HET SPOOK DER ABDIJ, Pol en Stant. De boer en 't socialism. Landbouw. Te Dendermonde. Militie-Lichting van 1897- Van tak op tak. Pol koert van zijne veldwandeling terug en wordt door Stant achter haald. t Stant.— Dag, Pol, hoe is 't meè de ge- Poii. Wei, Stant, opperbest lijk raeê het Stant. Ja dat is een verschil, ho Pol, tegen over eenige da gen 't is inderdaad goed tegenwoordig maar 't loof is zeker redelijk goed geschalotterd van de vorst, Pol? Stant. Jajaat, Stant, 't is gelijk ik u zegde over veertien dagen de raap en heeft niet geleden maar de groes heeft er veel bij verloreD. Stant. Eu hoe is 't meê 'tjong koren, Pol Belooft het veel voor te naaste jaar Pol. Wel, Stant, daar zijn de prij zen nog van te geven 't staat bitter klein en zonder nen voordeeligen uitko menen aou den oogst kunnen slecht zijn. Stant. We zullen vreêrom al meê goei hoop voortleven, Pol; want moest den oogst in Europa ook mislukken ge lijk hij van dees jaar in veel ander land- streken mislukt is, dat zou kunnen nen. merkelijken opslag te weeg brengen voor den boterham. Pol. 'tlsalzoo, Stant; en't waar weèrom nen algemeenen achteruit voor iedereen, want al 't geen dat uit den groud getrokken wordt,zijn nieuwe rijk dommen voor g'heel de wereld, terwijl dat de voordeelen van de commercie en- kelijk 't geld doen rollen van d'een kas in (Pander. Stant. Hebt g'al hooren zeegen, Pol, dat de fronteeren gaan gesloten worden voor 't inkomen van 't vee Pol. Jaak, Sunt, en gisteren stond er zclf3 in een gazet dat z'al gesloten zijn en zooveel te beter voor de boerkes. Pol. Voorzeker, SUnt; want alles blijft waarlijk te goeie koop, bijzonderlijk de verkens en de vetbeesten. Stant. En 't vleesch en slaat noch tans niet af, Pol. Pol. Ja ja, Stant, maar dat en maakt de winkel van den boer niet, dat is eukelijk d'affaireu van de slachters. Stant. En is er geen ander bijzon zonder nieuws op den buiten, Pol Pol. Neen 't, Stant alles gaat hier rustig en stillekens vooruitvan den taks op de bloemekes en corcetmaaksters en wordt er niet meer gesproken omdat iodereen nu weet dat 't een valsch gerucht was van de volksbedriegers, en van het merken van 't vee en wordt er ook zoo veel niet meer gesproken de menschen beginnen nu ook te verstaan dat't nen goeieu maatregel is die 't goevernement genomen heeft en dat do boeren daar naar weiuig tijd serieus voordeel zullen uittrekken. Stant. Hewel, Pol, 'k en heb die kwestie in 't eerste niet goed verstaan; maar 'k heb over eenige dagen daar een conferentie hooren over geven door den Eerw. Heer Van der Scheuren, bestuur der vau St-Martens-Collegie van Aalst, en nu heb ik ook goed versUan dat die maatregel zal dienen tot verbetering van ons inlandsch vee en bijgevolg tot ver meerdering van den prijs. Pol. 'tls zoo, Stant; maar 't is meè dees zaak gelijk meè al d'anderc; in het eerste is iedereen mistrouwig voor iets dat nieuw is, en als daarbij d'een of d'an- der gazet de menschen komt opmaken, dan roept en schreeuwt men gemakkelijk tegen de beste maatregelen maar zeg nen keer, Stant, hebt ge dat schoon por tret van M. Van Warabeke al gezien in De Denderbode Stant. Wel, Pol, g'heel de stad van Aalst heeft dat gezien, en er is in g'heel de stad niet eenen treffelijken mcnsch die die gazet niet en bewaart. Pol. Maar, Sunt, daar was zeker neu volk op de begrafenis van M. Van Wambeke Stant. Zie, Pol, dat en is in ons Aalst nog nooit gezien geweest; dat was de schoonste begrafenis die ge kunt uit peilen en benevens veel vreemdelingen waren alle katholieke en deftige Aalste- neers er aan tegenwoordig. Pol. En dat en verwondert mij niet, Stant; nen mensch die zooveel jaren aan Episode uit den Oorlog in de Vendee 14de VEBVOLG. liet