Donderdag 17 December 18%. 5 centiemen per nummer. Si*" Jaar. 5116
UMMUIilP
Landbouw.
1
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Het Spel.
Niemand gedwongen
soldaat.
BORSBEKE
Een en ander.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maandenj voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Qoossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Culquc
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel#
van dit blad.
Aalst, 16 December 1896.
De Senaat hield zich de verledene
week onledig met eene dei' belangrijkste
vraagpunten onder tijden de regeling
van het. spel.
Het spel heeft zich op onze dagen als
eene vervaarlijke plaag uitgebreid en ver
dient dus aller aandacht ter oorzake der
meest altijd onherstelbare onheilen die
het in al de standen onzer samenleving
verwekt.
Het is de dorst naar wereldsche geDot
die zich van het hart van talrijke lieden
heeft meester gemaakt en, om zich dat
genot te verschaffenis men dorstig naar
goud,veel goud.
't Is droef om bestatigen in onze eeuw
van zoogezegde verlichting, van zooge-
zegden vooruitgang.
En wat is de oorzaak
j- Het venijnige vocht van het helsche
materialism is gedrongen in de aderen
van alle de standen onzer samenleving en
.tot zelfs der mindere.
Velen willen huu aandeel hebben in
de wereldsche genietingen, velen willen
meefeesten en zwieren zoo veel ze maar
kunnen gedurende hun kortstondig ver
blijf op deze aarde, omdat het materia
lism hun leert dat na dit loven alles ge-
- daan is, dat eens dood alles dood is...
En wanneer men aanneemt dat er aan
de andere zijde des grafs niets meer be
staat, dat geene belooning van 't goede
en geene bestraffing van 't kwade meer te
hopen of te vreezen is, dat alles dood is,
waarom hier op aarde dan ook zijne lus
ten niet voldoen, den vollen teugel aan
zijne driften niet gegeven
Van daar dan dat rusteloos streven naar
goud, naar immer goud, «aar dat goud
dat alle aardsch geluk kau verschaffen.
Om zich goud te verschaffen werpt men
zich op het spel ja, bet spel wordt aan
schouwd als het vaartuig dat iu de haven
van goud en dus van geluk zal doen aan
landen.
Is het dan te verwonderen dat de speel
holen overal uit den grond opschieten
gelijk padestoelen iu sommige onzer stre
ken,dat iu dc groote steden talrijke speel-
agentschappen gesticht worden
Iu sommige steden worden die speel
inrichtingen ondersteund, zelfs aange
moedigd met het doel de openbare inkom
sten te vergrootcu en liefdadige gestichten
te ondersteunen.
Men vordert er immers eenen ten hon
derd op de winsten van den croupier of
bookmaker.
Dal is ouzedelijk eu wat meer is meest
1 al dezen door 't spel goruïueerd, vallen
ten laste der openbare weldadigheid.
HET
wonderlijke avonturen van eenen Zeeman
25e vervolg.
De meesten zagen er als dienstboden uit
den fatsoenlijken stand uit, andereu deden
meer aan winkeljuffrouwen en modisten den
ken. Hier en daar zag ik een fijnbesneden
gezicht. Zij zagen er allen gezond uit, alsof zij
het vroeger goed haddeu gehad en sedert zij
op het schip waren geweest, goed behandeld
waren.
Het hoofdluik stond open en was met een
rooster bedekt, eenige meisjes zaten op dat
luik, maar stonden op. toen zij mij zagen, en
nu schenen al de vrouwen mijne tegenwoor
digheid op hetzelfde oogenblik te bemerken.
Allen zagen althans mijnen kant uit.
Een bleek meisje, dat zeer netjes gekleed
was, begaf zioh naar de plaats waar ik stond,
en vroeg met eeno stem, die van gejaagdheid
trilde
Als u de kapitein is, wees dan zoo goed
ons te zeggen hoe het verder met ons zal gaan.
Jufvrouw, gaf Ikigstock hierop ten ant
woord, het staat niet iu de macht van den
kapitein die vraag te beantwoorden, omdat hij
zelf nog niet weet wat onze plannen zijn.
Men heeft dus wel gehandeld eene wet
voor te dragen tot regeling van het spel.
