Donderdag 46 April 1896. 5 centiemen per nummer. 50sle Jaar. 5076. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. LPolitiek-Godsdienst. «TWEE LEVENS, De heiligschenderij Iets over apen. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder flagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 4-75 voor drij.maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. I Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, »n in alle Postkantoren des Land. Aalel Guique euum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den uijcsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel® van dit blad. 125 April 1896. Hoevcle lieden hoort men niet zeggen: ",Bt\Vare beter dat er in den politiekcn .7aWijd zooveel niet gesproken wierde over HJZ€|en Godsdienst. "De Godsdienst is te hei- StuÜig. is te verheven om het voorwerp der partijtwisten te wezen, maar dat men aeeri"0'1111 tc&en^e°l bekommerc met do stof felijke belangen, met de algemeene wel- waart te bevorderen. Nu, de mensch heeft niet alleen stof- jfelijke belangen maar ook zedelijke die ^*uit bet oog niet mogen verloren worden Het burgerlijk gezag heeft zich niet te bemoeien in zaken rechtstreeks den Gods- ^lOjdienst en zijne leeriug rakende; het bur gerlijk gezag moot de stoffelijke belangen pehertigen, namelijk, de openbare rust verzekeren, de wetten doen eerbiedigen en den voorspoed en algemeene welvaart mT>ehertigen maar dit zonder de rechten vegavan het kerkelijk gezag te hinderen of te Schenden. Indien het burgerlijk gezag altijd aldus handelde, dan zou er in den politieken ëtrijd van den Godsdienst geen spraak "—peer kunnen zijn. gp- Ware het zoo, het zou ons, katholieken, rerheugen, maar ongelukkiglijk zoo is 't yiet. De liberale partij, samengesteld uit octrinnirs, radikalen, socialisten enz, eelt tot uitsluitelijk doelwit do R. K. !erk cn den Godsdienst te bestrijden om jffijjiare goddelooze heerschappij voor altijd 223e vestigen. .Oorlog aan't klcricalimus, oorlog aan Ie Kerk, ziedaar haar ordeicoord. Neemt den godsdienstigen strijd weg ,0'len de liberale partij voor de meerderheid barer vertakkingen heeft goene reden beer van bestaan. De liberale dagbladen en redenaars Wat doen zij anders dan de geloofspunten en de instellingen van den R. K. Gods dienst bestrijden 101 betrachten zij anders dan de vrij- peiddcrR. K. Kerk aan banden te leg den en hare heilzame werking voor'tgeluk oes volks te dwarsboomen Streeft de liberale partij niet onophou- U.idend om God en den Godsdienst, uit de Scholen, uit de gestichten van liefdadig heid, uit de wetten te verbannen, om piles te verwereldlijken, in andere woor- «l,lden, to vergoddeloozen I Werken de liberalen niet gedurig om ...Ons van onze godsdienstige vrijheden te berooveu En zoo handelden de liberalen in Belgie tijdens hunne noodlottige heerschappij en zoo handelen zij heden nog overal zij 't bewind in handen hebben. 37e VEBVOIiG. Men dacht slechts; aan zijn eigene grieven niet «n hun geluk de dwingelanden bleven ongedeerd, .omgeven als zij waren door een menschelijk harnas tan lijfwachten, maar vrouw en kinderen vielen als de sclachtoffers van het gesmeed komplothet afge rende staal keerde zich op hunne borst, om haar te Zou het ook aldus gaan met haar, die zijn leven deeldezou zij zoo wreed gekastijd worden voor hare pefde? Hij gevoelde het in dat oogenblik, hoe het zijn pre plicht was geweest, tot dc door hem geleide mannen te gaan en hun te verklaren dat hg voortaan ttct alle samenspanningen wilde breken. Had Alma hem met alles gegeven, offerde zy ook thans haren tijd en rust niet op voor het kind van zijnen vriend niet billyk, dat hij eindelijk ook iets zou 1 voor haar geluk ilaar wat kon hy aan zijne volgelingen zeggen pmden zij hem niet terecht verwijten dat hy zijne p«ginselcn verloochende ter wille van