Donderdag 21 Mei 1896. 5 centiemen per nummer. 50ste Jaar. 5086. twee levens. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. >e waarheid over den Congo-spoorweg. Eene wonderbare genezing Een en ander. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder agteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week oor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes Baanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving indigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont- angen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, lin alle Postkantoren des Land. Cuique suum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den uijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de adverlentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel® van dit blad. Aalst, 20 Mei 1896. Stad W,j hebben reeds meer dan eens ge- gd aat wij tot hiertoe geene geestdrif- voorstaanders maar ook geene stel- matige of verstokte tegenstrevers zijn Vooraleer eene bepaalde beslissing te emen aangaande de overname van Congo, e, in alle geval, slechts in of na 't jaar 900 door België moet genomen worden, ient deze zaak grondig onderzocht te orden. Met uitterste voorzichtigheid moet er, #lgens ons, gehandeld worden en men ll dan geene inlichtingen genoeg kun- n bezitten. De voorzichtigheid is de loeder der wijsheid en ook in porselein- inkel. Eet Volle, het Gentsche antisociali- sch orgaan, deelde dezer dagen een brijven meê 't welk wij hier laten vol- en en veel zal bijdragen om alle lie- m.diewillen nadenken,te doen begrijpen t 't Land van Aelst en Klokke Roe- ni, de organen der volksfopperij, uit llitieke berekeningen, do kwestie onder n valsch daglicht plaatsen. Meer zeggen j niet en men oordeele Maar is er heden, in de Kamer, raak geweest van de overname van den ingo? Worden wij gevraagd nieuwe millioe- ien in de kas van den Congostaat te orten? Geens 1 't Is enkel de ijzerenweg die het ge gedeelte van den Congostaat tot het ige gedeelte deszelfs moet verbinden op't spel is. De ijzerenweg is eene indelszaak en hij moet onvermijdelijk me goede zaak worden. Veronderstelt inderdaad dat er een ikele ijzerenweg in een land zooals Bei- li zou bestaan. Zou deze baan, welke leen het vervoer der voortbrengselen en aren zou doen, niet verzekerd zijn van enen schoonen uitslag Ja, niet waar Ongetwijfeld ja Welnu, 't is het geval met den ijzeren- leg van den Congostaat. In plaats de ko- nssale vervoerkosten welke handelaars nijveraars heden te betalen hebben a hunne en de vreemde voortbrengsten i en uit te voeren, zal de ijzerenweg on- ennijdelijk die kosten op eene verba- enile wijze doen dalen. Dit moet ons een dubbel voordeel aan lengen Wn zullen in Belgie de voortbrengsten »n Congoland veel beter koop verkrijgen e *ij zullen onze eigene voortbrengsten aar Congoland in veel betere voorwaar- en kunnen overzenden. 42® VEBVOLG. - Alma riep de prins uit, zich het gelaat met de «Jen bedekkende. Ja, dat is harer weerdig, altijd nel/de. 0 I gij hebt gelijk, ik mag baar niet laten "Kileo. jijzelf stond daar bevend aan het portier van bet w** en, zonder zich den Ijjd te gunnen hem te om- efaeD, d*ong zij hem in te stijgen, terwijl zij den Wiorder nog vol innigheid voorzyne goede diensten Een kwartier later bevonden zy zich in hunne m!