Zondag 24 Mei 1896.
S centiemen per nummer.
50sle Jaar. 5087.
VERDENKING.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
IETS
maar niet genoeg.
VÖLKSKAMER.
REDEVOERING
Eene nieuwe gunst
aan den landbouw verleend.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen'zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Guique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
uijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalet, 23 Mei 1896.
Niemand zal ontkennen, dat het einde
van deze eeuw zich vooral kenmerkt door
den hevigen strijd welke woedt tusschen
het Goed en het kwaad.
't Is waar, die strijd wordt reeds ge
streden van het oogenblik. dat een Engel,
duivel werd, en zal gestreden worden tot
op den dag, dat het kaf van het koren
zal worden gescheiden, het eerste om te
branden in het vuur van Gods wraak, het
andere om verzameld te worden in de
schuren van 't hemelsche Sion maar
nooit dunkt ons is de strijd zoo
hevig en fel geweest, als thans op het
einde der 19" eeuw. Heden toch wordt
slag geleverd langs alle liniën der beide
ontzaglijke legers, alle bolwerken van het
leger des Goeds worden tegelijk bestookt
en aangevallen.
Hier bestrijdt men de Kerk, ginder
tracht men het onderwijs te verontchris-
telijken, daar weer beel't men het gemunt
op priesters en kloosterlingen en vooral
bestookt men het voornaamste bolwerk
des Christendoms Het christelijk Huis
gezin.
Het moet gezegd de brave christenen,
het leger van het Goéd, weet met uitmun
tend beleid zijne bedreigde vestingen te
verdedigen. Godsdienstige scholen, ge
stichten van allerlei aard en strekking
komen als bij tooverslag te voorschijn,
vereenigingen en bonden op godsdienstige
leest geschoeid, worden opgericht om den
verderfelijken invloed te weren, en toch
moet men zeggen 't Is iets, maar niet
WAT
ontbreekt dan nog aan de vele offers,
welke de braven brengen, voor de goede
zaak?
Ons dunkt, by velen ontbreekt genoeg
zame bewaking van ons hechtste bolwerk
Het christelijk Huisgezin.
Het huisgezin is het fundament, de
basis der maatschappij, de voornaamste
vesting, het arsenaal van den welgeor-
denden christelijken staat. Kan nu onze
vijand er in slagen, dat fundament te
ondermijnen, door het huisgezin tever-
ontchristelijken dan zal weldra de maat-
ichappij verontchristelijkt zijn en tevens
te gronde gericht worden. Dit heeft onze
vijand, het leger van den kwade, zeer
goed begrepen en daarom is gansch zijn
streven op niets anders gericht dan om
Jiet huisgezin te treffen.
fticht hij spholen pp, dep godsdienst
vijandig often miuste den godsdienst uit?
sluitende, verspreidt hij lectuur tegen
godsdienst of zeden, dan is zijne bedoe
ling geene andere dan om het huisgezin
te treffen en daardoor het huisgezin te
Het ligt nu in den aard der zaak, dat
de hoofden van het goede leger zich niet
in alle opzichten met de bewaking van die
talryke bolwerken kunnen afgeven, zij
kunnen wel algemeene verdedigingsmaat
regelen nemen door het oprichten van
godsdienstige vereenigingen, stichten van
EENE VREESELIJKE
288ta VEEVOLG.
Met moeite bedwong Lageman zich, om haar niet
tot in dc voorkamer te gemoet te gaan. Nauwelijks
was de deur van zijn bijzonder kabinet achter haar
gesloten, of verheugd trad bij op baar toe en vroeg
innig
Waaraan heb ik het geluk te danken, dat ik
mijne scboone bondgenoote bier mag zien
Is dat geluk niet van twjjfelachtigen aard vroeg
zij schertsend. Ik overval u midden van uw werk.
Als cliéntg hebt gij daar het recht op, Mevrouw
antwoordde hij, eveneens luchtig.
Gtj wéét dat ik u ten dienste sta op elk oogenblik
fan den dag.
Het liefst op uw uur van koffiedrinken, merkte zij
schelms op. Wat ik te zeggen heb, zou ik echter
liefst aan u alleen toevertrouwen onze andere bond
genoot is daarbij niet te gebruiken.