cene vrouw, dat hij het werk van een zwakkeling verrichtte T En daarbij, al die duizenden, wier lijden b(j van zoo nabij had aanschouwd, riepen zij niet om wraak in hunne droeve machteloosheid Zou hij hunne [belangen verwaarloozen, omdat hy zeil' gelukkig was Wie kan er op deze vragen neen ant woorden Dus indien wij, katholieken, genood zaakt zijn den Godsdienst iu den politie ken strijd te mengen, 'tis omdat wij er toe verplicht zijn tot behoudenis van ons voorvaderlijk geloof, tot verdediging on zer godsdienstige vrijheden. Daar de liberalen den Godsdienst be strijden, moeten wij, katholieken, Hem verdedigen. Of zouden wij het liberale vernielingswerk met onverschilligheid moeten aanschouwen, en, zonder eenige tegenspraak, zonder eenig verweer van onzentwegc, den strijd tegen al wat wij liefhebben tot bezwijkens toe laten voort zetten Neen, dat ware lafheid dat ware afkeurlijk plichtverraad Dat de geuzerij van allen deesem op- houde de Kerk en den Godsdienst te be vechten en de wenscli zal voldaan zijn van dezen welke verlangen dat de gods dienstige belangen nimmer het voorwerp zouden wezen van onze partijtwisten. Het doorsteken der H. Hostiën is dins dag 7 April herdacht geworden in de kerk Salazar, Stuiverstraat te Brussel, en ver leden Zondag 12e April is de negendaag- schc boetplcging begonnen. Deze kerk staat aan den voet van den Caudenberg, in de diepte, welke men plotselings tegenkomt benedon de joden- trappen, langs de prachtige Koninklijke straat. Dc kapel van het H. Sakrament van Mirakel rijst daar op de plaats waar do synagoog gestaan heeft in 't midden van het jodenkwartier ten tijde der XIV® eeuw, onder de regeering van hertog Wenceslas on hertogin Joanna. Toen krielde daar eene slordige me nigte, waut Brussel was teu dien tijde het toevluchtoord geworden van eene talrijke colonic joden, 't Was alsdan een schitterend tijdperk voor het hertogdom Brabant, waarvan de prachtige gedeuk- teekens van den gothischen bouwtrant nog getuigenis geven. De Joden droegen, zoowel als heden, eenen doodelijken haat tegen de Christe nen, die Gogm't is te zeggen, het zaad der diereu. Zekere Jonathas, bankier te Edingken, kreeg het gedacht zich geconsacreerde hostiën te verschaffen, en bediende zich ten dien einde van oenen geloofsverzaker Jan Van Leuven geheeten. Op 4 October 1369, werd een der geschilderde glasra men der H. Catharinakerk te Brussel uitgeslagen. Eene groote remonstrantie hostie en 12 mindere heilige speciën, werden uit het tabernakel met de heilige ciborie geroofd. De overlevering en de oude schilderijen Toen de jonge vrouw hem drie kwartier later vaar wel kwam zeggen, brandde hem hel woord op de lippen, dat hen voor altijd weer had kunnen verecm- gcu, maar hy sprak het niet uit, cn zy, die geleerd had, zoo duidelijk in zijne ziel te lezen, gevoelde, dat hy andermaal voor haar verloren was. Hij zelf verwonderde er zich over, nu zij vertrok ken was, hoe het mogclyk was dat hare afwezigheid zulk een leegte achterlietzij was toch in den laatsten tyd voor het uiterlijk van zoo geheel andere dingen vervuld als van hem of hunne vroegere gehechtheid toen zjj wegging, had zij hem slechts vluchtig de vingertoppen gereikthij kon haar dus geenszins beschuldigen van overgroote hartelijkheid, maar toch scheen alles als uitgestorven. Hare volmaaktheid drukte hem als een looden last terneérin het bewustzijn hoezeer hij haar onweer- dig was, zegepraalde voor een oogwenk de slechtere mensch in hem, maakte zich een hartstochtelijk ver langen van hem meester, haar op zijne beurt te ver ootmoedigen. Zou het niet mogelijk zyn, haar, die eenmaal zoo coquet had geheeten, op de een of andere zwakheid tc betrappen, waarin hij zelf bij voorbaat niet geloofde, maar die voldoende zou zijn om haar tc vernederen, haar te doen blozen onder den