Donderdag 1 October
1896. 5 centiemen per nummer. S!ste Jaar. 5124.
Landbouw.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Liever turksch
dan paapsch.
Eene opmerking.
O Vandenpeereboom
DE DENDERBODE.
Dil blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Guique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen c
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften word m iet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
utjnsaag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de adverlentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
/ialüit,30 Septemb IS96.
Meu vindt hier eene liberale pers, die
partij trekt voor de Turksche moorderijen
en tegen de Armeniërs.
En weet ge waarom Omdat de Arme
niërs katholieken zijn, en zij dus maar
moeten uitgeroeid worden.
In de 4* eeuw werden die Armeniërs
christen,zegt een liberaal blad en zoo
vierden zij fanatickcn. Zij verwekten
aan hunne overheerscliers gedurigen
last zij worden opgestookt door hunne
priesters, die, als de zaken in de war
komen, zorg dragen in de kloosters eene
veilige plaats te zoeken.
De Armeniër is dus de schuld van alles
waarom was hij ook 14 eeuwen lang ka
tholiek
Hij durfde gebruik maken van art. 61
in het traktaat van Berlijn van 1878, het
welk de Turken verplichtte het lot der
Armenische bevolking te verbeteren.
Deze maakte er gebruik van om
scholen ie openen, die oprechte midden
punten van oproer werden Het gevaar
voor de Turken is niet alleen in het bin
nenland maar ook buiten te Parijs, te
Londen, te Marseille, te Sofia, in Caïro,
te Manchester, te Vara, to Bukarest.
Daar leven rijke Armenische kooplieden,
die gedurig hunne broeders van Azië
opstoken,
Met een woord, die vervolgden se
dert eeuwen en eeuwen zijn de wolven en
de Turken zijn... lammeren. Het zijn
alweer de katholieken die uitdagen, en
de eeuwige uitroep is ook hier weer
liever turksch dan paapsch I
In Azië, zegt het blad, maken de
Ameniërs oproer zij gehoorzamen aan de
priesters en de katholieke missiën.... De
Armenische priester is zoo vruchtbaar in
uitvluchten f Om de sympathiën te
dwingen van Engeland, Frankrijk en Rus
land, hebben zij de oproeren overge
bracht naar Gonstantinopel zeiven. Zij
hebben zich als anarchisten gedragen zij
hebben bommen geworpen en de Otto-
mansche Bank aangerand.
Dus alweer geen schuld aan die lamme
ren van Turken, en de dooden die er
waren, worden aan Armenische priesters
toegeschreven.
't Is laf alzoo den toestand te ver
draaien
Het blad verzwijgt hoe de tijdingen
vandaag ten volle bewijzen, dat de moor-
derijeu van zoovele onschuldigen geweten
worden aan den sultan, die aldus het
tractaat van Berlijn verstaat namelijk
dat hij in plicht had de Armenische be
volhing heter te behandelen.
HET
Liever turksch dan paapsch dat is
de kreet van de liberalen liever hon
derdduizenden vermoord, dan het recht
van bestaan van de ongelukkige Arme
niërs te erkennen 1
Meer en meer wordt het duidelijk dat
het feest van den sultanzou gekenmerkt
worden door bloedige gruweldaden, en
om dat feest weerdig te vieren, waren de
Aziatische horden in de stad geroepen,
zij, die eigen zijn met het plunderen en
moorden.
De aanval tegen de Bank zal nog wel
eens duidelijk uitgelegd worden het zal
nog wel eens duidelijk worden hoe de
ongelukkige Armeniërs tot dien wanho-
pigen aanslag gedreven werden, indien
de aanval geen vooraf bestoken spel was.
Zeker is het dat de Turksche soldaten
er deel aan namen, en vijftig uren lang
de christenen in een wezenlijk bloedbad
deden zwemmen.
Vijftig uren lang entoen geweer-
digde zich de sultan de menscbenslach-
terij te doen ophouden, en werden de
gevels verlicht om den Groeten Heer te
feesten.
En de vreemde mogendheden deden
niets om de gruweldaden te doen staken I
Maar ook die mogendhedeu hebben een
ander doel dan de ongelukkigen te be
schermen zij zinnen immers op de ver
deeling van het rijk van den zieleen man,
en doen niets, omdat deze do inzichten
van de anderen niet wil of durft verlam
men en van die verlamming maakt Abdul-
Hamid gebruik, om zoogezegd zijn Islam
door bloedbaden te versterken.
