V
Pol en Slant.
Alles in eerlijkheid en
deftigheid
Niemand verwijten
JVeekweek^
Nering- en Burgersbond
'tLand van Aalst
en de ondervinding.
Stad Aalst.
Overzicht der Pers.
Daags na de jaarmerkt van
St-Lieven is Stant van's morgens
vroeg te bean en korts na den noen
komt hij toe bij Pol en KA.
t Stant. Best0
vrienden, Pol en Ka-
ben, den vriendelijken
goeien dag Ën hoe is
er meê sedert gisteren?
Ka. wel heere
dominus, Stant I Zijt
gy daar al En hoe
is 't jongen Zijt gij
gisteren wel thuis ge
raakt
Stant.— Ha, 'k geloof 't wel, Kaken;
'k had nen asem gelijk een peerd, en ten
zes uren zat ik reeds bij vrouw en kin
deren 1
Ka. En ze waren kontent van u te
zien zeker, Stant
Stant. Zie, Kaken, eerst en vooral
wel duizend keeren bedankt van wege
Trien en de kinderen Maar alzoo een
vreugde en alzoo een kontentement gelijk
er gisteren avond in mijn huishouden
hcerschte, dat en kan ik u meê geen
woorden beschrijven 1
Ka. Uit oorzaak van de saucissen
zeker, Stant
Stant. Ja, Kaken, voor de saucis
sen, en voor de trippen, en voor al die
schoone St-Martens die ge mij in den zak
gestoken hadt.
Ka. Ha, Stant, dat doet ons pleziert
D'erreme kinderen mogen ook nen keer
kermis hebben en gelukkig zijn 1
Stant. Maar 't was buitengewoon,
Kaken; gedurende twee uren lang en heb
ben mijn kerelkes niet opgehouden van
mij t'ondervragen, en als z'hoorden wat
dat Pol en Kaken voor mij alles gedaan
hadden en wat dat ze mij voor hen had
den meegegeven, de kleine boelekes on
derbroken mij gedurig om uit te roepen
Oh die brave Pol en dat braaf Kaken I
Ha, vader, wij zullen wel voor hen lezen!
Ka. Zie, Stant, dat pakt mijn hort 1
Ha, wat is 't toch aangeuaam en deugde
lijk van goed te doen en d'erreme kinde
ren bijzouderlijk bij te staan 1
Stant. Ja, Kaken, g'hebtons nog
neu keer te meer getroost en gelukkig
gemaakt, en 'k herhaal 't hier nog in den
naam van vrouw en kinderen: eeuwig en
voor altijd blijven wy u dankbaar.
Ka, Maar, Stant, zij gerust man
't was geern gedaan en als w'u kunnen
plezier doen, ik en mynen Pol, rekent er
op, w'en zullen er niet aan mankeren.
Stant. Van de gelijken, Kèken, en
nog eens merci; maar, Pol, wat hebben
wij gisteren toch wondere dingen gezien
op de jaarmerkt?
Pol. Dat is de moeite weerd, he
Staut; 'k ben er nu al meer als dertig
geweest op de jaarmerkt van St-Lievens
en 'k mag zeggen da'k er nog nooit zoo
veel volk en zooveel beweging tegenge
komen en ben als gisteren
Stant. 'k Kan 't gelooven, Pol;
want alzoo een groote merkt en alzoo een
Sedrum tot tien minuten ver buiten het
orp, en in cu buiteu d'huizcn, dat en
kon ik mij niet voorstellen 1
Pol. 't Is waar, Stant. maar 't was
toch eerste klas van weêr; droog en niet
koud en nog niet te vuil; maar °t wilt er
toch zijn fHoutem 1
Stant. Jaat, Pol, en al die eeuwige
peerden en veulekes; 'k en wist niet dat
er in g'heel 't land zooveel waren 1
Pol. 't Is waar, Stant, 't was perti-
kelier van dees jaar. en ook voor de
koeien, runders, kalvers, geiten, pluim
gedierte en tot ezels en muilezels toe;
't was er allemaal om te meer 1
Stant. Dat is toch zeker wel de
grootste jaarmerkt van g'heel 't land.
Pol?
Pol. 'k En ken ik toch geen meer
der, Stant; maar 't land is groot man, en
ver loopen en heb ik toch nooit gedaan.
Stant. Als ge zulke dingen in uw
gebuurte kunt zien, Pol, dan cn moet ge
uievers gaan om meer te zion
Pol. En al die eeuwige barakken en
kramen, he Stant?
