Donderdag 22 October 1896. 5 centiemen per nummer. Slste Jaar 5150
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Vlaamsch Verbond
Koninklijke Vlaamsche
Academie.
Citoyen Vandervelde.
Het derde eeuwfeest
van den aardappel.
w
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Ouique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen cp
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
uijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel*
van dit blad.
Aalst, 21 October 1896.
NATIONAAL
Wetsvoorstellen De Vriendt en Ooremans
Het Bestuur spoort al de leden ran het
Nationaal Vlaamsch Verhond ton zeerste
aan, om zonder verwijl een afschrift van
het onderstaande verzoekschrift naar de
Kamer van Volksvertegenwoordigers te
lenden vrachtvrij
Zeer raadzaam is het ook, de Kamer
leden in iedere kiesomschrijving daarop
opmerkzaam temaken, en geene stappen
onbeproefd te laten om van hunnentwege
eene gunstige •temmiig over de bewuste
wetsvoorstellen te bekomen.
De Kamers vergaderen den 3 Novem
ber e. k.
Vlamingen, allen op het dek
October 1896.
Hooggeachte Heeren
Het was voor het Vlaamsche Volk eene
groote en bittere teleurstelling, dat de
wetsvoorstellen der Heeren De Vriendt
en Coremans, strekkende tot volkomen
gelijkstelling der Vlaamsche en Fransche
taai op wetgevend gebied, in uwen jong-
iten zittijd niet in behandeling genomen
en gestemd werden.
Wat den pijnlijken indruk daardoor
rerwckt, eenigszius verzachtte, was de
instemmiug der Kamer met het voorstel
Tan den Heer Minister van Financiën,
dat ontwerp aan *t hoofd te brengen der
dagorde van den aanstaanden zittijd. -
Dringend komen wij UEd. verzoeken,
Hooggeachte Heeren,wel te willen zorgen
dat de belofte in die woorden vervat en
waarop het Vlaamsche Volk staat maakt,
niet onvervuld blijve, en, uwe eigene be-
ilissiug getrouw, onmiddellijk na de
samenstelling van het bureel der Kamer
en de goedkeuring der geloofsbrieven
harer nieuwgekozen of herkozen leden,
UEd. onledig houden met de bespreking
der twee bedoelde wetsvoorstellen.
Door het stemmen der haar voorge
legde billijke bepalingen zal de Kamer
helpen een einde stellen aan ecnen
onrechtvaardigeu staat van vernedering
en miskenning, waarover de Vlamingen
sedert 65 jaar met alle reden klagen.
(Handteekening.)
Aanvaardt, Hooggeachte Heeren, de
betuiging onzer eerbiedige gevoelens.
Aan de Heeren Voorzitters en Leden
Kamer van Volksverteqenwoordigers
te BRUSSEL.
HET
wonderlijke avonturen van eenen Zeeman
17t vervolg.
De man scheen zich over mijne houding en my'ne
voorden te verwonderen. Wij stonden nabij het val
licht, en ik zag zijne oogen uitvorschend op mij ge-
vestigd.
Wat zyt gij vroeg hy.
Spreek ik met den kapitein van dit schip
Ja.
Ik was eerste stuurman op de brik Here van
Bristol. Op zekeren dag hoorde ik den reeder en den
kapitein afspraak maken om haar te laten stranden,
waarbij de een die rots koos, zegde ik, terwijl ik naar
het eiland wees, en de andere de kust nabij Agulhas.
Zij waren in hunne kajuittoen ik uit de myce te
lonrschyn kwam, stond ik eensklaps tegenover den
reeder, die plotselings doodsbleek werd, maar niets
zegde. Ik maakte later uit de houding der twee man
nen op, dat ik hen beluisterd had. Eergisteren zette
de reeder van de brik mij op dat eiland aan land,
oodj>r voorwendsel dat hij eene bron lot vulling zjjner
watervaten wilde zoekeD.
Hij lokte mij naar den kant der klip en wierp er
i|j overheen - die schurk James Fletcher van
Zondag 11. vierde de Koninklyke Vlaani'
sche Academie te Gent het jubelfeest
harer tienjarige instelling.