Middelerwijl zingt do liberale pers van
Europa een hymne ter eere van den
bloedigen sultan.
In 1814 stond Nederland de Kaap van
Goede Hoop definitief aan Engeland af.
Het totaio getal der witte bevolking van
geheel Zuid-Afrika werd toen ambtelijk
geraamd op 88,000 zielen. Thans schatten
de Nederlaudsche Boeren hun getal in
Transvaal, Oranje-Vrijstaat, Natal, de
Kamakwa- en Kafferlanden op een klein
millioen.
Do aangroei der Boeren is zonder
weerga. In de Afrikaansche wildernissen
hebben zij doorgaans den grond maar
voor 't nemen. Op 20jarigen ouderdom
leggen zij eene boerderij aan en trouwen.
Gemiddeld brengt elk gezin een dozijn
kinderen groot. Ook verheugt menigen
grijsaard zich in het van een paar hon
derd afstammelingen.
Snel zwermen de Boeren noordwaarts
op, zij zijn reeds doorgedrongen tot in
Congoland. Vóór het jaar 2000 wordt ge
schreven zullen zij gebeel Afrika bereiken
en de Sahara beheerschen.
Bericht aan onze groote geleerden, die
beweeren dat men met vlaamsch niet
vooruit kan in de wereld. X,
wonderlijke avonturen van eenen Zeeman
li" vervolg.
Ik ontwaakte door gezang, dat tot mijne ooren
doordrong het was eene mannenstem, krachtig en
zwaar. Ik sprong overeind, en nadat ik de grot uitge
sneld was, zag ik een man langs het zand loopen in
de richting ran het noord oosten. Het was nu klaar
lichte dag, de zon schoot hare stralen op het eiland
uit ep de bries was nog frisch.
Toen ik den man zag, riep ik hem toe. Hij zong zoo
luid en de branding was zoo hevig, dat hij mij niet
hoorde. Ik riep nog eens, waarop hij zich haastig om
keerde en bleef stilstaan, terwijl hjj mij met een uit
drukking van verwondering en vrees aanzag.
Het was een zonderling soort van man. Zjjne klee
ding bestond uit eene blauwe klak, een roode das, een
smerig wit hemd, waarover bij een buis droeg zijne
broek was van een soort ongebleekt katoen eu sloot
hem nauw om de beenen.
Hij had eenen breeden gordel om de lenden, waarin
aan den eenen kant eene bijl stak en aan den anderen
oen dolk.
Zijn voorkomen was even leeljjk als zijne kleeding
zonderling was zijn gezicht was geelachtig, zijne
oogen lagen diep in hunne kassen en hij zag ver
schrikkelijk scheelzjjn neus was lang en spits, daar
onder had hij een verschrikkelijk langen knevel, die
zich bij de wangen met zonderling gevormde bakke
baarden vereenigde, terwijl zijne groote ooren wijduit
stonden.
Ik staarde deze zonderlijke gestalte ^durende
eenige oogenblikken aan, te verwonderd door zijn
uiterlijk voorkomen om te spreken. Hij kwam nu
langzaam naar mij toe.
Toen hij mij naderde, riep ik uiti Spreekt gij
Engelseh Hij schudde met het hoofd en kwam al
dichter co dichter bij mij, totdat hij vlak bij nnj was
en toen bleet hij weer staan om my van het hoofd tot
de voeten op te nemen.
Hoe leelijk hjj ook wezen mocht, merkte ik toch op
zijn gezicht eene uitdrukking van welwillendheid op.
Ik had mij eigenlijk niet behoeven te verwonderen,
dat hij mij zoo verbaasd aanstaarde, niet alleen omdat
ik zoo plotseling te voorschijn gekomen was, maar
ook omdat ik er wonderlijk uitzag met mijn gewond
gezicht, met mijn hoofd met een doek omwonden en
met mijne bebloede broek en vest.
Hij begon tot mij te spreken in eene taal, die mij
geheel onverstaanbaar was. Toen hij bemerkte dat ik
hem niet verstond, legde hij dc hand op zijne maag
en toen op zijn mond en maakte eene beweging van
drinken.
Ik begreep wat hij bedoelde en knikte met het
hoofd. U was hongerig en dorstig.
