Donderdag 19 IVovembcr 18%. 5 centiemen per nummer. Sls,e Jaar 3158 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. DE PRIESTER. Twee Getuigenissen. w De dynamietzaak. M. Vandenpeereboom. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique Ruum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen ep 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Anlst, 1H Niovember 1896 Al wie een abonnement neemt op DEN DENDERBODE voor het gansche jaar 1897, be komt van heden af ons blad kos teloos. Meu hoort hedendaags opnieuw op alle mogelijke tonen, het vroeger geuzenliedje klinken De priester zoude beter doen zich met de politiek niet te bemoeien I Dit zouden de papenvreters en de socia listen wel willen, maar zoo spreekt niet deze wien het wel meent met Godsdienst en Samenleving. Mag inderdaad de priester het huidig politiek grondgebied niet betreden Indien de strijd oprijst, zooals tegen woordig, tusschen de katholieke bewaren de gezindheid en tusschen de liberalen eu socialisten, dan blijft er geen twijfel meer over het aanvalsein tot verdediging vau al wat heilig is dreunt over stad en dorp en de priester moet en zal de eerste plaats in het strijdperk zoeken. De liberalen zijn de geboren vijanden van Vrijheid en vau Godsdienst en weige ren aan de Kerk alles wat zij recht heelt te bezitten in name van haren Godck-lij- ken Stichter. Indien de priester mag en moet tegen het liberalismus strijden, dan zeker is hij ook verplicht het socialismus voet bij voet te bevechten. Het socialismus is sa mengesteld uit mannen die noch aan God, noch aan het toekomstig leven, noch aan de zedelijke verantwoordelijkheid geloo- ven uit zekere burgers, die voor opstand en omwenteling niet achteruit deinzen, als zij maar aau de bediening eener vette plaats kuuuen geraken uit wangedroch ten, die den persoonlijken eigendom, het waar familieleven miskennen en onder de voeten treden. Zulke mannen blij ven een bestendig gevaar voor openbare rust, voor algemeene orde. De priester moet tegen het socialismus in 't worstelperk treden om het geloof, waarover hij als trouwe wachter werd aaugesteld, te verdedigen, om de heilig heid des huwelijksverbondstegen dierlijke handelwijze te vrijwaren, om het gezag, grondzuil der sameuleving, staande te houden, om den persoonlijken eigendom, vrucht van sparen en werken, te laten genieten. Voor zijn eigen moet de priester niet zorgen. Hij heeft op aarde niets wat hij met spijt verlaten zal. Zijn leven, zijn strijden, zijn bloed mogen ten offer bren gen tot redding der zielen, meer beoogt hij niet, meer vraagt hij niet. De priester is verplicht de verdediging der aan hem toevertrouwde belangen werkstellig te maken, in den loop zijner zending, op den predikstoel, in de maat schappelijke vereenigingen en daalt de strijd op politiek grondgebied neder, dan moet eu zal hij staan, als soldaat van Christus, op de eerste plaats der onver- schrokkenen. De priester zou zich niet met politiek mogen bemoeien, dat vragen de liberalen en socialisten omdat zij weten dat nie mand beter, dan de priester, toegang heeft tot het volk. De priester leeft met het volk, is dag eu nacht aan de lijdens sponde gezeten en hot volk noemt hem zoo graag zijn vader. Men heeft wel te brullen en te huilen tegen den hoogmoed, de albemoeiïng der priesters, hel volk weet waar de hoogmoedige, heerschzuch- tigo en baatzuchtige kerels gevonden worden. Moesten wij onze tegenstrevers geloo- ven, dan werd er door onze katholieke Regeering niets goeds verricht. Wij we ten echter hoe zij alles stelselmatig af keuren, wat niet van hen komt. Daarom willen wij niet nalaten do getuigenis vau een onpartijdig en oevoegd ambtenaar, M. Bosch, advocaat-generaal by het Ver brekingshof, over dc maatschappelijke werken van ons Staatsbestuur aau