Donderdag 9 Januari 1896. 5 centiemen per nummer. 30ste Jaar. 5048. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. INHULDIGING Leo Gheeraerdts, Een en ander. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. TWEE LEVENS. 7oor onze soldaten. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan istweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Poslkantoren des Land. Guique suum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel© van dit blad. Aalst, den H «Jan. 1896. VAN DEN HEER Burgemeester van Aalst. Maandag 11., HH. Drie Koningendag, heeft de plechtige Inhuldiging plaats ge had van i heer Leo Gheeraerdts als Burgemeester onzer Stad Aalst Reeds van zaterdag waren voor 't Stad huis groote masten geplant met de Aelstersche wapens versierd, aan de welke vlaggen en wimpels in Nationale en Aalstersche kleuren wapperden.Boven op 't Stadhuis wapperden insgelijks vier nationale vlaggen. De toren van ons Belfort verbeelde eene kroon van nationale vlaggen. Het portaal van 't Stadhuis en de groote feestzaal waren ook lief versierd. Talrijke huizen waren van vroeg in den morgend bevlagd. De Katholieke Sektién en Maat schappijen. Het weder was killig en de lucht som ber,zoo iets wat sneeuwstormen voorzegt; doch dit heeft niet belet dat de Katho lieke Sektiën en Maatschappijen zich, om 2 uren 's namiddags, in talrijke scharen ter Statieplaats begaven om den gevier- den Burgemeester, do Aalstenaar door, om zoo te zeggen, gansch de bevolking aangewezen om aan haar hoofd te staan, te gaan verwelkomen. Ten Stadhuize. Om 2 uren vergaderen ten Stadhuize de heeren Leden van den Stedelijken Raad en de Overheden als ook onze Koninklijke Harmonie en ons vrijwillig Pompierskorps om zich van daar stoets gewijze ter Statie te begeven. Ter Statie. De Stoet trok de Statie binnen de Har monie en de Pompiers scbaardeu zich onder 't afdak en do Overheden begaven zich ter wachtzaal vau Is en 2e klas in afwachting der aankomst van den trein. In de wachtzaal bevonden zich toen reeds de Geestelijke en Militaire Overhe den, de heeren Van Vreckem, Senateur, R. Eeman lid der Best. Deputatie, enz. Aankomst van den trein. Toen de trein aangekondigd was begaf zich onder de leiding van de heeren oud schepenen Verbrugghen en baron Paul Bcthune, eene afveerdiging van den Ste delijken Raad alsook de heeren Bevel hebber der. Pupillenschool en Janssens Staticoverste, naar den trein om den heer Burgemeester, bij 't afstappen, te ver welkomen. Op dit oogenblik werd een salvo van 21 kanonschotten gelost. Toen de heer Burgemeester verscheen hief onze Koninklijke Harmonie het na tionaal aria aan en noden de Pompiers de wapens onder de luide kreten der aan wezigen Leve de heer Gheeraerdts. In de wachtzaal. De heer Burgemeester werd naar de wachtzaal geleid alwaar de officieele ont vangst plaats had. De heer oudscbepen Verbrugghen sprak eene redevoering uit in de welke de verdiensten van M. Ghee raerdts, welsprekend werden afgemaald. De heer Burgemeester, zichtbaar ont roerd, antwoordde zijne antwoord was do korte samenvatting van 't verledeue en van wat ons Katholiek Bestuur in de toe komst hoopt te kunnen verwezenlijken tot de bevordering der algemeene wel vaart Het is ons onmogelijk die re- devoeringon heden meê te dee- len; ons blad zou alles niet kunnen be vatten en wij zullen ze dus zaterdag aanst. afkondigen. De Stoet. Het Statieplein, de Statiestraat, enz. geleken aan een zee van volk. Die me nigte schatten is onmogelijk men zou waarlijk zeggen dat de Dompers, Water ratten en Bokken uit den grond kwamen gekropen. De Stoet werd gevormd. Vooraan reed een peloton ruiterijDan volgden de fan- faar De Jonge Aalstenaar» onder