Des te beter wilde Lageman uitroepen, doch
hjj bedwong zich en antwoordde Hebt gy dan ge
wichtig nieuws vernomen, Mevrouw
De beoordeeling daarvan laat ik aan u over. Ik
kom van dc oude Juff. Zier, te Wilmersdorf
O, neem dan de plaats, sprak Lageman en wilde
baar een leuningstoel toeschuiven. Hij bleef echter
met de band op de leuning rusten en vroeg onderda-
katholieke scholen,verspreiden van goede
dagbladen, van goede lectuur, enz. maar
de bewaking en verdediging van het huis
gezin moeten ze overlaten aan hen, die
er van Gods-wêge mede belast zijn.
TWEE SCHILDWACHTEN
heeft onze opperbevelhebber God ge
plaatst voor den ingang van elk dier
vestingen hunne namen zijn Vader en
Moeder. Doch en dit is helaas maar
al to waar velen van die schildwachten
zijn dikwijls niet op post, ofwel zij begrij
pen hun plicht als wachter ofwel geheel
verkeerd of slechts ten halve. Dikwijls
laten zij door schuldige of al to naïve
eenvoudigheid den vijand binnensluipen
onder den vorm van gevaarlijke boeken
of dagbladen, lichtzinnige dienstboden of
vrienden, enz.
't Is hier de plaats en ook onze bedoe
ling niet een verhandeling te schrijven
over de plichten der ouders of om hun
te wijzen op al de gevaren, waaraan het
christelijk huisgezin, vooral tegenwoor
dig, blootstaat; wij hebben slechts willen
zeggen, dat er overal ouders zijn, die
zij het dan ook ter goeder trouw nala
tig zijn in hot bewaren van de hun toe
vertrouwde vesting hun huisgezin.
Waarin nu bestaat die nalatigheid van
vele Ouders
nzes inziens hierin, dat bij vele
ouders de meening heerscht, dat de
godsdienstige opvoeding van het kind
voornamelijk berust bij de Geestelijken
en dat zij zich voldoende van dien plicht
kwijten, als zij hun kind des zondags naar
do H. Mis en door de week naar den Cate
chismus zenden. Deze meening echter is
een misverstand, omdat het is iets,
maar niet genoeg. Er wordt meer ver-
eischt.
Het kind moet niet slechts in zijn cate
chismus, maar vooral in het voorbeeld en
in het gedrag zijner ouders het antwoord
vinden op de vraag Waarom hen ik
geschapen
ZEKER,
het is prijzenswaardig, dat de ouders
zorgen, dat hun kind getrouw de Hei
lige Mis en den Catechismus bijwoont,
maar nog eens 't is slechts iets, maar
niet genoeg... Vader en Moeder moeten
hun door woord en voorbeeld inprenten,
wat zij in den Catechismus hebben ge
hoord. Niet dat de ouders, voortdurend
met hunne kinderen moeten spreken over
God of Godsdienst, maar evenals alles,
moet ook dit geschieden op geschikten
tijd, en een waarlijk brave vader en
moeder vinden dikwijls genoeg aanleiding
uit de gebeurtenissen, welke in het huis
gezin zelve plaats grijpen om hunne kinr
deren te wijzen op Qod's liefde, God's
goedheid, enz., kortom, nooit ontbreekt
de gelegenheid om het kind, dat van
nature godsdienstig is, in zijne godsdien
stige gevoelens op een verstandige wijze
te sterken.
Wanneer dus alle ouders zich er van
doordringen, dat het vooral hun plicht
en niet de plicht der Geestelijken is om
het hart van hun kind godsdienstig te
maken, en door zorgvuldige waakzaam
heid, godsdienstig te houden, daD zullen
zij de hun toevertrouwde vesting hun
huisgezin genoegzaam verdedigen en
nig vleiend Mag ik u in mijne woonkamer brengen
Vlug nam zij in den leuningstoel plaats en terwijl ze
haren blik langs de boekenrekken vol akten liet zwe
ven, zegde ze Neen, Neen laten wjj hier blyven,
hier komt ge mij voor als een koning in zijn ryk.