te halen. De genegenheid van de Rcgcering voor de arbeiders, zegt de heer Bosch, is ook uit belangrijke bestuurlijke maatre gelen gebleken, waartusscheu de inrich ting van eenen hoogeren Arbeidsraad, uit sociologen, werkbazen eu werklieden bestaande, en de stichting vau een Arbeids- en Nijverheidsminister.e, iu de eerste plaats dienen vermeld te wordon. Het is maar rechtveerdig in den sa menhang dezer maatregelen eene der ernstigste en aanhoudendste pogingen te erkennen, die sedert lang voor de verbe tering van het lot der werkende klas be proefd werden. Deze maatregelen worden door de ccnen nutteloos of onvoldoende geoor deeld; anderen heeten zo onvoorzichtige en overdreveue toegevingen. Het zal ons ongetwijfeld geoorloofd zijn te zeggen dat, naar ons bescheiden oordeel, de door de Regeering gevolgde weg integendeel de voorzichtigste is, zooals hij de mensch- lievendste en rechtveerdigste is. Nog gewichtiger is de getuigenis, door eeueu dor hevigste bestrijders der Ka tholieke Regeering, over twee harer leden afgelegd. Ziehier namelijk wat de lieer Lorand, radikale afgeveerdigde van Vir- ton, over MM. de Smet-de Naeyer en Nvsseus in de Revue parlementaire schrijft HET wonderlijke avonturen van eenen Zeeman 21" vervólg. Spring dan op de tafel en z«t bet vallicht open, Bill, zegde de man, dien men Brigstock noemde en die blijkbaar de raddraaier bij deze zonderlinge ge schiedenis was. Er is heel wat meer met ons aan de hand dan bet stikheet te vinden, Brigstock, riep een jong ma troos uit, wiens gebeele voorkomen verried, dat bij vroeger op een oorlogschip geweest was. In eene eerste plaats moet ik u de verzekering geven, zegde Brigstock, zich tot mij wendende, dat wij u eerlijk uw tractemeut zullen uitbetalen. Daar wil ik, Thomas Brigstock, u wel een eed op doen. Als gij nu maar wilt, en met eene beweging der band, waarbij bij mij ernstig en zelfs dreigend aanzag, noo- digde hij mij uit of liever bevool bg mij, mijne kajuit binnen M treden. Ik bemerkte wel, dat het vruchteloos zou zijn, mijne toevlucht tot smeekingeu of bedreigingen te nemen. Ik had te lang op zee gevaren, dan dat ik mjj zou ver gissen in hetgeen de gezichten en de woorden der zee lieden beleekenden. Half bedwelmd door bet onverhoedsche van di alles, en toch nauwelijks kunnende gelooven, wat ei - M. de Smet-de Naeyer is een onver moeibare werker, dien niets tegenhoudt, een vindingrijke en geenszins aan slenter verslaafde geest, die alle soort van hervor mingen iu zijn departement ondernomen heeft. Zijne verdienste en zijne oprecht heid zijn onbetwistbaar en tot hiertoe lacht het geluk hem toe. - Naast de werkzaamheid van den mi nister van Financien, past het die te mel den van den nieuwen minister van Nij verheid en Arbeid, M. Nyssens, de vader van het meervoudig stemrecht, en een der uitstekendste persoonlijkheden der Belgische politiek Het is voorzeker een toekomstig kahinetshoofd, de opvolger eu oortzetter van M. Beernaert. M. Nyssons heeft de zaken van zijn nieuw departement ter herte genomen heeft van de beschermende wetgeving over arbeidszaken eene wezenlijkheid trachten te maken, en zich waarlijk on partijdig tegenover patroons en werklie den pogen te toonen. En zeggen dat er liberale bladen zijn, die geene gemeene uitdrukkingen genoeg kunnen vinden om diezelfde ministers te mispryzen en te bespoiten Men leest in hot Fondsenblad Nu dat er zooveel gesprokou wordt over die zaak, willen wij er onze lezers iots naders over vertellen. In de afgeloopen week zijn de verschil lende personen welke in die zaakgemeugd zijn cu iu Gent wonen, door do policie ondorhoord. We hebbeu dat reeds gemeld. Nu moet nog Moritz ouderhoord wor den, welke dc 200 fr. uit de handen van Vander Vennet ontvangen heeft. Moritz, toen hij iu 1893 uit het land gedreven