> *»ar reeds alles voor hunne afreis gereed "U. B,n eerst, bij het gaslicht, kon zij zich rekenschap I^en van de verwoestingen opnieuw op hem aange- •"bt door de wreede opsluiting, waaraan liy zoovele ""«den lang onderworpen was geweest. Zelfs toen ijl uit Siberië wcérkeerde, was hij niet zoo vervallen 1 Unns en die kuch, die korte, droge kuch, sneed door mcrg en been. Maar Iwan wilde thans aan BieU Jnders denken dan aan het geluk, haar weêr landen te hebben en keurde al hare plannen goed, ZÜ de" volgenden tnorgend naar Engeland '«olken, waar zy te Bournemouth eene villa had I uurd, met het oog op bet klimaat aldaar, zoo heil 0 T°°f leringlijders, lia'dm doorbrachten, behoorde tot Wwkigsten huns levens. Stanislas was tot een Dus voordeel voor handel en nijver heid en, bijgevolg, voordeel voor ons, werklieden. Heden zijn er alreeds in Gent 800 we vers die voor Congoland weven en die uit Congoland hun dagelijksch brood trekken. W'hebben dus geene reden hoegenaamd om tegen den ijzerenweg op te komen en te beletten, door ongepaste beknibbelin gen, dat bij voort worde aangelegd. Inte gendeel, wij hebben er het grootste be lang bij dat de ijzerenweg voltrokken worde. Dus, wanneer bet Staatsbestuur aan de Kamers vraagt niet een enkel kluit te storten, maar eene leening te waar borgen om het bouwen der lijn voort te zetten en te voltrekken, zijn wij van mee ning dat die vraag kan ingewilligd wor den en dat de volksvertegenwoordigers geenszins verplicht zijn dezelve te ver werpen. Nemen wij den Congostaat niet over in 1900 of later, den ijzerenweg zal blijven bestaan en winsten -opleveren. En de Belgische Staat die een voorrecht bezit op gansch de baan, zal altijd met het grootsto gemak van de wereld, zijn geld terug krijgen,.ofwel intrest en aflossingen bekomen in ruiling van zijne schuld brieven. Ziedaar de naakte waarheid over die zeer eenvoudige zaak. Ijzerenweg van Congo en overname van Congo zijn twee zaken. Wii zijn voor den ijzerenweg, omdat de werklieden er groot belang bij hebben dat do nijverheid en de handel zich ont- wikkeleen brood en welvaart aanbren gen. De Kamer beeft het ontwerp gestemd en nu is aan 't Senaat om op zijne beurt uitspraak tc doen. in de Abdij van Affligem, bij Aalst, den 3 Mei 1895, Feestdag der H. Kruisvinding. Waarom een jaar lang gewacht om eene wonderdaad, als er waarlijk eene gepleegd is, in het publiek ruchtbaar te maken Heel eenvoudig om de echtheid van het feit met meer zekerheid omstan dig te kunnen vaststellen, en door eene bestatiging van nu reeds twaalf maanden eene ware genezing te kunnen bevestigen, van eene ziekte, die ongeneesbaar door kundige doktors verklaard was. Eu nu, ter gelegenheid der H. Kruisvinding en feestmaand van Maria, kunnen wij niet langer aarzelen, volmondig het feit ken baar te maken, tot glorie van 't H. Kruis, beeldschoon kind opgegroeid, dat ook door zijn pleeg vader vergoed werd, en er scheen niets meer aan hun bestaan te ontbreken. Dank zij Alma's weten schap en liefde, was zelfs de gevreesde ziekte ander maal overwonnen. Nooit scheen Iwan zoo wel geweest tc zijn, als toen hij haar den daaropvolgenden zomer overhaalde, eene reis door Ierland te maken. Zy zelve ware liever in hunne kleine, lachende woning gebleven, waaraan zich voor baar zoovele zoete herinneringen verbonden, maarzij schreef zijne rusteloosheid aan zijne ziekte toe en wilde hem niet tegenstreven, zoodat zij ook eindigden met den winter in de hoofdstad van het Groene Eiland door te bren gen. Hier echter deed zich opnieuw een ommekeer voor, die haar zoowel verontrustte als bedroefde. Haar echtgenoot begon wederom alleen uit te gaan en bleef dikwijls ganscbe avonden afwezig, terwyl zy, aan eene onbestemde vrees ten prooi, op zijn tehuiskomst wachtte. Niet waar, Iwan, zeide zij ep zekeren avond, half beschaamd over haar eigen vermoeden, dat eene zult gij nooit weder doen, ik kan cr gerust op wezen t O zekor, sprak hij haastig, haar aan liet hart drukkende. En zij geloofde hem zij was zoo gelukkig het tc doen. Eenige weken later, juist toen zij den knaap ter ruste had gelegd, liet zich een man bij haar aanmelden die verzekerde, haar zonder uitstel te moeten spreken, Zy liet hem aanstonds bij zich toe, meenende, dat haar echtgenoot eenig leed mocht zijn geschied. Het was een man uil bet volk, met sluw ongunstgi van Onze Lieve Vrouw van Affligem en van