Of als een ambachtsman in zijne werkplaats,
verbeterde Lageman, die nu voor zijne schrijftafel
ging zitten.
bat komt op hetzelfde neer, zegde Agues, maar
wjj zijn hier niet samen om een geestig woordenspel
te drijven, en zij begon haar gesprek met juffrouw
Constance zou getrouw mogelijk te verhalen.
Schijnbaar hoorde Lageman aandachtig toe, doch bij
betrapte er zichzelven op, dat hij meer naar de wel
luidendheid van hare stem dan naar den inhoud van
haar verhaal luisterde, en dat zijn oogen en gedachten
geboeid waren door hare liefelijke verschijning. Lang
zamerhand kreeg hij zijne zelfheheersching terijg en
boe verder zij met haar verhaal kwam, hoe meer be
lang hij er in begon te stellen.
Dat zyn inderdaad gewichtige dingen, die gij
vernomen hebt, zegde bij, en teekende nu en dan
iets aan op een blad papier.
Niet waar riep zij vroolyk als een kind, dat
den onderwijzer eenc goedkeuring ontvangt, maar het
moet onder ons blijven, Koenraad Rechliug mag er
niets van weten.
Hoe minder personen hiervan weten, des te be
ter, verklaarde Lageman, maar ik begrijp niet, waar
om wij M. Rechliug onkundig moeten laten.
11a, ha riep Agues luid lachend uit en zij klapte
onze vijand zal er niet lichtelijk in slagen
dat bolwerk te ondermijnen. Socialismus
en ontevredenheid zullen op dat huisge
zin afstuiten, de zaden van godsdienst en
deugd, door de ouders in het hart hunner
kinderen ingestort zullen krachtige hoo
rnen worden en de kinderen, die uit zulk
een huisgezin voortkomen, zullen zijn ge
lukkige wezens voor zichzelven en siera
den voor Kerk en Maatschappij.
(Hugh. O'Brien.)
Bepleiting der begrooting van
IJzeren wegen, enz.
van M. De Saedeleer.
Zitting van Dijnsdag 19 Mei 1896.
De heer De Sadeleer. Eerst en
vooral betuig ik den heer miuister mijnen
dank, omdat bij aan onze talrijke Vlaam-
sche arbeiders die den oogst gaan doen in
Frankrijk eene prijsvermindering van 50
t. h. toestond op de Belgische spoorba
nen. Die vraag deed ik sedert ettelijke
jaren en zelfs voor gansch de reis.
Ik weet dat de achtbare minister alles
deed wat mogelijk was om dezelfde gunst
van de Noorder-Compagnie te verwerven,
doch ook weet ik dat er van dien kant
niets anders te verwachten is dan tegen
kanting.
Drie jaar geleden klaagde ik hier dit
feit aandat tengevolge eenor eenparige
stemming der Fransche Kamer van afge
vaardigden, de regeering die Compagnie
bevolen had onmiddelijk het verminderd
tarief, dat te dien tijde bestond ten voor-
deele der arbeiders die naar Maubeuge
en Sous-le-Bois gingen werken in te trek
ken dat was wel een duidelijk bewijs
van vijandschap ten opzichte der Belgi-
sohe werklieden.
Niets van dien kant kunnende beko
men, deed de heer minister wat in zijne
macht lag hij verleende eenen afslag
van 50 t. h. op de Belgische lijnen, en
onze Vlaamsche arbeiders zijn er hem
zeer erkentelijk over.
Insgelijks zeg ik hem dank voor de uit-
deeling van aanzienlijke sommen tot ver
hooging van loon, vooral ten voordeele
der piossers, baan- en barreelwachters
en over 't algemeen het klein arbeiders-
personeel van den spoorweg.
Alleen in mijn arrondissement hebben
meer dan 100 agenten aldus eene verbe
tering bekotpen sedert tien maanden ik
verzoek jiem den maatregel uit te strek
ken tot andere klassen beambten, name
lijk tot de chef-piossers.
Ik heb de eer gehad bij den minister
het aanzoek te ondersteunen van de werk
lieden dor statie van Aalst, die het ver
schil deden uitschijnen bestaande tus
schen hun loon en dat betaald in andere
streken, namelijk in zekere gedeelten van
het Walenland. Ik erken dat het niet mo
gelijk is overal een zelfde tarief toe te
passen maar hier is het verschil zoo
groot, dat er rekening dient mede gehou
den.
