Zondag 12 Januari 1896. o centiemen per nummer. 50sle Jaar. 5049. Redevoeringen. VERDENKING. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. INHULDIGING LEO GHEERAERDTS, Katholieke Scholen. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 34 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique suuin. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden jet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den (lijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel© van dit blad. VAN DEN HEER Burgemeester van Aalst. Redevoering uitgesproken door den den heer Kabel Vebbbugghen, Oudschepen, ter wachtzaal der Statie. Mr de Burgemeester Dc Gemeenteraadsleden wier mandaat, door de eedaflegging der nieuw gekoze nen, binnen korte stonden zal eindigen, willen dat hun laatste openbare akt eene hulde weze van hooge achting en liefde volle aangekleefdheid ten uwen opzichte. Gekozen, den 17den November, met eene talrijke meerderheid, eenpariglijk door de katholieke bevolking aangeduid tot het ambt van Burgemeester, waardig dezer verhevene bediening erkend door velen zelfs uwer politieke tegenstrevers, kondet gij in geeneu den minsten twijfel verkeeren aangaande de gevoelens uwer Medeburgers jegens u eD cle plicht in welke gij, ondanks de menigte uwer be zigheden, u bevondt die bediening te aanvaarden. Gij vervangt eenen man die, door ziju klaar verstand, door zijne bestuurlijke en rechterlijke kennissen, door zijnen nooit vermoeiden iover, menigvuldige diensten aan do Stad heeft bewezen. Wij betreuren de gezondheidstoestand van dien hoogachtbaren Magistraat Ilij betreurt dat deze oorzaak hem belet hier de eerste te zijn om u te groeten. Onder de moeielijkheden eigen aan het bestuur eeuer belangrijke Stad, be staat voor den opvolger van M. Van Wam- beke degene van hem in zijne verdien stelijke loopbaan na te leven. Doch eene lange ondervinding heeft ons geleerd dat wij met volle betrouwen in u de toe komst mogen afwachten. Opgevoed in de liefde van de Stad en in de kennis haret belangen door eenen vader wiens naam met luister in onze bestuurlijke jaarboeken prijkt, hebt gij ten allen tijdo zijne voorbeelden voor oogen gehad. Het is hier de plaats niet om de stede lijke zaken uit te leggen. Nochthaus is het mij onmogelijk mij niet te ge heugen dat, onder de menigvuldige wer ken van openbaar nut door ons bestuur verricht, men er eene aanzienlijke reeks aantreft waarvan het eerste gedacht, de bevatting en de uitvoering op eene gan- sche bezondere wijze aan u te danken ziju. Ik spreek van die nieuwe wijkeu op de twee oevers der vaart, zoo gelukkig tusschen de twee statiën des ijzerenwegs gelegen voor de uitbreiding van handel en nijverheid, van die lange gemetselde kaaien, die nieuwe bruggen, die stapel plaats, van die twee verhevene werken van gezondheid en menschlieveudhoid do zwemkom-en het nieuw hospitaal. Dc kosten der buitengewone werken onder uw bestuur als Schepene des geld wezens eu ouder hetgene van uwen zoo- feachten voorzaat M. Monfils, uitgevoerd, edragen millioenen. Doch hebt gij beide met zulke behendigheid de financiën we ten te behandelen dat men de algemeene belastingen niet ten minste heeft moeten verzwaren Integendeel zijn verscheidc dier werken, 't zij rechtstreeks, 't zij on rechtstreeks bronnen van inkomsten ge worden, en is de geldelijke toestand bestendiglijk zeer voldoende gebleven. M. de Burgemeester, de zelfde iever door u aan onze