V Pol en Slant. Alles in eerlijkheid en deftigheid Niemand verwijten JVeekweek^ Nering- en Burgersbond 'tLand van Aalst en de ondervinding. Stad Aalst. Overzicht der Pers. Daags na de jaarmerkt van St-Lieven is Stant van's morgens vroeg te bean en korts na den noen komt hij toe bij Pol en KA. t Stant. Best0 vrienden, Pol en Ka- ben, den vriendelijken goeien dag Ën hoe is er meê sedert gisteren? Ka. wel heere dominus, Stant I Zijt gy daar al En hoe is 't jongen Zijt gij gisteren wel thuis ge raakt Stant.— Ha, 'k geloof 't wel, Kaken; 'k had nen asem gelijk een peerd, en ten zes uren zat ik reeds bij vrouw en kin deren 1 Ka. En ze waren kontent van u te zien zeker, Stant Stant. Zie, Kaken, eerst en vooral wel duizend keeren bedankt van wege Trien en de kinderen Maar alzoo een vreugde en alzoo een kontentement gelijk er gisteren avond in mijn huishouden hcerschte, dat en kan ik u meê geen woorden beschrijven 1 Ka. Uit oorzaak van de saucissen zeker, Stant Stant. Ja, Kaken, voor de saucis sen, en voor de trippen, en voor al die schoone St-Martens die ge mij in den zak gestoken hadt. Ka. Ha, Stant, dat doet ons pleziert D'erreme kinderen mogen ook nen keer kermis hebben en gelukkig zijn 1 Stant. Maar 't was buitengewoon, Kaken; gedurende twee uren lang en heb ben mijn kerelkes niet opgehouden van mij t'ondervragen, en als z'hoorden wat dat Pol en Kaken voor mij alles gedaan hadden en wat dat ze mij voor hen had den meegegeven, de kleine boelekes on derbroken mij gedurig om uit te roepen Oh die brave Pol en dat braaf Kaken I Ha, vader, wij zullen wel voor hen lezen! Ka. Zie, Stant, dat pakt mijn hort 1 Ha, wat is 't toch aangeuaam en deugde lijk van goed te doen en d'erreme kinde ren bijzouderlijk bij te staan 1 Stant. Ja, Kaken, g'hebtons nog neu keer te meer getroost en gelukkig gemaakt, en 'k herhaal 't hier nog in den naam van vrouw en kinderen: eeuwig en voor altijd blijven wy u dankbaar. Ka, Maar, Stant, zij gerust man 't was geern gedaan en als w'u kunnen plezier doen, ik en mynen Pol, rekent er op, w'en zullen er niet aan mankeren. Stant. Van de gelijken, Kèken, en nog eens merci; maar, Pol, wat hebben wij gisteren toch wondere dingen gezien op de jaarmerkt? Pol. Dat is de moeite weerd, he Staut; 'k ben er nu al meer als dertig geweest op de jaarmerkt van St-Lievens en 'k mag zeggen da'k er nog nooit zoo veel volk en zooveel beweging tegenge komen en ben als gisteren Stant. 'k Kan 't gelooven, Pol; want alzoo een groote merkt en alzoo een Sedrum tot tien minuten ver buiten het orp, en in cu buiteu d'huizcn, dat en kon ik mij niet voorstellen 1 Pol. 't Is waar, Stant. maar 't was toch eerste klas van weêr; droog en niet koud en nog niet te vuil; maar °t wilt er toch zijn fHoutem 1 Stant. Jaat, Pol, en al die eeuwige peerden en veulekes; 'k en wist niet dat er in g'heel 't land zooveel waren 1 Pol. 't Is waar, Stant, 't was perti- kelier van dees jaar. en ook voor de koeien, runders, kalvers, geiten, pluim gedierte en tot ezels en muilezels toe; 't was er allemaal om te meer 1 Stant. Dat is toch zeker wel de grootste jaarmerkt van g'heel 't land. Pol? Pol. 'k En ken ik toch geen meer der, Stant; maar 't land is groot man, en ver loopen en heb ik toch nooit gedaan. Stant. Als ge zulke dingen in uw gebuurte kunt zien, Pol, dan cn moet ge uievers gaan om meer te zion Pol. En al die eeuwige barakken en kramen, he Stant? Stant. Zie, Pol, daar zoudt ge dui zelig van worden: hier staat er neu tan dentrekker te roepen en te schreeuwen om te bersten, daarnevens spelen de pal jassen huu toeren, verder is 't nen lek- kerkoekkrecmer van voor tien ceuten maar en pak ze maar meé voor vijf een ten, achter u liggen do boesteringen tc braaien en te kassen voor vijf centen meè brood bij, vijf stappen verder werpen ze d'heetekoeken om op de pan, daarnevens wederom al roosten en braaien ze sau cissen, en dat allemaal te midden van een geroep en een gedruisch om oorndul te worden. Pol. 