Zondag 10 Januari 1897.
3 centiemen per nummer.
SlsU! Jaar, 3125
ZONDAGRUST.
UIT SPOOK Dl ABDIJ,
Laffe aanvallen.
Landbouw.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Tinnen malen.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. i-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuique »uum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
Uijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 9 Januari 1897.
In een voorgaand schrijven is bewezen
geworden dat de zondagrust den mensch
opgelegd door do wet van God zoowel
als door die der natuur, in onze huidige
samenleving, nog door de burgerlijke wet
zal moeten bekrachtigd wordoa.
Zulke wet zou gocno inbreuk zijn op
de vrijheid, want veel te dikwijls zou het
den awang aan den werkman gepleegd
doen verdwyuen en bijgevolg zou die wet
eene vryheid herstellen.
Dat ia onbetwistbaar.
In België bestaat zulke wet niet. Men
mag dat grootelyks aan de geuzerij wü-
ten die daarin een middel vond om ue
priesters te plagen, den godsdienst aan
te vallen en in don geest van het volk te
ondcrmynen.
Ook zyn de liberalen gekende man-
chesterianen die uitroepen - Vryheid in
alles - en laat gaan wat gaat.
De pogingen dus die door ieverige ka
tholieken gedaan wierden om de zondag-
rust in te voerea leden schipbreuk bij
den krachtdadigen tegenstand der geu
zerij en vau eenige groete kapitalisten.
Men zal zich nog den schimp herinne
ren met dcnwclken men minister Van-
denpeereboom bejegende toon deze be
proefde de zondagrust in zijn bestuur in
te voeren. De geuzenbladen vonden geen
spotwoorden genoeg en op allerlei wyzen
braakten zy hunne gal en bitterheid uit
tegen dien mentcblievenden maatregel
door eenen katholieken minister geno
men.
Nochtans de minister ging voort, be
kommerde zich om dien tegenstand niet
en zooveel het van hem afhangt heeft de
vraag der zondagrust een goede oplos
sing in zyn bestuur gekregen.
Ik herinner het mij nog, 't is eenige
jaren geleden, toon men zich voor goed
met het maatschappelijk vraagstuk begon
bezig te houden. In de eerste ontspatting
vormde zich eene maatschappij ten voor-
deelo der wekelijksche rust samengesteld
nit eenige liberale en katholieke heeren.
Men was daarover 't akkoord dat we
kelijks den werkman een rustdag moest
geschouken worden. Er stonden palen
aan zyne krachten en 't was zelfs het
voordeel der nijverheid, zoo redeneerden
liberalen, dat men den arbeider toeliet
zijne krachten te herstellen.
Nu echter rees eene andere vraag op.
Welke dag dor week zal de rustdag
zijn
Het spreekt van zelfs dat de katholie
ken verlangden den zondag als wekelyk-
sche rustdag te zien uitroepen.
Den zondag vieren is het gebod van
God en op zulke wijze konden de werklie
den hunne kristelijke plichten vervullen
Dit maakte echter de rekening niet
uit der geuzerij. Wel roepen zij uit dat
Episode uit den Oorlog in de Vendee.
I8d* VEEVOLG.
Wederom Idouk een schot door de lucht.
M. de Milly voelde een kogel lange zyn oor
fluiten.
Gemist mompelde hij, De eerste kogel
was ook voor mij bestemd. Het arme dier
heeft hem in mijne plaats gekregen. Welk
een duivelsch plan
Blanche was op het peerd van Claverolles
geetegon.
Nu vooruit, riep Claverolles, vooruit.
De handlanger van d'Orbois was verbazend
vlug. Hij liep en sprong als een hert. De
aangezette peerden konden hem nauwelyks
volgen. Toen hy uitgeput en hygend stil
hield, was het bosch nog maar een honderdtal
Bchreden verwyderd.
Op dit oogenblik kwam de maan van ach
ter eene zwarte wolk te voorschyn en ver
lichtte het landschap.
Claverolles slaakte een kreet van ontzet
ting.
Ziet, wat is dat daar riep hy uit,
terwyl by op eeu voorwerp wees, dat op eeni-
gen afstand op den grond lag.
zij aan allen godsdienst onverschillig zijn,
en bijgevolg, dat het hun gelijk was wel
ken dag als rustdag aanzien wierd maar
in dees kwestie kroop algauw den aap
uit de mouw.
De geuzen roepen en schreeuwen zoo
maar banJelen geheel anders. Edelmoed
is die mannen vreemd en zoodra het er
op aankomt den goedsdienst aan te val
len dan voorzeker kent hunne dwaasheid
geen palen meer.
Wy willen eenen wekelijkschen rust
dag, riepen zij uit, maar niet zoohaast
wierd den zondag vooruitgezet of allerlei
stokken wierden in het wiel gestoken. De
geuzery ging achteruit.
M. Vandenpeereboom aan wie men
aangeboden had lid der maatschappij te
worden verklaarde dat hij zulks maar
aannemen kon indien den zondag als
rustdag wierd verkozen.