stoffelijke belangen toe gewijd heeft u teu allen tijde voor onze zedelijke belangen bezield. Aldus is het volstrekt onuoodig u onze Volksscholen aan te beveleu of u te verzoeken van de goerje betrekkingen die altijd bestaan hebben tusschen bet Bestuur en onze uitmuntende Geestelijkheid, zoo Wereld lijke als Kloosterlijke, blijven te onder houden, tot versterking der godsdienstige en zedelijke grondstelsels zonder de welke de maatschappij onmogelijk is. Wij heb ben ookde zekerheid dat gij de vriendelijke overeenkomst,aan welke wij zooveel prijs hechten, van de Gemeente Overheid met de Militaire en Burgerlijke Overheden onwankelbaar zult staande houden. Met volle recht, M. de Burgemeester, uwe boedauigheden van geest eu van harte op eene hooge waarde schattende, en tl omringd ziende door medewerkers die toebehooren aan het puik der ver scheidene klassen onzer bevolking, die bekend zijn met dc belangen dier klas sen en die met de zuiverste inzichten hunne gewichtige tank tegemoet gaan, beschouwen Wij op voorhand uw bestuur met de gratie Gods, als een nieuw tijd stip van vrede, entevens van stoffelijken en zedelijken voorspoed. Antwoord des hoeren Burge meesters. Mijnheeren en achtbare Collega, Ik beu diep ontroerd door de loffelijke woorden welke gij mij komt toe te sturen en door het gulhartig onthaal dat mij hier te beurt valt. Gij hebt, mijnheer Verbrugghen, mijne verdiensten met te veel welwillendheid overdroven; ook ik heb een oogenblik geaarzeld den zwaren en moeilijken last van het ambt van Burgemeester op mijce schouders te nemen, des te meer, dat ik moet opvolgen aan een der ver- dienstrijkste burgers van Aalst, aan een magistraat die, door zijnen iever, zijn krachtig zielvermogen en zijoo kennissen, de moeste diensten bewezen heeft aan zijne medeburgers. Gij spreekt, mijnheer, van de openbare werken die,sedert eenige jaren,alhier uit gevoerd zijn en waarvan gij het eerste gedacht aan mij toekent. Welnu, mijuheer, ik verklaar dat zonder de werkzame en welwillende medewerking mijnercollegas, het onmogelijk was do zelve te verwe zenlijken. Die medehulp welke ik altijd in het verleden gevouden heb bij de le den des Gomeenteraads, verhoop ik nog te verkrijgen in het toekomende; het is die overtuiging die mij aaugezet heeft 't ambt van Burgemeester te aanvaarden. Gij hebt de herinnering ingeroepen van mijnen betreurden vader, welnu, de genegeuheid, de achting die gij voor hem bewaard hebt, legt mij ook de plicht op mij geene moeite noch last te sparen om te werken in dc maat van mijn vermogen tot de welvaart onzer medeburgers. De beste betrekkingen zal iu steeds trachten te behouden met de geestelijke, burgerlijke en militaire Overheden, ho pende dat aldus, onze krachten samen spannende, wij iets nuttig zullen kunnen verrichten voor het geluk onzer dierbare Stad. Gave God, dat deze wensch zich ver- wezenlijke, het ware mijn uiterste geluk en de zoetste herinnering die ik zal be waren mijns arnbts van Burgemeester. (Levendige toejuichingen). Redevoering van Jen heer Bur- gemeester ter Openbare zitting des Ge- meeuteraads. MIJNHEEREN, Als Burgemeester van Aelst, kom ik de eer te hebben den wettigen eed van de Heeren Schepenen eu Raadsheereu te ontvangen eu deze in hunne bediening te stellen. Onze nieuwe Gemeenteraad is samen gesteld uit personen beboorende tot ver- schilligo standen, personen, die hekend zijn met de belangen van werklieden en burgers, landbouwers, handelaars