't En kan niet mis, Stant; iedereen doet zijn beste om te verkoopen en die meest kan roepen, heeft dikwijls meest volk 1 Stant. Maar daar wordt een eens- ken verlegd op dien dag, he Pol Pol. Jaat, Stant, iedereen koopt al 't een en 't ander voor thuis, en daarbij iedereen moet toch zijnen nooddruft nemen. Stant. En w'hebben daar kunnen zien ook. Pol, dat er daar sommige nog wat meer nemen als hunnen nooddruft 1 Pol. Wel, Stant, dat ia onvermyde- lijk als er zooveel volk bijeen stroomt er is daar dau ook al volk van alle soor ten, en daar by veel menschen zijn mee gesleept door den algemeenen geestdrift van de foore, en alzoo pakken ze dan ook somtijds al een glazekeu te veel. Stant. 't Is zoo, Pol; maar in 't al gemeen gesproken, ging het toch nog al wel, en 'k en heb er maar vier of vyf ge zien die nog al erg van den stokershond gebcteu waren. Pol. Ja ja, Stant, en als 't niet te ver over zyn hout en gaat, 'k kan dat nog al verdragen op zulke dagen; maar het geen beestig en wraakroepend is, Stant, aat is van voor dat geld te spelen 1 Stant. Wat is dat, Pol Dat en heb ik daar niet gezien. Pol. Hewel, Stant, 'k moet het be kennen, 'k en heb't van dees jaar ook niet gezien; maar over een twintigtal jaren zag ik daar meê merbollen in het putjen rollen voor nen frank en vijf frank en tot tien frank meê nen keer. Stant. Dat zouden ze moeten be letten, Pol, dat is tuisschen of tossen. Pol. Maar men verbiedt dat, Stant; maar de gendarmen en kunnen toch overal niet gelijk zijn Eu 'k heb daar zoo over veel jaren een arm boerken die eene koei verkocht had van twee hon derd en vijf en twintig franken zijnen lesten cent zien verspelen Stant. O die sukkelaar 1 O die dwa zerik 1 En ziet g'hem dan alzoo naar huis keeren, Pol, bij vrouw en kinderen 1 Pol. Ja ja, Stant, bij vrouw en kin deren die er misschien zaten naar te wachten om er kost en kleederen meê to koopen Stant. 't Is wreed, Pol, 't spel en de dronkenschap zyn twee oorzaken van veel miseries Pol. Ja, Stant, 't is dan dikwijls aan 't haar te trekken als 't te laat is. Philip- pes Mantjen zaliger vroeg tien frank aau zyn meester om naar de jaarmerkt nen lijfrok en een onderbroek te gaan koopen en Mantjen geraakte in den drank, en als 't drij weken naardien steenen uit d'eerde vroos, moest do sukkeleer zijn beenen overbinden meê hooi en strooi of hij moest vergaan van koü. Stant. Zie, Pol, daar zijn voorbeel den af zonder einde, en nen dronkaard en nen geldspeler zijn droeve sehepsels Pol. Op 't gemak aan en treffelijk dat duurt laDgst, Slant; maar a propos, weet gij al dat de minister van oorlog zijn ontslag gegeven heeft? Stant. Ja, zijn dimissie, niet waar Pol? Pol. Ja, Stant, kozzen Tist heeft mij het vau dezen morgend in de gazet voorgelezen 't was nen braven en nen goeien minister, maar hij was voor 't al leman soldaat, «n ons katholiek goever- nement en ons katholieke presentanten en hebben dat niet gewild, en do minister is er van onder getrokken. Stant. 't Is spijtig, Pol, als 't nen braven en nen treffelijken man was; maar 'k en kan er niet van zeggen, nen minister en mag toch tegen den wil van 't volk niet opgaan, en als by van gedacht niet en wilde veranderen, was 't best voor hem van op te trekken. Pol. 't is ook mijn gedacht, Stant; en hebt g'al hoeren zeggen, Stant, dat de valsche kliek van scheurmakers hier overal onder 't volk hebben uitgebeld dat er gingen lasten gelegd worden op de bloemekesmakers, corsetmaaksters, enz. Stant. Maar zwijgt daar af, Pol; 'k heb dat verleden zondag gelezen in den Dmderbodemaar daar stond daar, verdjalingen, een gepeperd antwoorde- ken bij 1 Pol. 