den H. Bencdictus, aan wier ver eering een kloosterling Benedictijn van Affligem, gesteund door de getuigenis zijner geneesheeren, zijne wonderbare herstelling toeschrijft. Het is dus eene heilige plicht van dankbaarheid dien wij vervullen, tot stichting der geloovigen. Laat ons nu eenvoudig het feit verha len der ziekte en der genezing. Broeder Maurus, geboren te Goyck, in Brabant, ten j are 1855, kloosterling van October 1878, lag ziek van eene aanhou dende inwendige kwaal die reeds sedert verscheidene jaren hem hevig deed lijden en hem zichtbaar verteerde. Alle geneeskundige middelen, veran dering van lucht en voedsel, waren bate loos gebleven. Doktor M..., van Moor- sel, en na hem dr B..., van Aalst, be- statigden eene verzwering der maag. Vruchteloos waren alle pogingen die aangewend wierden om de vordering der ziekte tegen te houden, zelfs om ten minste de schrikkelijke pijnen van den lijder te verzachten. Zijn lichaam wei gerde het minste voedsel en aanhouden de bloedbrakingen putten zijne krachten uit. Kloek en gezond van gestel, woog hij in October 1894 nog 70 kilogrammen, en verviel van 63 in December, op 56 in April, tot 30 met einde van April 1895. Hij was op zijn uiterste. Eene laatste hoop om ziin leven mis schien te verlengen zag de doktor in eene bloedige operatie om de maag te openen, ze te zuiveren, en kunstmatig tot hare natuurlijke werking wederom bekwaam te maken. Het was dinsdag, 30 April 1895. Zie hier het verhaal van den geneesheer zelve. Doe de operatie, als gij het goed vindt, antwoordde mij de zieke, maar wacht toch tot vrijdag. Het is dan n de feestdag der H. Kruisvinding, en de laatste dag eener novene, die wij in onze kloostergemeente onderhouden ter eore van het Heilig Kruis, van O.-L.-Vr. van Affligem en van onzen H Vader Benedictus. Onze Iioogweer- de Abt heeft beloofd eene bedevaart te n doen tot het H. Bloed te Brugge, iu- dien ik genees. Vrijdag ben ik dood of a genezen. a Zulk een onbeperkt betrouwen deed mij glimlachen, en ik dacht in mijn zei ven Dood, ja, wellichtgenezen, toch zeker niet a Welke was mijne verbaasdheid, wan neer is, op gesteiden dag, mij gereed makende na den middag om naar de abdij te vertrekken, bij mij zag binnen komen iets als een geraamte, in Benedic tijner - mounikshabijt Het was mijn gelaat. Zijn kleine oogen schenen haar te doorboren, toen hij vroeg Zyn wij niet alleen Spreek gerust. Geen mijner dienstboden kan ons hooren. Dan is het goed, hervatte de man, want wat ik te zeggen heb, is niet voor andere ooren bestemd. Zij zeggen, mevrouw, dat gy erg op uwen man gesteld zijt, en ik kom u vragen hoeveel zijn leven u waard is. Zijn leven stamelde zy bevend. Ja, zijn leven, antwoordde de ellendeling. Het zou mij slechts ecu woord kosten, hem by de overheid te gaan aanklagen en daarvoor eene ronde som te ontvaogen. Maar ik verklik niet geerne mijne land- genooten en zij zyn even goed als de prins bjj de zaak betrokken. Zoo gij mij dus... laat ons zeggen drieduizend pond sterling beleeft, zal ik er genoegen meênemen en vertrek ik met dat geld naar Amerika. Ik geloof u niet sprak de jonge vrouw hoog hartig Waaraan zou prins Karoskine zich met moge lijkheid hebben schuldig gemaakt. Alma kromp ineen, maar sprak nog altjjd ik geloof u niet. Bewijs wat gij zegt. Dat zal ik doen, zoo gij rnjj wilt volgen do ver gadering is nog in vollen gang ik weet, hoe my tot die zaal eenen weg te banen zoo gij slechts een dichten sluier voordoet, zal men u houden voor mijne vrouw, die evenals de anderen dikwijls de bijeenkom sten der fenians bijwoont. De fenians herhaalde de ongelukkige. Mijn echtgenoot behoort tot de fenians Uy is sedert weken een onzer hoofden. Ik herbaal o, dat het laster is. zieke, uitgemergeld wel is waar, maar frisch en gezond Ik kon mijne oogen niet gelooven. Ik had hem zien in flauwte vallen