Het is goed de arbeiders niet verwij
derd te houden van hunne geboorteplaats
in de handen, nu zie ik dat ge nog geen juiste voor
stelling hebt van mijnen vriend Koenraad Gij ge
looft dat hy rustig cn bedachtzaam is. Goed en wel,
maar o wee als by hem een vonkje in het kruit valt.
Als Koenraad verneemt dat liauerlich zyne Valentine
bemint en haar met buwelijksvoorstellen vervolgd
heeft ik geloof dat hij hem zou vermoorden
Dat zou jammer wezen, merkte Lageman droog,
jes op.
Om wien vroeg Agnes.
Om beiden, maar in de eerste plaats om Baucr-
lich, want dien hebben wij zeer noodig,
O, wat doet me dat een plezierriep Agnes
uit*, wy begrijpen elkander voortrcffeiyk, zie ik.„.
Komt ge thans ook tot de overtuiging dat Bauerlich'
in deze zaak een noodlottigen rol gespeld heeft
Het schynt me zoo toe.
Het is zyn doel Valentine in hel verderf te stor
ten, bij wil zicb wreken omdat zy hem afgewezen
heeft en zonder dat zy het bemerkt richt hij die arme
oude tante Constance tot een werktuig af, zegde
Agnes.
Het komt my zoo o.iwaarschynlyk niet voor,
dat hij de flesch met vergiftigden cognac in de ge
heime bergplaats onder den gootsteen verborgen
heeft en dat hy tegenover den commissaris comedie
heeft gespeeld, toen die flescb te voorschijn kwam.
Wat Kuhnel me daar vandaag van verteld heeft sluit
dit vermoeden niet uit, voegde Lageman er by.
Nu twijfelt men zeker niet langer aan Valentine's
onschuld 1
en ze aldus nader bij hunne familie te
brengen. Dat beginsel keur ik goed, maar
daarom moeten de verplaatsingen niet
gebeuren tot nadeel der bevordering van
de andere bedienden. Welnu, dat is wat
thans kan gebeuren. Ik heb reeds de aan
dacht van den heer minister op gevallen
van dien aard gevestigd en hij beloofde
mij zulks te verhelpen.
De achtbare minister heeft mij geschre
ven dat de werklieden der wegen en wer
ken niet meer naar eene groep zouden
verplaatst worden dan voor zooveel in de
nieuwe groep geene oudere candidaten
zouden zijn dan die welke de plaats aan
vragen. Dit zou als regel dieuen aange
nomen te worden iedermaal dat een in
geschreven arbeider van groep verandert,
zal het een candidaat dezer groep zijn die
den verplaatsten arbeider vervangt in
den anderen groep.
Insgelijks betuig ik den heer minister
al mijnen dank omdat hij woningen voor
de barreelwachters deed bouwen in af
wachting dat allen behoorlijk gehuisvest
zijn, vraag ik dat zij die het nog niet zijn,
zouden mogen blijven gebruik maken van
de stallen en aanhoorigheden die zij bezi
gen voor hunne kleine landbouwexploi
tatie.
Ik verzoek den heer minister zich op
dat gebied toegevend te toonen en te zor
gen dat het aan de bedienden op het plat
teland altijd mogelijk zij kleinen handel
te drijven die noodzakelijk is voor hun en
hun huisgezin.
Ik wensch de inzichten van don heer
minister te kennen over verschillende
tariefsverlagingen, die ik dikwijls heb
ondersteund, namelijk voor 't vervoer van
pulp. Het verlaagd tarief vau vóór drie
jaar werd sedert ingetrokkenen dat gaf
aanleiding tot veel misnoegen onder de
landhouwers.
Insgelijks beveel ik een verzoekschrift
aan, waarbij de tariefsverandering wordt
verlangd van 't vervoer van scheikundige
meststoffen, en ik vraag dat de heer mi
nister den tijd voor 't lossen van zware
goederen in landelijke gemeenten zou
verlengen. Acht uren is daartoe niet vol
doende. De boeren wonen soms op groo-
ten afstand van de statie en zijn aan den
veldarbeid wanneer het aankomstbericht
hun wordt gebracht.