'k Heb 't ook booren lezen, Stanten ik vind dat 't nog veel te flauw was 't geen ze daar over die ruziestokers en volksbedriegers zegden want waren 't geen helsche deugnieten, z'en zouden zulke valsche en lcelijke streken niet durven uitsteken Stant. Maar, Pol, hunnen numero is gekend van iedereen; die smeerige ka- naillcstreek van 't wijf overtreft alle boos heid en deugenieterij en die dat durft uitvinden, durft alles en is alle schaamte vrij 1 Pol. 't Is waar, Stant; maar laat ze maar doen eerlijk en treffelijk duurt langst en valschheid en bedrog moeten den grond in 1 Stant. Zoo is 't Pol; en nu, goei vrienden, Pol en Kaken, tot later, en nog eens hertelijken dank van mij en van g'heel 't huishouden 1 Pol en Ka. Ja, Staut, en de goei kontinuatie Onze socisialist van Chipka kon digt de algemcene vergadering van den Landbouwersbond van Gent aan en voegt er de volgende bemerking bij Men wekt de landbouwers op vrij en vrank te spreken... Doch is het daar mogelijk Als men omringd is van groote grondeige naars, eélman en anderen... Er zijn brave goedhortige grondeigenaars, ja; doch g'hebt er ook sture, onbermhertige, die geen rede willen verstaan. Een dier grondeigenaars zegde over twee jaar «Als de boeren arm zijn, 'tis hun schuld.» De menschen moeten in volle vrijheid kunnen spreken, a Die taal is weerdig van Vooruit. Niets dat deugt in d'oogeu van onzen socisia list, buiteu de woelige opmakersverga deringen der schijnheilige a redders van den boerenstand. Do Landbouwers- bond van Gent is eene deftige vooruit strevende inrichting, met de goedkeuring en het behulp van zijne hoogweerdigheid den Bisschop en van edelmoedige Pries ters en eente katholieke volksvrienden gesticht. Zij heeft veel, zeer veel, to weeg gebracht en doet geen ijdele belof ten, paait hare leden niet met woorden, maar werkt met wijsheid en krachtda digheid voor 't welzijn der buitenlieden. Zoodra onze volksfoppers hunne val sche beloften, hunne opmakerij, huunen oneerlijken klassenstrijd zullen staken en wijze maatregelen voorstellen, met voor uitzicht beraamd en bestudeerd, zullen wij ze goedkeuren. Maar helaas 1 Even als hunne bondgenoten de socialisten be staan zij enkel om misnoegdheid, twee dracht, afjonst te zaaien. Met opstokerij, bedriegelyke schrikbeelden, heimelyke uitvallen tegen alles wat bestaat... daar- meè houden zij hun rampzalig kraam nog wat recht. De echte en welgemeende volksvrienden uitmaken en hunne edele pogingen dwarsboomen, dit is hun werk Tegen wil en dank van de Geestelijke Overheid, tegen de Pastoors der parochie op, eene gausche gemeente in rep en roer stellen, als de gemoederen allen rustig zijn, acht dagen na eene zending, zooals het te Nieuwerkerken zondag ge beurd is... dat is eerlijk en deftig voor de christene dommekraten. Achter zulke vergaderingen mag er eens gezongen worden De boeren ziju gered, de granen slaan op, de pachten slaan af cn de kafé ook iedereen krijgt pensioen op zestig jarigen ouderdom en te naaste jaar verdeeleu ze den eigendom dat elk iets heeft. Geen wonder dat de gefopte boerkens naar huis trekken al ziugon. De landbou- jHRBni Xv wersdieeen ze- ker getal mclk- beesten op stal hebben, weten wel dat het vroegtijdig kalfafwerpen, hier te lande, gewoonlijk verschieten n genoemd, soms in éénen en denzelfden stal verscheidene slachtoffers maakt of van d'een koe aan d'ander voortzet. Daar waar't, dees jaar, zou voorval len, steekt men het maar moedwillig op - het oorringen. Zoo vernam ik deze week dat er