Dan ging de bom los en de maatschappy
uiteen. Met zulke onverdraagzame man
nen, ging het in de geuzenbladen, is het
onmogelyk huis te houden.
Later verrees echter die maatschappij
wederom buiten alle politiek. Alhoewel
zij op allo daken uitbazuinde dat zij mon
delings en schriftelijk voor de verwezen-
lyking der zondagrust strydt toch geeft
zy niet veel teeken van leren, ten minste
van krachtdadig optreden voor haar
doelwit.
Ik ben mis. Over eenigen tijd heeft
M. Nyssens ze geraadpleegd over het
wetoncwerp op de zondagrust die hij ge
reed maakt.
Hier volgt haar antwoord. Het is waar
lijk weerdig ingelijst te worden
Wy zijn aan allo vrijheden gewoon;
eene wettelijke regeling der kwestie, hoe
goed zij ook weze opgevat, zou eene te
geweldige scheuring aonzer ziens- en le
venswijze zyn.
Ellendig gezwets van verblinde man-
chesterianen Nu is het te begrijpen dat
men op dit gebied geen stap is vooruit
gegaan terwyl in vreemde landen b. v.
in Holland eene zeer streuge wet op de
zondagrust wierd gestemd.
De groene held herbegint met eene toe-
nemendo razernij zijne laffe en leugenach
tige aanvallen van weleer. Dus is het
onbegrijpelijk hoe men zoo tegen weer en
wind in, durft liegen en de welbekende
waarheid bestrijden en daarna zijne
eigene eerlijkheid en deftigheid gaan
verheffen.
Is het eerlijk en deftig iemand gedach
ten aan den rug te wrijven dat men
zekerlijk weet valsch te zijn, iemand van
iets te beschuldigen wanneer het tegen
overgestelde waar is
H Land durft schryven
Uit Denderleeuw meldt men ons dat de
n heer volksvertegenwoordiger Diericx daar
n op een vergadering het pensioen aan d'oude
n werklieden heeft afgekeurd.... Is dat echt
Zon dat echt zijn Wy moeten 't weten,
n want wy komen daarop terug. n
Die ondervragingen zijn echt duivelsch.
M. de Milly en zijne vriendin kwam haastig
nader
Op hunne beurt stonden zy wezenloos van
schrik.
Voor hen lag in eenen grooten bloedplas
het lijk van eenen grijzen priester.
Het zilveren licht der maan deed de hemel-
sohe schoonheid zyner gelaatstrekken nitko-
men. Welk eene kalmte lag er uitgespreid op
dat gewelfde, door witte haren omgeven
voorhoofd Welk eene zachtheid, welk eene
snelheid in die strakke oogen, in dien glim
lach van vrede en liefde
O, het moest de apostel van het goede zijn,
die, zyue beulen zegenend, gevallen was
Aangedaan^ steeg M. de Milly van het
peerd en knielde bij het slachtoffer neer.
Hij nam de hand in de zijne en hief ze om
hoog ze was stram en ijskoud.
Hy maakte de kleêren los en legde zijne
hand op het hart...
Eene kreet van vreugde kwam over zyne
lippen. Hij voelde, dat het hart licht klopte.
Myn God riep hy uit, hy leeft
Ja, hij leeft herhaalde Claverolles,
terwyl hy zich op zyne beurt voorover boog.
En met eene vreemde uitdrukking in de
stem voegde hy er by
Inderdaad, de Heer beschermt de zynen.
De priester was werkelijk nog in leven,
Zyn toestand liet echter niet de geringste
hoop meer over. leder oogenblik kon het
De held durft niet bevestigen want
in den grond zijns herten weet hij wel dat
hy liegt en de waarheid den nek om-
vringt.
Hij wil M. Diericx verdacht maken bij
zijne kiezers, hy wil hem hatelijk maken
in de oogen van het werkende volk.
Is dat eerlijk is dat deftig is dat
demokratisch en recht voor de vuist
Dio volksfopper weet heel wol, beter
dan iemand, iudien hij, als gazetschrijver,
zich op de hoogte houdt der maatschap
pelijke beweging, dat M. Diericx voor
staander is van hot rustgeld voor des
werk mans ouden dag.
Over die kwestie heeft M. Diericx eene
voordracht gegoven in de maand Augusti
verleden jaar, eene voordracht die veel
bijval heeft genoten iu zijne geboortestad.
Djfcirna heeft hy, de oplossing der
pensioenvraag willende bevorderen, een
art. geschreven in den Bisn Public
over oen stelsel dat hem gansch porsoon-
lijk is Dendcrbode in twee artikels heeft
er de grondtrekkeu van leeren kennen
aan zijne lezers, artikels verschenen in
den loop der maand Augusti.
En na die openbare feiten zal de waar-
heidminnende Groene nog zeemachtig
weg durven vragen Is het waar dat
M. Diericx van de pensioenen voor den
werkman niet wil.
Do correspondent van 't Land, indien
er een briefwisselaar in 't spel is, moet
een groote ezel zyn om tweo zaken te
verwarren die van verre of van nabij op
elkander niet trekken. M. Diericx is par
tijganger van een pensioen,maar is tegen
strever van de tusschenkomst van den
patroon in de daartoe te storten gelden.