word, had zich naar Teruouzen hegeven. Vandaar is hij terug naar Duitschland getrokken hij is Duitscher vau geboorte. Men zal hem in Duitsch land' opzoeken en hem aldaar onder vragen. De man heeft anders niets te zeggen dan of het waar is dal hij van Vander Vennet 200 fr. ontvangen heeft, ja of neen. Moritz, verkeerde dan, toen hij uit België werd gobanncn in zeer bekrompen toestand 't was daarom dat Vander Ven net hem ter hulp kwam. Men beschouwde Moritz ook wel een weinig als een slacht offer van de Vooruitsche dwingelandij, want het is zeker dat de roode bazen met veel genoegeu Moritz zagen uitdrijven, hoewel zij in Vooruit tegen den maatre gel donderden. Het is op het einde der werkstaking, dat Vander Vennet uitgenoodigd werd, 200 fr. aan de kas ie gaan ontvangen. Vander Vennet had echter reeds meer dan een eike met Anseele te pellen gehad en hield zich op zijne hoede. Als hij het geld vast bad, dan liet hij aau Anseele zeggen, dat degenen die dy namiet wilden hebben er zelf konden maken, maar dat hij het niet zou gewaagd hebbeu, Hij dacht dat Anseele wilde be proeven hem eene strafbare daad te doeu begaan om zich dan zooveel te gemakke lijker van hem te kunnen ontmaken. Daarom begaf hij zich naar Terneuzen met Frans De Boer om het geld aan Mo ritz te gaan geven. In dien tijd behoorde Frans Temmer man ook tot de opposanten, maar nu heeft hij zich aan de zijde van Anseele geschaard. Dat is wellicht zeer behendig van zijnen kant. Gelijk men weet, zit Alberic De Dap per nu vast, hij werd in het begin van het jaar verwezen voor bedrieglijk bankroet. Hij was iu 1893 boekhouder van het dag blad Vooruit cn 't is uit de kas van het blad, dat hij de 200 fr. zoo betaald heb ben. Hij beweert ook dat Vooruit de schuld is van zijn ongeluk, daar deze hem op zekeren dag betaling eischte van eene groote som, ruim 3000 fr. die hij niet kon bijeenkrijgen. 't Is dien nood, beweert hij, die hem dwong tot oneerlijke middelen zijnen toe vlucht te nemen. Zijne vrouw woont nu nog op St-Pie- ters, waar zij een winkeltje houdt om in haar bestaan en dat harer kinderen te voorzien. met mij gebeurd was, voldeed ik aau den wenk van Brigstock. Toen ik in de kajuit was, zette bg zijn strooihoed af en zegde op een beleefden toon Aan uwe wenscben zal voldaan worden. Gij zult hier niet langer gehouden worden dan noodig is. Hierop verwijderd# bij zich en deed de deur achter zich op slot. Ik ging naar eene rustbai k, en terwijl ik met ge kruiste armen daartegen leunde, trachtte ik tot kalmte te komen. Het was eene groote, gezellige kajuitde rustbank, de wascbtafel, de kleine tafel, alles was van gepolijst mahonihout. Het was zeker de kajuit van den kapitein geweest. Ik maakte dit uit allerlei dingen op, uit de chronome ters op planken, den schoonen verrekijker, de kisten met wiskundige instrumenten, het kompas en andere voorwerpen, die zich daarin bevonden. Tuen ik een blik door het kijkgat sloeg, kon ik de Caroline duidelijk onderscheiden. Zij lag nog zoo wat op dezelfde hoogte, als toen ik haar verliet, Ik deed bet kijkgat open, om wat frisscbe lucht in te laten juist toen ik dit deed, klonk de krachtige stem van Briugsfort boven mijn hoofd Sloep heiho Gij kunt uaar de bark terugkee- ren. Uw eerste stuurman denkt bier aan boord te blijven. Als daarop cenig antwoord werd gegeven, toch drong dit niet tot mijne ooren door. Binnen weinige oogenblikken hoorde ik het gedruiscii van stemmeu van matrozen, die druk aan de zeilen bezig waren, met een haastig geluid vau voetstappen en nu en dan een uitroep als van een commando. De bark had haar topzeil Dog op, maar ging slechts langzaam vouit. Wat zou Blades wel denken Zou bg meenen, dat illekcurig den dienst van zijn schip verlaten had? Zou hij wellicht vermoeden, dat men mg met geweld geprest had