i» u wellicht onbekend, dat het Ven- deeeche leger vergezeld wordt door eene me nigte grijsaards, kinderen en vrouwen, die hunne verwoeste dorpen verlaten hebben. Deze niet medestrijdende zyn een gevaar te meer. De soldaten nweten hen helpen en be schermen. Nu was bij de achterhoede een zeker aantal dier ongelukkigen in gevaar, en er werden vrijwilligers gevraagd om hen te beschermen. Vader, sprak Blanche, laat ons niet aar zelen en onze gezellen uit de handen der moordenaars gaan verlossen. Ik dacht er reeds aan.... maar gij znlt hier blijven, Blanche, antwoordde ik. O vader, eisch dat niet, bid ik.... Heb ik tot dusver niet alle gevaren met n gedeeld Uwe vrienden zijn gereed, voegde zij erbij, toen zij mij zag aarzelen te peerd, en laat ons vertrekken. Hoe kon ik dat verzoek weerstaan Op een teeken schaarden zich een zestigtal flinke ruiters rondom ons. M. Milly, de vrieud uwer jeugd, een waardig edelman, een held, 't hoofd van stad en arrondissement ge staan heeft, eu die zooveel publieke eu afzonderlijke diensten bewezen heeft, die moest bij zijn afsterven ook van alle wel denkende menscheu omringd worden meè blijken van eerbied en dankbaarheid. Stant. Eu 't is 't geen dat er ge beurd is ook, Pol. Pol. Maar, Stant, de donsjen en waren toch zeker niet te zien Stant. Neens, Pol; en 't was veruit best; want 't waar d'oubcscbaamdheid eu d'huichelarij te ver drijven vau naar den dienst te gaan van een eerbiedweerdig man, die zij sedert verschillige jaren op de venijnigste wyze bestreden en ver volgd hebben. Pol. - 't Is waar, Stant, en wie weet of die nijdige gelukzoekers do dood van dien verdienstvollen ouderling uiet ver haast en hebben Stant. 't Is 't algemeen gevoelen, Pol; maar z'hcbben zij alzoo nog al reke- ningskes op huu aktief staan, en zen zijn waarlijk nog niet volloefd, die geluk zoekers 1 Pol. Wel nioneens, Sunt; en hoe is 't nu meè hun vliegende meetingeu Zijn er nog geen t'hoog gevlogen Zijn er nog geen den nek gekraakt Stant. 'k En? heb nog van niets g'hoord, Pol maar 'k hoop wel dat dc menschen onzen raad van overacht dagen zullen volgen en datze zullen l'tiuisblijven liever als te gaau leeron vliegen bij die fameuze poejeuelleu Pol. 't Waar de meeste voorzich tigheid, Stant want kreemors en kaber- doozemaunen zijn gevaarlijke lieden Stant. 't Eu is toch zeker bij zulke tisten niet, Pol, dat er kans te doen is mijn vader zaliger heeft mij altijd geleerd dat de karottentrekkers moeten gevlucht worden. Pol. Ja, Sunt, als ge van karotten trekken spreekt, dan peis ik nog altijd op die ongehoorde en voile kanaille- streek van 't wijf. Watteu, watteu, een smeerlapperij uitvinden eu een valsch schandaal nitstrooien een g'heel arron dissement door, en alzoo d'cenvoudige kiezers bedriegen, en alzoo in de Kamers geraken Stant. Ja, Pol, :t is te wreed, en toch gebeurd zijn Binnen duizend jaar zullen ons nakomelingen daar nog van spreken en hunnen walg en afkeer lucht geven tegen die ellendige volksbedrie gers Pol. Zeker is 't, Stant, dat dat schandalig feit in d'historie van Aalst zal geboekt blijven en dat 't zal dienen tot d'eeuwige schande van zijn uitviuders. Stant. En niettegenstaande dat, Pol, nog altijd maar voortgaan meè te roepen en te schreeuwen dat ze 't geluk van 't volk willen bewerken en dat hun inzichten zoo zuiver zijn als die van al d'Heiligen in den Hemel I Pol. Ja, Stant, zoo zuiver als die van al de duivels der hel, dat is de waar heid Ook welke treffelijke mensch is er nog op de wereld die dea rug niet en keert aan die venijnige kwakzalvers, en die op voorhand niet en weet welke pil- lekes zij willen verkoopen en doen in-_ slikken aan 't volk Stant. Wel niemand niet meer, Pol; en laat ze nu maar overal in de ka- berdoezekes kruipen en meê groote eu schijnheilige woorden afkomen: laat ze maar roepen eu schrijven dat hun gazet ten niet afgekeurd eu zijn door d'booge geestelijke Overheid: alle rechtzinnige kristenc menschen en willen hunnen zee ver niet meer hooren en durven hunne gazetten niet meer lezen. Pol.