voor zitterschap van M. Max Moens, do katho lieke Sektiën met hare groote vlaggen en de Maatschappijen met hare standaards en kartels. Vóór de Overheden in rijtuigen geze ten, stapten onze Koninklijke Harmonie en ons Pompierskorps onder bevel van kapitein P. De Paepe. Toen de heer Burgemeester op 't Sta tieplein verscheen werd cr hem eene luid ruchtige ovatie gebracht. Het Leve onze burgemeester deed de Statieplaats weêr- galmen. De heer Gheeraerdts en de hee ren Verbrugghen en baron P. Bethune bestegen het laatste rijtuig omringd door >olitieagenten met geweer en koperen ïelm. Achter het rijtuig vier gendarmen te peerd. 't Was drie uren geslagen toen het rij tuig van den heer Burgemeester het Sta tieplein verliet. Met trein van 3 u. 15 m. uit Brussel kwam onzen ge vierden Volks vertegenwoordiger, M. Woeste aan, welke dadelijk den Stoet vervoegde en plaats nam in het rijtuig des heeren Burge meesters. 23" VEBVOL&. Ja, mannen zijn groote twijfelaars, fluisterde zij als tot zichzelve en hernam daarop levendigMaar, niet waar, dat uwe vrouw al uwe donkere vermoedens op schitterende wijze heeft gelogenstraft Langs NesdorfTs ingevallen kaken rolden een paar groote tranen. Ja, dat beeft zij, zegde hij op zachten toon. Nooit zal ik den avond van gisteren vergeten, ik had juist voor hare woning post gevat, niet goed wetende hoe er binnen te treden, uit vrees dat een der bedien den mij aan de policie verkoopen mocht, toen de voordeur geopend werd en zij zelve den dorpel over stapte. Zij was nog altijd even schoon en bevallig als den dag, waarop ik haar verliet, en een onbeschrij felijke angst maakte zich van mij meesterwaarheen kon zij zich begeven op dat late uur t Was het de Hemel zelf, die mij de bew|jien barer ontrouw wilde verschaffen, na bet grootste lijden doorstaan te heb ben, enkel en alleen om te vluchten tot haar 1 11 wilde zekerheid hebben en volgde haar als een ellen dige spion, zonder mij ook maar een oogwênk voor m|jn gedrag te schamen. De drift der jaloezie had elke stem van eer en geweten tot zwijgen gebracht in mij. Spoedig echter werd ik door een brandend zelf verwijt aangegrepen. Weet gij waarheen zij op weg was T Naar de kerk, waar ons huwelijk ingezegend geworden, en gedurende heel het lof stond ik in de schaduw «ener kolom verborgen, terwjjl zij voort- bad voor mij. Nadat de dienst was afgeloopcn en de parochianen vertrokken waren, naderde ik baar en knielde ik neer op eenen bidstoel aan hare zijde. Haar rozenkrans, dien zij van mij ontvangen had, hing over de leuning naar beneden af en plotse ling greep ik hem vast en bracht het kruis aan den waarop zij zoo dikwijls de lippen had gedrukt, over de vermetelheid van een vreemdeling, bief zij den blik tot mij op. Onze oogen ontmoetten elkander en zij werd zoo bleek, dat ik vreesde baar gedood te hebben maar baar angst voor mijn behoud zegepraalde over elke zwakheid en zich aanstonds her stellende, prevelde zij. Geen woord, geen gebaar zelfsvolg mij slechts. En wankelend ging zij mij voor. Even als gij, ontsloot zij mij de huisdeur en baar eigene kamers, en toen, o toen was alle lijden ver geten en kon ik neg stechts hare vergiffenis afsmee- ken. Ik vertrek nog dezen nacht en vind haar morgeu aan gene zijde der grenzen weêr om niet meer hier beneden van elkaar te gaan. Doch ik vraag u ver- scbooning u zoolang met mijn eigene geschiedenis bezig te hebben gehouden. Zeg dat niet, viel Alma hem haastig in de rede. Gij weet niet hoeveel goed dat verhaal mg deed gelooft gij niet dat men gelukkig is, na al het men telkens aan koelheid, aan verraad eu verg heid aanschouwt, wederom eene groote, ware liefde te ontdekken Maar ik beef slechts