Ik bedank den heer minister omdat hij
het verzoek inwilligde van de gemeente
Welle, die haar stop punt verkreeg. De
arbeiders uit die gemeente, welke dage
lijks naar Brussel gaan werken, zijn daar
over zeer tevreden. Er wordt gevraagd
dat alle treinen uitgezonderd de sneltrei
nen, er zouden blijven stilstaan.
Het bestuur besloot tot de afschaffing
van do overwegen, om ze te vervangen
door twee bruggen in de gemeente Elene,
op de baan van 's Gravenbrakel naar
Gent. Dat werk zal, hoop ik, zouder ver
wijl worden verricht.
De gemeenten Ökegem en Meire kregen
voldoening voor de werken aan hare sta
tiën. Daarenboven vraagt de gemeente
raad van Meire eenen nieuwen toegang
tot de statie ten einde hot lossen en laden
van goederen gemakkelijker te maken.
De inwoners van Haaltert, Nieuwer-
kerken en omstreken verlangen dat het
stoppunt te Eede, dat groote uitbreiding
kreeg, tot halte gemaakt worde.
Die vraag klonk cenigzins knorrig, van daar dat
Lageman antwoordde op eenen toon, alsof hy ver
schooning vroeg Maar beste mevrouw, als bewezen
kun worden dat Bauerlich die schurkenstreek heeft
begaan, dan is nog niet bewezen dat Mejuffrouw Va
lentine niet het vergif aan mevrouw Reehiing heeft
toegediend,
Maar evenmin bewezen dat zy het wel gedaan
heeft, voerde Agnes hem tegemoet.
Voor haar is daarmeê nog niet veel gewonnen,
zegde de advocaat treurig.
Toch wei, hield Agnes vol, als wy maar eenen
draad in handen hebben, zullen wij wei meer vinden.
Ik beb nu ook ontdekt, waar ik den naam Bauerlich
reeds vroeger gehoord had.
Ei, waar dan vroeg Lageman vol belangstelling.
Ik was een kind van ongeveer zeven jaar, toen
wij thuis een bezoek kregen van twee boeren. Ik
mocht des middags ook mc£ aan tafel komen, en toeu
vertelde een van hen, dat de hoefsmid Bauerlich te
Havclberg plotseling dood gebleven was in drift over
het wangedrag van zynen zoon Adolf. Men had bet
geval zooveel mogelijk geheim gehouden en den zoon
naar Amerika gezonden, voegde hij cr bij, en toen
volgde een hall gefluisterd gesprek.
Wy waren reeds aan hel dessert, en daarom gebood
moeder mij in den tuin Ie gaan spelen. Ik Leb het
rechte daarvan niet vernomen en er ook later nooit
wéér iets van gehoord.
En gelooft ge dat dit dezelfde Bauerlich is die
naar Amerika trok
Wanneer zal er een begin gemaakt wor
den met de werken der nieuwe reizigers
statie te Aalst Ze zijn dringend noodig,
uit hoofde der ontoereikendheid van de
bestaande statie en de gevaren die ze
voor de reizigers oplevert.
Het arrondissement Aalst alleen bezit
geenen enkelen kilometer buurtspoorweg.
De heer Hoyois. En Wij Wij
hebben er geen meer, maar men beloofd
ons gelukkiglijk voor binnen kort.
De heer De Sadeleer. Wij hebben
sedert lang op dien toestand gewezen.
Wel is waar hebben wij talrijke lijnen
van den Staat, maar vele gedeelten van
het arrondissement vragen dringend
buurtspoorwegen.
De buurtspoorwegen behooren tot de
bevoegdheid van onderscheidene minis-
rs....
