Zondag 24 Mei 1896. S centiemen per nummer. 50sle Jaar. 5087. VERDENKING. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. IETS maar niet genoeg. VÖLKSKAMER. REDEVOERING Eene nieuwe gunst aan den landbouw verleend. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen'zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Guique suum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den uijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalet, 23 Mei 1896. Niemand zal ontkennen, dat het einde van deze eeuw zich vooral kenmerkt door den hevigen strijd welke woedt tusschen het Goed en het kwaad. 't Is waar, die strijd wordt reeds ge streden van het oogenblik. dat een Engel, duivel werd, en zal gestreden worden tot op den dag, dat het kaf van het koren zal worden gescheiden, het eerste om te branden in het vuur van Gods wraak, het andere om verzameld te worden in de schuren van 't hemelsche Sion maar nooit dunkt ons is de strijd zoo hevig en fel geweest, als thans op het einde der 19" eeuw. Heden toch wordt slag geleverd langs alle liniën der beide ontzaglijke legers, alle bolwerken van het leger des Goeds worden tegelijk bestookt en aangevallen. Hier bestrijdt men de Kerk, ginder tracht men het onderwijs te verontchris- telijken, daar weer beel't men het gemunt op priesters en kloosterlingen en vooral bestookt men het voornaamste bolwerk des Christendoms Het christelijk Huis gezin. Het moet gezegd de brave christenen, het leger van het Goéd, weet met uitmun tend beleid zijne bedreigde vestingen te verdedigen. Godsdienstige scholen, ge stichten van allerlei aard en strekking komen als bij tooverslag te voorschijn, vereenigingen en bonden op godsdienstige leest geschoeid, worden opgericht om den verderfelijken invloed te weren, en toch moet men zeggen 't Is iets, maar niet WAT ontbreekt dan nog aan de vele offers, welke de braven brengen, voor de goede zaak? Ons dunkt, by velen ontbreekt genoeg zame bewaking van ons hechtste bolwerk Het christelijk Huisgezin. Het huisgezin is het fundament, de basis der maatschappij, de voornaamste vesting, het arsenaal van den welgeor- denden christelijken staat. Kan nu onze vijand er in slagen, dat fundament te ondermijnen, door het huisgezin tever- ontchristelijken dan zal weldra de maat- ichappij verontchristelijkt zijn en tevens te gronde gericht worden. Dit heeft onze vijand, het leger van den kwade, zeer goed begrepen en daarom is gansch zijn streven op niets anders gericht dan om Jiet huisgezin te treffen. fticht hij spholen pp, dep godsdienst vijandig often miuste den godsdienst uit? sluitende, verspreidt hij lectuur tegen godsdienst of zeden, dan is zijne bedoe ling geene andere dan om het huisgezin te treffen en daardoor het huisgezin te Het ligt nu in den aard der zaak, dat de hoofden van het goede leger zich niet in alle opzichten met de bewaking van die talryke bolwerken kunnen afgeven, zij kunnen wel algemeene verdedigingsmaat regelen nemen door het oprichten van godsdienstige vereenigingen, stichten van EENE VREESELIJKE 288ta VEEVOLG. Met moeite bedwong Lageman zich, om haar niet tot in dc voorkamer te gemoet te gaan. Nauwelijks was de deur van zijn bijzonder kabinet achter haar gesloten, of verheugd trad bij op baar toe en vroeg innig Waaraan heb ik het geluk te danken, dat ik mijne scboone bondgenoote bier mag zien Is dat geluk niet van twjjfelachtigen aard vroeg zij schertsend. Ik overval u midden van uw werk. Als cliéntg hebt gij daar het recht op, Mevrouw