en nij- veraars; dit is eene waarborg voor al onze medeburgers die hun vertrouwen in ons gesteld hebben en eene verzekering dat wij alles zullen aanwenden om ten allen tijde dit vertrouwen waardig te zijn. Do voorspoed eu de bloei onzer ge boortestad, het geluk ed de welstand onzer medeburgers ligt ons nauw ter harte. Niets zal verzuimd worden om ons duurbaar Aelst op den rang te stellen welk haar toekomt benevens dc bezon- derste steden des Lands. In dien hevigen politicken strijd, die de kiezingen van 17" en 24° November heeft gekenmerkt, heeft een bezonder feit eenieder moeten treffen het is de voorname plaats in al de kiesprogrammas gegeven aan de stoffelijke belangen der Aclstenaars. En, inderdaad, hebben wij niet gezien dat de verschillige partijen die tot de verovering van de gemeentelijke macht ziju opgetreden, het eens waren over ver schillige instellingen van algemeen be lang zoo als het daarstellen van den stoomtram van Assche-Aclst Oordegem, de oprichting van nieuwe lagere scholen, de inrichting oener nijverheidschool, de de stichting eener werkbeurs enz. enz. Echter, en dit wisten wel de Caudi- daten die dit programma hebben onder- teekcud, het is onmogelijk dat zulke instellingen tot stand komen, indien men niet afziet van overdreven gedachten van spaarzaamheden. En nochtans hebben de Candidaten van de verschillige gezind heden geen oogenblik geaarzeld om de verbintenis te nemen van te werken tot het verwezenlijken van alle die sclioone ontwerpen. Immers, zij hadden begrepen dat wan neer er kwestie is den stoffelijke en gelde- lijken toestand onzer medeburgers te ver zekeren, van ze te laten genieten van de weldadeu der gezondheidsleer, van hunne veiligheid te verzekeren, in een woord, van de algemeene belangen te dienen, het eeeno misgreep is zich door onderge schikte beschouwingen te laten wodor- houden. Welnu, Mijnheeren, dit zal ook de gedragslijn zijn van den nieuwen Gemeen teraad; met het oog op die algemeene belangen waarvan ik daar kom te spre ken. zullen wij alle middelen inspauneu om ons programma uit te voeren en al de gelduitgaven beslissen die noo.lig zullen zijn om dit doelwit te bereikon. Dit hebben onze katholieke voorgan gers ook gedaan eu ondanks de groote werken, de belangrijke hervormingen, do prachtige iustelliugen door hen tot stand gebracht,zijn zij er ingelukt het geldwezen der Stad in zulken toestand te behouden dat de gemeentebelastingen niet zijn ver meerderd geweest. (Toejuichingen.) Het zij mii toegelaten daarover aan den aftredenden Gemeenteraad en bezou- derlijk aan den achtbaren Heer Victor Van Warabeke die,gedurende een kwaart eeuws, de eerste magistratuur der Stad heeft bekleed,onzen iunigsten dank toe te sturen. Hun wijs en voorzichtig maar tevens werkzaam Bestuur zal in het ge heugen der Aelstenaars niet vergaan. Vooruit, dus, Mijnheeren allen ge werkt hand in hand. tot welvaart van alle standen ;de deftige arme werklieken. de beproefde van de wereld, zullen hij ons Gemeentebestuur hijstand genieten. In de tegenwoordige tijden worden er menige maatschappelijke kwestiën opge worpen welke eene oplossing rereischen; dat <!e weldenkende Aelstersche werkman ook zijn vertrouwen stelle in het huidige Staatsbestuur, het houdt zich thans onle dig met het lot der werklieden te verbe teren. De tijd is gekomen om de jammerlijke opstokingen te uitdooven, om de gemoe deren te bedaren, om vrede te doeu heerscheu