Ik zag hem duidelijk bij bet roer staan. Het was lichtelijk tc begrijpen, dat bij versteld stond. Eens klaps zag ik hem haastig in het bezaanswant klimmen en zijne hand aan den mond brengen blijkbaar om aan zijne stem meerdere kracht te geven. Schip heiho hoorde ik liern roepen. Wat be duidt bet, dat gij mijn eersten stuurman aan boord houdt Welken streek hebt gij mij gespeeld Zend den man terug 1 Hierop sehreeuwde bij een bevel toe aan de m nen, die in de boot zaten. Ik weet dc naam van schip.... Het overige kon ik niet hooren ten gevolge van het rumoer, dat erop het dek beersehte. Alle zeilen wer den bijgezet, het schip, waar ik aan boord was, ste vende verder, en zoo verloor ik de Carollk al spoedig uit he( oog. Ik viel achterover, koortsachtig ademhalende van woede eu angst. De wind blies vlak in de zeilen van het schip, dat een Hinken gang bad. Het was uu omtrent een uur. Ik zag naar hel kom pas en bemerkte, dat het schip in eene zuidelijke rlcbtiog voortstevende. In eene zuidelijke richting t Wat was de bedoeling van dien valstrik, waarin ik loo onverhoeds gevallen was T Het schip was in op reis uaar Londen, bevracht met suiker van Madras 1 Meu heeft zich afgevraagd waarom het de minister vau ijzerenwegen is, die ge last werd ad interim - met de porte feuille van oorlog. Men had andere mi nisters, die minder bezigheid hebben dan hij, kuuuen aanduiden. Wat de voorkeur des Konings op M. Vandenpeereboom heeft doen vallen is, ten eerste, dat hij de oudste minister in functie is, en vooral, dat hij gewoon is een groot per soneel te besturen, en hij in staat is veel werk te verrichten. De achtbare minister heeft reeds zijn nieuwen post aangenomen, die voor hem geene sinecuur zal zijn, want hij wil zich rekening geven van alles wat hij teekent. Eu God weet welken berg stukken Lij zal te teckenen hebben in zijne twee de partementen 1 Dat zal M. Vandenpeere boom niet beletten in het ministerie van oorlog den geest van rcchtveerdigheid te doen heerschen, die geheel zijne bestuur lijke handelwijze kenmerkt. Indien er in de gewoonten van het mi litaire personeel een of ander misbruik bestaat, dat tot hiertoe aan den minister ontsnapt is, mag men zeker zijn dat deze Had er muiterij op het schip plaats gehad Zoo ja, dan was deze zeker op moord uitgeloopen, want dit soort van schip zou men een kapitein eu drie stuurlieden verwachten, en waar waren die Nadat ik omstreeks een uur had opgesloten gezeten, •rd de sleutel der kajuit omgedraaid en trad een jonge zeeman met een blad in de handen binnen. Hij zette dit op de tafel neer het bevatte het een voudige voedsel, dat meu op zee krijgt, eemge snedeu pekelvleesch, een scheepsbeschuit, eeDige dobbel steentjes kaas en eeue flesch ale. De man ging weer heen. Ik sprak niet tegen hem. IK l<ad hem eemge vragen te doen. Ik hield hem voor een gewoon zeeman, althans niet voor iemaad, di< mij inlichtingen zou 'willen geven omtrent de bedoe lingen van bet scheepsvolk. De ale verkwikte mij niet weinig. Ik had wat en zag daarna, om mij wat afleiding te geven, de kajuit eens roud. Bij onderzoek van den verrekijker vond daarop een opschrift, dat vermeldde, dat deze ten geschenke was gegeven aan Thomas Halerow, kapi tein van de Ster van Lvdie, door zekere passagiers dat schip in het jaar 1847. ik vond den naam Halerow ook op de foedralen van den sextant en den chronometer en las dien ins gelijks in enkele zeevaartkundige werken, die op eeue plank stonden. Ik maakte daaruit op, dat Thomas Halerow kapitein op dit schip, de Graat vax Leicester, was geweest. Wat had het scheepsvolk met hem gedaan Ik zocht naar hel logboek en andere papieren, maar vruchteloos. Enkele kleereu lagen in de kajuitsbank, praktijken, hoe ingeworteld zij ook zijn mogen, geen genade zullen vinden bij den