Stant. Zie, Pol, daar zoudt ge dui
zelig van worden: hier staat er neu tan
dentrekker te roepen en te schreeuwen
om te bersten, daarnevens spelen de pal
jassen huu toeren, verder is 't nen lek-
kerkoekkrecmer van voor tien ceuten
maar en pak ze maar meé voor vijf een
ten, achter u liggen do boesteringen tc
braaien en te kassen voor vijf centen meè
brood bij, vijf stappen verder werpen ze
d'heetekoeken om op de pan, daarnevens
wederom al roosten en braaien ze sau
cissen, en dat allemaal te midden van
een geroep en een gedruisch om oorndul
te worden.
Pol. 't En kan niet mis, Stant;
iedereen doet zijn beste om te verkoopen
en die meest kan roepen, heeft dikwijls
meest volk 1
Stant. Maar daar wordt een eens-
ken verlegd op dien dag, he Pol
Pol. Jaat, Stant, iedereen koopt al
't een en 't ander voor thuis, en daarbij
iedereen moet toch zijnen nooddruft
nemen.
Stant. En w'hebben daar kunnen
zien ook. Pol, dat er daar sommige nog
wat meer nemen als hunnen nooddruft 1
Pol. Wel, Stant, dat ia onvermyde-
lijk als er zooveel volk bijeen stroomt
er is daar dau ook al volk van alle soor
ten, en daar by veel menschen zijn mee
gesleept door den algemeenen geestdrift
van de foore, en alzoo pakken ze dan ook
somtijds al een glazekeu te veel.
Stant. 't Is zoo, Pol; maar in 't al
gemeen gesproken, ging het toch nog al
wel, en 'k en heb er maar vier of vyf ge
zien die nog al erg van den stokershond
gebcteu waren.
Pol. Ja ja, Stant, en als 't niet te
ver over zyn hout en gaat, 'k kan dat nog
al verdragen op zulke dagen; maar het
geen beestig en wraakroepend is, Stant,
aat is van voor dat geld te spelen 1
Stant. Wat is dat, Pol Dat en
heb ik daar niet gezien.
Pol. Hewel, Stant, 'k moet het be
kennen, 'k en heb't van dees jaar ook
niet gezien; maar over een twintigtal
jaren zag ik daar meê merbollen in het
putjen rollen voor nen frank en vijf frank
en tot tien frank meê nen keer.
Stant. Dat zouden ze moeten be
letten, Pol, dat is tuisschen of tossen.
Pol. Maar men verbiedt dat, Stant;
maar de gendarmen en kunnen toch
overal niet gelijk zijn Eu 'k heb daar
zoo over veel jaren een arm boerken die
eene koei verkocht had van twee hon
derd en vijf en twintig franken zijnen
lesten cent zien verspelen
Stant. O die sukkelaar 1 O die dwa
zerik 1 En ziet g'hem dan alzoo naar huis
keeren, Pol, bij vrouw en kinderen 1
Pol. Ja ja, Stant, bij vrouw en kin
deren die er misschien zaten naar te
wachten om er kost en kleederen meê to
koopen
Stant. 't Is wreed, Pol, 't spel en
de dronkenschap zyn twee oorzaken van
veel miseries
Pol. Ja, Stant, 't is dan dikwijls aan
't haar te trekken als 't te laat is. Philip-
pes Mantjen zaliger vroeg tien frank aau
zyn meester om naar de jaarmerkt nen
lijfrok en een onderbroek te gaan koopen
en Mantjen geraakte in den drank, en als
't drij weken naardien steenen uit d'eerde
vroos, moest do sukkeleer zijn beenen
overbinden meê hooi en strooi of hij
moest vergaan van koü.
Stant. Zie, Pol, daar zijn voorbeel
den af zonder einde, en nen dronkaard
en nen geldspeler zijn droeve sehepsels
Pol. Op 't gemak aan en treffelijk
dat duurt laDgst, Slant; maar a propos,
weet gij al dat de minister van oorlog
zijn ontslag gegeven heeft?
Stant. Ja, zijn dimissie, niet waar
Pol?
Pol. Ja, Stant, kozzen Tist heeft
mij het vau dezen morgend in de gazet
voorgelezen 't was nen braven en nen
goeien minister, maar hij was voor 't al
leman soldaat, «n ons katholiek goever-
nement en ons katholieke presentanten
en hebben dat niet gewild, en do minister
is er van onder getrokken.
Stant. 't Is spijtig, Pol, als 't nen
braven en nen treffelijken man was; maar
'k en kan er niet van zeggen, nen minister
en mag toch tegen den wil van 't volk
niet opgaan, en als by van gedacht niet
en wilde veranderen, was 't best voor
hem van op te trekken.