Z. K. H Prins Albrecht woonde het
feest bii. Verder waren ook aanwezig
Mgr Stillemans, de ministers Schollaert
ou Begerem,de heeren senators en volks
vertegenwoordigers van Gent, De Vriendt
volksvertegenwoordiger van Brussel, de
de heer Gouverneur der Provincie, gene
raal Eeckhout en verdere geestelijke,
burgerlijke en militaire Overheden.
De receptie heeft plaats gehad ia do
roode zaal.
Do welkomgroet werd uitgesproken
door den heer Gailliard, Bestuurder.
Toen de voorstelling der Overheden af-
geloopen was, werd een groet voorgedra
gen door den E. H. Pastoor Claeys, den
gevierden dichter welk langdurige toe
juichingen verwierf.
Do heer Gailliard gaf, in zijne rede
voering, een overzicht van die tien ver-
loopene jaren en Professor Alberdingh-
Thym vau Leuven hield eeu rede over de
ontwikkeling der kunst en haren invloed
op de beschaving van het volk. Beide
redevoeringen werden ook geestdriftig
toegejuicht.
Na het proclameeren der prijswinnaars
in het afgeloopene jaar en 't overreiken
der prijzen, sprak Z.K.H. Prins Albrecht
de volgende redevoering uit
Mijnheer en,
Met eene groote vreugde heb ik deze
plechtige zitting der Koninklyke Vlaam
sche Academie bijgewoond.
- Heden, uu het geleerde en letter
kundige genootschap zyn tienjarig
bestaan viert, mag het met fierheid
achteruit zien op de baan, die hot tot
hiertoe doorloopen heeft.
Van de werkzaamheid dor leden ge-
tuigen de belangrijke verslagen uwer
zittingen vau den weldoenden invloed
op taal en letterkunde uitgeoefend, is
de steeds toenemende bloei der Vlaam-
sche letterkunde een genoezaam bewijs.
Zeker zal ik de tolk uwer eenstem-
mige gevoelens zijn, als ik aan Myu-
heeren Claeys, Gailliard en Alberdingh-
Thym mijne bijzondere achting uitdruk,
ter gelegenheid vau het schoon gedicht
en de geleerde redevoeringen, die zy in
i deze vergadering voorgedragen hebben.
Mijne gelukwenschen ook aan de
vlytige schrijvers, die heden van U de
welverdiende beloouing van hunnen be-
minden arbeid, hebben ontvangen.
Gy hebt allen, Mijnheeren, tot dit
edel doel meêgowcrkt, om de taal van
onzen Vlaamschen stam in cere te hou-
Bristol is zyn naam. Jonas Cadman is de kapitein der
Hebe. Zij zeilden weg en lieten mij dood achter, zooals
zy dachten. Zij hebben alles wat ik op de wereld
bezit aan boord, en de schurken zullen de brik wel
doen stranden en mogelijk de bemanning laten ver
drinken. Let maar op
Mijn gezel luisterde met de uiterste aandacht.
Fletcher van Bristol zegde hij. Die heeft be
halve de IIebe nog een klein seheepje in tigeudom,
niet waar?
Het is best mogelijk. Ik weet niets van de ge
schiedenis van dien duivel af.
En nu deed ik een stap voorwaarts, ten einde dezen
man b<-ter te kunnen zien, en zegde
Neem mij niet kwalijk, is uw naam niet Bla
des
Ja, antwoordde hij.
William Blades, die vroeger derde stuurman op
de Newcastle was
Juist.
Ik deed mijne tweede reis als scheepsjongen op
dat schip. Gij en ik waren niet slechts scheepsaia-
ten maar ook badgasten.
Zijt gij dan Charles Morgan vroeg hij.
Ja.
Hoe kan het zoo raar loopen zegde kapitein
Blades en drukte mij de band. Hij begaf zich naar den
trap, alsof hg dacht, dat ik hem naar beneden zou
volgen, maar bleef toen staan, terwijl hij naar het
scheepje zag, dat nog maar flauw te zien was, zeg
gende Ik zal n om Kaap Hoorn heenbrengen, als
gy aan boord wilt blijven. De plaats mijner bestem-
i» den (beweging), en dit doende, draagt
Gij bij tot het gezag en den luister van
ons dierbaar vaderland (beioeging).