schijn cencr fout Doch vrouwen nemen steeds hare voorzorgen, dacht hy schouderophalend. Alma bad natuurlijk alles gesloten, hem slechts het beheer over de provi siekas latende. Zij had zich geen oogenblik herinnerd, dat hy haar meester was en over hare minste daden had te oordeelen. Welnu, hij -zou haar eens cn voor j tooncn ons Jonathas met vrouw, zoon en ccnige vrienden rond de heilige speciën, jj de onteerende werken verrichten welke tc Jerusalem op Goeden Vrijdag, in het I huis vau Caïphas verricht werden, a Veertien dagen daarna werd Jonathas I door dieven vermoord. Zijne weduwe, verschrikt van al de zonderlinge droo- men, die haar in haren slaap teisterden verliet Edinghen en kwam met de ciborie en heilige speciën naar Brussel en gaf ze aan hare gcloofsgenooten. Don 7 April 1370, op Goeden Vrijdag, waren 8 Joden in dc synagoog vergaderd. Zij wierpen de H. Hostiëu op tafel, cn. onder het uitbraken der ijselijkste bias- phemiën. grepen zij messen dolken en doorstaken ermede de heilige speciën. Maar zieto wonder het bloed spat er uit het bloed bedekte de lemmers der wapens ou de handen der Joden. Zij bezagen malkander mot schrik, en poogden te lachen. Maar het bloed vloeide altijd voort en leekte van hunne messen, van hunne handen en vingers. j Een der beulen bracht de hand aan het I aangezicht, en zijn wezen word bedekt 1 mot bloed, bij werd afgrijselijk om zien, zoo afschuwelijk als de duivel. Dan werden allen van eene geweldige siddering overvallen, en vielen van schrik ten gronde. God had de belediging gevoeld. Zij durfden niets meer doen aan de H. Hostiën, en vertrouwden ze aan eene be koorde jodin, haar verzoekende die naar Keulen mede te nemen. Doch deze sprak er van aan den eerw. heer Pieter Van den Eede, pastor der Kapellekerk, en overhandigde hem den heiligen schat. In Mei 1370, werden de HI1. hostiën uit het tabernakel der kerk van O.-L.-V. van do Kapellc gehaald en naar de colle giale van de H. Gudula processiegewijs overgebracht. Hertog Wenceslas en her- togiu Johanna volgden de processie verge zeld van de grootste en edelste mannen en vrouwen van het hertogdom en van de deftigste burgers. Ziedaar den oorsprong van de gods vrucht tot het H. Sacrament van mirakel. De joodsche tempel waar de heilig schenderij gebeurde, werd afgebroken en thans staat daar nu de Sala2ar-kapel, oorsprong der Eucharistieke werken, waarvan een pater Jesuiet, den E. P. Boone, omtrent het midden onzer eeuw de ziel was. Vandaar is het werk der gedurige aan bidding gekomen, en het werk der arme kerken, en van het catechismus onderwijs en van de geestelijke oefeningen re traitesen van de procession. Do heilige Hostiën zijn door alle ecuwen heen, ondanks alle wederwaardigheden in St-Gudula-kerk aan de vereering der altijd toouen, welke macht hy over haar bezat en zoo aanstonds hare kas laten openbreken onder voor wendsel dat zij or een voorwerp in weggesloten had, dat hy behoefde, ja, dat zou hjj doen en alles door zoeken, alles.... In de geestdrift over zijnen inval begaf hij zich allereerst tot hare kamer. Ily wilde het meubel zien, waarvan hy zoo straks deu inhoud omver zou halen en spotten met den zwakken hinderpaal van dat slot, waarvan zij zich zoo zeker meende, omdat zij den sleutel bij zich droeg. Op al hare kassen stak een kleine, als zilver blin kende sleutel. Hij was als een dronken man, die plotseling uil zijuen roes outwaakt. Het koude zweet der schaamte bedekte zijne slapen. Trotsch cn eenvoudig tevens als haar leven was vertolkte ook deze daad haar gansche wezen... En toch... zoo het eens een list ware geweest? Zoo zij voorzien had, dat h(j te veel eergevoel zou bezitten om na eene dergelijke ontdekking in hare geliefkoosde voorwerpen tc zoeken Zy had immers geen tijd gehad, ze weg te dragen naar dc een of andere ver borgen plaats... Met