Pol. 't is ook mijn gedacht, Stant;
en hebt g'al hoeren zeggen, Stant, dat de
valsche kliek van scheurmakers hier
overal onder 't volk hebben uitgebeld dat
er gingen lasten gelegd worden op de
bloemekesmakers, corsetmaaksters, enz.
Stant. Maar zwijgt daar af, Pol;
'k heb dat verleden zondag gelezen in
den Dmderbodemaar daar stond daar,
verdjalingen, een gepeperd antwoorde-
ken bij 1
Pol. 'k Heb 't ook booren lezen,
Stanten ik vind dat 't nog veel te flauw
was 't geen ze daar over die ruziestokers
en volksbedriegers zegden want waren
't geen helsche deugnieten, z'en zouden
zulke valsche en lcelijke streken niet
durven uitsteken
Stant. Maar, Pol, hunnen numero
is gekend van iedereen; die smeerige ka-
naillcstreek van 't wijf overtreft alle boos
heid en deugenieterij en die dat durft
uitvinden, durft alles en is alle schaamte
vrij 1
Pol. 't Is waar, Stant; maar laat ze
maar doen eerlijk en treffelijk duurt
langst en valschheid en bedrog moeten
den grond in 1
Stant. Zoo is 't Pol; en nu, goei
vrienden, Pol en Kaken, tot later, en nog
eens hertelijken dank van mij en van
g'heel 't huishouden 1
Pol en Ka. Ja, Staut, en de goei
kontinuatie
Onze socisialist van Chipka kon
digt de algemcene vergadering van den
Landbouwersbond van Gent aan en voegt
er de volgende bemerking bij Men
wekt de landbouwers op vrij en vrank te
spreken... Doch is het daar mogelijk
Als men omringd is van groote grondeige
naars, eélman en anderen... Er zijn brave
goedhortige grondeigenaars, ja; doch
g'hebt er ook sture, onbermhertige, die
geen rede willen verstaan. Een dier
grondeigenaars zegde over twee jaar
«Als de boeren arm zijn, 'tis hun schuld.»
De menschen moeten in volle vrijheid
kunnen spreken, a
Die taal is weerdig van Vooruit. Niets
dat deugt in d'oogeu van onzen socisia
list, buiteu de woelige opmakersverga
deringen der schijnheilige a redders
van den boerenstand. Do Landbouwers-
bond van Gent is eene deftige vooruit
strevende inrichting, met de goedkeuring
en het behulp van zijne hoogweerdigheid
den Bisschop en van edelmoedige Pries
ters en eente katholieke volksvrienden
gesticht. Zij heeft veel, zeer veel, to
weeg gebracht en doet geen ijdele belof
ten, paait hare leden niet met woorden,
maar werkt met wijsheid en krachtda
digheid voor 't welzijn der buitenlieden.
Zoodra onze volksfoppers hunne val
sche beloften, hunne opmakerij, huunen
oneerlijken klassenstrijd zullen staken en
wijze maatregelen voorstellen, met voor
uitzicht beraamd en bestudeerd, zullen
wij ze goedkeuren. Maar helaas 1 Even
als hunne bondgenoten de socialisten be
staan zij enkel om misnoegdheid, twee
dracht, afjonst te zaaien. Met opstokerij,
bedriegelyke schrikbeelden, heimelyke
uitvallen tegen alles wat bestaat... daar-
meè houden zij hun rampzalig kraam nog
wat recht. De echte en welgemeende
volksvrienden uitmaken en hunne edele
pogingen dwarsboomen, dit is hun werk
Tegen wil en dank van de Geestelijke
Overheid, tegen de Pastoors der parochie
op, eene gausche gemeente in rep en
roer stellen, als de gemoederen allen
rustig zijn, acht dagen na eene zending,
zooals het te Nieuwerkerken zondag ge
beurd is... dat is eerlijk en deftig voor de
christene dommekraten.
Achter zulke vergaderingen mag er
eens gezongen worden De boeren ziju
gered, de granen slaan op, de pachten
slaan af cn de kafé ook iedereen krijgt
pensioen op zestig jarigen ouderdom en
te naaste jaar verdeeleu ze den eigendom
dat elk iets heeft. Geen wonder dat de
gefopte boerkens naar huis trekken al
ziugon.