antwoordde hij, eveneens luchtig. Gtj wéét dat ik u ten dienste sta op elk oogenblik fan den dag. Het liefst op uw uur van koffiedrinken, merkte zij schelms op. Wat ik te zeggen heb, zou ik echter liefst aan u alleen toevertrouwen onze andere bond genoot is daarbij niet te gebruiken. Des te beter wilde Lageman uitroepen, doch hjj bedwong zich en antwoordde Hebt gy dan ge wichtig nieuws vernomen, Mevrouw De beoordeeling daarvan laat ik aan u over. Ik kom van dc oude Juff. Zier, te Wilmersdorf O, neem dan de plaats, sprak Lageman en wilde baar een leuningstoel toeschuiven. Hij bleef echter met de band op de leuning rusten en vroeg onderda- katholieke scholen,verspreiden van goede dagbladen, van goede lectuur, enz. maar de bewaking en verdediging van het huis gezin moeten ze overlaten aan hen, die er van Gods-wêge mede belast zijn. TWEE SCHILDWACHTEN heeft onze opperbevelhebber God ge plaatst voor den ingang van elk dier vestingen hunne namen zijn Vader en Moeder. Doch en dit is helaas maar al to waar velen van die schildwachten zijn dikwijls niet op post, ofwel zij begrij pen hun plicht als wachter ofwel geheel verkeerd of slechts ten halve. Dikwijls laten zij door schuldige of al to naïve eenvoudigheid den vijand binnensluipen onder den vorm van gevaarlijke boeken of dagbladen, lichtzinnige dienstboden of vrienden, enz. 't Is hier de plaats en ook onze bedoe ling niet een verhandeling te schrijven over de plichten der ouders of om hun te wijzen op al de gevaren, waaraan het christelijk huisgezin, vooral tegenwoor dig, blootstaat; wij hebben slechts willen zeggen, dat er overal ouders zijn, die zij het dan ook ter goeder trouw nala tig zijn in hot bewaren van de hun toe vertrouwde vesting hun huisgezin. Waarin nu bestaat die nalatigheid van vele Ouders nzes inziens hierin, dat bij vele ouders de meening heerscht, dat de godsdienstige opvoeding van het kind voornamelijk berust bij de Geestelijken en dat zij zich voldoende van dien plicht kwijten, als zij hun kind des zondags naar do H. Mis en door de week naar den Cate chismus zenden. Deze meening echter is een misverstand, omdat het is iets, maar niet genoeg. Er wordt meer ver- eischt. Het kind moet niet slechts in zijn cate chismus, maar vooral in het voorbeeld en in het gedrag zijner ouders het antwoord vinden op de vraag Waarom hen ik geschapen ZEKER, het is prijzenswaardig, dat de ouders zorgen, dat hun kind getrouw de Hei lige Mis en den Catechismus bijwoont, maar nog eens 't is slechts iets, maar niet genoeg... Vader en Moeder moeten hun door woord en voorbeeld inprenten, wat zij in den Catechismus hebben ge hoord. Niet dat de ouders, voortdurend met hunne kinderen moeten spreken over God of Godsdienst, maar evenals alles, moet ook dit geschieden op geschikten tijd, en een waarlijk brave vader en moeder vinden dikwijls genoeg aanleiding uit de gebeurtenissen, welke in het huis gezin zelve plaats grijpen om hunne kinr deren te wijzen op Qod's liefde, God's goedheid, enz., kortom, nooit ontbreekt de gelegenheid om het kind, dat van nature godsdienstig is, in zijne godsdien stige gevoelens op een verstandige wijze te sterken. Wanneer dus alle ouders zich er van doordringen, dat het vooral hun plicht en niet de plicht der Geestelijken is om het hart van hun kind godsdienstig te maken, en door zorgvuldige waakzaam heid, godsdienstig te houden, daD zullen zij de hun toevertrouwde vesting hun huisgezin genoegzaam verdedigen en nig vleiend Mag ik u in mijne woonkamer