Het verledene der Koninklijke Vlaam-
sche Academie, dat ons zoo even door
n den heer bestuurder voorgesteld is ge-
- wordeu, waarborgt hare hooge toe-
- komst.
Onder hare hooge bescherming eu
met de hoede onzer instellingen, die de
vrijheid der talon, zonder voorrecht en
zonder verdrukking (beweging) verklaard
hebben, zullen de Nederlandsche let-
8 teren, by ons niot ophouden te glanzen
en te gedijen (beweging).
Het Vlaamsche land, dat ten allen
tijde, aan wetenschappen, aan kunst en
letteren eene zoo talrijke en roemrijke
a schaar van verdienstelijke mannen heeft
b geleverd, zal de vaan der beschaving en
a der edele geestesgewrochten.altyd hoog
en ongeschonden dragen.
De Vlamingen van heden blijven
waardig hunner voorouders, die een
8 onzer dichters, van wien wij eerlang
het standbeeld in Vlaanderen zullen
zien oprijzen, in onsterfelijke woorden
- aldus heeft afgeschilderd
n Zij wilden wat was recht,
En wonnen wat zij wilden.
Een onmeetelyk gejuich steeg bij deze
woorden open het Leve Prins Albrecht
dreunde als een machtige donder door de
feestzaal.
Hierop nam de heer Gailliard nog
maals het woord, waarna Z. K. H. Prins
Albrecht afscheid nam.
Citoyen Vandervelde heeft te Charleroi
eene voordracht gegeven, waarin hij klaar
en duidelijk deed zien, dat het socialism
oorlog voert tegen den godsdienst
Het geloof (in God en in een ander
leven) belet de ontvoogding van de
werkers.
- onze plicht is het, de katholieke
opvatting te bevechten, maar met ver
draagzaamheid.
Wij kennen die verdraagzaamheid
dit woord wil zeggen met bloedig ge
weld.
u Tegenover Leuven, de katholieke
citadel, moeten wij de nieuwe hoogcschool
stellen, de citadel van wetenschap
en socialism.
Groote woorden het zal Goddank 1
lang aan loopen eer de ouders vertrouwen
zullen stellen in de nieuwe hoogeschool
van Reclus en Robin
Den dag dat de scholen zullen
vol zijn, zullen de kerken leeg
zijn.
Zeg nu nog dat de socialisten de vijan
den zijn van den godsdienst I
ming is Callao. Madera is niet ver af, en dat scheepje
wou u daar zeker aan land zetten, niet waar
lk antwoordde met weinig woorden, dat ik geerne
bij hem zou willen blijven. Daar ik alles verloren bad,
dacht ik er niet aan naar het vaderland terug te kee-
i, voordat ik geld genoeg had verdiend om mij bet
noodige aan te schaffen ik was bereid hem te die
nen, onverschillig in welke kwaliteit.
Bij het groote anker dan, zegde hij. Misschien
zal u ons nog geluk aanbrengen. Blijf hier; wij zullen
uu eens met elkaar praten. Toen riep bg uitBrace,
klaar om te wenden
Klaar om te wenden werd er teruggeroepen
door eene gestalte, die op de valreep stond, en het
geluid van een bootsniansOuitjc klonk schel over het
schip, gevolgd door hel geroep Alle man op dek I
Hel was voor m|j een genot da muziek van dit fluitje
aan boord van eene bark van vier honderd ton te
booren. binnen weinige oogenblikken heerschte er
leven en beweging op het schip, de gestalten der
zeelieden, nauwelijks in de duisternis te onderschei
den, namen hunne plaatsen in.
Roer aan lg I schreeuwde do kapitcn. Roer aan
lij I werd er teruggeroepen.
Toen klonken do verschillende bevalen, zooals
Halzen en schoten opsteken Groot marszeil
halen Haal ons voor en zoo voort.
Het eiland verdween geheel uit oos gezicht.
Het geheele zeeleven lag in de schorre kreten der
matrozen en in het schreeuwen van den kapiten en
Brace opgesloten.
Thans stovende het schip langzaam voort. De kapi-
Als van de kerken danszalen of iets
dergelijks zal gemaakt zijn, zal het socia
listisch licht over de wereld schijnen.