tusschen patroons en werk lieden. (Toejuichingen. Eene gunstige inrichtingen uitbreiding der Politie zullen wij trachton te beko men, wij zullen rekening houden van do moeielijke en ruwe taak onzer politie agenten, maar zullen van hen vereischeu «lat zy hunnen dienst vervullen met eene volkomeue verkleefdheid en den meestcn tact. (Toejuichingen) Onze genegenheid en ondersteuning is verzekerd aan do scholen, waar de chris telijke grondstelsels zullen behouden en aanbevolen worden, waar de professors aan de leerlingen hunne plichten en hunne weerdigheid zullen doeu begrypen om later mannen te worden die zich aan familie, aan Stad eu aan Land kunnen nuttig maken. (Toejuichingen.) Binnen korten tijd, zullen wij het ge noegen hebben, het prachtig Gasthuis in te huldigen, de bekrooniag der grootsche en voltreffelijke werken door ons voor- gaandelijk katholiek Bestuur uitgevoerd of bovolou. In dit Gast- Ongeneesbareu- en Moederhuis, zullen de noodlijdendeu in hunne pijnen en smarten bijgestaan en geholpen werden door personen die den waren Christel» keu geest van zelfopoffe ring bezitten. Ja, zij wezen er van ver zekerd, het is geen katholiek Bestuur dat een burgerlijk personeel zal aanstelleu, Aalst, den 1 1 Jan. 1§96. Onze achtbare vertegenwoordiger, M. Woeste, heefteen hoogst belang rijk artikel geschreven over de katho lieke scholen. Het was noodzakelijk, want, zooals M. Woeste het zeer wel zegt, de iever voor de maatschappelijke werken, schijnt dezen voor oerkatholieke scho len wat verkoeld te hebben. En nogthans het werk der scholen is het eerste en opperste maatschap pelijk werk. Het doel der wet van 1895 zoowel als van die van 1884, zoo schrijft onze vertegenwoordiger, is dit van aan de katholieken toe te laten hunne vrye scholen te behouden. Waarom Ten eerste, omdat deze scholen meer waarborg opleveren voor de christelijke opvoeding der jeugd dan de officieele Ten tweede, omdat zij bestemd zijn om, op den kwaden dag, te be- letten dat de jeugd door onze tegen- strevers of vijanden zoude binnen- gepalmd worden. Deze twee punten zijn van het allergewichtigste belang, en alwie belang stelt in de toekomst onzer samenleving, moet er heden meer dan ooit vooFZOrgen dat onze katho- lieke scholen niet vallen. Verder bestrijdt M. Woeste een verkeerd ge dacht dat bij vele katholieken veld wint en bestaande in 't volgende Aangezien de meerderheid des lands katholiek is, moet de regee- ring de grootste voldoening moge- lijk aan de eischen der katholieken geven in zake van openbaar onder- wijs. Die beweering is niet gansch van waarheid ontblootmaar de regeering doet, door 't verleenen van toelagen aan de katholieke scholen, wat net kan. Maar het grootste deel der on- kosten van het katholiek onderwijs zal door de katholieken bij voort- during moeten gedragen worden en aan dien plicht mogen zij niet te kort blijven. Waarom Omdat de officieele school nooit de ware katholieke school kan of zal zijn, zoolang als de Staat, de onzijdige Staat, zich met het open baar onderwys zal te bemoeien hebben. In zekere dorpen voldoen op 't oogenblik de officieele scholen aan de eischen der katho lieken. Maar dat is slechts tydelyk, want zelfs onder de tegenwoordige wet, is er geene de minste waarborg dat die toestand zal behouden bly ven. Dit blijkt ten overvloede uit de woordenwisseling die in 't Senaat tusschen MM. Schollaert minister en Bara plaats heeft gehad. EENE VEEESELIJKE VlEBDE