brengen Vlug nam zij in den leuningstoel plaats en terwijl ze haren blik langs de boekenrekken vol akten liet zwe ven, zegde ze Neen, Neen laten wjj hier blyven, hier komt ge mij voor als een koning in zijn ryk. Of als een ambachtsman in zijne werkplaats, verbeterde Lageman, die nu voor zijne schrijftafel ging zitten. bat komt op hetzelfde neer, zegde Agues, maar wjj zijn hier niet samen om een geestig woordenspel te drijven, en zij begon haar gesprek met juffrouw Constance zou getrouw mogelijk te verhalen. Schijnbaar hoorde Lageman aandachtig toe, doch bij betrapte er zichzelven op, dat hij meer naar de wel luidendheid van hare stem dan naar den inhoud van haar verhaal luisterde, en dat zijn oogen en gedachten geboeid waren door hare liefelijke verschijning. Lang zamerhand kreeg hij zijne zelfheheersching terijg en boe verder zij met haar verhaal kwam, hoe meer be lang hij er in begon te stellen. Dat zyn inderdaad gewichtige dingen, die gij vernomen hebt, zegde bij, en teekende nu en dan iets aan op een blad papier. Niet waar riep zij vroolyk als een kind, dat den onderwijzer eenc goedkeuring ontvangt, maar het moet onder ons blijven, Koenraad Rechliug mag er niets van weten. Hoe minder personen hiervan weten, des te be ter, verklaarde Lageman, maar ik begrijp niet, waar om wij M. Rechliug onkundig moeten laten. 11a, ha riep Agues luid lachend uit en zij klapte onze vijand zal er niet lichtelijk in slagen dat bolwerk te ondermijnen. Socialismus en ontevredenheid zullen op dat huisge zin afstuiten, de zaden van godsdienst en deugd, door de ouders in het hart hunner kinderen ingestort zullen krachtige hoo rnen worden en de kinderen, die uit zulk een huisgezin voortkomen, zullen zijn ge lukkige wezens voor zichzelven en siera den voor Kerk en Maatschappij. (Hugh. O'Brien.) Bepleiting der begrooting van IJzeren wegen, enz. van M. De Saedeleer. Zitting van Dijnsdag 19 Mei 1896. De heer De Sadeleer. Eerst en vooral betuig ik den heer miuister mijnen dank, omdat bij aan onze talrijke Vlaam- sche arbeiders die den oogst gaan doen in Frankrijk eene prijsvermindering van 50 t. h. toestond op de Belgische spoorba nen. Die vraag deed ik sedert ettelijke jaren en zelfs voor gansch de reis. Ik weet dat de achtbare minister alles deed wat mogelijk was om dezelfde gunst van de Noorder-Compagnie te verwerven, doch ook weet ik dat er van dien kant niets anders te verwachten is dan tegen kanting. Drie jaar geleden klaagde ik hier dit feit aandat tengevolge eenor eenparige stemming der Fransche Kamer van afge vaardigden, de regeering die Compagnie bevolen had onmiddelijk het verminderd tarief, dat te dien tijde bestond ten voor- deele der arbeiders die naar Maubeuge en Sous-le-Bois gingen werken in te trek ken dat was wel een duidelijk bewijs van vijandschap ten opzichte der Belgi- sohe werklieden. Niets van dien kant kunnende beko men, deed de heer minister wat in zijne macht lag hij verleende eenen afslag van 50 t. h. op de Belgische lijnen, en onze Vlaamsche arbeiders zijn er hem zeer erkentelijk over. Insgelijks zeg ik hem dank voor de uit- deeling van aanzienlijke sommen tot ver hooging van loon, vooral ten voordeele der piossers, baan- en barreelwachters en over 't algemeen het klein arbeiders- personeel van den spoorweg. Alleen in mijn arrondissement hebben meer dan 100 agenten aldus eene verbe tering bekotpen sedert tien maanden ik verzoek jiem den maatregel uit te strek ken tot andere klassen beambten, name lijk tot de