De heer Vandenpeereboom, mi
nister van spoorwegen, posterijen en tele
grafen. Van twee ministers
De heer De Sadeleer. Ik zal dus
van de gelegenheid gebruik maken om
aan de regeering te zeggen dat er met
oog op mijn arrondissement ontwerpen
bestaan, maar dat tot hiertoe niets ge
daan wordt ik vraag dat men het leggen
dier lijnen wat bespoedige, vooral nu dat
do regeering verklaard heeft dat zij voor
501. h. zal tusschonkomen in de kosten,
iets wat zoo wel onthaald werd in het
land. Ik wijs dus andermaal op die ont
werpen Schcpdaal-Ninove, Sottegem-
Wetteren-Oordegem en Aalst-Assche.
Zou het niet mogelijk zijn het telefoon
net der groep Dend'ermonde-Aalst uit te
breiden Maar weinige gemeenten van
mijn arrondissement kunnen er gebruik
van maken en met de aangekondigde ver
mindering van prijs, zal de telefoondienst
waarschijnlijk eene groote ontwikkeling
nemen.
Ik moet nu nog verschillende vragen
ondersteunen uitgaande van de gemeen
tebesturen van Gijseghem, Erembodegem,
Erondegem, Lede, Sinte-Maria-Ouden-
hove en andere plaatsen wat betreft de
vertrekuren der treinen en den post
dienst doch, geen misbruik willende
maken van den tijd der Kamer, zal ik
over die verschillende punten den heer
minister eene omstandige nota behandi-
gen.
Nationaal Vlaamsch "Verbond.
De algemeene vergadering zal gehouden
worden op Zondag 31 Mei e. k. stipt
ten 10 uren 's morgeus in de stedelijke
Schouwburgzaal te Aalst.
Wij zullen het dagorde woensdag aanst.
meêdeelen.
Eene betooging. Klokke Boe
land v kondigt aan dat de valsche demo-
kraten zeer kortelings eene betooging
zullen houden te Aalst, ter gelegenheid
der inhuldiging eener groene vod.
Het moet, klept de Klokke n
een andere tweede Sinxendag zijn van
Ninove en zelfs meer.
Komt maar af, maar zoetjes, hoorje....
In alle geval, onze heer Burgemeester is
op tijd verwittigd hij kau vau nu af, als
hij het noodig oordeelt, de gendarmen
bespreken, want dezen die liefhebbers
ZekerHy komt uit Havelberg en heet ook
Adolf...
Genoeg, genoeg Wij zullen hem eens aandach
tig nagaan, viel Lageman in, nadat hy weèr iets bad
aangeteekend. Havelberg is gemakkelyk genoeg te
bereiken, cn twintig jaar is zoo'n langen tyd niet ot
men kau nog voldoende vernemen wat toen gebeurd
is. Het zou ons misschien van nut ziju als wy zijn
leven in Amerika eens naspeurden.
Ja, doe dat, riep Agnes levendig uit, zendt daar
iemand heen
Daarby kan het geld van Reehiing goede dien
sten bewyzen
Neen, neen laat Koenraad er buiten, voor
zulke zaken deugt hy niet. ik bezit het noodige, voegde
zy er beschaamd bij, gij kunt gerust over mijne kas
beschikken.
Maar, mynheer Reehiing.
Oh, ik ui dat wel met hem (in orde bren
gen.
Als hy cr op gesteld is, kan hij my later alles terug
betalen.
Hy zal zich toch niet geheel ter zyde laten zet
ten, merkte Lageman op.
-rr Hé, ik vrenschtc dat er maar een oven instortte
of eene kleigrueve onder water liep of zoo iets, zoo
dat hy een paar weken aan de fabriek moest blyven.
zegde Agnes met komischcn ernst.
Dat zijn fraaie wenscben
Helaas, ze zullen niet vervuld worden, zuchtte
zy, wy zullen hem dus een beetje om den tuin moe
zijn van kerk- en kloostergoederen zijn
veelal ook geene bewonderaars van het
Dus men is verwittigd en oppassen, is
hier plicht
De heer minister van spoorwegen
heeft, bij omzendbrief van 15 dezer, aan
geheel het personeel vaD zijn bestuur,
net volgende laten weten
1° De groenten en het fruit in vollen
grond of broeikassen gekweekt, de boter,
room eu kaas, de eieren en het hofgevo-
gelte (levend of dood), welke de lanbou-
wers met zich nemen op de treins, om ze
rechtstreelcs te koop te stellen op de mark
ten, worden aauveerd tot het kosteloos
vervoer, op eenen enkelen trein-omnibus
in elke richting (de trara-treins uitgezon
derd) aan te duiden door de dienst-
oversten.