Hij bezag mij weer van top tot teen en maakte toen
met zijn braiue, harige hand eene beweging waaruit
Als de minister van spoorwegen, posten
en telegrafen iu fonctie trad, waren de
liberalen in den hoogsten hemel omdat
hij Vandenpeereboom heette.
Wat een wonderschoone naam, dachten
zij om op spotmuziek gezet te worden.
Het duurde inderdaad niet lang, of het
O Vandenpeereboom klonk langs wegen
en straten, als een dooden marsch.
De minister die men nu sinds ruim
twaalf jaar begraaft, lijdt daardoor niet
het minste in zijne gezondheid, en blijft
steeds de werkzame Vandenpeereboom,
die zijne verloven werkend doorbrengt.
Slechts een ding beoogt hij: het nako
men van zijnen plicht.
Wat hem meest en naast aan het hert
ligt: het geluk zijner bedienden.
Hij vondt dat het plicht was de zon
dagsrust toe te passen, en deed zulks met
aanhoudendheid en vastberaden wil.
Niets weerhield hem, noch de grofste
beleedigingen, noch de fijnste spot. Hij
hield vol, en mag thans met fierheid op
den uitslag van zijn pogen staren. Geen
minister zal de impopulariteit durven op-
loopen, die degene welke do zondagrust
afschaft, te beurt vallen zou.
Dat zal zijn schoonste titel wezen, tij
dens zijn ministerie verworven
Als de zondagsrust hier eens algemeen
wordt uitgeroepen, zal. Vandeupeereboom
haar invoerder mogen geheeten worden.
Wij durven hopen dat zulks zoo haast
mogelijk geschieden.
Het was grootendeels om het geluk zij
ner bedienden te bevoordeeligcn, dat hij
de zondagsrust invoerde.
Hem dacht terecht, dat zij minstens
eenen dag per week aanspraak mochten
maken op wat rust, en op het kwijten
hunner christelijke plichten.
Persoonlijk ontvangt hij de klachten,
aanhoort hij de redens van al degenen
die verongelijkt worden, of meeuen het
te zijn, van al degenen onder zijne be
dienden die door het ongeluk bezocht
worden en aldaar meeneu recht te heb
ben op 's ministers bijzondere welwil
lendheid.
Buiten den ongelukkige geniet niemand
eenigen voorkeur bij hem. Om zoo recht-
veerdig mogelijk te zijn laat hij de exa
mens beslissen, wie de eerste openval
lende dienst in zijn departement beklec-
den zal.
Waar hij eenige kans ziet de geldwin
ning van zijn personeel op te slaan zon
der zijn budjet in gevaar te brengen, hij
beproeft het, en meest altijd worden
zijne pogingen met goeden uitslag be
loond
Laatst heeft hij eenen maatregel geno
men die in een" onzer vorige nummers
uitgebreid besproken werd, en waarop
wij thans niet behoeven weer te keeren.
ik opmaakte, dat bij mij naar de bron wilde brengen,
terwijl bij rnjj onder het loopen op de konijnen wees.
In plaats daarvan liep bij het eiland dwars over
tot aan dc plck.waar Fletcher en ik aan land gekomen
waren
Toen ik naar beneden zag, bemerkte ik in dezelfde
baai, waarin de jol gelegen had, een tweemaster van
omtrent veertien ton, scherp als een mes aan den
boog, wit geschilderd.
Een jongen lag op zijne knieën voi.r een klein for
nuis, luid fluitende, terwijl bij een blaasbalg han
teerde.
Zwijgend, alleen van tijd tot tijd het hoofd omwen
dende, om te zien of ik hem wel volgde, geleidde de
zonderlinge man mij naar den kant van het water.
Het scheepke lag met den voorsteven in het zand
het was met behulp van een klein anker aan eene
rots bevestigd.
Bij het zien hiervan sprong mijn hart van vreugde
iu mij op. De schouw rookte ferm de jongen zag om
en bleef, terwijl bij den blaasbalg in de hand hield,
onbeweeglijk zitten, alsof bij door den bliksem ge
troffen was.
II,-t water was kalm in deze baai, maar verderop
was de golfslag hevig; eene roode vlag wapperde lustig
van den top van den grooteo mastmaar wat mij
meeste trof, was de geur van gebraad.
De man met de blauwe klak gaf mij een wenk
over den boeg in het schip te klimmen.