chef-piossers. Ik heb de eer gehad bij den minister het aanzoek te ondersteunen van de werk lieden dor statie van Aalst, die het ver schil deden uitschijnen bestaande tus schen hun loon en dat betaald in andere streken, namelijk in zekere gedeelten van het Walenland. Ik erken dat het niet mo gelijk is overal een zelfde tarief toe te passen maar hier is het verschil zoo groot, dat er rekening dient mede gehou den. Het is goed de arbeiders niet verwij derd te houden van hunne geboorteplaats in de handen, nu zie ik dat ge nog geen juiste voor stelling hebt van mijnen vriend Koenraad Gij ge looft dat hy rustig cn bedachtzaam is. Goed en wel, maar o wee als by hem een vonkje in het kruit valt. Als Koenraad verneemt dat liauerlich zyne Valentine bemint en haar met buwelijksvoorstellen vervolgd heeft ik geloof dat hij hem zou vermoorden Dat zou jammer wezen, merkte Lageman droog, jes op. Om wien vroeg Agnes. Om beiden, maar in de eerste plaats om Baucr- lich, want dien hebben wij zeer noodig, O, wat doet me dat een plezierriep Agnes uit*, wy begrijpen elkander voortrcffeiyk, zie ik.„. Komt ge thans ook tot de overtuiging dat Bauerlich' in deze zaak een noodlottigen rol gespeld heeft Het schynt me zoo toe. Het is zyn doel Valentine in hel verderf te stor ten, bij wil zicb wreken omdat zy hem afgewezen heeft en zonder dat zy het bemerkt richt hij die arme oude tante Constance tot een werktuig af, zegde Agnes. Het komt my zoo o.iwaarschynlyk niet voor, dat hij de flesch met vergiftigden cognac in de ge heime bergplaats onder den gootsteen verborgen heeft en dat hy tegenover den commissaris comedie heeft gespeeld, toen die flescb te voorschijn kwam. Wat Kuhnel me daar vandaag van verteld heeft sluit dit vermoeden niet uit, voegde Lageman er by. Nu twijfelt men zeker niet langer aan Valentine's onschuld 1 en ze aldus nader bij hunne familie te brengen. Dat beginsel keur ik goed, maar daarom moeten de verplaatsingen niet gebeuren tot nadeel der bevordering van de andere bedienden. Welnu, dat is wat thans kan gebeuren. Ik heb reeds de aan dacht van den heer minister op gevallen van dien aard gevestigd en hij beloofde mij zulks te verhelpen. De achtbare minister heeft mij geschre ven dat de werklieden der wegen en wer ken niet meer naar eene groep zouden verplaatst worden dan voor zooveel in de nieuwe groep geene oudere candidaten zouden zijn dan die welke de plaats aan vragen. Dit zou als regel dieuen aange nomen te worden iedermaal dat een in geschreven arbeider van groep verandert, zal het een candidaat dezer groep zijn die den verplaatsten arbeider vervangt in den anderen groep. Insgelijks betuig ik den heer minister al mijnen dank omdat hij woningen voor de barreelwachters deed bouwen in af wachting dat allen behoorlijk gehuisvest zijn, vraag ik dat zij die het nog niet zijn, zouden mogen blijven gebruik maken van de stallen en aanhoorigheden die zij bezi gen voor hunne kleine landbouwexploi tatie. Ik verzoek den heer minister zich op dat gebied toegevend te toonen en te zor gen dat het aan de bedienden op het plat teland altijd mogelijk zij kleinen handel te drijven die noodzakelijk is voor hun en hun huisgezin. Ik wensch de inzichten van don heer minister te kennen over verschillende tariefsverlagingen, die ik dikwijls heb ondersteund, namelijk voor 't vervoer van pulp. Het verlaagd tarief vau vóór drie jaar werd sedert ingetrokkenen dat gaf aanleiding tot veel misnoegen onder de landhouwers. Insgelijks beveel ik een verzoekschrift