twijleien. Wemelt het
toch niet in ons land van landbouwers die
beweren het fijne b van hunnen stiel te
kennen, die zich zouden meenen te ver
nederen met naar school te gaan om te
leeren boeren b die steeds geld liggen
hebben om secrete middelen b aan te
koopeu en zich aldus slim te toonen tegen
over de onnoozele stielgenoten die in
de boeken zouden willen leeren kan
men ze niet in elke provincie bij duizen
den en duizenden tellen, de landlieden
die noch lust, noch begrip van land
bouwwetenschap bezitten en die bijgevolg
in hunne arme verblindheid zich door
den eersten den besten geldvisscher laten
vangen En wat baat het voor zulke
landbouwers te spreken of te schrijven
ze zullen evenmin luisteren als lezen.
Verleden week nog wees de heer De
Caluwe er op hoe gering het getal land
lieden is welk naarstig de landhouwlessen
bijwonen, in vergelijking van 't getal
dergeneu die in de verwaaudheid ver-
keeren dat ze genoeg weten. Is het dan te
verwonderen dat het voor bedriegers van
allen aard zoo gemakkelijk valt overal
vele slachtoffers van oneerlijken handel
in hunne netten te vangen En ware er
nog een bewijs noodig om de noodzake
lijkheid van het landbouwonderwijs in
de lagere scholen te doen blijken, zou
de schandalige verkoop van vette aan
23 frank de 100 kilogrammen, die nog het
vierde van dien prijs niet waard is, niet
dit bewijs welsprekend kunnen vormen.
11. De Vaebe. Landbode
Landbouwproducten. Uitvoer.
De heer minister van landbouw, heeft
den volgenden brief gericht aan al do
maatschappijen van landbouw des lands
Ik heb de eer u te laten weten dat,
om den handel, in landbouwproducten
met den vreemde te vergemakkelijken en
nifc_ta hroiJan /Jnoi*" miin fnedo/m <V*n_
kantoor van inlichtingen ïngcricnt is, bij
de landbouwafdeeling van het Handels
museum van den Staat.
Dit kantoor is gelast aan de bijzon
deren, aan de landbouwmaatschappijen
en syndicaten, alle nuttige inlichtingen
te geven over den uitvoer van de voort
brengselen der boerderij, namelijk, voor
wat betreft de markten naar dewelke
onze landgenoten belang hebben hunne
producten te zenden, de typen van ver
pakking die men moet aannemen om aan
de plaatselijke vereischten te voldoen, de
wijze van verzending, de vervoertarieven
voor deze waren, enz.
Alle brieven en vragen, deze zaken
betreffende, moeten rechtstreeks gezon
den worden aan den heer Hipp. Rolin,
overste van het kantoor van inlichtingen
bij de landbouw-afdeeling van het Han
delsmuseum, Augustijnestraat, u° 8, te
Brussel, b
Margarine. De productie van mar-
Siriue, in België, gedurende de maand
ctober, wordt beraamd op iets meer dan
200,000 kilogrammen. Voor de maand
November zal het ongeveer het dubbel
zijn, 7 kunst bol erfabriekan zijn thans in
werking.
De wortels. Een duitsch blad
beoordeelt de wortels als volgt voor de
voedering der paarden
Een oud spreekwoord zegtIn de lente
vier weken lang distelen en in den herfst
vier weken lang wortelen aan de paarden
gegeven, houdt den veearts uit den stal.
Dat de wortels zeer goed zijn voor de
paarden, bemerkt men overal waar
proeven met dit uitmuntend voedormid-
del genomen worden. Verder kan men
dit ook opmaken uit de gretigheid waar
mede de meeste paarden de voorgelegde
wortels opnemen.
Men moet dit voedergewas, na het
afsnijden der bladeren, zorgvuldig in put
ten leggen, wanneer het niet te warm
meer is, om verhitting te voorkomen.
Aan de paarden en veulens geve men er
dagelijks ongeveer een hal ven staleeraer,
dat is zoowat 4 liters per kop,best gesne
den en met stroohakscl vermengd. Bij
deze voedering bevinden de paarden zich
zeer goed, natuurlijk wanneer ze anders
nog een behoorlijk rantsoen ontvangen.