een enkelen ruk trok hij de deu ren opeu. Het eerste wat zijn oog trof, was zijn eigen portret. Zy had hetzelve vau haar scbryftafelte afge nomen, ja, maar hier, in haar heiligdom troonde hel, verborgen aan alle andere blikken als de bare en omgeven van bloemen, nog zoo frisch, dat zij ze eerst den vorigen dag moest geplukt hebben. Maar kou zelfs dit geen valstrik wezen. Dat pak brieven daar ginds... Hij knoopte hetzelfde los, het waren slechts Christenen bewaard gebleven, en lokken alle jaren eene menigte geloovigen naar de oude hoofdstad van Brabant, naar Brussel alwaar er thans zoovele Joden besnedene en onbesnedene verblijven. Var iet as delectat, heeft een latijn- sche filozoof gezegd 't is aangenaam var tijd tot tijd eene afwisseling te hebben. Zoo heb ik er ook over gedacht. En daarom, in plaats van altijd met politiek of maatschappelijke quaesties voor den dag te komen, wil ik u vandaag, geachte lezers, eens eene apengeschiedenis op disschen. Bah 1 Eene apengeschiedenis Dat is goed voor kinderen I Inderdaad, ja. Maar als ge'tla- tijnsck in cauda vcnemimverstaat, zult gij misschien vermoeden dat er zelfs voor ouders wat leerrijks in kan steken. Met uw verlof dan, ter zake met de apengeschiedenis. Het stuk speelt in Amerika. Na tuurlijk want al wat vreemd en wonder baar is, moet uit Amerika komeu. In Amerika dan was eens een rond leurder op reis met slaapmutsen. Op zekeren dag, was 't mogelijk het gevolg van een te vroeg en te overvloedig gebruik van slaapmutskens was hij ver van den goeden weg geraakt en kwam hij met het vallen van den avond aan een boschje. Geene hut ontdekkende waar hij ver nachten kon, nam hij het besluit van zich onder eenen boom op het zachte mos uit te strekken en aldaar den nacht door te brengen. Hij deed zijn pak los, haalde er eene warme slaapmuts uit, eeno echte, cu trok ze over zijue ooreu. Vermoeid vau de reis, viel hij welhaast in een diepen slaap. 's Morgens werd hij al vroeg gewekt door de frissche koelte en het geschreeuw der vogelen. Met een enkelen sprong is hij recht en gereed om zijne reis voort te zetten. Zijne eerste gedacht was voor zijn pak slaapmutsen, dat was zijne kostwinning. Ja, maar eilaas, en ach, en o wee het pak is ledig, de plaapmutsen hadden vleugelen gekregen. Wat aangevangen I Bestolen, denkt hij potdeksel kermt hij. Eksei, heksen, hekselklinkt het op eens zijn kermen achterna. Zou dat de echo zijn Maar nogmaals en zonder dat hij iets fezegd heeft, kliukt het opnieuw, en van oven uit do boomen eksel, heksen, heksel I Dat kan toch de echo niet zijn open omslagen met allerlei kleine herinneringen aan hem eene haarlok, eenige portretten uit zyne kinds heid, eenige gedroogde takjes, die hy voorheen had afgeplukt... alles droeg een opschrift. Hoe levendig trad zij hem voor den geest, elke gelegenheid, waarbij zij tot haar gekomen waren, die kleine liefdeboden, welke haar thans nooit meer bezochten En nog altijd niet ontwapend, zette hij zijn onder zoek voort, om bij elke schrede, nieuwe bewijzen van hare teederheid te vinden. In het eiud overwonnen, knielde hy voor die reli kwieën néér cn liet hy lang het brandend voorhoofd tegen de deuren van het ontwyde heiligdom rusten, zich afvragende, of zij hem dan altijd, zelfs in hel verborgene, beschamen zou. XI. Eenige dagen later keerde prinses Karoskine terug zij had niet veel moeite gehad het gemeentebestuur van Geneve over te halen haar voorloopig de zorg van het arme wezentje toe te vertrouwen, dat Da den dood der moeder slechts lot last was geweest, en, met zooveel zorgen alsof hel haar eigen zoon geweest ware, voerde zij haar kleinen Stanislas met zich meé. r barer aankomst uiet geweten hij was uitgegaan zooals gewoonlijk, maar by zjjn thuiskomst vond hy haar naast een wiegje zitten en op haar schoot hel oudcrlooze