De landbou-
jHRBni Xv wersdieeen ze-
ker getal mclk-
beesten op stal
hebben, weten
wel dat het
vroegtijdig kalfafwerpen, hier te lande,
gewoonlijk verschieten n genoemd, soms
in éénen en denzelfden stal verscheidene
slachtoffers maakt of van d'een koe aan
d'ander voortzet.
Daar waar't, dees jaar, zou voorval
len, steekt men het maar moedwillig op
- het oorringen. Zoo vernam ik deze
week dat er stellig op Lede niet min dan
tien koeien verschoten waren van het
oorringen, en toen ik, ernstig en vol
achterdenken,mij te Lede aan de bevoegde
overheid bevroeg over de echtheid van
dit bericht, vernam ik dat er nog geen
enkel dier oorringen in had 1
Maar laten wij dit punt onverlet het
zal koelen zonder blazen
Laat ons dus aanstippsn dat de ge
duchte kwaal van het verschieten van
betrapelijken aard is. De Landbode heeft
dit verleden jaar in een lang artikel be
wezen.
Nu heeft, volgens Norsk Landsmans
blad,de beroemde leeraar Bang der Land
bouwhogeschool van Copenhague de
bacterie of microob ontdekt die de kwaal
veroorzaakt en er de cultuur van begon
nen. Dat deze ontdekking van groot ge
wicht is op wetenshappolijk gebied is on
betwistbaar: Immers even als voor a«-
dere betrapelijke ziekten, zal do weten
schap de proeven volgens de methode
van Pasteur toepassen, én 't en ware
niet te verwonderen vonde men in do
teelt deze bacillen een hulpmiddel om de
plaag te bestrijden.
Doctor Bang heeft zijne gewichtige ont
dekking in algemeene vergadering van de
Deensche veeartsen bekend gemaakt.
De misnoegdheid over het veemerken
valt overal waar de toepassing ervan go-
daan is. De merkers hebben wijze voor
schriften van 't ministerie ontvangen.Men
merke in den stal Laat iemand de koe
vasthouden die het dier dagelijks nadert:
Terwijl bij het dier vleidt en zacht, streelt,
zal de merker van achter zijnen rug de
bewerking doen, zonder dat het beest er
eenig gevoel of zeer van hebbe. Het is
nooit aan te prijzen de dieren buiten stal
te oorringen of in de neusgaten vast te
houden. Geweld moet er niet gebruikt
worden. Koeien die bij het kalf zijn late
men staan tot den naasten keer. Is er
eenig erg gevolg bij het merken; doe
uwen inkeu een veearts zal het komen
bostatigen en de Staat zal u vergoeden.
Overal waar de voordeelen eens uiteen
gedaan zijn, vallen al do dwaze geruchten
tegen dien uitmuntenden maatregel in
duigen. Onze laudbouwers zijn lichtge-
loovig aan opmakerspraat maar 't gezond
boerenverstand komt toch boven.
KATHOLIEKE
VAN AELST.
Buitengewone algemeene vergadering.
De Leden worden dringend verzocht de
buitengewone belangrijke vergadering bij
te wonen, op Zondag 15 November 1896,
om 4 V£ uren stipt namiddag, in den
kring L'Union, Groote Markt.
Dagorde
1.Aanspraak door den heer De Naeyer,
Onder-Voorzitter.
2. Aanspraak door den heer Van Oye,
Beide Leden van den Provincieraad van
Oost-Vlaanderen.
3. Aanspraak door den heer Van der
Cruyssen, Bestuurlid van den Katholie
ken Burgerskring te Gent.
4. Leurderij.
5. Petitie aan de Kamer van Volksver
tegenwoordigers Lezing en onderteeke-
aing.
6. Lezing en goedkeuring der antwoor
den op den brief van den heer Minister
Nyssens.
Als gramschap stijgt, zorg dat gij
zwijgt.
Het waren twee vrienden van kinds
been af. Nooit was tusschen hen het min
ste geschil ontstaan.
Beiden dienden in het leger, en lagen
in garnizoen te Bancand in Frankrijk.
Dezer dagen kwamen zy in een slecht
gezelschap, en keerden dronken naar
huis.
Voor de eerste maal van hun leven
kregen zij twist.
De degens werden getrokken.
Een der vechters werd aan het hart
getroffen.
Hij viel als een hout ten gronde, en
was dood.
Twee nieuwe slachtoffers van de slechte
gezelschappen en van den drank
Alle middels zijn goed, denken «te
schrijvers van 'tLand als het maar
op aankomt zijne tegenstrevers te treffen.
In het merken der koeibcesten hopen
zij nu wederom een middeltje gevonden
te hebben om de landbouwers tegen het
ministerie en bijzonderlijk tegen M. De
Bruyn op te hitsen.