stellig op Lede niet min dan tien koeien verschoten waren van het oorringen, en toen ik, ernstig en vol achterdenken,mij te Lede aan de bevoegde overheid bevroeg over de echtheid van dit bericht, vernam ik dat er nog geen enkel dier oorringen in had 1 Maar laten wij dit punt onverlet het zal koelen zonder blazen Laat ons dus aanstippsn dat de ge duchte kwaal van het verschieten van betrapelijken aard is. De Landbode heeft dit verleden jaar in een lang artikel be wezen. Nu heeft, volgens Norsk Landsmans blad,de beroemde leeraar Bang der Land bouwhogeschool van Copenhague de bacterie of microob ontdekt die de kwaal veroorzaakt en er de cultuur van begon nen. Dat deze ontdekking van groot ge wicht is op wetenshappolijk gebied is on betwistbaar: Immers even als voor a«- dere betrapelijke ziekten, zal do weten schap de proeven volgens de methode van Pasteur toepassen, én 't en ware niet te verwonderen vonde men in do teelt deze bacillen een hulpmiddel om de plaag te bestrijden. Doctor Bang heeft zijne gewichtige ont dekking in algemeene vergadering van de Deensche veeartsen bekend gemaakt. De misnoegdheid over het veemerken valt overal waar de toepassing ervan go- daan is. De merkers hebben wijze voor schriften van 't ministerie ontvangen.Men merke in den stal Laat iemand de koe vasthouden die het dier dagelijks nadert: Terwijl bij het dier vleidt en zacht, streelt, zal de merker van achter zijnen rug de bewerking doen, zonder dat het beest er eenig gevoel of zeer van hebbe. Het is nooit aan te prijzen de dieren buiten stal te oorringen of in de neusgaten vast te houden. Geweld moet er niet gebruikt worden. Koeien die bij het kalf zijn late men staan tot den naasten keer. Is er eenig erg gevolg bij het merken; doe uwen inkeu een veearts zal het komen bostatigen en de Staat zal u vergoeden. Overal waar de voordeelen eens uiteen gedaan zijn, vallen al do dwaze geruchten tegen dien uitmuntenden maatregel in duigen. Onze laudbouwers zijn lichtge- loovig aan opmakerspraat maar 't gezond boerenverstand komt toch boven. KATHOLIEKE VAN AELST. Buitengewone algemeene vergadering. De Leden worden dringend verzocht de buitengewone belangrijke vergadering bij te wonen, op Zondag 15 November 1896, om 4 V£ uren stipt namiddag, in den kring L'Union, Groote Markt. Dagorde 1.Aanspraak door den heer De Naeyer, Onder-Voorzitter. 2. Aanspraak door den heer Van Oye, Beide Leden van den Provincieraad van Oost-Vlaanderen. 3. Aanspraak door den heer Van der Cruyssen, Bestuurlid van den Katholie ken Burgerskring te Gent. 4. Leurderij. 5. Petitie aan de Kamer van Volksver tegenwoordigers Lezing en onderteeke- aing. 6. Lezing en goedkeuring der antwoor den op den brief van den heer Minister Nyssens. Als gramschap stijgt, zorg dat gij zwijgt. Het waren twee vrienden van kinds been af. Nooit was tusschen hen het min ste geschil ontstaan. Beiden dienden in het leger, en lagen in garnizoen te Bancand in Frankrijk. Dezer dagen kwamen zy in een slecht gezelschap, en keerden dronken naar huis. Voor de eerste maal van hun leven kregen zij twist. De degens werden getrokken. Een der vechters werd aan het hart getroffen. Hij viel als een hout ten gronde, en was dood. Twee nieuwe slachtoffers van de slechte gezelschappen en van den drank Alle middels zijn goed, denken «te schrijvers van 'tLand als het maar op aankomt zijne tegenstrevers te treffen. In het merken der koeibcesten hopen zij nu wederom een middeltje gevonden te hebben om de landbouwers tegen het ministerie en bijzonderlijk tegen M. De Bruyn op te hitsen. Of hetgeen zij schrijven waar is of niet daarmeê bekommeren zij zich maar bitter weinig. Met de uitslagen der ondervin ding springen zij