Reeds is deze wet door den Senaat ge
stemd epworden en mocht de Volkskamer
zo op nare beurt aannemen opdat de
kwaal zooniet totaal wordo uitgeroeid dan
toch krachtdadig zou beteugeld wezenl
Altijd, de geschiedenis der verledene
eeuwen getuigt het, waren de Vlamingen
om 't behoud hunner vrijheid bezorgd en
afkeerig van allen dwaug. Van 't begin
der christene tijdsrekening af, zag men
hen, als '1 gevaar dreigde, in 't harnas
springen om hunne geliefde vrijheid te
gen vreemde overweldigers en inlandsche
tyranen te verdedigen. Ja, van den Ro-
meinschen inval onder Julius Cesar af,
door allo eeuwen heeu en lest in 183Ü,
zagen wij onze voorvaderen huu bloed
vergieteu tot behoud hunner vrijheid en
om bevrijd te blijven van allen dwang.
Nooit hebben de Belgen en vooral de
Vlamingen den verplichtenden militairen
dienst aangenomen. Soldenier, soldaat
zijn was een beroep, eenen stiel vrijlijk
en zonder dwang verkozen. Zag men niet
in de middeleeuwen, zy, die soldenier
waren van beroep, van het eene leger
naar 't andere trekken, omdat de Keizer,
Koning, Prins, Hertog, Graaf onz. niet
goed betaalde of omdat den oorlog was
geëindigd
Ook nog in de middeleeuwen zag men
dat toen 't gevaar van overweldiging
dreigend was, wanneer er vrijheden en
rechten te verdedigen waren, de gilden
der ambachten de wapens ter hand ne
men, de gildebroeders als vrijwilligers
optreden en eens 't gevaar voorbij of de
oorlog geëindigd de wapens neérleggen
om weêr als vrije mannen 't burgerlijk
leven terug in te treden.
't Is slechts sedert een honderdtal jaren
dat de lotiug, de verplichtende militaire
dienst in ous land door de Fransche re-
volutiouuairs werd ingevoerd. Wie kent
of heeft er niet hooren spreken van den
heldhaftigeu strijd onzer Vlaamscbe Boe
reu in 1798 eu 1799 tegen de conscriptie?
Overwonnen eindelijk door de overmacht
der Fransche rooversbenden die de opper
hoofden der republiek in België zonden,
moesten onze voorvaderen zich eindelijk
onderwerpen en de lotiog, het gedivongen
soldaat, was ingevoerd
Doch de Vlamingen zijn niet ontaard
heden nog gelijk over honderd jaren heb
ben zij de vrijheid lief en zijn ze vijandig
aan allen dwang. Daarom ook eischen
alle ware Vlamingen een vrijwilligersle-
gersleger, het niemand gedwongen
soldaatWeg dus met de per
soonlijke dienstplicht
Maar wij weten wel wat uwe plannen
zijn, riep het meisje, terwijl zy eenen blik om
zich heen sloeg, als wilde zij anderen aanspo
ren zich bij haar aan te sluiten. Zij spreken
er van, kapitein, onder ons vrouwen uit te
kiezen en op een eiland eene kolonie te slich
ten en er zijn er wel op dit schip, vervolgde
zijdie laag genoeg zouden zijn de voorstellen
der matrozen aan te nemen. O, mijnheer riep
zij uit, terwijl zij hare handen smeekend om
hoog hief, als gij een man van eer zijt, dan
znlt gij ons naar het land brengen, waarheen
wij ingescheept zijn. Er zijn velen onder ons,
die niets met de matrozen willen te maken
hebben, en die een afschuw hebben van het
denkbeeld op een eiland eene kolonie aan te
leggen.
Brigstock, zegde ik, heeft n de waar
heid gezegd, voor zooverre ik in de zaak be
trokken hen. Ik draag nog geen kennis van de
bedoelingen der bemanning. Weet gij hoe ik
op dit schip gekomen hen Wat er van mij
verwacht wordt, moet ik nog hooren. Maar
een ding hoop ik, ja, daar ben ik zeker van
welke de plannen der matrozen ook wezen
mogen, geen kwaad 6taat u te wachten, niets
ergere dan eene vertraging in de reis. Heb ik
gelijk vroeg ik, mij tot Brigstock wendende.