2° De melk, welke de landbouwers gaan
leveren ten huize hunner kalanten, wordt
in dezelfde voorwaarden aanveerd, op
eenen enkelen trein-omnibus des mor-
gends en op eenen enkelen trein-omnibus
's namiddags tusschen 1 en 3 ure.
3° Deze gunst wordt aan de landbou
wers alleenlijk verleend voor de hooger
opgenoemde voortbrengsels der hoven,
stallen en neerhoven welke zij zeiven in
gebruik hebben. Zij mogen dus, op huune
reis, geene pakken van denzelfden aard
maar van andere personen aannemen, om
in dezelfde voorwaarden vervoerd te
worden.
De handelaars-voortverkoopers welke
zich zelfs ter plaats der voortbrengst, van
bovengemelde voortbrengsels voorzien,
worden niet toegelaten om deze kosteloos
te doen vervoeren.
4° Het gewicht van elk pak mag de 50
kilos niet overtreffen.
5° De belanghebbenden mogen hunno
pakken laden in den pakwagen of in eenen
waggou welken 't bestuur te dien einde,
voornamelijk op de marktdagen, bij do
aangeduide treins doet voegen.
6° Daar het bestuur op 60 kilos schat
het gemiddeld gewicht dat door eenen
man kan gedragen worden, mag het
totaal der kosteloos te vervoeren pakken
dit gewicht, voor eiken voortbrenger, niet
overtreffen.
7° Boven dit gewicht zullen de pakken
moeten ingeschreven en verzonden wor
den op de voorwaarden van tarif 2, doch
zij zullen vervoerd worden met denzelf-
deo reizigerstrein.
8° De ledige kruiken en korven worden,
voor den terugkeer, weer kosteloos aan
veerd op den reizigerstrein daartoe aan
te duiden door de dienst-oversten, doch
niet meer dan vijf kruiken of korven per
reiziger.
Deze nieuwe gunst, door de regeering
aan den landbouw verleend, zal door het
land met vreugd en dankbaarheid ont
vangen worden. De maatregels welke wij
hooger aanduiden schenken aan onze
landbouwers aanzienlijke voordeelen en
eene doelmatige bescherming.
Wij wenscben de regeeriug, en inzon
derheid den heer Van den Peereboom
geluk wegens zijne bezorgheid voor de
landbouwbelangen.
ten leiden. De eigcnlyke hoofdpersonen zijn wy God
geve dot wij onze zaak winnen 1
Ik begin thans eenige hoop te koesteren wjj
hebben een paar troeven in de band, verklaarde de
advocaat.
Jubeteud sprong zy op. O, als dat eefls waar was
Ik weet niet wat ge dan wel van my zoudt mogen
cischen
Hij antwoordde daar niets op, maar drukte hare
hand vast in de zyne zij voelde het bloed naar hare
wangen stygen en nam haastig afscheid om niet in
verwarring te komen.
De bureeloverste moest nog een langen tyd wach
ten eer om hem gebeld werd. Lageman zat nog voor
zyno schryttafel en zyn potiood teekende of schreef
herhaalde malen eenige sierl'jke letters, om zonder
dat hij ten volle bewust was, telkens den naam Agnes
op papier te brengen.
Ik kan cischen. wat ik wil 1 herhaalde by. Agnes
wilt ge den prys betalen, dien ik eiscben zal dien
ik al strijdende wii verdienen 1 Ja, ik kan, ik kan, ik
moet dien door stryd verdienen riep hy uit, terwyi
een trotsche glimlach om zyne lippen speelde. Ik zi*
nu mijn pad afgebakend. Niet te vergeefs zult ge ia
mij uw vertrouwen gesteld hebben, geliefde Op dea
weg, dien ge my hebt aangewezen, boop ik een doel
te bereiken, waarvan ge niels vermoedt I
Nog eene geruime poos liep hy iu de kamer te pein
zen toen belde hy en beval den agent Mobuis nog
dienzelfden avond by hem te ontbieden.
Wordt voortgezet)