deerlijk om en houden er volstrekt geen rekening van voor zoo veel men denken mag dat zij op de hoogto zijn eu weten wat zij beknibbelen. Het Land van Aelst heeft zoo een perel geschreven dat weerdig is van Jef Cas- teleyn en dat men alleen zou mogen vin den in den koker van Prudhomme. Maar, schrijft genoemd blad, ten eersten een koe is nog al eigen, ze leeft daar zoo eenzaam als ne kluizenaar en kan verschrikken als die staatsmaus in komen ten tweeden, dat branden of snijden in het oor Ten derden ge rucht en gerammel van die oorringen en die dekoratiënWie zegt dus dat die koebeest niet zal verschrikken, buiten haren pas komen, de melk weigeren, melankoliek worden, haren appetijt ver liezen, misschien ook al ziek worden door 't een of ander ongeval.... Zoo zeevert M. Pier zonder eens te denken wat al kemels hij daar schiet. Het merken der koebeesten, beweert dus 't Land zal den ondergang zijn van onzen veestapel I Wat zegt nu de ondervinding? Merk wel, Lozer, dat dq maatregel die de heer minister wil doen toepassen in het algemeen reeds in voege is in bijzon dere maatschappijen, in vreemde landen die voor doel hebben de kweek van hun vee te bevorderen. Het merken van het vee bestaat in Zwitserland en in Engeland, in de maat schappijen gesticht om de plaatselijke rassen te verbeteren. Indien nu de gevolgen zoo nadeelig waren lijk de schrijver van t Land B het beweert dan zou het merken van het vee reeds laug daargelaten geweest zijn. In zekere provinciën van ons land wor den bij toepassing van de provinciale verordeningeu de beesten gemerkt die den prijs behaald hebben. Heeft men klachten hooren opgaan In geoneu deele. De ervaring heeft dus gesproken luider ook dan al de gazetten die in don maat regel een middel hebben gezien om den heer miuister onaangenaamheden op den hals te halen. Proper werk weerdig van Dender- monde's toekomstigen groenen kandi daat Zitting des Gemeenteraads van 9 November 1896. Voorzitterschap van M. Gheeraerdts, Burgemeester. M. Anné Pieter vraagt het woord om eene interpellatie te doen over de kiezin gen. M. De Burgemeester. Over wat M. Anné. Over de gemeentekiezin- gen. M.de Burgemeester.Over de gemeen- tekiezingen M. Anné. Ja over de gemeente- kiezingen van over jaar 1895. (Algemeen gelach). M. de Burgemeester. M. Anué, gij hebt het woord. M. Anué leest een schrift opgesteld waarschijnlijk in het lokaal der liberale associatie. Een gemeentebestuur, zegt hij, moet het vertrouwen bezitten der bevolking daarom moet het in eene rechtzinnige kiezing de meerderheid der stemmen bekomen hebben. M. Bethuue. En hot is een gekozene die zelf de meerderheid niet heeft bereikt die ons dit komt t« zeggen 1 (Gelach). M. Anné. Ik heb het woord, straks zal hot uwe beurt ziin. De kiezing van 17 november is bevlekt door drukkingen omkooperij. Het Beroepshof van Geut heeft 11 personen veroordeeld wegens kiesomkooperij. De Bestendige Deputatie die de kiezing heeft goedgekeurd, heeft partijdig gehandeld iu het onderzoek eu in hare beslissing. M. de Burgemeester en verscheideue leden der rechterzijde. Wat zegt gij daar M. Anné bleek en bevend als een riet. Ik zeg dat de Bestendige Deputatie onpartijdig heeft gehandeld. M. de Burgemeester en geheel de rechterzijde. Dat is onwaar 1 Gij hebt gezegd partijdig. M. de Burgemeester. Ik verbied u op dezen toon voort te gaan indien gij nog personen durft lasteren, die hier niet zijnde, zich niet kunnen verdedigen, zal ik u het woord ontnemen. Eene stem rechts. Laat de jongen maar voortgaan hij wordt er voor betaald M. Anné. Het Beroepshof heeft de beslissing van de Bestendige Deputatio te niet gebracht (Gelach). Eene verplaat sing van 40 stemmen zou de samenstel ling