als men hem van zijn bed ver plaatste in zijnen leunstoel en nu had bij het vermoeiend gescbok kunnen uit staan van een rijtuig I Hadde men hem laten doen, bij ware te voet gekomen 1 Ik heb mijn woord gehouden, sprak hij mij 't is vrijdag, en ik ben genezen. Gisteren nog heb ik overdragelijk gele den tot 's middags toe men beeft mij verschillige malen morphine ingespuit. Na den noen, met de Vespergetijden, om 2 uren, viel ik in eenen diepen slaap ik had niet geslapen sedert twee maan den. Ik wjerd wakker om 5 uren. Dan had ik eene laatste braking, doch bijlange zoo lastig niet als gewoonte van dan af gingen mijne pijnen aan 't verminderen, 's Avonds Leb ik smakelijk geëten, en daarna heb ik geslapen tot onder den morgend. Als ik wakker wierd, voeldo ik mij volkomen genezen. Ik ben opge staan en onder de oogen van mijne ver baasde Oversten ter H. Tafel genaderd. Ik heb geëten en gedronken geene pij nen meer, geene brakingen meer. Ik heb emiddagmaalden zie, bier ben ik. •nderzoek mij: ik ben genezen. Daar is uw spuitje; ik heb het niet meer noodig. En daarmado overhandigde hij mij de pakskens en het fleschken morphine die hij over had. Verstomd van verwondering en altijd ongeloovig, overtastte en onderzocht ik hem. Ik bood hem dan een glas schuim- wijn aan; hij dronk het uit. Ik verwachtte hem terstond te zien braken, of zich wringen van pijn. Niets daarvan; hij hielp de flesch ledigen en bleef gezond. Hij was genezen, ja, teenemaal genezen Drie dagen nadien kwam Broeder Maurus terug maar dit maal te voet flink te been had hij ruim een uur wegs afgelegd. Sedert dien dag zijner sohielijke ge nezing, (2-3 Mei) is er thans een jaar verloopen, en is en blijft hij volkomen genezen. Geene de minste braking meer, bloedbraking nog andere de spijsver tering gaat gemakkelijk en zijnder pijn. Zijn lichaam woog einde van April 40 kilos den 29 Mei, 65'; en den 14 Juni reeds 70 kilogrammen. Wie beeft zoo schielijk, en tevens zoo geheellijk, zoo volmaaktelijk die ver zwering der maag genezen Hier kan geen spraak zijn van hyste rie of zenuwziekte. Hier is een mans persoon, kalm van natuur, heel gaaf van erfelijke of toevallige zenuwachtige on gesteldheid, onverschillig voor leven of sterven. Wie heeft hem genezen Ik niet, dat is zekermaar wie is het dan Moeilijk vraagstuk voor een geneesheer I Ik vind geen ander antwoord dan te zeggen gelijk nagenoeg Ambroise Paré eens antwoordde Ik heb gemeesterd God heeft genezen I Zeer wel. Dan wensch ik u goeden avond en be geef ik mij naar de policie. Neen, neen, bewys mij eerst dat gij waarheid spreekt, en... als het zoo is... Welnu. Dan zult gij het bloedgeld ontvangen. Wacht mij even, ik ben terstond gereed. Dienzelfden avond, omstreeks 10 uren, ontving de onderkoning van Ierland een ongeteekend schrijven, waarin hij gewaarschuwd werd de geheime wacht voor zijn paleis te verdubbelen, aangezien er een komplot bestaan bad, hetzelve te doen springen. Het was reeds bij middernacht, toen prins Karos kine huiswaarts keerde, en hij was daarom zeer ver wonderd, Alma nog op te vinden. Het gelaat der jonge vrouw droeg daarenboven zulk eene vreemde uitdrukking, dat hij uitriep Is er iets met Stanislas, of hebt gij slechte tijding uit Polen ontvangen Neen, zegde zy kortaf. Het kind is wel, of gy zoodt mij aan zijn bedje gevonden hebbenmaar ik wachtte u op, omdat wij ernstige zaken te bespreken hebben. Ernstige zaken 1 herhaalde bjj. Hebben wy mis schien een klap iu ons fortuin gekregen Ons fortuin sprak zij vol bitterheid. God weet dal ik mij voorheen nooit om dien rijkdom bekommerde, maar zooals bet thans gaat, zullen wij spoedig arm zijn Wat bedoelt gij. Alma Om 's Hemels wil spreek toch uit. Ik moest beden avond stukken ter weerde van drie duizend pond sterling afstaan, om het stilzwij gen te koopen van een ellendeling, die u op slaanden voet by het gouvernement wilde aanklagen. Zoo schrijft Dr BWat er van zii, wij danken God, tot glorie van het H. Kruis, van O. L. V. van Affligem, en van den H. Vader Benedictus, door wier ver- eeritig deze wonderbare genezing beko men werd [Godsdienstige Week). Afzettingen te Mechelen.