des te meer voor Door de straten. Bemerken wij vooreerst dat de huizen in alle de straten, om zoo te zeggen, al gemeen bevlagd waren. Weinige uitzon deringen, 't en zij hier en daar bij ver stokte liberalen en donchisten die hunne klopping nog niet hebben kunnen ver kroppen. De Stoet doortrok de volgende straten Statiestraat, Esplanadestraat, Graan markt, Kapellestraat, deel der Molen straat (Gat der Molenstraat) Merkt, Kerk straat, Brusselschestraat, Houtmarkt, Zonnestraat, Korte en Lange Zoutstraten, Merkt, Leopoldstraat, Vrijheidstraat, Nieuwstraat, Merkt, naar 't Stadhuis. Op gansch den doortocht werden door onze bevolking den heer Burgemees ter openbare en luidruchtige blijken van liefde en genegenheid betoogd. Wel zag men hier en daar nijdige en zure liberale of donchistische troniën, maar niemand bekommerde er zich mee men liet ze maar aan hun lot over. Ten Stadhuize. Rond 4 uren trad de heer Burgemees ter het Stadhuis binnen gevolgd van de Overheden, onder het spélen van het nationaal lied en de blijde juichkreten der leden van de Kath. Sektiën en Maat schappijen die alsdan op de Merkt ver gaderd waren. Onze groote Merkt leverde op dit oogenblik een indrukmakend schouwspel op. Het gros van 't katholieke leger stond daar geschaard met vlaggen en standaards en zoo talrijk dat men ,een appel ter aarde werpen kon. De iberalen en donchisten die het zagen hebben voorzeker tot zich zeiven wee moedig moeten zeggen Nooit zal onze haring hier braden willen. Onze Pompiers vormenden in de feest zaal langs weerskanten de haag en boden de wapens wanneer de Burgemeester, Gemeenteraadsleden en Overheden bin nentraden. De openbare zitting, en talrijk publiek waaronder vele li beralen volgde. Niemand der leiders van de Judassenkliek was er te bemerken ze zaten op Chipka eu in de Gebrokene Ruit te weenen en te knarsetanden van spijt dat het te Aalst niet gelukt was gelijkte Geerardsbergen en Ninove. Ook bemerkte men onder de aanwezigen, doch vermomd, Menheer Men, den schelm die men kent. Het spreekt van zelve dat Menheer Men tuch de bekroning van zijn werk moest komen bijwonen. Toen de heeren nieuw gekozene Raads leden plaats hadden genomen, verklaarde de heer Burgemeester de openbare zitting van in ambtstelling geopend. De heer E. Scheerlinckx Sekretaris, gaf lezing van de proces-verbalen der uw behoud. Die toebt over de grenzen levert zoo vele en zulke erustige gevaren op. Dat weet ik, maar ik trok ze reeds eenmaal over om het vaderland weer binnen te dringen dit maal ook zal ik trachten mij bij eene bende smokke laars aan te sluiten. Zij bebben beloofd] op mij te wachten en die lieden kennen de meest onbegaanbare wegen. Indien wij, wat de Hemel verhoede, gevaDgen werden door de douaniers, welnu, dan zal ik ten miuste mijne vrijheid duur verkoopen. Al het bloed, dat gij vergieten mocht, zoo niet bjj machte wezen een enkelen traan uwer tjouvt te drogen, bedenkt dat wel. Gij begrijpt toch zeker wel, dat ik niet in Polen kan blijven. Ja dat begrijp ik maar wees voorzichtig en z|jt gij wel voorzien van dat, wat meer dan wapenen vermag Hebt gij geld. veel geld b(j u De meeste lieden van dat gehalte zgn om te koopen. Zeg het mij eerlijk het zou mij zulk ecu vreugde zijn tot redding meê te mogen werken iater, veel later, als gij eene winstgevende betrekking verwerven hebt, geeft gij bet voor mg aan de armen wéér. Ik heb hier duizend roebels liggen wilt gij ze bebben T Onder Polen mag in uren als dez« geen valscbe schaamte overblijven. Paul Nesdorff bad baar aandachtig gadegeslagen, terwijl zij sprak, en gevoelde zich diep getroffen door bet warm gevoel, dat zoowel uit den blik barer anders zoo koude oogen