Zij weten wel, antwoordde hij, terwijl
hi] zijne hand naar het halfdek uitstrekte,
dat er geen kwaad bedoeld is. Gij znlt alles
nu te weten komen, M. Morgan, maar ik
Gezondheidspolicie der huisdie
ren. Rundvee en schapen herkomstig
uit zekere deel en van Nederland. In- en
uitvoer. Art. 1. Bij wijziging der arti
kelen 1 en 2 van het ministerieel besluit
van 24 december 1895 en van het minis
terieel besluit van 20 mei 1896 en tot
nadere schikking, mogen de runderen en
schapen, voortkomende uit die deelen van
Nederland, aaugeduid iu de bijlage van
huidig besluit, in België alleenlijk inge
voerd geworden, per spoor, in geplom
beerde wagens,laugs de grenshureelen der
staties van Selzate, EsscheD, Achel, Ha-
mont en Visé, en onder voorwaarde recht
streeks verzouden te worden naar de
slachthuizen van Anderlecht, Antwerpen,
Brussel, Gent of Luik.
Dadelyk, na hunue aankomst in de
statie van Brussel (West), Brussel (Groe-
ne-Lei), Anderlecht (slachthuizen), Ant
werpen (Stuivenberg), Luik (Longdoz) en
Gent, zullen de dieren, onder toezicht
der policie, rechtstreeks naar voornoemde
slachthuizen geleid worden, alwaar zij
zullen opgesloten blijven tot hel oogenblik
hunner slachting, die, ten laatste, binnen
de tweemaal vier-eu-twintig uren na
hunne aankomst in de slachthuizen moet
plaats hebben.
De toegang tot de lokalen waar die
dieren verblijven, is verboden tijdens de
marktdagen, uitgezonderd voor de perso
nen die met hun onderhoud gelast zijn.
Art. 2. De rechtstreeksche doorvoer,
zonder overlading, langs de spoorwegen,
van hoogervermelde dieren, blijft toege
laten zonder formaliteiten van sanitairen
aard.
Art. 3. De inspecteurs-veeartsen, ieder
voor wat hen betreft, zijn gelast met de
stipte naleving van het huidig besluit te
bewaken.
Art. 4. Het huidig besluit treedt in
kracht den 15 december 1895.
Moniteur
De nieuwe verbinding tusschen
België en Engeland ^Oostende-Tilbuiy-
Louden) is zoo goed als 't maar mogelijk
is. In de aunoncen lezen wij, dat eene
snelvarende boot, iederen dag om 3 uren
's namiddags uit Oostende vertrekt (uit
genomen den Zaterdag) en dat de koop
waren 's anderdaags om 4 ureD 's mor
gens op de Londcnsche markten afgele
verd kunnen worden. Er is wellicht niet
een dienst van het Vasteland die eene
zoo snelle bediening verzekeren kan. Men
moet van die verbinding, zooveel mogelijk
gebruik makeu voor de verzending van
boter, eieren, vleesch, honig, fruit, fijne
groenten, enz.
wenschte, dat gij eerst eens op het schip wil
dot rondzien.
Op dit oogenblik bemerkte ik, dat ik werd
gadegeslagen door een meisje, dat eenigzins
afgezonderd van de anderen stond. Zonderling
dat een van de vele vrouwen, die mij aan
staarden, mij juist in het oog moeet vallen.
Ik zegde bij mij zelf Waar heb ik dit
meisje meer ontmoet Zij had eenen strooien
hoed met een zwart lint op en was in het
zwart gekleed haar eenvoudig kleed Bloot
haar nauw om het lijf en deed de bevalligheid
van hare gestalte uitkomen.
Het was licht genoeg om haar duidelijk te
onderscheiden. Ik rekte mij uit om haar nog
beter te knnncn zien toen zij dit bemerkte,
glimlachte zij even. en ging, terwijl een blosje
zich op hare wangen vertoonde, naar den
algemeenen trap toe.
Eerst toen zij dezen had bereikt, herkende
ik haar.