van den gemeenteraad veranderd hebben. Indien de gemeenteraad eerbied heeft voor zich zeiven, moet hij aftreden en zich aan eene nieuwe kiezing onder werpen. M. Bethuoe, Wat komt gij hier nog vertellen, gij die hier nog slechts 6 maan den te zetelen hebt 1 M. Anné. Heeren katholieke Raads leden, gij zit hier zonder recht I Het Beroepshof van Gent zegt u Gaat heen 1 Eene stem rechts. En wij trekken er van door (Gelach). M. Anné. De kiezers en de justicie bevelen het u. (Algemeen gelach.) M. de Burgemeester. Mijnheeren, ik ben ten uiterste verwonderd dat eene partij die zich als ernstig wil doen door gaan, met zooveel verwaandheid durft lawijt maken over feiten zoodanig belachelijk eu zoodanig onbeduidend, dat de justicie zelfs geaarzeld heeft ze als strafbaar te beschouwen en eindelijk het minimum der boete heeft uitgesproken 1 Geen enkele liberale gazet, noch van de -stad, noch van buiten, heeft het beloop der veroordeeling, noch den aard der feiten durven bepaleu M. Anné lastert wanneer hij zegt dat 11 personen voor kiesomkooperij zijn veroordeeld geworden De kiesom kooperij wordt door het Assisenhof gevon- nisd en niet door de correctioneele Rechtbank. Het openbaarministerie zelf heeft verklaard dat de waardigheid en de deftigheid der betichten ongeschonden bleef dat er enkeliik spraak was van feiten die ten allen tijde geoorloofd zijn geweest, maar welke do nieuwe wet ver biedt zonder er nogthans de minste min achting aan te hechten. Op 140 betichten ziju er slechts 11 veroordeeld voorwaar delijk tot het minimum der boete, na een lang en zorgvuldig onderzoek dat veel geld aan het Gouvernement gekost heeft, en daarom jubelt en zegeviert de liberale partij Zij is met weinig te vrede, maar, wel is waar, zij is aan niet veel gewoon 1 (Gelach). Er is omkooperij gebeurd, ja 1 maar door de liberale partij die het op eene breede schaal heeft gepleegd. M. Bruyndonckx. Er is niets be wezen. Verscheidene stemmen rechts. Het is van iedoreen gekend. Men roept links en rechts oumogelijk van iets te onderscheiden. M. do Burgemeester, Gelukkiglijk voor de liberale partij, heeft de catho- lieke partij geen 1000 franken beloofd aan dengenen die het eerste feit ten laste der liberalen zou uitgebracht hebben 1 (Toejuichingen rechts en onder het pu bliek handgeklap) Uit dien belache- lijken veldtocht van laster en leugens, komt de catholieke partij trotsch en zege vierend uit we zijn gekozen door meer dan 3500 stemmen, en het is de partij niet die er slechts 2000 heeft bijeengekregen dank zij leugens en alle lage listen, die mag zeggen dat wij het vertrouwen der kiezers niet bezitten 1 Of zijn het misschien die 40 kiezers die zich, volgens u, hebben laten om- koopen voor een glas uitzet, die aau den Gemeenteraad zijno waardigheid en zijn gazag, moeten teruggeven. (Toejuich.) Indien er uit dien veldtocht, inge blazen door het spijt cn de razornij, ver minderd en onteerd uitkomen 't zijn de liberale partij en hare natuurlijke zuster de daenspartij zij hebben alom willen doen geloven dat de catholieken de stem men der liberalen en daensistcn met drank gekocht hebben welnu zulks be vestigen is bekennen dat beide partijen eene lage kieskudde uitmaken die zich laten verleiden door het eerste glas bier dat men voor hen betalen wil. Een stem rechts. En door een ein deken saucis (Langdurige toejuiching.) M Van de Velde vraagt het woord. Mijnheeren, 't ia waarlijk ongehoord dat hier durft opstaan als beleediger der meerderheid, een persoon die de preten tie heeft iu den Raad het werkvolk te ver tegenwoordigen en die het werkvolk gaat verraden Ja, verrader van het werkvolk dat zijt gij M. Anné! (Protestatien van M. Anné; geroep en geschreeuw