gewetensvolleu minister, die zich als wet heeft gesteld rechtveerdig en menscblie- vend te zijn voor allen, maar wien het vooral aan 't hart ligt te beletten, zooala men gewoonlijk zegt, dat de groote vis- schen de kleine opeten. Dat is de oorzaak van de groote popu lariteit welke hij geniet onder het werk lieden personeel, gehecht aan den dienst dien hij bestuurt. Indieu hij eenigen tijd aan bet minis terie van oorlog blijft, zullen wij zijne bezorgdheid voor de soldaten zien blyken door weldaden van zelfden aard. (Handelsblad.) Gebruik van koeien als trekdieren. De meeniug als zou 't gebruik der koeien als trekdieren schadelijk ziju of ten min ste zonder nut is nog zeer verspreid, vooral bij de landbouwers die het vee uitsluitelykop stal houden integendeel, iu vele gevallen,is het gebruik der koeien voor het trekken nuttig, vooral wanneer zij tot de zware rassen behooren. Ratio- neele en matige arbeid is vooral voordee- lig bij het trekken zoo bij de koeien dis veel melk geven, stelt men ter nauwor- nood eene vermindering vast wanneer men ze van tijd tot tijd gebruikt voor het iuhalen van groenvoeder of voor anderen lichteu arbeid. De aldus gebruikte koeien wanneer men ze bij den stier brengt, zul len eerder bevrucht zijn dan deze die nooit den stal verlaten. Te meer de ziek ten der voeten en bijzonderlijk zekere ontstekingen doeu zich veel minder voor bij de dieren die zich beweging geven dan bij deze die, geheel het jaar door, op stal staan zonder zelfs eens naar de drenk plaats te gaan. De stieren die voor het trekken ge bruikt worden, zijn minder moeielyk eu zijn vroeger vaardig voor den spnng- dienst. Het matig gebruik der volle koeien is voordeclig onder een ander opzicht zulke dieren kalven gemakkclyksr dan die welke gedurig aan den keten liggen. Wij zeggen het matig werk. Des zomers, zal men dit werk liefst 's morgens of 's avonds doen verrichten des winters zal men de bekalfde koeien niet doen werken als het weder te koud is. Ook voor het jongvee, dat tot de voort teling zal dienen, is het geraadzaam het zelve beweging te geven wanneer de occasie zich voordoet, vooral wanneer het jongvee is dat men niet ter weide kan brengen. XXIV uren horloge. De horloge van XXIV uren zal van af 1 mei 1897 op de belgischc spoorwegen in voege komen. bier vond ik ook ceu lessenaar, «aarvan bet dekaal openging, zoodra ik bet opnam, zoodat ik de vrijheid daar eens in te snuffelen, in de hoop, iets te zullen vitiden, dat mg inlicbtingeu omtrent het scbip zou kuuuen geven maar ik ontdekte niets van dien aard. Een pak brieven, alle geadresseerd aan Mijn dier bare Tom, een miniatuurportret van eene jeugdige vrouw en eenige snuisterijen, die men gewoonlijk in een lessenaar aantreft, dit maakte den iohoud uit. Ik zocbl geduldig naar de scheepspapieren en «as niet weinig teleurgesteld, toen ik deze niet vond. Ik nam een blad papier van den lessenaar, zette mg aan tafel neer en schreef de bgzonderbeden van mijne gevangenneming zoo beknopt mogelgk op. Ik vouwde het papier dicht eu deed het in de flesch. Er bevond zieh lak iu den lessenaar en verscheidene doosjes waesUkskeus op eene plank met behulp daarvan verzegelde ik de kurk en ierp de flesch toen door bet kijkgat in de hoop, dat dit de middelen een de hand zou doeu om rekenschap van mijn lol te geven, ingeval er nooit iets van mij gehoord werd. Van tijd tot lijd verbeeldde ik mij, dal ik vrouwen stemmen boorde. Eenmaal kwam bet mjj zelfs voor, dal ik het heldere lachen van een meisje vlak boven mjju hoofd boorde. Somtijds klonk bet zoo, alsof groepkeus vrouwen met elkaar in gesprek waren. Ik schreef dit alles aan mjjne verbeelding toe, ontstaan deor bet fluiten van den wind door hel want. Wrtrdi voorUjetef

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1896 | | pagina 1