Het was Kate Daraley
Oogenblikkelijk ging ik naar haar toe en
reikte haar de hand.
De hemel beware ons riep ik uit, ter
wijl ik haar met verwondering aanstaarde.
Wat, ter wereld doet gij hier
Dat is eene zonderlinge ontmoeting,
antwoordde zij, terwijl de blos nog niet van
hare wangen verdwenen was. Hoe zon ik hier
anders zijn dan als emigrante Maar dat ik u
op dit schip moest auntreffen
Men mag het wel herhalen geen land
is gunstiger gelegen dan België om met
waren, die frisch ter markt moeten aan
komen, te kunnen concurreeren en noch
tans zijn het steeds de Denen die ons
vooruit zijn. Boter, eieren, gerookt spek
kunnen wij zoo goed, misschien beter
voortbrengen dan zij en niettemin blijven
wij achterwege. Wie zal die taak toch
eens aanvatten om onze producenten op
den waren weg te brengen Jos. D.
(De Landbodé).
Deensche eieren. Wij lezen in de
duitsche Landw. Pr esse
- Zeer onlangs is er, in Denemarken,
eene maatschappij opgericht, die bijna
al de te verkoopen eieren uit Denemar
ken biieen brengt. De boeren verplichten
zich, door middel van een stempel ieder
ei met een datum te voorzien en de
eieren te sorteeren naar grootte en
zwaarte.
Terwyl elders de eieren in twee
klassen verdeeld worden, neemt de deen
sche maatschappy er vier aan, al naar de
roote en zwaarte der eieren van eene
epaalde kwaliteit even zwaar zyn. Te
meer, de Denen verkoopen tegen goed-
koope prezen en geven vollen waarborg
dat geen ei ouder is dan 8 dagen.
De boeren die aan de maatschappij
leveren moeten voor ieder vuil ei eene
boete van 25 frank betalen en leveren ze
een tweeden keer een slecht ei, dan wor
den ze van verdere leveringen uitgeslo
ten. Aldus worden slechts eieren van uit-
gelezene kwaliteit geleverd.
De Denen zijn, door deze doenwijze,
nu goed op weg om, in korten tijd, alle
concurrenten te verdringen, evenals zy
zulks met den boterhandel deden.
vermaard door de geprimeerde en aller
schoonste hengsten van M. Joannes DE
VUYST, Schepene der Gemeente.
Forton, oud vier jaren, behaalde ver
ledenjaar den eersten prijs tot Ninove
en bekw.im dees jaar de bewaarpremie
van vyf duizend franken te Gent.
Beyaard, behaalde dees jaar den eersten
prijs tot Ninove.
De dekprijs voor 1897 is vastgesteld
aan vijftien franken, kontant te betalen
na de eerste dekking.
W Uit kracht eener bijzondere ver
gunning van den H. Stoel, staan HH.
DD. HH. de Bisschoppen van België toe
op Nieuwjaarsdag vleesch te gebruiken.
Ik zag naar Brigstock, die ons met welge
vallen gadesloeg. Wat hij dacht. Btond op
zijn gelaat te lezen, hij was blij dat ik onder
de vrouwen eene vriendin gevonden had, dit
zou mij misschien met mijnen toestand ver
zoenen. De vrouwen op het dek zagen naar
ons en praatten met elkander nieuwsgierig
heid stond op haar gelaat te lezen en ver
scheidene van haar glimlachten.
Xu, ik zag vreemd op, toen ik u zag,
zegde ik. En toch herinnerde ik mij nu, dat
gij met mij over landverhuizen gesproken
hebt. Ik herinner mij nog best zekere vragen,
die gij mij deed, toen wy op zekeren dag heel
in de verte de zee zagen.
Ik was zonder vrienden en wilde niet
van honger omkomen, antwoordde zij maar
voor zoo iet» heb ik mij niet beschikbaar ge
steld.
Ik kan mijne oogen nog nauwelijks ge-
looven, zegde ik. Uw gezicht doet mij weer
aan Blathford denken en ik riek de heerlijke
geuren van den ouden hof weer en wy zijn
weer op de rivier, gadegeslagen door koeien
en schapen.... Gy ziet er wezenlyk goed uit.
Zijt gij uietlyviger geworden?