sprak. Hij gaf dan ook op schorren toon ten antwoord. Ik dank u, gravin ik beb alles bij mij wat ik kiezingen van 17 en 24 November, van het besluit der Best. Deputatie de kie zingen goedkeurende en van 't Koninklijk Besluit van benoeming des heeren Leo Gheeraerdts tot het ambt van Burge meester. De heeren Gemeenteraadsleden legden dan beurtelings volgens rang den grond- wettelijken eed af in onze moedertaal. De twee liberale leden door 't achter- poortjen in 't Stadhuis geslopen, waren ook tegenwoordig. Verkiezing der Schepenen. Onmiddelijk werd er overgegaan tot de verkiezing van 4 Schepen, te weten 2 in de reeks uitgaande in 1904 en twee in deze uitgaande in 1900. Worden gekozen In de eerste reeks le Schepen, M. Lodewijk Meert met 19 stemmen en 4 witte briefjes 2° Schepen, M. Baron Leo Bethune met 20 stem. en 3 witte briefjes. In de tweede reeks 3* Schepen, M. Victor De Gheest met 20 stem. en 3 witte briefjes 4e Schepen, M. Paul De Clip- pelo met 19 stem. tegen 1 aan M. Bau wen* en 3 witte briefjes. De nieuw gekozen Schepenen legden den grondwettelijken eed af en de heer Bur gemeester verklaarde het Collegie van Burgemeester en Schepenen aangesteld. De heer Burgemeester nam alsdan het woord en sprak eene redevoering uit welke wij in ons nummer van zondag aanst. zullen meêdeeleu. Deze redevoering werd dikwerf on derbroken door de toejuichingen des pu blieks. Bijzonderlijk is er bemerkt ge worden dat Raadsheer Anné verschei dene maal toejuichte. Na de lezing van 't proces-verbaal der zitting door den heer Sekretaris, werd de zitting geheven. Naar zijne woning. De heer Burgemeester werd alsdan stoetsgewijze onder 't spelen van pasre- doublés en 't gejuich der menigte naar zijne woning geleid, alwaar hem de bloem korfjes en ruikers werden aangeboden in den Stoet gedragen. Om 6 uren ving ten huize van den heer Burgemeester 't banket aan door hem en zijne gade den Gemeenteraad, de geeste lijke, wereldlijke en militaire Overheden en politieke strijders aangeboden. De dischgenoten waren omtrent 70 in getal. Verscheidene heildronken werden voor gesteld, door den heer Burgemeester aan Z. M. den Koning en de Koninklijke Familie, door M. Meert Schepen aan oen heer Burgemeester, door den Z. E. Heer Deken Raemdonck op do goede verstand houding tusschen de geestelijke en we reldlijke Overheden, door M. baron Paul aan de nieuwe Gemeenteraadsledeu, door behoefmaar uwe goedheid zal ik daarom niet liebt vergeten en zij maakt de taak, waartoe ik herwaarts kwam, slechts zooveel te zwaarder. Alma verbleekte, doch vroeg op moedigen toon Zeg mij welke zij is. Het lot heeft zoo weinig medelijden met mg gehad, dat ik gewoon ben aan zijne slagen. Zooals ik u zegde, ben ik uit Siberië gevlucht... Ja... en reeds bad ik u willen vragen naar vrien den... die gij aldaar allicht ontmoet bebt. Ondanks baarzelve beefde bare stem hoorbaar. Een hunner, die in de galeien zooveel als mijn broeder werd, beeft mij bevolen tot u te gaan. Iwan Karoskine, stotterde zij. Is bij dus nog in leven t Gij hebt goed geraden, bet is prins Karoskine, die mij zendt. Ga verderwas al wat zij vermocht uit te brengen. Tot in het ruw Siberië toe is hem uw naam ge noemd, beeft men bem gesproken van uwe levens wijze, hernam Nesdorff Biet zonder inspanning, want bet viel bem hard, de vrouw, die zich zoo edelmoedig jegens bem had betoond, als het ware een zweepslag in bet aangezicht toe te brengen. Zij, die bem dit meêdeelden, vermoedden niet welke banden u beiden eenmaal aan elkaar geketend badden indien zg dit geweten hadden, zouden zij hem die pijn hebben be spaard. Welke pijn riep Alma op gebroken toon. Zoo gij rustig over mijue woorden gelieft na te