Dikwijls worden de wortels 's avonds, als
laatste eetmaal gesneden voorgelegd.
In don herfst werken de wortels licht
afdrijvend ze bevorderen de afscheiding
van pis, en zijn sedert lang bij alle onge
steldheden door verkoudheid evenals
bij verstoring der verteringsorganen, als
een, de gezondheid zeer begunstigend
middel, beschouwd. Daar ze evenwel arm
zijn aan eiwitstoffen, bewerken zij eene
snelle vetvorming gepaard met zweeten,
wanneer men ze in groote hoeveelheid
gang moeten verrichten.
De teelt van wortels is thans niet be
langrijk meer in de meeste streken van
België, vooral daar waar de rapen op
grooten voet verbouwd worden. \\ij zijn
van oordeel dat men evenwel in vele
gevallen beter zou doen de wortels wat
min te verlaten ten einde niet al te over
vloedig de armer, watcrachtiger rapen te
moeten benuttigen.
De aalbeesten. Een bevoegd land
bouwer is zoo welwillend geweest
hierover de volgende belangwekkende
mededeeling te zenden, aan He Land-
bode.
In uw geëerd blad B De Landbode b heb
ik gezien, in vragen en antwoorden, dat
gij geen volledig middel bezit ter verdel
ging van den aal worm (aal beesten).
Denkende dat het UEd. aangenaam
zal wezen mijne ondervindingen dien
aangaande bekend te maken, geeft ik u
bij ervaring het beste middel ter hand, en
bestaaude in eene hoeveelheid van 1 liter
petrol in Jen aalput te gieten, voor eene
oppervlakte van 20 vierkante meters.
Petrol drijft boven, de beesten komen
aan de oppervlakte om te ademen en dj)
24 uren zijn zij dood. Ik ben er op die
wijze al sedert 6 jaar bevrijd van geble
ven.
«o»
20* VERVOLG.
Maar de even Uitgeputte aanvoerders hadden de
geestkracht behouden, die mij thans bezielt, en zij
bromden
De dood kan beter ziju, maar de schande niet.
Zoo gij blijft liggen, zullen wij u met onze rijzweep
opslaan als eene kudde vee.
En de karwatsen floten door de lucht en zwijgend,
maar als mannen, als Polen, rezen de ongclukkigen
overeind en togen verder.
Diepgetroffen rcikto Iwan hem de hand.
Gij hebt mij eene harde les gegeven, vriend,
zegde hij, maar bij mijn eer, zij zal niet verloren
gaan zoodru gij het beveelt, zal ik verder trekken en
voortaan slechts doen zooals gij beveelt.
5Slaap dan nu, klonk hel op zachten toon. God
alleen kan weten wat de dag van morgen ons brengen
zal.
Nesdorff zelf sliep verscheidene uren aan een toen
h|j ontwaakte, zag hij, dat z(jn tochtgenoot nog steeds
voortrusttc; en stapelde hij het hout hoogerop, ten
einde wat meer warmte te verspreiden daarop ver.
wijderde hij zich om te trachten het een of ander wild
te ontdekken. Na afloop van vrij langen tijd gelukte
bet hem eene boschgeit dier streken te schieten en,
«vergelukkig met zijn buit, bracht hij deze naar het
vuur terug, waar hij er een bout van begon te braden
Toen hij lwan eindelijk wakker maakte, kon hij lu m.
verassen met dit onverwacht ontbijt.
Beiden gevoelden zich door dit krachtige voedsel en
de genoten rust geheel en al versterkt en weer
zwierven zij verder, om nog voor den avond eene isba
(soort hut van boomstammen) te bereiken, welke daar
opgeslagen was door de vossenjagers van het land.
Dit was een zoo heerlijke wijkplaats, dat zij niet kon
den gelooven, dat men zich gelukkiger zou hebben
gevoeld in een paleis.cn Nesdorf zegde, terwijl hij
zich opgeruimd in de hauden wreef
Had ik geen gelijk te hopen Wij zijn van nu af
zoo goed als gered.
Voor het oogenblik ja, mompelde lwan, die zijn
v ertrouwen nog maar half durfde deelcn.
Neen, voor goed.
Ik begrijp u niet.