't Zal een droovig licht zijn
Aan wien is toch eigenlijk Europa do
invoering van den aardappel verschul
digd heeft zich misschien menigeen wel
eens afgevraagd.
De invoering van het smakelijk knol
gewas dagtcekent van drie eeuwen gele
den, en de invoerder was sir Walter
Raleigh.
Den 4 October laatstleden vierde het
syndicaat van iersche hoveviers het derde
eeuwfeest van den aardappel, "want op
den 4 October 1595 kwam in de kleine
Iersche haven Youghal het eerste vaar
tuig aan beladen met de aardappelen,
die werden geplant op een veld, behoo-
rende bij een pachthoeve van den avontu
rier Raleigh, een gunsteling,zegde men,
van koningin Elisabeth, en onder Jacobus
I in 1618 op het schavot terechtgesteld.
Sir Raleigh, die een veelbewogen le
ven leidde, vond den aardappel in Guyana.
Daar hadden op zekeren dag zijne
mannen, eenige varkens medevoerend,
om die op hunnen tocht op te eten, opge
merkt dat, deze dieren met hun snuiten
zekere wortels opwroetten, waarop zij
zeer belust schenen.
Zij kwamen toen op het denkbeeld, ze
ook zeiven eens te proeven, maar konden I
over het heerlijke van het gerecht niet
roemen. Een van hen echter liet toen, uit
dronkemansaardigheid, met een stuk van
een varken eenige wortels koken die
niet anders waren dan aardappels en
deze hutsepot, met zout gereed gemaakt,
bleek in 't geheel niet verwerpelijk te
zijn.
Naar aanleiding van die toevallige
proefneming deed sir Raleigh, in Europa
teruggekeerd, op zijne gronden v;in You
ghal den aardappel kweeken en van
daar verspreidde het gebruik ervan zich
zeer langzaam in Ierland, vervolgens in
Engeland en daarna over het vasteland,
waar Hanover, destijds afhankelijk vau
de Eugelsche kroon, er de eerstel
lingen van had.
De kleine pachthoeve van Youghal,
waar de eerste aardappeleu werden ge
kweekt, werd eenige jaren geleden ge
kocht door sir John Hennessy, dier er
een soort van herinneringsgedenktecken
van heeft gemaakt, dat door de toeristen
wordt bezocht.
Men wantrouwde hem, want er waren
geneesheeren, die den knol vergiftigde
eigenschappen toeschreven, waarom by
slechts met de meeste omzichtigheid en
voorzorg kou worden gebruikt
Eerst in het laatst der vorige eeuw
werd aan den gelasterden aardappel de
eer gegeven, welke hem toekomt, en se
dert heeft hij zich snel populair gemaakt,
en speelt hij eindelijk, wat ons land be
treft, zelfs een hoofdrol op de tafel onzer
volksklassen.
Er zijn wel is waar herhaaldelijk po
gingen gedaan om op zijn belangrijkheid
als voedingsmiddel al te dingen, en warme
pleidooien zijn gehouden ten behoeve van
bonnen en erwten, die veel meer voeding
stof bevatten dan de aardappel, voor
meer dan 90 p. c. niets dan water
doch er zal nog veel water door de zee
loopen eer het volk zich van de waarheid
daarvan zal overtuigen. Zonder aardap
pelen zou het, meent het, niet kunnen
leven.
Alle bezwaar tegen de geringe percen
tage vaste stof van aardappel, en derhalve
tegen zijn gering voedmgsgehalte, allo
bedenkingen ten opzichte van het bran
derige 8 van het knolgewas en het zeer
nadeelige ervan voor klierachtige perso
nen t is alles in den wind gezaaid.
Zelfs bij de keuze tusschen brood en
aardappels lijdt het schier geen twijfel,
of zeer velen zouden de laatsten kiezen.
Vecht daar maar eens tegen I
Handelsblad.
Gedurende bijna twee eeuwen overi
gens werd de aardappel in Europa alleen
in tuinen gekweekt.
tein nam mij, na even gesproken te hebben mat den
man, dien hg Brace noemde, me£ naar de kajuit.
Deze had veel overeenkomst met die van de Hebe.
de schikking der huiten «as vrij wel dezelfde en alles
eenvoudig tot soberheid to« Een groote papegaai zat
m een ijzeren kooi, die onder het geopende vallicht
hing. Toen w|j binnentraden riep Blades uitJack
son en lerslond daarop kwam een sterk gebouwd
jonkman uit de kombuis.