aan, waarbij de tariefsverandering wordt verlangd van 't vervoer van scheikundige meststoffen, en ik vraag dat de heer mi nister den tijd voor 't lossen van zware goederen in landelijke gemeenten zou verlengen. Acht uren is daartoe niet vol doende. De boeren wonen soms op groo- ten afstand van de statie en zijn aan den veldarbeid wanneer het aankomstbericht hun wordt gebracht. Ik bedank den heer minister omdat hij het verzoek inwilligde van de gemeente Welle, die haar stop punt verkreeg. De arbeiders uit die gemeente, welke dage lijks naar Brussel gaan werken, zijn daar over zeer tevreden. Er wordt gevraagd dat alle treinen uitgezonderd de sneltrei nen, er zouden blijven stilstaan. Het bestuur besloot tot de afschaffing van do overwegen, om ze te vervangen door twee bruggen in de gemeente Elene, op de baan van 's Gravenbrakel naar Gent. Dat werk zal, hoop ik, zouder ver wijl worden verricht. De gemeenten Ökegem en Meire kregen voldoening voor de werken aan hare sta tiën. Daarenboven vraagt de gemeente raad van Meire eenen nieuwen toegang tot de statie ten einde hot lossen en laden van goederen gemakkelijker te maken. De inwoners van Haaltert, Nieuwer- kerken en omstreken verlangen dat het stoppunt te Eede, dat groote uitbreiding kreeg, tot halte gemaakt worde. Die vraag klonk cenigzins knorrig, van daar dat Lageman antwoordde op eenen toon, alsof hy ver schooning vroeg Maar beste mevrouw, als bewezen kun worden dat Bauerlich die schurkenstreek heeft begaan, dan is nog niet bewezen dat Mejuffrouw Va lentine niet het vergif aan mevrouw Reehiing heeft toegediend, Maar evenmin bewezen dat zy het wel gedaan heeft, voerde Agnes hem tegemoet. Voor haar is daarmeê nog niet veel gewonnen, zegde de advocaat treurig. Toch wei, hield Agnes vol, als wy maar eenen draad in handen hebben, zullen wij wei meer vinden. Ik beb nu ook ontdekt, waar ik den naam Bauerlich reeds vroeger gehoord had. Ei, waar dan vroeg Lageman vol belangstelling. Ik was een kind van ongeveer zeven jaar, toen wij thuis een bezoek kregen van twee boeren. Ik mocht des middags ook mc£ aan tafel komen, en toeu vertelde een van hen, dat de hoefsmid Bauerlich te Havclberg plotseling dood gebleven was in drift over het wangedrag van zynen zoon Adolf. Men had bet geval zooveel mogelijk geheim gehouden en den zoon naar Amerika gezonden, voegde hij cr bij, en toen volgde een hall gefluisterd gesprek. Wy waren reeds aan hel dessert, en daarom gebood moeder mij in den tuin Ie gaan spelen. Ik Leb het rechte daarvan niet vernomen en er ook later nooit wéér iets van gehoord. En gelooft ge dat dit dezelfde Bauerlich is die naar Amerika trok Wanneer zal er een begin gemaakt wor den met de werken der nieuwe reizigers statie te Aalst Ze zijn dringend noodig, uit hoofde der ontoereikendheid van de bestaande statie en de gevaren die ze voor de reizigers oplevert. Het arrondissement Aalst alleen bezit geenen enkelen kilometer buurtspoorweg. De heer Hoyois. En Wij Wij hebben er geen meer, maar men beloofd ons gelukkiglijk voor binnen kort. De heer De Sadeleer. Wij hebben sedert lang op dien toestand gewezen. Wel is waar hebben wij talrijke lijnen van den Staat, maar vele gedeelten van het arrondissement vragen dringend buurtspoorwegen. De buurtspoorwegen behooren tot de bevoegdheid van onderscheidene minis- rs.... De heer Vandenpeereboom, mi nister van spoorwegen, posterijen en tele grafen. Van twee ministers De heer De Sadeleer. Ik zal dus van de gelegenheid gebruik maken om aan