Ik deed zulks eu bevond mij nu aan boord van een
wel ingericht vaartuig, dat er keurig uitzag. De jongen
wiens klecding in sommige opzichten op die van
Het geldt de schadeloosstelling der be
dienden, dio aan zijn departement ver
bonden bij den lotingstijd, door hun bin
nenroepon schade leden in hun vooruit
komen.
Weluu, dezen maatregel besprekende,
kan zelfs de Etoile er goed over te zeggen
en schrijft
Deze maatregel van herstelling zal
door de talrijke belanghebbenden met
genoegen onthaald worden.
Ziedaar hoe een blad, het welk luidst
O Vandenpeereboom zong, thans over
denzelfden V. D. P. denken moet.
Men toone ons een blad waarin minis
ter Olin, des huidigen ministcrs'voorgan-
gor, dergelijk compliment door de tegen
partij werd toegevoegd.
Wij vreezen dat men lang zal moeten
zoeken. Gazette van Antwerpen.
Concurrentie aan de margarine.
Ecu duchtig concurrent voor de marga-
rinefabrieken en tevens ook voor onze
boterverkoopers is, als men het Lon-
densche blad Britisch Australasian mag
gelooven, uit Zuid-Amerika in aantocht.
De laatste aankomsten van argentijn-
sche boter hebben bewezen, dat Zuid-
Amerika zulke goede boter kan fabrikee-
ren als Australië overigens de betaalde
prijzen zijn het beste bewijs, dat de twee
producten evenveel door de verbruikers
worden gezocht.
Ongetwijfeld hebben de argentijnsche
voortbrengers nog weinig of geene onder-
viuding dit is gebleken uit zekere
ongelijkheden in de kwaliteiten van hunne
verzendingen, maar over het algemeen
kan men zeggen dat de argentijnsche
boter tegen de australischc kan opwegen.
De argentijnsche republiek heeft daa
renboven op Australië talrijko voordeelen
en gemakkelijkheden in hetgeen de ver
zending betreft. Vooreerst is dit land,
onder aardrijkskundig oogpnnt veel beter
gelegen, zonder te rekenen de de Provin
cie La Plata, met hare overgroote wei
den het ideaal is voor de melkvoort-
brengst.
Dan heeft men den goedkoopen han
denarbeid, terwijl men ook niet raag
vergeten, dat de verhooging der goud
premie de uitvoer der argentijnsche
produkten veel vergemakkelijkt.
Voor het oogenblik zijn dc boterver-
zendingen uit de argentijnsche republiek
nog vertrekkelijk geriug. Gedurende de
vijf laatste maanden van 1895 ontving
Groot-Brittanje slechts 175,000 kilos
maar daarentegen stegen in januari de
aankomsten te Londeu tot op 181,000
kilos.
De boterproductie neemt daarenboven
in de argentijnsche republiek sterk toe,
man geleek en die even leelijk was, bleef mij aanstaren
met alle tcekenen van ongerustheid.
Toen ik in bet schip stapte, legde hjj zijn blaasbalg
*r, sloeg een kruis eu richte eene menigte vragen
tot den man.
Deze beantwoordde ze, en toen werden er nog ver
scheidene woorden lusschcn hen gewisseld. Daarna
sprak de jongen, die opeen behoorlijken alstaud' van
mij bleef, bet enkele woord
Engelseh Ik knikte. G(j Engelseh T riep hij
weer uil f
Ja, ik ben een Engelschman, antwoordde ik.
Spreekt gij Engelseh 1
Ja, ik spreek Engelseh, schreeuwde bij.
Wie zijt gij Y Hoe gjj bier
De andere sloeg mij aandachtig ga met eenen blik,
waaruit goedhartigheid straalde, terwyl de jongen zich
tot mij richtte.
Ik vermoedde, dat do kenuis, die de knaap van het
Engelseh bezat, heiu niet in staat zou stelten veel van
mijne geschiedenis te begrijpen; daarom zegde ik, dal
ik van een schip met eene sloep aan land gekomen
was en dat ik, toen ik bij den raud der klip kwam,
daarover heen gevallen was, en ik maakte het korte
verhaal begrijpelijk door eerst naar de klip, toen naar
de struiken te wijzen, eene bewing te maken alsof ik
viel, de bloedvlekken op mijne kleeren aan te raken,
en zoo voorts, terwijl ik het den knaap daarna door
woorden, maar voornamelijk door gebaren, duidelijk
traebte te maken, dat de bemanning van het schip,
mij voor dood houdende, vertrokken was.