—Z'hebben nu 't geen zij verdiend hebben, Sunt, en indien zij zich niet bc- keeren en op dien voet voortgaan, helaas! wat staat er hun nog te wachten 1 Stant. Schrikkelijk, schrikkelijk I Pol; maar om zich te bekeeren moet men zich vernederen, en daar is 't peerd ge bonden l Neen zich vernederen dat kuu- neu zij niet Eene helsche klauw drukt op hunne schouders, en gelijk Lucifer die zich zoo boog wilde verheffen als ouzen lieven Heer zelve, zoo ook willen zij hoogcr en booger klimmen en de wet geven aan g'heel de wereld 1 Pol. Ja, Sunt, eu die Lucifer volgt in zijnen hoogmoed en zijneu opstaud,die zal hem ook volgen, helaas! iu zijnen val; en dat is 't droevigste van d'historie I Stant. Wij hebben het nooit anders gezieD, Pol en daarom nederig zijn en zijn overheid erkennen en respecteren, dat is 't manneken behoorde tot dit getal. Wij moeeten ons haas ten in vliegende vaart wendden wij den teu gel naar eene pachthoeve, vanwaar angst- en wanhoopskreten opstegen. Eensklaps, juist toen wij door den ravijn trokken, die op de hoeve uitliep, bracht eene geweldige losbranding onzen groep iu ver warring. De Blauwen, die achter kreupelhout en iu greppels verborgen lagen, sprongen op en omringden ons van alle kanten. Wij waren in eene hinderlaag gelokt. Terug riep ik mijne manschappen toe, terwijl ik met vier of vijf den eersten aanval ler het hoofd trachtte te bieden. Blanche wilde mij niet verlaten. Zij werd op mijn bevel door den heer De Milly meege voerd. Het was tijd. De vijand sneed ons den terugtocht af. Ik herkende onder de Blauwen ridder d'Orbois. Het gelaat van den schurk Bchitterde van helsche vreugde. Hij legde op mij aan en gaf vnnr. Dadelijk daarop gevoelde ik hevige pijn in de borst, mijn oogen sloten zich ik was op het punt neer te storten, toen de hand van Joseph, dien getrouwen vriend, mij ondor- steunde.... De dappere jongen was achter mij in den zadel gesprongen hij gaf mijn peerd, een nitstekend looper, de sporen en sloeg zich door de republiekeinen heen. Het moedige dier vloog over struiken, sloten en ravijnen en hield eerst aan den zoom van een woud Pol. En dat zullen we, meê Gods gratie, blijven doeu, SUnt; en dan zullen we gerust ons hoofd mogen neêrleggen Stant. Dat zeg ik meê u, Pol; en daarop trek ik er van door, en tot de naaste week. Pol. Ja, Stant, dat 't we! gaat I Denderbode heeft met de proef op de som reeds in een voorgaand schrijven bewezen dat de boer, dat de landbouwer van de socialisten niets mag verhopen, geene hulp uoch ondorsteuniug. De roode Jacobij nen willen slechts den neteligen toestand der boeren uitbateu in hun voordeel. Zij willen den boer ophit sen om er aanhangers van het collecti vism van te maken. Daarvoor wat doen zij Zij onderscheiden twee soorten van landbouwers de groote en do kleine. Deze laatste zijn het meest iu getal en daarom gaau do vergif brengende pijlen der socialisten bij voorkeur naar de kleine landbouwers. Op hunne meetingen op den buiten waar de kleine pachters in meerderheid ziju vallen zij uit tegen de groote landbou wers; zy schelden ze uit als uitbuiters, als groote opslokkers die de kleinen grauw en blauw willen iuslikken. Op die wijze hopen zij de kleine pachters in hun kaar ten te zien spelen. Zij nemen zelfs den scbiju aan als zouden door het invoeren van hot socialism de groote boederijen alleen bedreigd zijn en maar geschikt