Of hetgeen zij schrijven waar is of niet
daarmeê bekommeren zij zich maar bitter
weinig. Met de uitslagen der ondervin
ding springen zij deerlijk om en houden
er volstrekt geen rekening van voor zoo
veel men denken mag dat zij op de hoogto
zijn eu weten wat zij beknibbelen.
Het Land van Aelst heeft zoo een perel
geschreven dat weerdig is van Jef Cas-
teleyn en dat men alleen zou mogen vin
den in den koker van Prudhomme.
Maar, schrijft genoemd blad, ten
eersten een koe is nog al eigen, ze leeft
daar zoo eenzaam als ne kluizenaar en
kan verschrikken als die staatsmaus in
komen ten tweeden, dat branden of
snijden in het oor Ten derden ge
rucht en gerammel van die oorringen
en die dekoratiënWie zegt dus dat die
koebeest niet zal verschrikken, buiten
haren pas komen, de melk weigeren,
melankoliek worden, haren appetijt ver
liezen, misschien ook al ziek worden door
't een of ander ongeval....
Zoo zeevert M. Pier zonder eens te
denken wat al kemels hij daar schiet.
Het merken der koebeesten, beweert
dus 't Land zal den ondergang zijn
van onzen veestapel I
Wat zegt nu de ondervinding?
Merk wel, Lozer, dat dq maatregel die
de heer minister wil doen toepassen in
het algemeen reeds in voege is in bijzon
dere maatschappijen, in vreemde landen
die voor doel hebben de kweek van hun
vee te bevorderen.
Het merken van het vee bestaat in
Zwitserland en in Engeland, in de maat
schappijen gesticht om de plaatselijke
rassen te verbeteren.
Indien nu de gevolgen zoo nadeelig
waren lijk de schrijver van t Land B
het beweert dan zou het merken van het
vee reeds laug daargelaten geweest zijn.
In zekere provinciën van ons land wor
den bij toepassing van de provinciale
verordeningeu de beesten gemerkt die
den prijs behaald hebben.
Heeft men klachten hooren opgaan
In geoneu deele.
De ervaring heeft dus gesproken luider
ook dan al de gazetten die in don maat
regel een middel hebben gezien om den
heer miuister onaangenaamheden op den
hals te halen.
Proper werk weerdig van Dender-
monde's toekomstigen groenen kandi
daat
Zitting des Gemeenteraads van
9 November 1896.
Voorzitterschap van M. Gheeraerdts,
Burgemeester.
M. Anné Pieter vraagt het woord om
eene interpellatie te doen over de kiezin
gen.
M. De Burgemeester. Over wat
M. Anné. Over de gemeentekiezin-
gen.
M.de Burgemeester.Over de gemeen-
tekiezingen
M. Anné. Ja over de gemeente-
kiezingen van over jaar 1895. (Algemeen
gelach).
M. de Burgemeester. M. Anué, gij
hebt het woord.
M. Anué leest een schrift opgesteld
waarschijnlijk in het lokaal der liberale
associatie. Een gemeentebestuur, zegt
hij, moet het vertrouwen bezitten der
bevolking daarom moet het in eene
rechtzinnige kiezing de meerderheid der
stemmen bekomen hebben.
M. Bethuue. En hot is een gekozene
die zelf de meerderheid niet heeft bereikt
die ons dit komt t« zeggen 1 (Gelach).
M. Anné. Ik heb het woord, straks
zal hot uwe beurt ziin. De kiezing van 17
november is bevlekt door drukkingen
omkooperij. Het Beroepshof van Geut
heeft 11 personen veroordeeld wegens
kiesomkooperij. De Bestendige Deputatie
die de kiezing heeft goedgekeurd, heeft
partijdig gehandeld iu het onderzoek eu
in hare beslissing.
M. de Burgemeester en verscheideue
leden der rechterzijde. Wat zegt gij
daar
M. Anné bleek en bevend als een riet.
Ik zeg dat de Bestendige Deputatie
onpartijdig heeft gehandeld.
M. de Burgemeester en geheel de
rechterzijde. Dat is onwaar 1 Gij hebt
gezegd partijdig.
M. de Burgemeester. Ik verbied u
op dezen toon voort te gaan indien gij
nog personen durft lasteren, die hier niet
zijnde, zich niet kunnen verdedigen, zal
ik u het woord ontnemen.