de regeering te zeggen dat er met oog op mijn arrondissement ontwerpen bestaan, maar dat tot hiertoe niets ge daan wordt ik vraag dat men het leggen dier lijnen wat bespoedige, vooral nu dat do regeering verklaard heeft dat zij voor 501. h. zal tusschonkomen in de kosten, iets wat zoo wel onthaald werd in het land. Ik wijs dus andermaal op die ont werpen Schcpdaal-Ninove, Sottegem- Wetteren-Oordegem en Aalst-Assche. Zou het niet mogelijk zijn het telefoon net der groep Dend'ermonde-Aalst uit te breiden Maar weinige gemeenten van mijn arrondissement kunnen er gebruik van maken en met de aangekondigde ver mindering van prijs, zal de telefoondienst waarschijnlijk eene groote ontwikkeling nemen. Ik moet nu nog verschillende vragen ondersteunen uitgaande van de gemeen tebesturen van Gijseghem, Erembodegem, Erondegem, Lede, Sinte-Maria-Ouden- hove en andere plaatsen wat betreft de vertrekuren der treinen en den post dienst doch, geen misbruik willende maken van den tijd der Kamer, zal ik over die verschillende punten den heer minister eene omstandige nota behandi- gen. Nationaal Vlaamsch "Verbond. De algemeene vergadering zal gehouden worden op Zondag 31 Mei e. k. stipt ten 10 uren 's morgeus in de stedelijke Schouwburgzaal te Aalst. Wij zullen het dagorde woensdag aanst. meêdeelen. Eene betooging. Klokke Boe land v kondigt aan dat de valsche demo- kraten zeer kortelings eene betooging zullen houden te Aalst, ter gelegenheid der inhuldiging eener groene vod. Het moet, klept de Klokke n een andere tweede Sinxendag zijn van Ninove en zelfs meer. Komt maar af, maar zoetjes, hoorje.... In alle geval, onze heer Burgemeester is op tijd verwittigd hij kau vau nu af, als hij het noodig oordeelt, de gendarmen bespreken, want dezen die liefhebbers ZekerHy komt uit Havelberg en heet ook Adolf... Genoeg, genoeg Wij zullen hem eens aandach tig nagaan, viel Lageman in, nadat hy weèr iets bad aangeteekend. Havelberg is gemakkelyk genoeg te bereiken, cn twintig jaar is zoo'n langen tyd niet ot men kau nog voldoende vernemen wat toen gebeurd is. Het zou ons misschien van nut ziju als wy zijn leven in Amerika eens naspeurden. Ja, doe dat, riep Agnes levendig uit, zendt daar iemand heen Daarby kan het geld van Reehiing goede dien sten bewyzen Neen, neen laat Koenraad er buiten, voor zulke zaken deugt hy niet. ik bezit het noodige, voegde zy er beschaamd bij, gij kunt gerust over mijne kas beschikken. Maar, mynheer Reehiing. Oh, ik ui dat wel met hem (in orde bren gen. Als hy cr op gesteld is, kan hij my later alles terug betalen. Hy zal zich toch niet geheel ter zyde laten zet ten, merkte Lageman op. -rr Hé, ik vrenschtc dat er maar een oven instortte of eene kleigrueve onder water liep of zoo iets, zoo dat hy een paar weken aan de fabriek moest blyven. zegde Agnes met komischcn ernst. Dat zijn fraaie wenscben Helaas, ze zullen niet vervuld worden, zuchtte zy, wy zullen hem dus een beetje om den tuin moe zijn van kerk- en kloostergoederen zijn veelal ook geene bewonderaars van het Dus men is verwittigd en oppassen, is hier plicht De heer minister van spoorwegen heeft, bij omzendbrief van 15 dezer, aan geheel het personeel vaD zijn bestuur, net volgende laten weten 1° De groenten en het fruit in vollen grond of broeikassen gekweekt, de boter, room eu kaas, de eieren en het hofgevo- gelte (levend of dood), welke de lanbou- wers met zich nemen op de treins, om ze rechtstreelcs te koop te stellen op de mark ten, worden aauveerd tot het kosteloos vervoer, op eenen enkelen trein-omnibus in elke richting (de trara-treins uitgezon derd) aan te duiden door de dienst- oversten. 