om deu aangewakkerden appetijt der kleinen te stillen. Zij laten zelfs gelooven dat die groote landerijen en schoone en uitge strekte meerscheu onder hun zullen ver deeld worden. Dat is oprecht duivelsch gelogen. In hunne schriften die bij kiezingstijd op den buiten rondgestrooid worden staat er te lezen Klerikaal en liberaal ma ken u ook wijs dat wij den eigendom willen afnemen. Als dat waar was maar 'f is eene grove leugen dan zoudt gij pachters er niet veel bij te verliezeu hebben, maar nog eens, 't is onbeschaamd gelogen Dat staat letterlijk gedrukt in een so cialistisch vlugschrift tijdens de laatste kiezingen rondgestrooid aan de buiten kiezers. Het draagt als opschriftLand bouwer 1 Wie zijn uwe vrienden Wie zijn uwe vijanden en te Leuven ge drukt bij Van Hoegweghen, Vischmarkt 34. Uit dien zelfden winkel komt wekelijks een modderbladje,De Volkswil. De schrijver van gemeld stukje heeft zich niet durven bekend maken en met rede want 't is onverstaanbaar met zoo veel toepet en zoo onbeschaamd te dur ven liegen. Volgens het programma van Erfuth, het officieel programma der socialisten partij, wordt de persoonlijke eigendom ten voordeele van don Staat afgeschaft. Wanneer op een congres van Gent Anseele uitriep dat de persoonlijke eigen dom bij het socialism schipbreuk moest lijden dan was hij eenzelvig met de lee ring der roode partij. Daar zegde hy immers Het congres verklaart het noodzake lijk dat de Staat, die gansch het volk vertegenwoordigt en in zijnen schoot de vrye gemeente tot stand breugt eenige eigecaar worde van den grond en van de andere werktuigen. Hebt gij het geboord, landbouwers, de Staat moet de eenige eigenaar ziju vau den grond, gij moogt niets bezitteu. Het stukje groud dat gij met uw zweet hebt gewonueu, met uwe spaarspeuningeu hebt betaald zal u onmeedoogend ontuo- meu worden. Wat zult gij alsdan zijn Ah niets anders dan een willenlooze slaaf van deu Staat, een man zonder vrijheid, die blin delings zal moeten gehoorzamen aan eenen man met den ijzeren arm, aan keizer Anseele I. Moest gij durven mur melen, het hoofd opsteken, ah alsdan zal men u buiten de wet stellen, meu zal u aanzien als een gevaarlijk wezen, men zal u in 't gevang werpen of misschien nog doeu verdwijnen. Uwen grond zal men u ontstelen 1 Wat zal men u in de plaats geven Niets, niets, geen roode duit Wij vragen, riep roodhuid Smeets iu deu gouwraad te Luik uit, dat den persoon lijke eigendom afgeschaft worde .zonder vergoeding Guesde is ook van dit gedacht. Zij zijn legioen die uitbazuinen lijk hij "Wij stil. De vijand achtervolgde ons. Joseph nam mij op zijne schouders en droeg mij door het bosch heen, terwijl hij nu en dan stilhield om nitte rusten. Wat daarna gebeurd is, weet ik niet, want ik was zoo goed uls bewusteloos. Ik meen een landman, eene oude vrouw en een jong meisje te hebben gezien. Dat is iu werkelijkheid zoo, sprak Jo seph. De man, over wien gij spreekt, heet de zeerob. God heeft hem ons tegemoet gevoerd. Hij heeft zich voor uwe redding opgeofferd. De graaf was uitgeput. Na nog eenige woorden te hebben gewis seld, werd het stil in de cel. De jonge Ven- deeër beschouwde zijnen meester, op wiens gelaat een straal van hoop lag, vervolgens zag hijdat de monnik bad, en ziju hart kromp ineen. Geef, o God, mompelde hij, dat mijne treurige voorgevoelens niet verwezenlijkt worden. Geef dat jonkvrouw Blanche aan de woede van d'Orbois en zijn laaghartigen hand langer Claverolle8 moge ontsnappen Na eene korte poos voegde hij erbij Ik zie den helschen lach van dien Clave- rollcs nog, toen de ridder hem diens nicht te midden der vluchtelingen aanwees. Hij volgde haar met de oogen en prentte hare gelaat strekken in zijn