Eene stem rechts. Laat de jongen
maar voortgaan hij wordt er voor
betaald
M. Anné. Het Beroepshof heeft de
beslissing van de Bestendige Deputatio te
niet gebracht (Gelach). Eene verplaat
sing van 40 stemmen zou de samenstel
ling van den gemeenteraad veranderd
hebben. Indien de gemeenteraad eerbied
heeft voor zich zeiven, moet hij aftreden
en zich aan eene nieuwe kiezing onder
werpen.
M. Bethuoe, Wat komt gij hier nog
vertellen, gij die hier nog slechts 6 maan
den te zetelen hebt 1
M. Anné. Heeren katholieke Raads
leden, gij zit hier zonder recht I Het
Beroepshof van Gent zegt u Gaat heen 1
Eene stem rechts. En wij trekken
er van door (Gelach).
M. Anné. De kiezers en de justicie
bevelen het u. (Algemeen gelach.)
M. de Burgemeester. Mijnheeren,
ik ben ten uiterste verwonderd dat eene
partij die zich als ernstig wil doen door
gaan, met zooveel verwaandheid durft
lawijt maken over feiten zoodanig
belachelijk eu zoodanig onbeduidend, dat
de justicie zelfs geaarzeld heeft ze als
strafbaar te beschouwen en eindelijk het
minimum der boete heeft uitgesproken 1
Geen enkele liberale gazet, noch van de
-stad, noch van buiten, heeft het
beloop der veroordeeling, noch den aard
der feiten durven bepaleu
M. Anné lastert wanneer hij zegt dat
11 personen voor kiesomkooperij zijn
veroordeeld geworden De kiesom
kooperij wordt door het Assisenhof gevon-
nisd en niet door de correctioneele
Rechtbank. Het openbaarministerie zelf
heeft verklaard dat de waardigheid en de
deftigheid der betichten ongeschonden
bleef dat er enkeliik spraak was van
feiten die ten allen tijde geoorloofd zijn
geweest, maar welke do nieuwe wet ver
biedt zonder er nogthans de minste min
achting aan te hechten. Op 140 betichten
ziju er slechts 11 veroordeeld voorwaar
delijk tot het minimum der boete, na
een lang en zorgvuldig onderzoek dat
veel geld aan het Gouvernement gekost
heeft, en daarom jubelt en zegeviert de
liberale partij Zij is met weinig te
vrede, maar, wel is waar, zij is aan niet
veel gewoon 1 (Gelach).
Er is omkooperij gebeurd, ja 1 maar
door de liberale partij die het op eene
breede schaal heeft gepleegd.
M. Bruyndonckx. Er is niets be
wezen.
Verscheidene stemmen rechts. Het
is van iedoreen gekend.
Men roept links en rechts oumogelijk
van iets te onderscheiden.
M. do Burgemeester, Gelukkiglijk
voor de liberale partij, heeft de catho-
lieke partij geen 1000 franken beloofd
aan dengenen die het eerste feit ten laste
der liberalen zou uitgebracht hebben 1
(Toejuichingen rechts en onder het pu
bliek handgeklap) Uit dien belache-
lijken veldtocht van laster en leugens,
komt de catholieke partij trotsch en zege
vierend uit we zijn gekozen door meer
dan 3500 stemmen, en het is de partij niet
die er slechts 2000 heeft bijeengekregen
dank zij leugens en alle lage listen, die
mag zeggen dat wij het vertrouwen der
kiezers niet bezitten 1
Of zijn het misschien die 40 kiezers
die zich, volgens u, hebben laten om-
koopen voor een glas uitzet, die aau den
Gemeenteraad zijno waardigheid en zijn
gazag, moeten teruggeven. (Toejuich.)
Indien er uit dien veldtocht, inge
blazen door het spijt cn de razornij, ver
minderd en onteerd uitkomen 't zijn de
liberale partij en hare natuurlijke zuster
de daenspartij zij hebben alom willen
doen geloven dat de catholieken de stem
men der liberalen en daensistcn met
drank gekocht hebben welnu zulks be
vestigen is bekennen dat beide partijen
eene lage kieskudde uitmaken die zich
laten verleiden door het eerste glas bier
dat men voor hen betalen wil.
Een stem rechts. En door een ein
deken saucis (Langdurige toejuiching.)
M Van de Velde vraagt het woord.
Mijnheeren, 't ia waarlijk ongehoord dat
hier durft opstaan als beleediger der
meerderheid, een persoon die de preten
tie heeft iu den Raad het werkvolk te ver
tegenwoordigen en die het werkvolk gaat
verraden Ja, verrader van het werkvolk
dat zijt gij M. Anné! (Protestatien van
M. Anné; geroep en geschreeuw recht en
links).