— De liberalen van Mechelen volgen het voorbeeld hunner vrienden van Edingen. De eerste daad dor nieuwe gemeenteraads leden was de afstelling van verscheidene stadsbedienden, zonder andere redenen dan omdat zij katholieken zijn. De kamerbode van 't stadhuis en twee kondukteurs der stadswerken hebben bericht ontvangendat zii ophielden in dienst te zijn van het stadsbestuur. De eerste, die rechtstreeks van het schepenen kollege afhangt wordt brutaal op straat gezet; de twee anderen, wier benoeming en afstelling van den gemeen teraad afhangt, zijn in verlof gesteld en wachten den oogeublik af waarop het aan de nieuw gekozenen zal behagen, in de eerstvolgende zitting, hunne bepaalde afzetting uit te spreken. De drie aldus gebroodroofde beambten tellen reeds talrijke jaren dienst. De heer Ivo Marcq, kamerbode, oud 47 j., vader van vier kinderen, maakt sedert 11 jaren deel van het personeel; de heeren Mees, oud 60 jaren, en Geens, oud 43 jaren, beide huisvaders, besturen wederzijds do stadswerken sedert zes en tien jaar. Zij worden weggezonden zonder beweeg reden, zonder uitlegging, zonder den minsten pleegvorm. Nog andere stadsbedienden zijn met afstelling bedreigd. Geheel het land zal verzet aanteekenen tegen dergelijke daden van lage wraak neming, Hopen wij dat de regeering deze beambten niet weerloos zal overgeleverd laten aan de willekeur van eeu bestuur dat het gomoentclijk gezag onteert. Jan Volders. Wii hebben er niets tegen dat de socialisten do nagedachtenis van Jan Volders huldigen, (lat er zelfs eenen afgod van maken, maar op do kro nen die ze hem vlechten valt er toch wat af te wijzen. Volgens Le Peuple zal zijn portret in de werkmunshuizen pronken en de va der aan zijne kinderen zeggen Ziedaar die man heeft zich gedood, door de armen en uitgebuiten te verde- digen en te strijden voor de maatschap- b pelijke rechtveerdigheid. L'Indépendance, een liberaal blad, be merkt dat het niet alleen overdreven is, maar geweldig mank gaat, langs de zijde der waarheid, aangezien, iedereen te En gij hebt u laten beetnemen spotte hy. Op die wijze inderdaad kunnen wy spoedig arm worden, dank zy uwe licbtgeloovigheid. Ja, dank zy mjjne lichtgeloovigheid, luidde het bitter. Hoe onvoorwaardelijk heb ik niet op uwe be lofte vertrouwd hoe zeker gevoelde ik my, dat gij mij niet tot wanhoop zoudt dryven, en toch bad bet verleden mij moeten zeggen, hoe weinig mijn geluk meêtelde in uw leven, hoe licht gy bereid waart, mij op te offeren aan uwe rampzalige beginselen. De ellendeling, die tot mij kwam, was een der uwen, verwonder u daarom nietwanneer men moord durft prediken, achten uwe volgelingen zich nog zeer on schuldig, door slechts verraid te plegen. Spreek toch uwe gedachten uit, bromde Iwan, ik moet weten wat er geschied is. Ik zegde bet u reeds maar ik wilde dea ellen deling niet gelooven, en toen... geleidde bij mij naar eene vergadering in Het Klaverblad, daar heb ik u aan het woord gehoord zoo gy bewijzen mocht ver kiezen, zal ik u woord voor woord uwe toespraak herhalen, want elke lettergreep daarvan is mij een dolksteek in bet hart geweestelke volzin riep mij toe zijne liefde is slechts leugen geweest, slechts bedrog, slechts veinzerij. Bij God Alma, gy vergist u 1 riep de prins. Neen, ik heb u ook nu nog teeder liefmaar hoe ik het ook beproefde ter wille van u, bet was sterker dan ik, werkeloos de tirannie van elke regeering gade te slaan. Engeland zuigt dit arme volk uit, drijft bet tot wanhoop. WonU voortsuctn

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1896 | | pagina 1