geheugen. Welk verbond hadden de beide mannen gesloten Ik weet het niet, maar hunne houding zegt genoeg, wat men van zulke schurken kan verwachten. hebben niets anders meer voor ons in de toekomst dan de geweldige onteigening van die welke bezitten wat aan iedereen toebehoort, met een woord de revolutie zonder eenige schadevergoeding. Wat belieft or u, landbouwers Geene schadevergoeding. Gij kleine landbouwers moogt vau het socialism even min iets verhopen. Ver leden jaar hebben groote kopstukkeu te Breslau op ten congres uitgeroepen Aan de kleine boeren zullen wij vlakaf zeggen dat zij onvermijdelijk als kleine eigenaars moeten verdwijnen, dat zij zullen meêgerukt worden door eenen stroom die wij niet kunnen of niet willen tegenhouden. Landbouwers dus opgepast. Als de roode on groene socialisten u dus willen wijsmakeu dat zij voor uw voordeel zijn maakt ze kras uit als ellendige volksbe driegers. Teelt der wortelplanten. Be werking en bemesting van den grond vóór den Winter. De wor telplanten eischen een frisschen grond, goed en diep bewerkt, toch gesloten, en rijkelijk vau voedzame elementen voor zien. Zijn deze voorwaarden niet verwe zenlijkt, zoo is hunne ontwikkeling ge brekkig en huune opbrengst grootendeels vermiuderd. Ontegensprekelijk, vau onze gewassen wier teelt in 't groot gedreven wordt, zijn het dc wortelplanten zooals, ten andere ook de klavers en de luzerne die zich bet dankbaarst toonen vau eene goede voorbereiding van den groud, eu die eene bewerkiug op 30 a 40 centimeters diepte noodzaken. In den herfst of vroeg ia den winter gedaan, zal deze gedurende den zomer de frischheid van den grond verzekeren, ter wijl zij ook de plant over eene grootere hoeveelheid opneembaar voedsel zal laten beschikken. 't Is op het oogenblik der diepe bewer king, dat men den stalmest behoort onder te delven iu verteerden of halfontbonden toestand. Dc hoeveelheid mag niet te groot zijn, bijzonder voor de suikerbee- ten wauueer bij slechts ondergedolven wordt laat in den winter. In dit laatste geval is het dikwijls voordeeliger, zoowel voor de suikerbect als voor den peën (poot, wortel) en de suikerijpeën hem niet te gebruiken en slechts gepaste scheikun* dige meststoffen aan te wenden. Iu algemeenen regel, bij de teelt der wortelplanten, hetzij voederbeet, peën, suikerijpeën, rutabaga, raapkool en raap als eerste vrucht, worden do beste uit slagen bekomen, in de praktijk, met de volgende meststoffen 800 1000 kilogr. Tüomas-phosphaat eu 1000 a 1200 kilogr. kaïuiet por hectare. Het is van belang deze stoffen per helft vóór en na de diepe bewerking van den grond te bekomen. Voor de suikerbect dieut er opgemerkt te worden, dat bet gebruik van potasch- mesteu, in min of meer leemachtige gronden, weinig winstgevend is, en dat bet aanwenden van potasebmeston, rijk aan chloruur, zooals kaïniet, carnailiet, enz... voor gevolg heeft de rijpheid der beet te vertragen, hare gehalte in suiker to vermindereu, evenals voor den aard appel zijn inhoud in zetmeel. Voor deze twee laatste planten, zal men dan slechts de hierboven aange duide hoeveelheid Thomas-pbosphaat ge bruiken. tenzij den grond arm aan pot- asch is (zandachtige gmudeu b. v.) In dit geval, zal men te gelijkertijd met de metaalslakkeu 200 a 300 kilogr. potas- sium-sulfaat gebruiken. Wat de meststoffen betreft, dienende om de bemesting iu de lente te volle- digeu, wij zulleu er ten gepasieu tijde over spreken. L. Van Deu Berck, Landbouw-ingeuieur. Juiste opmerking. De liberale Chronique maakt eene juiste opmerking. Le Peuple beweert dat Vooruit, ver oordeeld om het werkvolk geëxploiteerd te hebben, 30, 40 a 50 p. c. meer loon betaalt dan de Bru.sselsche concurrenten. Waarom de