Zoowel de man als de jongen schudden, terwijl ik
eu meu mag zich onder dit opzicht binnen
kort, evenals dit met het bevrozen
vleesch het geval was, aan eene sterke
concurrcncie tusschen de australische en
argentijnsche voortbrengsels verwachten.
Eu, doet het cDgclsche blad opmerken,
dio zware concurrencie zou wel een nood-
lottigen slag kunnen tolbrengen aan de
fabrikatie van margarine, die in de laat
ste jaren zulke groote uitbreiding heeft
genomen.
En ook, voegen wij er bij, aan de
europeesche voortbrengers van natuur
boter.
Want al wordt de argentijnsche boter
nog iu de eerste jaren niet op hot eur
opeesche vasteland ontvangen, toch zal
zij reeds beginnen met in Engeland den
invoer van deenschc, zweedsche, fries-
sche, vlaamscbe en fransche boter te
verdringen.
Het eerst van al zal er echter de mar
garine door lijden, want, hoe zeer deze
ook de boter in kleur en smaak even&re,
toch zal elkeen, bij gelijkheid van prijs,
den voorkeur geven aan natuurboter.
Margarine. Eene andere kwestie,
die M. De Bruyn veel last veroorzaakt, is
de beteugeling van het bedrog in zake
den verkoop van Margarine.
Het te bereiken doel is niet den ver
koop ilnr margarine te beperken of te
verbieden, maar te beletten dat zij, in
boter gemengd, als zuivere boter verkocht
worde.
Welnu, deze bedriegerij wordt tegen
woordig op groote schaal uitgevoerd. Men
heeft berekend dat, ingevolge Jdit bodrog,
de boterverbruikers jaarlijks voor 9 tot 10
millioen bestolen worden.
Het gouvernement wil volstrekt een
einde stellen aan die reusachtige bedrie
gerij, welke, alhoewel niet schadelijk
voor de gezondheid, de eerlijkheid en de
zedelijkheid van den handel ernstig krenkt.
M. De Bruyn heeft eene commissie be
noemd, gelast met het bestudeeren der
maatregelen, die de toestand vereiseht.
Men zegt dat M. Bruylauts, de gekende
professor in scheikunde aan de hooge-
school van Leuven, die in deze commissie
zetelt, een product heeft uitgevonden, dat
toelaat op'teerste zicht, en zonder mo-
gelijko dwaling, vastte stellen of er mar
garine in de boter is.
Gezondheidtoestand der huisdie
ren gedurende de eerste helft van
september. 17 peerdeu werden uit
hoofde van snotziekte op bevel der over
heden afgemaakt, waaronder vier toe-
hoorende aan eenen besmetten stal te
Florenville eu 3 toebehoorende aan het
Blankenbergsche strand. Van besmette-
vertelde ca met dc armen zwaaide, meelijdend met
het hoofd.
Ik bemerkte dat ik begrepen werd inderdaad zeg-
n mijn voorkomen eu de toestand mijner kleeren ge-
ieg, nadat de eerste wenk daaromtrent gegeven was.
Hierop begaf de man zich naar bet vooronder en
haalde daaruit eene tinnen maat en eene groote kruik.
Daarin bevond zich Maderawijn.
Ik gaf hem te kennen, dat ik dien drank met water
wenschte te vermengen, en dronk er toen van, nadat
ik vooraf tegen hem en den jongen gebogen en ge
glimlacht bad.
Van Madera Y vroeg ik, terwijl ik eerst naar den
jongen en toen naar het vaartuig zag.
De knaap knikte.
Barilla T vroeg ik, naar den top van bet eiland
wijzende.
De man bromde iets bevestigends daar bjj die uit
drukking wel verstond.
Portugeczen?
Zij knikten toestemmend en toen ontstond er een
diep stilzwijgen, waarop de jongen een deuntje begon
ie fluiten, terwijl bij den blaasbalg met een zyuer
bruine, naakte voeten wegschopte, en een grooten
viscb in eene braadpan deed, die hty op bet vptr
zette.
Ik waardeerde het nu, dat ik aan den dood ontkomen
was, nu ik mij bet vreesclijke lot van eenzaamheid,
krankzinnigheid en uaailbeid bespaard zag, dal
niijn hart nog kort geleden zoo zeer bad bezwaard.
Wordt voortgezet.