Zij hield hare donkere oogen op mij geves
tigd, terwijl ik voortpraatte. Haar blos was
geweken, maar deze vertoonde zich weer,
toen ik over de bekoorlijkheden van den tuin
en over onze tochtjes op de rivier sprak.
Ik bon even veranderd als gij, riep zij
Mllicie. Aan de lotelingen.
Volgens de nieuw wet op de ver
goeding in zake van milicie, zal
de vergoeding van 30 fr. per
maand verleend worden aan iede
ren jongeling, die geroepen is om
bij te dragen tot het vormen van het con
tingent der volgende lichting, en als hy
vrijwillig teekent voor een termyn, dat
aanvangt op 1 October na zijne aanne
ming
In andere woorden de jongelieden, die
moeten loten in den aanvang van 1897
en die zouden willen dienst nemen, om de
aanzienlijke voordeelen der vergoeding
te genieten, moeten zich doen inschrijven
voor de loting en dit verlangen doen ken
nen. Zn worden gebracht aan het hoofd
van de lijst der mannen van hun kanton,
in te lijven in 1897.
Hunne dienstverplichtingen zyn gelijk
aan die der militi&nen namelijk dat zy
twee iaren dienst zullen doen by he*
voetvolk, drie jaar by de grenadiers,
karabiniers,geme en administratie batail-
jon, en vier jaar in de ruitery en veld
artillerie.
Die strekking der wet is te weinig
gekend.
De jongelingen, die vrywillis dienst
nemen in deze voorwaarden, zullen afge
teld worden van hot contingent te leveren
door hun Kanton. In andere woorden wil
dat zeegen, dat, by voorbeeld, indien er
in het Miliciekanton Aalst of een ander
1, 2, 3 of meer lotelingen zyn die vrij
willig dienst nemen er zooveel min van
de overige lotelingen moeten optrekken.
Het Kanton moet by-voorbeeld 50 man
schappen leveren en er zyn 10 vrijwilli
gers, er moeten maar 40 manschappen
optrekken.
Bechten op thee en koffie. Het
gouvernement deed aan de leden der
middensectie, gelast met het onderzoek
der begrooting van wegen en middelen,
weten, dat de afschaffing der rechten op
thee en der nog bestaande rechten op kof
fie binnon kort in een tegen-ontwerp op
de wet op de dronkenschap, zal worden
uitgeveerdigd.
Om geen beroering in den handel te
brengen, zou de regeering voorstellen, de
afschaffing der rechten slechts toepasse
lijk te maken, drie maanden minstens na
de stemming der wet.
Valsch geld. Valsche vijffrank
stukken met de beeltenis van Leopold II
en het cyfer 1873 zyn in omloop.
De stukken zyn nog al tamelijk goed
nagemaakt, doch zyn wat donker van
kleur.
uit. Het is eene zonderlinge ontmoeting. Maar
toch heb ik u reeds eenigen tijd gadeslagen en
mijne verwondering was dus niet zoo plotse
ling als de uwe. Hebt gij schipbreuk geleden?
Hebben de matrozen u in een open boot ge
vonden, dat gij zoo hier zyt
Weet gij niet, zegde ik, dat dezen mor-
gend eene bark, de Caroline geheeten, door
dit schip gepraaid is, en dat de stuurman der
bark, ik zelf, hier aan boord gelokt ia door
de allerellendigste leugen, die ooit over de
lippen van een zeeman gekomen is
Ik vertelde haar nu myne geheele geschie
denis, beginnende met myn vertrek van Bri
stol en eindigende met mijne avonturen van
dien morgend.
Inmiddels was de zon ondergegaan, de
schaduwen van den nacht verspreidden zich
over de zee, de sterren fonkelden in al hunnen
glans en de maan vertoonde zich juist boven
den gezichteinder. Er woei een stevige wind
en het schip stevende met volle zeilen voort.
Kapitein, het gaat wat te hard, riep
Brigstock my toe. Zullen wy de zeilen niet
wat minderen
Ik ben uw kapitein niet, schreeuwde ik
terug. Er moet een en ander besproken wor
den, voordat ik dien post op my neem.
(WORDT VOORTGEZET.)