zaken altijd anders voor stellen dan zij wezenlijk zijn 1 zegt de Chronique. Vooruit is veroordeeld, omdat die maatschappij onwettige afhoudingen heeft gedaan op het loon der werklieden. Zeg de zaken zooals zy zijn, en bedrieg bet volk niet I XI. DE ZEEROB. Ze zag er treurig uit, de oude hoeve van Houx. Het was de armste woning der vallei. Do gescheurde muren droegen een zwart ge worden rieten dak, waarboven groote peere- boomen hunne takken uitstrekten. Alles toonde van buiten reeds de armoede der be woners aan. Naar deze woning richtte de zeerob bij het aanbreken van den morgend zijne schreden. De dappere man scheen opgewonden en on gerust. Ilij verborg zich zoo goed mogelijk achter de heggen en onderzocht nauwkeurig den omtrek. Toen hij eindelijk niets ver dachts meende te ontdekken, schreed hij door eene heg en naderde de deur. Juist vertoonde zich daar een meisje van omtrent tien jaren, dat verheugd uitriep De zeerob, onze vriend de zeerob De oude Trudaine. de pachter, zat treurig en terneêrgeslagen in een hoek. Deze uitroep deed hem het hoofd opheffen. Dat is een bezoek, dat mij liever is, dan een van die vervloekte Blauwen sprak hij. terwijl hij den binnentredende de hand reikte. Ah, zoo, hebben zij u dan reeds bezocht vroeg de zeeman lachend. Spreek me niet over dien schnrkentroep, spreek er mij niet over Zij hebben mij te HOERA 't wijf is gevonden Eoindelijk is de Jesabel ontdekt, die MEN had uitgekocht om den merteleer in't verderf te storten. En wie zou het ooit gepeisd hebben, 't is onzen broeder Pie, die ze ontdekt heeft. Doch zeggen wij eerst en vooral, dat het een lang, mager, zwart serpent is, die kan vloeken en genever drinken, als een ouden dra gonderWaar MEN toch zulke heks gevonden had Nu, ouze Pie was verleden dinsdag naar Woubrechtegem gekomen, om de menschen daar, zooals elders, wijs te maken, dat bet pensioen voor de oude werklieden van in 1897 kau en moet in voege komen, om met de vol gende kieziug iu eerlijkheid en deftig heid de katholieken te kunnen beschul- gen, zulks niet gewild te hebben. Wan neer hij nu te Woubrechtegem ziju schoon wei k geëindigd had, moest bij dezelfde blijde tijding nog naar Herzele brengen. En zie, onderweg ontdekt Pie 't wijf Gij denkt misschien, beste lozers, dat Petrus ze bovenarms aangreep? Bij lange niet, daarvoor is hij ie slim Hij verkoes haar te onderhooren, en, met zijne gewone voorzichtigheid, van 't wijf al de bijzonderheden van hare omkooping te vernemenEn tien minuten daarna zat Petrus met de Jesabel aan de koffie tafelen na de koffie ging hij met haar naar de naaste herberg 'nen fermen bor rel pakken 1 Wat zij hem verteld heeft weet men nog niet, maar er is geen twij fel of binuen kort verschijnt er in 't Land neu artikel met al de bijzouderheden over de ontdekking van 't wijf uie don merte leer moest bekoren, geschreven door Pie. P. S. Op de meetiug te Herzele is er, in tegenwoordigheid van Pie, door een Herzeelsche liberaal erg gespot met den Godsdienst, en iu 't bijzouder met de bedevaarten. Onze Pie is stom gebleven als een viscb. Oordeelt Yan nu af reeds kondigt Klokke Roeland aan dat de groenen te Dender monde den strijd zullen wagen met de aanstaande kiezingen in 1898. Het blad randt hevig M. Dc Bruyn aau, omdat de minister de grillen vau pater Daens niet kan voldoeu. Pater Daens is immers een man die op min dan veertien dagen tijd de opening en het sluiten der grenzen vroeg. 