M. Van de Velde. Luistert, heeren
van den Gemeenteraad, over eenigo da
gen waart gij hier vereenigd en besliste
gij de noodige pogingen te doen tot de
afschaffing van het morgendwerk M.
Anné na eerst tegen gesproken te hebben
stemde mede, eu daags nadien was M.
Anné tegenwoordig in eene liberale ver
gadering alwaar er beslist werd de edele
pogingen van den Gemeenteraad tegen
te werken, en waar M. Anné aan de libe
rale nii veraars dezen hunner werklieden
die zich met deze zaak bekommeren, ken
baar maakte (Toejuiching'enin het pu
bliek waar zich slachtoffers van M. Anné
bevinden).
M. Anné. Dat is valsch, dat is laster.
Noem personen
M. Van de Velde. Ik zal mij daar
van wachten. Gij zoudt nog meer brood-
rooveryen pleegen. Maar, ik heb de bewij
zen iu handen het was noodig dat uw
gedrag in deze vergadering bekend ge
maakt eu geschandvlekt wierd. Gelukkig-
lijk zal het Aalstersche werkvolk biuneu
kort van zulke verdedigers verlost zijn.
M. de Burgemeester verklaart het in
cident gesloten en zegt dat er tot de dag
orde zal overgegaan worden.
M. Arys vraagt het woord om eene an
dere interpellatie te doen; M. de Burge
meester, zegt hij, heeft het verleend
aanM. Anné; ik verhoop dat mij dezelfde
gunst zal toegestaan worden.
M. de Burgemeester. M. Arys gij
hebt het woord, maar wees kortbondig.
M. Arys. Wij hebben reeds iu ver
scheidene dagbladen der stad gelezen
dat twee onzer collegas den Gemeente
raad moeten verlaten daarover komt
men ons, loden des Raads, ondervragen
om te weten wat er is van dat ge
rucht; ik ben verplicht te antwoorden
dat.ik met niets bekend ben; dat is, men
moet het bekennen eene zonderlinge
houding voor een Gemeenteraadslid; ik
veroorloof mij dus te vragen aan het
Schepencollege of het waar is wat de dag
bladen schrijven in het bevestigend ge
val moet ik mijne verwondering uitdruk
ken dat daarvan nog geene mededeeling
is gegeven aan den Gemeenteraad.
M. de Burgemeester. Het is inder
daad echt dat twee onzer collegas moe
ten aftreden. Daarover is zelf van hooger
hand eene advies in gekomen; ik verzoek
den heer Secretaris en er lezing van te
geven.
De Secretaris gaat iu de bureelen van
het Bestuur dit stuk opzoeken, hij komt
weldra terug drager van het vounis der
twee ongelukkige slachtoffers. Dit stuk
is in het fransch opgesteldde Secre
taris vertaalt het al lezende.
M. de Burgemeester. Gij hoort hot,
mijnheeren, uit dit stuk blijkt er dat MM.
Anné en Bruyndonckx den 31 Mei aan
staande den Gemeenteraad moeten ver
laten; het Beroepshof van Gent heeft ge
oordeeld dat zij nooit patroon of werk
man geweest zyn zij zitten dus zonder
recht in den Gemeenteraad, krachtens
twee arresten van het Beroepshof.
M. Anné. Alsdan zal bet pak van
uw hart zijn.
M. Bruyndonck. Ik moet eene be
wering van den heer Burgemeester her
stellen ik beu door het Beroepshof van
Gent van de lijsten afgeschrabt, niet om
dat ik geen patroon zou geweest zijn,
maar enkelijk omdat ik niet bewezen heb
dat ik Belg ben, 30 jaren oud ben, enz.
(Algemeen gelach).
M. Bethune. Dat is nog erger
M. Geeroms. Zijt gij dan een Hol
lander of een Pruis Als gij geen Belg
zijt wat komt gij hier doen
M. Bruyndonckx (verwaard). Geen
Belg zijn Zij weten wel dat ik van Erern-
bodegom niet ben. Dat is* eene vergetel
heid geweest van de advocaten, (Men
barst in lachen uit in den Raad en onder
het publiek).
M>Arys bedankt M de Burgemeester
over de inlichtingen die hij komt te
geven nu zijn wij, zegt hij, op de hoogte
der zaak.
Dr. Bauwens. Mijnheeren, het is
waarlijk ongehoord dat heden nog ic
eenen Vlaamschen Gemeenteraad stuk
ken voortgebracht worden die in de
Fransche taal zijn opgesteld en welke
men verplicht is in het Vlaamsch over te
zetten 1 Daar moet een einde aan komen.