Luister dan, onverbeterlijke twijfelaar. Wij heb
ben nog genoeg van het gcitenvlecsch behouden voor
twee volle dagen en, even kalm als lieden, die niets
beters in hun leven uil te voeren hebben, zullen wij
hier in deze isba blijven,totdat wij volkomen uitgerust
zijn. Laat ons aannemen, dat wij eerst overmorgen
vroeg weer op weg gaan tot dien tijd doen wij niets
anders als van onze vermoeienissen bekomen. Daarna
eerst reizen wij verder.
Om ons weer in eene wildernis te bevinden,
sprak Karoskine huiverend.
Misschien maar aan alle lijden komt een eind
en zoo wij slechts bij krachten zijn, bereiken wij na
twee dagreizen het naastbjjliggende dorp. Van dat
oogenblik hangt ons behoud af. Zoo wij daar een
meelijdend hart aantreffen, vinden wij er een onder
komen, tot dat wij met een hunner kudden verder
kunnen gaan.
Het gunsche plan scheen zooveel kans op welslagen
te hebben, dal lwan zich eiudeljjk gewonnen gaf, en
naarmate de uren verliepen en het leger van dorre
bladeren in de goed verwarmde isba hem meer en
meer vergunde van uit te rusten, werd hij als her
schapen in een nog wel ziekelijk,maar hoopvol,moedig
man.
Toch vorderde de verdere tocht door hetbosch nog
veel van zijne krachten toen zij hetzelve eindelijk
uittraden, bevonden zij zich in de beschaduwde, onaf
zienbare steppen, eene ijskille Sahara,waar zij nergens
een oasis zagen verrijzen en bij eiken ademtocht de
felle noordenwind hunne longen verscheurde maar
Nesdorff gaf den moed niet op hij richtte zich naar
de sterren en sprak steeds van het dorp, dien zij ten
laatste moesten bereiken.
Met elke schrede werd lwan blocker en bleeker,
herhaalde malen wierp hjj bloed op doch in zijne
oogen was eene uitdrukking gekomen, die duidelijk
zegdeoverwinnen of sterven hij beklaagde zich over
niets meer en scheen er nog slechts op bedacht, zijn
vriend geen last te geven. Eerst in het gezicht van
het dorp stortte hij bewusteloos neer.
(jij zjjt een dappere, prevelde Paul, wiens blik
door een nevel van tranen verduisterd werd, en ik
zal u redden ondanlre uwe machteloosheid.
Ofschoon zelf half stervend, greep hij Karoskine in
de armen en trad hij aldus het gehucht binnen, om
toe te loopen op de eerste hut, de beste, die aan het
begin van het gehucht verrees.
Eene oude vrouw stond op den dorpel der deur en
hij zegde op smeekenden toon
Wy zijn vluchtelingen, die »an do taiga ontkwa
men, heb mededoogen en neem ons op, totdat wij
verder kunnen.
Zij zag hem onderzoekend aan en antwoordde toen
langzaam
Ik ben arm, maar nog nooit heb ik geweigerd
een evcnmensch te helpen. Kom binnen.
De hemel zegene u ik heb geen penning bij
mij, doch zoodra wij in Europa terug zijn, zal ik u
honderd zilveren roebels terug zenden, daarop geef
ik u mijn wóórd.
I)e oude schudde droefgeestig het hoofd.
Wat zou ik er mee beginnen, mompelde zij,
mijne kinderen ziju dood en ik zelve wacht nog
slechts op hel einde. Tot daartoe heb ik genoeg. Het
leven heeft mij niets meer te schenken. Is die man,
dien gij draagt, uw broeder
- Neen, hij is mijn vriend.
En gij hebt hem niet overgelaten aan zijn lot
Dat is goed. Ik zal trachten hem weer te doen her
leven alleen ongelukkigen helpen elkaar. Hier hebt
gij mijn bed het is wel heel ongemakkelijk, maar leg
er hem op neer. Het vuur moet opgestookt worden
zorg gij daarvoor, ik zal in dien tijd eene flesch kwas
gaan balen om er hem mee bij te brengen.