VEBVOLG. Valentine deinsde terug. Op zulk eene verschrikke lijke beschuldiging was z(j niet voorbereid. Zij werd doodsbleek hare oogen werden onnatuurlijk groot zij wilde spreken, maar het was alsol hare keel werd dichtgeschroefd. De stem weigerde haar haren dienst. Met genoegen zag Mevrouw Rechliug al deze tce kenen, die zij voor de onbedriegelijksle bewijzen van schuld hield, en daarom geloofde zjj nu op hare ma nier dc grootmoedige te kunnen spelen. Zjj zegde daarom op vcrtrouwelgken toon Nu, schrik maar zoo niet, ik zal u niet ongeluk kig maken, boe kondt gij zoo verblind *iju Ge kondt toch wel begrijpen dat het spoedig uit zou komen. Geef me het ding maar hier, dan blijft alles onder ons. Ik zou toch niet germe al die drukte met de policie hebben. Thans kwam er leven in het meisje, dat als ver steend had gestaan. Hare zachte oogen schoten vuur en haar geheel lichaam trilde. Valentine maakte eene beweging alsof zij mevrouw Rechliug wilde aanvlie gen, zoodat deze verschrikt en onwillekeurig bukte. Versta ik u goed, bracht zij met moeiie uit. Be schuldigt ge mij dat ik iets van u gestolen heb 1 Houdt ge mij voor eene diefegge T De heer minister was gedwongen te verklaren dat het geestelijke toe- zicht zich strikt moet beperken bij het godsdienstig onderwys en zich niet mag uitstrekken over den geest der school. Wat volgt er uil deze verklaring?... Dat de officieele school onzijdig wordt door dc tegenwoordigheid van één enkel leerling die verklaart geen katholiek te zijn. De officieele school is dus beter gevrywaard tegen de katholieke leerstelsels als tegen de leeringen der socialisten of revolutionnairs. Wat moet men hieruit besluiten 1° Dat de officieele scholen voor de katholieken altijd zullen te wen- schen laten 2° Dat een groot getal officieele scholen nu heden zoowel als onder de wet van Van Humbeeck, voor de katholieken, zullen slechte scholen zijn. Daarom, ouders, gy, die er aan houdt aan uwe kinders een waarlijk katholiek onder wijs te bezorgen, zendt ze naar de katholieke scholen. En gij, katholieken, welke het goed meent met de toekomst onzer samen leving, ondersteunt in de maat van uw vermogen onze katholieke scho len. En zoo spreekt M. Woeste verder Ik heb liet reeds vroeger gezegd Het werk der katholieke scholen is het opperste werk. Al wie nog wil katholiek blij venmoet er den moed toe hebben. De katholieke scholen moeten vermenigvuldigd worden en dc toelagen van den Staat laten nu toe er nieuwe te stichten. Ik doe een oproep aan allen, een dringende oproep aan priesters en wereldlijken. Van hun hangt het af dat de christene beschaving niet achteruit gedrongen worde door do socialistische leeringen en dat zy het verlorene terrein terugwinne. Allen aan 't werk dus Wij hopen dat de stem van onzen moedigen heer Woeste niet in de woestijn zal weerklinken. De woorden van M.Woeste zijn waardig van over wogen te worden immers hij is een man welke weet wat hy zegt en waarom hij het zegt. Dus dat zij vooral die in 't valsch gedacht verkeeren waarvan hier hoo- ger spraak, den oproep van onzen gevierden Woeste eensrypelijk over wegen Het vreemd vee. Dijnsdag moest in uitvoering gebracht worden liet ko ninklijk besluit, toelatende den vrijen invoer van vreemd vee, bijzonderlijk uit Holland komende. Uit het bureel te Maseyck wordt ge meld dat reeds tegen 8 uren, 350 stuks vee waren ingekomen, uit hoof Je van den vrijen invoer. Uit Esscben wordt gemeld dat er 180 wagons