In naam derVlaamsche bevolking verzoek
ik M. den Burgemeester en geheel het
Schepenen-college daarover te schrijven
aan wien het behoor^.
M. de Burgemeester. Er zal aan uw
verzoek voldaan worden.
Wij gaan over tot de dagorde....
M. Eeman. M. de Burgemeester, ik
verlang nog een laatste woord te zeggen
Ik denk de tolk te zijn mijner collegas,
met mijn spijt uit te drukken over het
afscheid van twee collegas met dewelke
wij altijd de beste betrekkingen hebben
gehad. (Gelach).
Ik stel voor den titel van vaarwel aan
deze Heeren, niet een vaantje aan te bie
den, maar wel eenen Sinte-Marten te
koopen vermits het feest van den Aalster-
sclien patroon aanstaande is. (Iedereen
lacht luidruchtig de Raadsleden de
champetters, Jef de karaerbode, het pu
bliek, enz. enz.,'t is een oprecht blijspel.)
M. Bruyndonckx. Wij kunnen uwen
S' Marten missen.
M. Anné. Het vat geeft uit wat het
in heeft.
M. de- Bufgemeester met ongeduld
MM. Wij gaan over tot de dagorde
Aanneming van scholen De twee
scholen van M. Camiel Liénart worden
met eenparigheid van stemmen aangeno
men. De Gemeenteraad brengt hulde aan
de liefdadigheid van den stichter dezer
scholen.
Daarna wordt de stadsbegrooting voor
1897 zonder lange bespreking aangeno
men, na verslag van M.Bethune, Schepen
van financiën. Men treedt daarna in ge
heime zitting.
BEMERKINGEN.
M. Anné heeft verklaard dat 11 perso
nen door het Beroepshof van Gent zijn
veroordeeld geworden wegens kiesomkoo
perij. Dat is nog al erg gezegd indien
wij niet falen noemt art. 443 van het
boetstraffelijk wetboek zulke taal laster.
Die 11 personen zouden het soms wel
kwalijk kunnen nemen en papier met
leeuwkens doen zwart maken.
Waarlijk M. Anné heeft zich onder
scheidon; wij wedden dat hy daarom van
de liberale associatie een buitengewoon
schoonvaantjo zal bekomen hebben.
Medeburgers, gij, die het buitengewoon
kansje hebt gehad de laatste zitting van
onzen Stedelijken Raad te kunnen bij
wonen oordeelt eens hoe de vreemde li
berale radikale gazetten ze afschetsen
Indépendance beige.— In den Ge
meenteraad van Aalst. Hevige in-
cidenten deden zich voor in den loop der
laatste zitting des Gemeenteraads van
Aalst. M. Anné, liberaal raadslid, heeft
de meerderheid geïnterpelleerd over het
- kiesbedrog van Aalst en heeft haar uit-
genoodigd haar ontslag te geven.
- M. Anné werd door zijne nrienden
geestdriftig toegejuicht.
La Réforme. Het nieuws dat
La Réforme de eerste heeft aangekon-
digd, betrekkelijk het fameuskiesproces
van Aalst, is het voorwerp geweest
eener interpellatie, gedaan in zitting
des gemeenteraad van gister, door M.
- Anné, onzen symphatischen gerneen-
teraadsheer.
Nooit zou men het willen gelooven
hebben, zegde hij, dat eene partij zoo
laag kunne vallen tot het punt van te
moeten bekennen, na zoo vele protesta-
tién, dat hare vertegenwoordigers in
de Raad. hunne verkiezing slechts aan
drukking, kiesbedrog en andere niet
min vernederende knoeierijen verschul-
digd zijn. Indien gij eene zedelijke
waardigheid bezit, zult ge uw ontslag
geven.
«Het talrijk publiek dat de zitting
bijwoonde, heeft onzen heldhaftigen
- raadsheer geestdriftig toegejuicht. Wat
de clerikalen betreft, ze spraken geen
- woord tegen, en M. Gheeraerdts, burge-
meester, bevredigde zich met het inci-
den', gesloten te verklaren.
Zoo schrijven de correspondenten deze?
liberale radikale bladen de geschiedenis.
Maar ook wat is er van die liberale scri
benten anders te verwachten dan logen-
taal en bedrog; liegen en bedriegen is bij
hen eene verouderde gewoonte geworden.
'JL\e> notariëele Annoncen
op de <£de Bladzijde.