2° De melk, welke de landbouwers gaan leveren ten huize hunner kalanten, wordt in dezelfde voorwaarden aanveerd, op eenen enkelen trein-omnibus des mor- gends en op eenen enkelen trein-omnibus 's namiddags tusschen 1 en 3 ure. 3° Deze gunst wordt aan de landbou wers alleenlijk verleend voor de hooger opgenoemde voortbrengsels der hoven, stallen en neerhoven welke zij zeiven in gebruik hebben. Zij mogen dus, op huune reis, geene pakken van denzelfden aard maar van andere personen aannemen, om in dezelfde voorwaarden vervoerd te worden. De handelaars-voortverkoopers welke zich zelfs ter plaats der voortbrengst, van bovengemelde voortbrengsels voorzien, worden niet toegelaten om deze kosteloos te doen vervoeren. 4° Het gewicht van elk pak mag de 50 kilos niet overtreffen. 5° De belanghebbenden mogen hunno pakken laden in den pakwagen of in eenen waggou welken 't bestuur te dien einde, voornamelijk op de marktdagen, bij do aangeduide treins doet voegen. 6° Daar het bestuur op 60 kilos schat het gemiddeld gewicht dat door eenen man kan gedragen worden, mag het totaal der kosteloos te vervoeren pakken dit gewicht, voor eiken voortbrenger, niet overtreffen. 7° Boven dit gewicht zullen de pakken moeten ingeschreven en verzonden wor den op de voorwaarden van tarif 2, doch zij zullen vervoerd worden met denzelf- deo reizigerstrein. 8° De ledige kruiken en korven worden, voor den terugkeer, weer kosteloos aan veerd op den reizigerstrein daartoe aan te duiden door de dienst-oversten, doch niet meer dan vijf kruiken of korven per reiziger. Deze nieuwe gunst, door de regeering aan den landbouw verleend, zal door het land met vreugd en dankbaarheid ont vangen worden. De maatregels welke wij hooger aanduiden schenken aan onze landbouwers aanzienlijke voordeelen en eene doelmatige bescherming. Wij wenscben de regeeriug, en inzon derheid den heer Van den Peereboom geluk wegens zijne bezorgheid voor de landbouwbelangen. ten leiden. De eigcnlyke hoofdpersonen zijn wy God geve dot wij onze zaak winnen 1 Ik begin thans eenige hoop te koesteren wjj hebben een paar troeven in de band, verklaarde de advocaat. Jubeteud sprong zy op. O, als dat eefls waar was Ik weet niet wat ge dan wel van my zoudt mogen cischen Hij antwoordde daar niets op, maar drukte hare hand vast in de zyne zij voelde het bloed naar hare wangen stygen en nam haastig afscheid om niet in verwarring te komen. De bureeloverste moest nog een langen tyd wach ten eer om hem gebeld werd. Lageman zat nog voor zyno schryttafel en zyn potiood teekende of schreef herhaalde malen eenige sierl'jke letters, om zonder dat hij ten volle bewust was, telkens den naam Agnes op papier te brengen. Ik kan cischen. wat ik wil 1 herhaalde by. Agnes wilt ge den prys betalen, dien ik eiscben zal dien ik al strijdende wii verdienen 1 Ja, ik kan, ik kan, ik moet dien door stryd verdienen riep hy uit, terwyi een trotsche glimlach om zyne lippen speelde. Ik zi* nu mijn pad afgebakend. Niet te vergeefs zult ge ia mij uw vertrouwen gesteld hebben, geliefde Op dea weg, dien ge my hebt aangewezen, boop ik een doel te bereiken, waarvan ge niels vermoedt I Nog eene geruime poos liep hy iu de kamer te pein zen toen belde hy en beval den agent Mobuis nog dienzelfden avond by hem te ontbieden. Wordt voortgezet)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1896 | | pagina 1