't Land van Aelst van zaterdag 11. randt M. De Bruyn met niet min hevig heid aan. Klokke Roeland - schrijft ter gele genheid van eene meeting te Wieze - Wat meent M. De Bruyn daarvan Hij die niettegenstaande den wil zijner kie zers een waar zottespel van de grenzen maakt Laat 1898 komen't zal anderen peper zijn, M. De Bruyn De strijd wordt dus van heden af reeds aaugekondigd. De katholieken van Den dermonde ziju verwittigd, aan 't werk mannen 1 De haring van priester Daens is hier aangebrand. Hij hoopt nu te Den dermonde de boeren te kunnen bedriegen met zijnen zottemanspraat en met zijne beloften die geen oogenblik steek houden. Dat mag echter dc katholieken niet belet ter. de banden reeds aan 't werk te slaan. De overwinning is aan dengene die den strijd bereid. De lotelingen zullen in het arrondissement Aalst in de volgende orde plaats hebben Maandag 1 februari, om 91/2 ure voor middag te Lede, in de Aangenomene Jongens school (Dreefstraat). Woensdag 3 id., om 9 ure voormiddag, te Aalst, ten stadhuize. Donderdag 4 id., om 10 ure voormiddag, te Oordegem, ten gemeentehuize. Vrijdagö id., om 9 1/2 uren voormiddag, te Moorsel, ter gemeenteschool. Maandag 8 id., om 8 1/2 uren voormiddag, te Ninove, ten stadhuize. Dijnsdag 9 id., om 9 nren voormiddag, te Geerardsbergen, ten stadhuize. Woensdag 10 id., om 9 uren voormiddag, te Sottegem, ten gemeentehuize. Donderdag 11 id., om uren voormiddag, te Meerbeke, ten gemeentehuize. Vrijdag 12 id., om 8 1/2 uren voormiddag, te Idegem, ten gemeentehuize. Maandag 15 id., om uren voormiddag, te Herzele, ten gemeeutehuize. Dijnsdag 16 id., om 9 1/2 uren voormiddag, te Haaltert, ten gemeentenuize. Woensdag 17 id., om 9 1/2 uren voormid dag, te Steenhuyze-Wynhuyse, ten gemeen tehuize. veel kwaad gedaan. O, die schelmen, die moordenaars Een armen boer aanvallen, zijne huisgenooten mishandelen, zijne woning plunderen, or niets, letterlijk niets heel la ten De oude man rukte zich de haren uit het hoofd en stortte tranen van woede. Zijne hartverscheurende wanhoop bewoog den zeerob. Hij wierp oen blik om zich heen. Een onbeschrijfelijke wanorde heerschte in het vertrek. De kasten waren verbrjjzeld en leeggeplunderd, het huisraad lag aan stuk ken over den vloer verspreid te 'midden van bloedvlekken. Dat is eene ware verwoesting riep de zeerob uit. En toen hij achter den de verscheurde gor dijnen van het bed het bleeke hoofd eener oude vrouw bemerkte, voegde hij er dadelijk Lij Maar alle drommels wat beteekent dat is moeder Madeleine ziek Een onderdrukte zucht was het antwoord der arme oude. Zij ligt op sterven, mompelde de boer somber. O, die beulen Wat is er dan gebeurd Antwoord, Trudaine.... Ik geloof bloedvlekken op haar gelaat te zien zouden die Blauwen Zij hebben haar gemarteld. Wat, schaamden zij zich niet eene vrouw te slaan wat had zij hou gedaan Vervalsching der eetwaren. M. de Minister van Justitie heeft aan al de Prokur< urs des konings een omzend brief gezonden om hen aan te wakkeren zich veel strenger te toonen in de vervol gingen ingespannen voor overtredingen op de wetten betrekkelijk do vervalsching (an eetwareo. M. Begerem herinnert voornamelijk dat de goede trouw van de verkoopers niet mag in aanmerkiDg ge nomen worden. aangezien het hun plicht is de zuiverheid en den aard hunner koop waren te onderzoeken, die zij te koop stellen, en indien zij zulks verwaarloozen, zij strafbaar zijn met de straffen door het strafwetboek voorzien. Oppassen is dus de boodschap. Te Lier geeft men aan de leerlingen der gemeentescholen eenen prijs wanneer zij zich hebben onderscheid in het kweo- ken van bloemen in potteu en bestemd om de werkraansvensters te versieren. Een goed voorbeeld 1 Wat zit daar achter. Gaan de Antwerpsche socialisten nu ook ruzie maken evenals hunne broers van Gent 't Heeft er al den schijn van. Immers, men melde reeds dat er door eenige groe pen een tweede socialistisch blad ging gesticht worden en dat deze hiervoor de gelukwenschen der afgescheiden socia listen van Geut hadden verJiend. Nu wordt er gemeld dat er inderdaad ruzie iu het huishouden is, en wel naar aanleiding van de onderneming der vergrooting van de bakkerij, waarin de broeder van eenen der leiders betrokken wordt. 