binnengekomen zijn met onge veer 2000 stuks vee en 100 schapen. Wel, als ge zelf het ding bjj den rechten naam noemt, ja, gij hebt my bestolen. Waagt gü het, mij zulk eene schandelijke be- leediging aan te doen kreet Valentine, terwijl zij ontsteld naar de deur der kamer keek als haar vader ongelukkiger wijze iets gehoord had, dan zou er een ongeluk gebeuren. Gestolen is gestolen, ge moogt nu zyn wie ge wilt, zegde mevrouw Recbling opnieuw boos wor dende. De schande is zeker nog gruuter, wanneer zoo'n juffrouw het doet, die zich altijd zoo voornaam heeR aangesteld. Laat u dus radeu en ontken niet langer. Geef het goedwillig terug, anders zal de policie hier huiszoeking moeten doen. Ge wilt zeker een tooneel opvoeren, zooals in de romans voorkomt, mevrouw Hebt gü eenen ring of eenig ander sieraad tusschen mgne kleeren gestopt, om mg van diefstal te kunnen beschuldigen en zoo doende uwen zoon van mg afkeerig te maken Neem u in acht, mevrouw, de gevolgen zouden op uw hoofd neer kunnen komen. Met den mond en de oogen wjjd open zat mevrouw Rechling sprakeloos toen zg deze woorden hoorde. Eindelgk echter riep zy -. Maar dat is eene weergalooze onbeschaamdheid Wilt gc op die manier de rollen omkeeren 1 Mij te verdenkeo, dat ik iets uit een roman wil vertoonen Dat gaal alle palen te huiten! Zou ik mij aan uwe kleeren vergrepen hebben Zg snakte naar lucht en zweeg even Maar nu beo ik het moede I Ik ook stiet Valentine uit. Ik moet u hcrinue- ren, dat gij in mgn vaders huis zgt. Ronduit gesproken, bedoelt ge daarnité dat ik moet uitzien, waar de deur is, riep mevrouw Rech liug met een heuenden glimlach, zouder echter van de sofa op te staau. Met het grootste genoegen, want bet is hier in deze salon moorddadig koud, eu mijn rijtuig wacht reeds laDg genoeg. Maak dus spoed en geef mij het halssnoer.. Het halssnoer f viel Valentine in, welk halssnoer Doe mnar niet, of gg er niets van weet. Het peerlen halssnoer met diamanten slot ge hebt er altijd zooveel zin in gehad. Hel perelsnoerDus, ge beschuldigt mg, dat ik het gestolen heb Waar zou het anders gebleven zgn Het is weg, en niemand anders kwam in het kistje. Valentine stond voor haar en zag haar aan, alsof ze aan haar gezond verstand twgfelde. Maar hoe is het mogelijk. Mevrouw, denk toch eens na. Ge hebt zelf.... Wilt ge uig in het hoofd praten, dat ik u het halssnoer geschonken heb Dat niet I Maar ge hebt mg gezegd, dat ik bet by den juwelier moest brengeu, omdat er iets aan bet slot verbogen was. Aan de uitdrukking van Mevr. Rcchling's gelaat was te zien, dat zc zicb hel geval neriunerde. Ja, ja, ik herinner me, zegde ze, maar ze wilde nog niet erkcuucn, dat zc verslagen was. En hebt ge dat gedaan Natuurlijk. Waarom hebt ge mg daar niets van gezegd Omdat gij mg daarvoor geen tgd hebt gelaten, antwoordde Valentine met bitierbeid. Toen ik van den juwelier terugkeerde, is bg mgn thuiskomen het hevige tooneel voorgevallen, tengevolge waarvaB ik uw huis verliet. Hel is dus niet te verwonderen, dat ik vergat erover te spreken. Mevr. Rechliug schrikte van dt wending, die de zaak nam* Hoe beperkt van verstand zy ook was, toch begreep zg, dat Valentine in haar recht was, eu dat zg zelve ceue beklageusweerdige rol speelde. Dit juist maakte haar woedend, te meer daar de anders zoo bescheiden Valentine thans zoo vastbera den een minachtenden loon aansloeg. Zij wilde voor niets ter wereld haar ongeiyk erkennen cn zegde daarom op nog