recht en links). M. Van de Velde. Luistert, heeren van den Gemeenteraad, over eenigo da gen waart gij hier vereenigd en besliste gij de noodige pogingen te doen tot de afschaffing van het morgendwerk M. Anné na eerst tegen gesproken te hebben stemde mede, eu daags nadien was M. Anné tegenwoordig in eene liberale ver gadering alwaar er beslist werd de edele pogingen van den Gemeenteraad tegen te werken, en waar M. Anné aan de libe rale nii veraars dezen hunner werklieden die zich met deze zaak bekommeren, ken baar maakte (Toejuiching'enin het pu bliek waar zich slachtoffers van M. Anné bevinden). M. Anné. Dat is valsch, dat is laster. Noem personen M. Van de Velde. Ik zal mij daar van wachten. Gij zoudt nog meer brood- rooveryen pleegen. Maar, ik heb de bewij zen iu handen het was noodig dat uw gedrag in deze vergadering bekend ge maakt eu geschandvlekt wierd. Gelukkig- lijk zal het Aalstersche werkvolk biuneu kort van zulke verdedigers verlost zijn. M. de Burgemeester verklaart het in cident gesloten en zegt dat er tot de dag orde zal overgegaan worden. M. Arys vraagt het woord om eene an dere interpellatie te doen; M. de Burge meester, zegt hij, heeft het verleend aanM. Anné; ik verhoop dat mij dezelfde gunst zal toegestaan worden. M. de Burgemeester. M. Arys gij hebt het woord, maar wees kortbondig. M. Arys. Wij hebben reeds iu ver scheidene dagbladen der stad gelezen dat twee onzer collegas den Gemeente raad moeten verlaten daarover komt men ons, loden des Raads, ondervragen om te weten wat er is van dat ge rucht; ik ben verplicht te antwoorden dat.ik met niets bekend ben; dat is, men moet het bekennen eene zonderlinge houding voor een Gemeenteraadslid; ik veroorloof mij dus te vragen aan het Schepencollege of het waar is wat de dag bladen schrijven in het bevestigend ge val moet ik mijne verwondering uitdruk ken dat daarvan nog geene mededeeling is gegeven aan den Gemeenteraad. M. de Burgemeester. Het is inder daad echt dat twee onzer collegas moe ten aftreden. Daarover is zelf van hooger hand eene advies in gekomen; ik verzoek den heer Secretaris en er lezing van te geven. De Secretaris gaat iu de bureelen van het Bestuur dit stuk opzoeken, hij komt weldra terug drager van het vounis der twee ongelukkige slachtoffers. Dit stuk is in het fransch opgesteldde Secre taris vertaalt het al lezende. M. de Burgemeester. Gij hoort hot, mijnheeren, uit dit stuk blijkt er dat MM. Anné en Bruyndonckx den 31 Mei aan staande den Gemeenteraad moeten ver laten; het Beroepshof van Gent heeft ge oordeeld dat zij nooit patroon of werk man geweest zyn zij zitten dus zonder recht in den Gemeenteraad, krachtens twee arresten van het Beroepshof. M. Anné. Alsdan zal bet pak van uw hart zijn. M. Bruyndonck. Ik moet eene be wering van den heer Burgemeester her stellen ik beu door het Beroepshof van Gent van de lijsten afgeschrabt, niet om dat ik geen patroon zou geweest zijn, maar enkelijk omdat ik niet bewezen heb dat ik Belg ben, 30 jaren oud ben, enz. (Algemeen gelach). M. Bethune. Dat is nog erger M. Geeroms. Zijt gij dan een Hol lander of een Pruis Als gij geen Belg zijt wat komt gij hier doen M. Bruyndonckx (verwaard). Geen Belg zijn Zij weten wel dat ik van Erern- bodegom niet ben. Dat is* eene vergetel heid geweest van de advocaten, (Men barst in lachen uit in den Raad en onder het publiek). M>Arys bedankt M de Burgemeester over de inlichtingen die hij komt te geven nu zijn wij, zegt hij, op de hoogte der zaak. Dr. Bauwens. Mijnheeren, het is waarlijk ongehoord dat heden nog ic eenen Vlaamschen Gemeenteraad stuk ken voortgebracht worden die in de Fransche taal zijn opgesteld en welke men verplicht is in het Vlaamsch