't Is een heele rommelzoo. De ijzerle verancier van de aannemers zou rouw koop gekregen en zijn akkoord iuge- trokken hebben. Vandaar proces. De broeder van den aannemer zou hierover met de bestuurders groote woorden heb ben gehad tusschen welke liefelijke bena mingen hadden geklonken. Accijnsrechten. Men is in het ministerie van financiën bezig de wetge ving op het brouwen le herzien. De rechten zullen nogtans niet afge schaft worden, ,daar die afschaffing den prijs van een glas bier nog met geen halven centiem zou doen verminderen. De minister van financiën heeft het inzicht den koffie en den thee te ont lasten Poets wederom poets. Iu de laatste zitting van den gemeenteraad van Olue kondigde do burgemeester met groote verbazing aan dat hij het ontslag ontvangen had van een der leden, citoyen Lahaye. Deze laatste was er niet min verbaasd over, doch weldra herinnerde hij zich dat, toen zijne kandidatuur in het socialistisch komiteit werd voorgesteld, hij zijn ontslag in blanco had moeten tee- keneu. Het schijnt dat de citoyens niet meer over hem tevreden waren, eu zonder hunne gekozene te verwittigen, hadden zij dat papier aan den raad gezonden. Maar poots wederom poets, citoyen La haye verklaarde aan den raad dat hij zijn ontslag introk, eu 't zijn nu de compag nons die groen lachen. Voor onze neringdoeners. Wij lozen in een blad van Brussel, dat eene wet op de coöperatieven, binnen, kort, in bespreking zal komen. Die wet zal, onder andere bepalingen, deze bevatten, dat het de samenwerkende maatschappijen verboden zal zijn, aan andere personen te verkoopen dan aan hare leden. Besmettelijke ziekten. Eene nieuwe aanbeveling schrijft voor dat de onderwijzer, zoodra eene besmettelijke of aanstekelijke ziekte in zijne school verschijnt, moet zorgen voor de stipte uitvoering der onderrichtingen door de geneeskundige commissiën gegeven. De kantonale schoolopzieners zullen zich verzekeren van de strenge naleving dezer aanbeveling. Men weet dat het meeste deel der kinderziekten in de school betrapt worden. Priesterlijke benoemingen. Z. II. de Bisschop van Gent heeft pas toor van St. Antelinckx benoemd den E. H. U. De Bouvrie, onderpastoor te Zele. Zij wilde haar eigendom verdedigen. De bandieten hebben baar neergeworpen, bij de hairen rondgesleurd en verschrikkelijk gesla gen. Perrinne heeft betzelfde lot ondergaan en Jacques, de herder, ook. Ik zelf heb ver scheidene slagen van die onmenschen gekre- gou. Waarom hebben zij mij niet gedood dan zou ik ten minste niet van mijnon onder gang getuige zijn geweest. Dc zeerob liet terneêrgeslagen het hoofd op de borst zinken. Welke beweegreden gaven do Blauwen voor, om dien laffen aanval te rechtvcerdi- gen vroeg hij eindelijk. Hun aanvoerder beschuldigde mij, dat ik een vijand der republiek was, en de pries ters en de Chonans hielp, om haar ten onder te brengen. Dat. is een leugen Ik heb mij nooit met politiek bemoeid. Mijne drie zonen vechten aan de grenzen, om Frankrijk te ver dedigen. Wat kan ik nog meer doen Arme vriend, sprak de zeerob, ik be klaag u. Die Blauwen stellen zich aan als ware bandieten. De aanvoerder is de schnldigste vau allen. Ik zie nog, hoe hij zijne soldaten aan spoorde, en hen onder vreeselijke bedreigin gen de traagheid verweet waarmee zij zijne bevelen uitvoerden. O, als ik dien schurk on der het bereik van mijn gewoer krijg (WORDT VOORTGEZET.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1896 | | pagina 2