meer belecdigenden toon dan te voren De juwelier geeft toch altijd een bewys vao ontvangst, als hg iets te repareereu krijgt. W aar is dat bewijs 1 Valentine beefde van aandoening, zjj snelde naar een werktafeltje bg het venster, nam daarvan een notaboekje en bladerde daarin Uier is het bewgs Ja, ik beging de vloekweer- dige misdaad te vergeten u dit bewys ter hand te stellen, maar neem het i.u en rgJ gauw ua^r uwen juwelier om u bet halssnuer te laten zien. Nu, ziel ge wel, ge zgt toch eigenlgk zelf de oorzaak zan het geval, zegde mevrouw Rechliug. Hoe kon ik denken.... Ge kondet niet andera deuken, dan dat ik eene dievegge ben. Ge badt den brutaien moed hier te komen en my op deafsehuweiyksle wijze te beleedi- gen, en nu durft ge uog zeggen, dat ik de oorzaak van dit alles ben Dat gaat alle perken te buiten, dat is niet te verontschuldigen riep Valentine doods bleek bare oogen schoten vuur en baar gelaat toonde iets wreedaardigs. Mevrouw Rechling gevoelde zich lang niet op baar duizend gemakken. Maar, juffrouw, denk toch eens n», stamelde zg. Dwalen is iuimers meuschrlgk. Neen, uw dwaleo was onmenscbensclgk ant woordde Valentine. Weg Wat zit ge daar nog? Wat wilt ge nog hier Wij hebben niets meer met elkan der uit te staan I Met een gebiodend gebaar wees zg naar de deur. Op dat oogenblik dacbt ze er niet aan, dat die vrouw de moeder was vao den jonkman, ?y dacht er niet aan, dat slechts twee deuren baar scheidden van haren vader, voor wien elke hevige aandoening doodelijk kon zyn. zy was op dit oogen blik razend van gramschap. Doen Mevr. Rechling verroerde zich niet. Was bet toe te schrijven aan den opgewonden loestind, waarin zy den geheelen dag cn in 't bijzonder dien voormid dag verkeerd bad, of aan den scbrik over hare mis greep, of aan hare outalelicuis over de groote veran dering ia Valentine's optreden Wy weten hel met, doch genoeg, de sterke vrouw voelde zich dc oumacht nabij. Zg maakte nog eene beweging om haren üuweelen mantel van hare schou ders te rukken en zonk toen achterover. Water.... drinken... mompelde zy. Een paar seconden stond Valentine nog zonder zich te roeren en liet hare koude blikken op hare bnlpe- looze vijandin rusten. Toen keerde zy zicb ooi en verliet de kamer. Het duurde eenige minuten, eer zg terugkeerde. Opeen schenkbord droeg zy een glas, dit voor drie vierden gevuld was met water, en eene kleine reeds ontkurkte flescb. Daaruit goot zij eene zekere vloei stof in b.it water en reikte het glas aan mevr. Rech ling, die wéér zoo ver was bijgekomen, dat ze het zelf aan haren mond kon brengen. Zy dronk bet biaslig leeg en stak hel Valentine toe met de woorden meer, meer. Deze nam het glas en keerde zich om als wilde zy weer de kamer verlaten. Zy bedacht zieb echter, baalde de schouders op en vulde het glas voor de helft uit de llasch. Weder dronk Mevr. Rechling. Zoo, dat helpt zegde ze, ik dank u. Valentine antwoordde niet. Met moeite stond mevrouw recht en zegde verder Nu ga ik. Zy wachtte een oogenblik af, of bet meisje iets zou zeggen, riocb daar dit niet gebeurde, vervolgde zy Valentine, jufvrouw, sta daar toch zoo niet naar den grond te staren. Kom hier en geel mg de hand, dwalen is menschciijk. Wat kon ik anders denken, dan dat gc bet halssnoer gestolen had I H«t was uit goedgunstigheid, dat ik zelf kwam eo niet de policie stuurde Zie me.... Wordt voortgezet

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1896 | | pagina 1