Maak wat eten voor dezen heer klaar, zegde de
kapitein, en breng dan de hut van den eersten stuur
man voor hem in orde... Gij zult uw valies «el op
Groot-Salvage achtergelaten hebben, aenk ik voegde
hy er bij, terwjjl hg een blik op m|j sloeg. Als de
hul klaar is, breng dan wat kleeren.
Jackson zag mij verwonderd aan, toen Blades m|j
met den naam van beer bestempelde, lk wendde m|j
tot den kapitein en zegde Ik heb mij in geeDe spie
gel gezien sedert ik de Hue verliet. Hoe lie ik er wel
uit, kapitein
Blades verzocht den hofmeester eenen spiegel Ie
halen. Ik hield dezen onder het vallicht en kende mij
nauwelijks. Mijn baard was vier dageu oud mijn
haar was verward door mijnen val tusschen de strui
ken door mijn gezicht was geheel met schrammen
bedekt. Ik zag er uit als een dronken matroos, die
na eene week opsluiting weir te voorschijn komt in
denzelfden toestand, waarin hy in de een of andere
donkere steeg gevonden is.
Gy zult u mij niet meer herinneren, kapitein
zegde ik glimlachende, terwijl ik den spiegel aan den
hofmeester teruggaf.
Een eenvoudig middel. Om kunst
matig geTdeurden roeden wijn van echten
te onderscheiden, heeft de apotheker
Blurae te Berlijn eene eenvoudige metho
de aan do hand gedaan, die berust op de
gemakkelijke oplosbaarheid der kunst
matig aangewende verfstoffen in water
en de moeilijke oplosbaarheid van de
echte roode verfstof der wyuen, die
eigenlijk alleen in alcoholhoudend water
oplosbaar is.
Men doopt in den wijn, dien men wil
onderzoeken, een stukje broodkruim of
spons, heeft het genoeg van den wijn
opgezogen, dan brengt men het in water.
Bij kunstmatig gekleurden wijn wordt het
water dan terstond roodachtig violet ge
kleurd, terwijl bij echten rooden wijn
eerst na een kwartier of een half uur het
water gekleurd wordt.
Een ander middel is Men legt een
schoon wit stukje spons in den wijn.
neemt het na ongeveer 3 minuten er uit
en wascht hot met bronwater terdege uit.
Vertoont het dan geen kleur moer, dan is
de wijn echt is net blauwachtig grijs of
leikleurig, dan is de wijn kunstmatig ge
kleurd.
Alleen uw naam, antwoordde hij. Maar bet zal
niet lang duren of gg hebt u zoo opgeknapt, dat ik
ij u wéér goed kan herinnaren.
Ik zette mg aan de tafel tegenover hem néér en
vertelde hem alles, wat ik reed» in het breede ver
haald heb alles omtrent Fletcher's vroomheid, de
vier voet water in het ruim, het bedrog met de rhum-
vatan en zoo al meer. Hy luisterde met groote aan
dacht, daar hij eeu levendig belaDg atelde in mijn
verhaal, vernemende welk een belsch plan deze beide
mannen gevormd hadden en welk een tragiscben
afloop de misdadige samenzwering voor my had ge
had, toen M. Fletcher mij van de steile klip naar
beneden geworpen had.
Toen ik alles verteld had, was het avondmaal ge
reed en viel ik met een duchligen eetlust aan op een
stuk pekelvleesch en andere lekkernijen, die men aan
boord aantreft, alles gelijk aan hetgeen da kok van da
Hebe schafte, alleen in meerdere mate en van een
beter soort. Blades at met mij, eo onze drank was
koude grog van brandewijn.
Deze nieuwe persoon, die zich tijdens mijne zon
derlinge omzwervingen aan my voordeed, was een
knap, lang man met blond haar en een ressigtn
baard, eu spottende, lichtblauwe oogen, dia ala kar
bonkels fonkelke.
Hij was afkomstig van de Orkney of Oreadische
eilanden, maar had niets van de ruwheid der bevol
king van deze dikwjjls door stormen getroffen plekjes
op aarde.
Wordt voortgezet