kind, dat even rustig in hare urmen voortaluimerde, alsof zij zyne moeder ware geweest. tafereel trof hem slechts des te dieper Neen, dat was het ook niet. ft r als onze arme leurder naar boven kijkt, ziet daar ontwaart hij in de takken der boo men eene bende apen, leelijke muilen en grimassen makende en schuddende van Eet lachen. En ieder aap was getooid met eene van 's leurders slaapmutsen. En nogmaals klinkt het spottend eksel, heksen, heksel! ftlet een lang gezicht ziet de verdwaalde het schouwspel aan en krapt beteuterd achter zijn ooren. Eu de apeu eveneens, met gapenden mond, krappen achter hun ooren. Dat was te erg zoo nog den spot met hem drijven Verdikke- roept de bestolene gram moedig uit, en in zijne gramschap rukt hij de slaapmuts, waarmee hij zich ter rust gelegd had, vau zijn hoofd en werpt ze met oen nieuwen verdikke en een forsche beweging op den grond. En boven klinkt het na: dikke, dikke, dikke, en meteen daar worden al de slaapmutsen met een geweldigen ruk naar beneden geslingerd. Zoo had de leurder het niet verwacht, maar haastig raapt hij toch zijne slaap mutsen bijeen, steekt ze weer in den zak, knoopt dezen stevig toe, en weg is hij, hartelijk lachend met het grapje. Ziedaar, lieve lezers, de apenhistorie een heel interessante historie, zult ge zeggen... voor kinderen. Ja, voor kindoren, maar waar toch ook voor ouders een lesje in kan stoken. Want op gevaar af van bij menige moe der in onmin te geraken, ben ik toch zoo onbeleefd van haar maar rechtuit te zeg gen: met uw verlof moederke, uwkroe- zelbolletje is maar een aap, wel juist geen aap als die der Amerikaansche bos- schen, maar toch een aap. Ik wil maar zeggen, net gelijk apen, zoo doen do kinderen na, wat zij zich voor zien doen. Ik roep bij ondervinding in om mijn gezegde te staven. Wij hebben in ons Vlaamsch eene me nigte spreekwoorden die myn gezegde bevestigen. Ik wil er maar een koppel aanhalen Met wien gij verkeerd Daar wordt gij mee vereerd. Dat is één. Het tweede zegt De appél valt niet ver van den boom. Wilt gij nog een derde Lijk der ouderling is voorgegaan Zoo sukkelt 't jongsken achteraan. En nog een vierde "Uw voorbeeld, ouders, leert zoo fél: Want zooals de oude zongen, Dit ziet men alle dagen wél, Zoo piepen ook dé jongen. Dus, de kinderen apen na, of onze kin deren zijn apen. na betgeen hij zelf in zyn onzinnigen twijfel tegen haar gedaan had. Hij naderde baar en drukte baar een eerbiedigen kus op het voorhoofd. Een oogwenk drukte haar schoon gelaat een on weerstaanbare aandoening uitdaarop echter werd zij zich zelve weèr meester en begon zij hem met rustige stem te vertellen van de wyze waarop zy het kind had gevonden en de laatste byzonderheden welke men haar omtrent den dood der moeder bad meêge- deeld. Mevr. Nesdorff was onvergeield naar hare laatste rustplaats gedragen geen enkele bloedverwant of vriend had haar stoffelijk overschot gevolgd geen krans hare lijkbaar versierd de mannen, die Paul zijn dood te gemoet hadden gezondoo, die baarzelve hadden vermoord, bekommerden zich weinig om eene vrouw meer of minder op aarde. Met strak op elkander geklemde lippen en gefronst voorhoofd luisterde lwan naar baar. liet was vreesea lijk, in die stille kamer, op den kalmen, niet een- meer bitteren toon, die onuitgesproken klacht tegen zjjne partij te booren inbrengen. Eenige dagen achtereen bleef hy thuis, zich ziek meldende bij de zijnen, en die uitvlucht bevatte geen onwaarheid zijn zenuwen waren zoo zwaar geschokt, dat zjjn toch nog zoo zwak gestel er hevig onder leed, en ook dilmaal betoonde zyne vrouw zich vol zorgen voor hem, ofschoon zy hem niets auders meer dan op die zachte medelijdende wyze verpleegde, waarmeé men een ziek kind zou behandelen. Wordt voortgezetJj

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1896 | | pagina 1