over te zetten 1 Daar moet een einde aan komen. In naam derVlaamsche bevolking verzoek ik M. den Burgemeester en geheel het Schepenen-college daarover te schrijven aan wien het behoor^. M. de Burgemeester. Er zal aan uw verzoek voldaan worden. Wij gaan over tot de dagorde.... M. Eeman. M. de Burgemeester, ik verlang nog een laatste woord te zeggen Ik denk de tolk te zijn mijner collegas, met mijn spijt uit te drukken over het afscheid van twee collegas met dewelke wij altijd de beste betrekkingen hebben gehad. (Gelach). Ik stel voor den titel van vaarwel aan deze Heeren, niet een vaantje aan te bie den, maar wel eenen Sinte-Marten te koopen vermits het feest van den Aalster- sclien patroon aanstaande is. (Iedereen lacht luidruchtig de Raadsleden de champetters, Jef de karaerbode, het pu bliek, enz. enz.,'t is een oprecht blijspel.) M. Bruyndonckx. Wij kunnen uwen S' Marten missen. M. Anné. Het vat geeft uit wat het in heeft. M. de- Bufgemeester met ongeduld MM. Wij gaan over tot de dagorde Aanneming van scholen De twee scholen van M. Camiel Liénart worden met eenparigheid van stemmen aangeno men. De Gemeenteraad brengt hulde aan de liefdadigheid van den stichter dezer scholen. Daarna wordt de stadsbegrooting voor 1897 zonder lange bespreking aangeno men, na verslag van M.Bethune, Schepen van financiën. Men treedt daarna in ge heime zitting. BEMERKINGEN. M. Anné heeft verklaard dat 11 perso nen door het Beroepshof van Gent zijn veroordeeld geworden wegens kiesomkoo perij. Dat is nog al erg gezegd indien wij niet falen noemt art. 443 van het boetstraffelijk wetboek zulke taal laster. Die 11 personen zouden het soms wel kwalijk kunnen nemen en papier met leeuwkens doen zwart maken. Waarlijk M. Anné heeft zich onder scheidon; wij wedden dat hy daarom van de liberale associatie een buitengewoon schoonvaantjo zal bekomen hebben. Medeburgers, gij, die het buitengewoon kansje hebt gehad de laatste zitting van onzen Stedelijken Raad te kunnen bij wonen oordeelt eens hoe de vreemde li berale radikale gazetten ze afschetsen Indépendance beige.— In den Ge meenteraad van Aalst. Hevige in- cidenten deden zich voor in den loop der laatste zitting des Gemeenteraads van Aalst. M. Anné, liberaal raadslid, heeft de meerderheid geïnterpelleerd over het - kiesbedrog van Aalst en heeft haar uit- genoodigd haar ontslag te geven. - M. Anné werd door zijne nrienden geestdriftig toegejuicht. La Réforme. Het nieuws dat La Réforme de eerste heeft aangekon- digd, betrekkelijk het fameuskiesproces van Aalst, is het voorwerp geweest eener interpellatie, gedaan in zitting des gemeenteraad van gister, door M. - Anné, onzen symphatischen gerneen- teraadsheer. Nooit zou men het willen gelooven hebben, zegde hij, dat eene partij zoo laag kunne vallen tot het punt van te moeten bekennen, na zoo vele protesta- tién, dat hare vertegenwoordigers in de Raad. hunne verkiezing slechts aan drukking, kiesbedrog en andere niet min vernederende knoeierijen verschul- digd zijn. Indien gij eene zedelijke waardigheid bezit, zult ge uw ontslag geven. «Het talrijk publiek dat de zitting bijwoonde, heeft onzen heldhaftigen - raadsheer geestdriftig toegejuicht. Wat de clerikalen betreft, ze spraken geen - woord tegen, en M. Gheeraerdts, burge- meester, bevredigde zich met het inci- den', gesloten te verklaren. Zoo schrijven de correspondenten deze? liberale radikale bladen de geschiedenis. Maar ook wat is er van die liberale scri benten anders te verwachten dan logen- taal en bedrog; liegen en bedriegen is bij hen eene verouderde gewoonte geworden. 'JL\e> notariëele Annoncen op de <£de Bladzijde.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1896 | | pagina 2