Na verloop van een kwartier was hen dit gelukt en
at lwan met graagte van den gedroogden visch, die
hem voorgezet werd,terwijl zijn verkleumde ledematen
Maandag 11. werden in de steden en
gemeenten wier kiezingen zijn goedge
keurd de nieuwe gemeenteraden aange
steld. Overal is deze plechtigheid met do
meeste orde afgeloopen, behalve te Ant
werpen waar de geuzen andermaal gewel
dig den duivel hebben geschoren. Ant
werpen maakt eene uitzondering, schrijft
Het Handelsblad die ongelukkiglijk niet
ter onzer eere strekt.
Te Antwerpen alleen heeft het liberaal
Jan hagel op eene schandige manier, laat
ons voor een enkelen keer den platten
volksterm gebruiken:de beest gespeeld, b
Het is onmogelijk alles over te nemen
wat Het Handelsblad over die schanda
len meêdeelt, doch om er onze geachte
lezers een gedacht over te geven, willen
wij 't volgende overdrukken
De burgemeester heeft ons maandag
het bewijs geleverd dat hij, ver van do
orde tc kunnen handhaven in de stad, hy
ze nog niet eens kon verzekeren in het
stadhuis zélf.
Het stadhuis was overweldigd door het
gemeenste gespuis dat men verdenken
kan.
Op de Groote Markt was al bijeenge
stroomd wat van ruitenbreken en stok
slagenzijne geliefkoosde bezigheid maakt.
b En het besluit des burgemeesters
Was dat nu uitgeveerüïgu voor ae
klucht
Hadde de policie strenge bevelen ge
kregen om de samenscholingen uiteen te
drijven, nooit zou men de tooneelen heb
ben bijgewoond, die maandag avond
openlijk door alle deftige liberalen teerden
afgekeurd.
Of was die comedie van de indignation
spontanée er noodig, en was burgemees
ters besluit maar een rad voor de oogen,
em den slechten indruk uit te wisschen,
in de stad verwekt door den oproep van
het balkon, toen M. Van Ryswyck zijne
vrienden naar het stadhuis riep, den dag
dat de clericalen hunne intrede zouden
doen
»De« vrienden van den burgemeester b
waren er dau ook allen en ze bekommer
den zich zooveel om 's burgemeesters
besluit als een koei om koorddansen. Het
ordewoordjwas er immers en het voor
beeld, om tegen het besluit in te gaan,
werd immers gegeven door twee kopstuk
ken, gebuisde candidaten en virtuozen
van het straatlawijd
De ordemaatregelen waren onvoldoen
de. Dat is in't geheel geen blaam voor
de policie; maar dat is een blaam voor
hem, die in vollen gemeenteraad tot zijn
eigen vrienden moest zeggen dat hun
gedrag eene schande was voor Ant
werpen.
begonnen te ontdooien.
Gij zult hier verscheidene dagen moeten vertoe
ven, zegde nu de vrouw,die met blijkbaar welgevallen
zag, boe de twee mannen als tot het leven weerkeer
den. Hij is tc zwak om de steppen te voet te door
kruisen.
Zoo wij u geen overlast aandoen, zullen wij
wacbten tot de prins geheel hersteld is, antwoordde
Nesdorff.
De oude ziel schudde echter het hoofd. Zij had
gezien, dat lwan telkens by het hoesten bloed opgar.
Dan vrees ik, dat gij tot den zomer zoudt
moeten blijven, zegde zij, en ik begrijp, dat gij van
verlangen brandt de grenzen over te komen. Maar
over twee weken trekt eene karavaan van hier naar
China. Deze mannen leven van de jacht en brengen
eenige malen per jaar de huiden der gescholen dieren
naar de grenzen over, waar zij weer in ruil allerlei
waren voor bun dorp medenemen. Onder hen bevindt
zich mijn broeder ik ken zijn hart en weet vooraf,
dat hij u in zijne slede mei zal nemen onder de ver
momming onzer eigene kleederdracht. Ook al ontmoet
gij onderweg russiscbe soldaten, of dat men aan de
grensposten uwe slede onderzoekt, behoeft gij voor
niets te vreezen. Het hangt slechts van u af,behouden
in China aan te komen.
China de vrijheid fluisterde lwan op driftigen
toon.
Ja, zoo gij alles doet om te herstelleu.
O 1 dat zal ik. Wees daarvan verzekerd.
Wordt voortgezet)
Cuique Butim.