denken, zult gij mij beter verstaan. Dwing mij niet d«n heer Burgemeester in antwoord aan M. Meert en aan onzen gevierden Woeste. M. Woeste sprak eene meesterlijke rede voering uit eu het spijt ons zeer dat wij se niet kunnen weérgeven. De E. P. Bau- wens gaf lezing van een gelegenheidsdicht dat elkeen in verrukking bracht ein delijk werd de reeks redevoeringen ge sloten door den heer Isidoor Bauwens welke in naam des Gemeentoraads sprak. Bij het koffienemen werden nog oenige vrolijke kluchtliederen gezongen en rond middernacht verlieten de genoodigden de woon des heeren Burgemeesters ten uiterste verheugd eu dankbaar over het geuoteu gulhartig onthaal Men weet dat de katholieken eene wet voorgesteld hebben om aan onze soldaten eene vergoeding te bezorgen van 30 fr. per maand in plaats van 10 fr. M. Helleputto heeft voorgesteld dit wetsontwerp op de volgende wijze te vol- ledigen: die bezoldiging wordt ook toe gekend aan de jongelingen, die, hetzij voor hunne loting, hetzij voor den 1 October van het jaar hunner loting zich laten inlij ven bij het leger, in afkorting of het getal miliciauen voor het kanton v ereischt. De gehuwde milicianen, die voor de mobilisatie des legers, of voor orde hand having onder de wapens worden terugge roepen, ontvangen 0,50 fr. per kina en per dag vergoeding. Wij hopen dat dit uitmuntend wetvoor- stel met het bijvoegsel van M. Helleputte nog in dezen zittijd zal gestemd worden. Het volk zal er de katholieken dankbaar voor zijn Zij bewijzen door daden dat zij hun programma verzachting der krijgslasten willen getrouw blijven als de geuzen alle man, zooals in Pruisen, willen soldaat maken Koude voeten. Evenals men koude in de keel verdrijft door om den hals gedurende den nacht een natten doek te wikkelen, zoo ook kan men koude voeten verdrijven door natte zokken. Wanneer men bij strenge koude, in min der gunstige omstandigheden verkee- rende, last heeft van koude voeten, dan passe men het middel toe. Een paar zok ken wordt in schoou wator nat gemaakt en daarna goed uitgewrongen aangedaan en vervolgens met nog een tweede droog paar overtrokken. Reeds spoedig zal mou heerlijk warme voeten krijgen, en die gedurende den geheelen nacht behouden. Missie van Kwango. De Précis Historiques melden dat de E. P. Superior Van Hencxthoven, die met de boot van tot bet zeggen van wreeder dingen. Ik heb Iwan be loofd, zgne opdracht te vervullen en moet dus wel tot het einde gaan. Men beeft bem ook gezegd, dat g\j Sterna had aangekocht. Welnu T vroeg zjj ijskoud, torwijl zjj hei hoofd met fiere beweging achterover wierp. En men voegde er bjj, boe gij er een lustoord van bad gemaakt, waar gij voortdurend feeaten gaaft en... u vermaakte!, met andere mannen ongelukkig te maken. Ga voort, bid ik u, klonk bet nog hooghartiger. Mijn vriend, stelde zicb geen oogwenk voor, dat hjj nog eenige rechten op u bad behouden, baastte Nesdorff zich te verzekeren, doch alleen scheen Sterns hem heiligen grond toe, waar geene harte loosheid den scepter mocht voeren.... Voleindig wat gij te zeggen hebt; sprak Alma Podnawska, ziende dat hij aarzelde vorder te gaan. Ik heb nog slechts weinig, maar wel liet moei lijkste bieraan toe te voegen Iwan Karoskine eischt van n, dat gij bet kasteel ontruimen zuit. Hij verbiedt mij met andere woorden er verblijf te houden 7 vroeg zg bitter. Nesdorff boog zwijgend bet bootd. En... weet gij een middel om hem mijn ant woord te doen toekomen Ja, een onfeilbaar middel. Het is wel. Zeg bem, dat Alma Podnawska weigert hem te gehoorzamen. Gravin I Gij breugt bem daarmeê den genadeslag toe. Wordt voortgezet

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1896 | | pagina 1