Held, uw handelwijze is pijnlijk en
af te keuren.
Zij is pijnlijk omdat gij door uw schrij
ven iemand hatelyk wil makeu die het
met de werklieden wel meent,die do pen
sioenen voorstaat.
Zy is af to keuren omdat gy, alvorens
zulk monsterstuk af te kondigen gy weten
moest wat waar of leugen was. Ik heet
uwe daad een monsterstuk omdat gij
daardoor, door eene beschuldiging van
zulk gewicht, iemand wilt hatelijk maken
ten voordeele van onsen broeder.
Eene tweede barbaarschheid gaat aan
het adres van M. Woeste.
Dio zelfde lasteraar durft schryven
Dat is altijd 't oud gedacht van M.
n Woeste, dat de Staat, de boeren of dander
n werkmenschen NIET MAG HELPEN. De
n menschen doen bezwijken onder de lasten
n ons geld naar den Congo voeren, JAmaar
n de menschen helpen in hou broodgewin,
n NEEN. Nochtans de Paus Leo XIII ver
klaart uitdrukkelijk dat de Staat, 't Goe-
vernement, de Voorzienigheid moet zijn der
werkende klassen.... Vaderlijk handelen....
n M. Woeste durft niet direkt tegen den Paus
n opstaan, maar hy blijft koppig als eene
n klokhen aan zijn oud gedacht, al ziet hij
n dat het slecht en nadeeug is. n
Na men zulk stuksken gelezen heeft is
het niet om zich af te vragen of de maat
nog niet vol is
leven wyken, en de ziel tot haren Schepper
opstijgen.
Blanche kuste de zoom van het kleed van
in martelaar en mompelde
Hoe redden wij hem alleen.... in
deze onbewoonde streek
Stel u gerust, mejuwrouw, antwoordde
Claverolles. Ik ken niet ver van hier eene
hut, waarheen wy hem kannen brengen.
Maar de tyd dringt, de vyand is ons op de
hielen.... Help my dien armen gewonde op
lichten.
Wilt gij hem meenemen vroeg M. de
Milly.
Het moet. Het is het eenige middel om
dit leven nog een weinig te rekken. Ik zal
zacht door het bosch loopen.... Hoort, hoort
In de verte deed zich tromgeroffel hooreu.
Het zyn misschien de moordenaars van
den priester, hernam Claverolles. Laten wij
hier geen oogenblik lauger blijven, onze vei
ligheid hangt er van af
Met de grootste zorgvuldigheid nam Clave
rolles den stervende in zyne gespierde armen
en liep in allerijl naar het bosch,
O, hoe verweet M. de Milly zich op dat
oogenblik, zulk een man te hebben mis
trouwd. Neen, hij was geen verrader Ver
raders handolen zoo niet.
Jonkvrouw Blanche liep naast Claverolles
en ondersteunde het hoofd van den priester.
De baron volgde op eenigen afstand. De
Is het mogelijk nog opzettelijker te
liegen en zijne lezers te bedriegen.
Van twee dingen een
of te wel, de schrijver van die lijnen is
duivelsch razend of stapelzot goworden
of te wel, hij houdt zijne lezers voor
aartsdom, onbekwaam eens te redeneeren
en meegesleept door den haat en den nijd
dio het hart van dien schrijver vertceren.
Hoe is Let mogelijk te durven schrijven
dat M. Woeste beweert dat de Staat de
boeren of werklieden niet mag helpen, hy
die de vader is der wet op de werkmans
woningen en die zijnen naam heeft ge
hecht aan zoovele sociale hervormingen
ten voordeele der werkende klassen.
Was Het Land gelezen door menschen
die geleerd zijn, wy zouden de schouders
ophalen en zeggen zo weten waaraan zich
te houden 't zal immers%aan die niet
zijn dat men zulke monsterachtigheden
zal kunnen doen gelooveu zij moeten
noodlottigerwyze tegen den schrijver kee-
ren maar nu zijn het dé werklieden die
zulke leugentaal opgedischt krijgen, die
dikwijls reeds door do raeetingen ver
voerd, dit alles als evangelie aannemen
en er vast aan gelooven.
Laat ons de lastertaal voorover stap
pen.
Do fopper schryftNochtans de Paus
leert uitdrukkelijk dat do Staat de Voor
zienigheid moet ziju der werkende klas
sen. -
Dat is dubbelzinnig en eene zeer ge
vaarlijke taal.
Waar heeft de Paus uitdrukkelijk ge
schreven dat de Staat de Voorzienigheid
zijn moet der werkende klas
Wat heet men de Voorzienigheid zijn
der werkende klasse
Dat is staatssocialism en zoo zal ieder
een het begrijpen. Als de fopper niet
heeft willen zeggen dat de Staatzorgen
moet in alles en voor alles voor de werk
lieden dan heeft hij eene zeer slechte
uitdrukking gekozen. Dat alleen mag men
Voorzienigheid heeten.
Heeft de werkman recht op werk
Fopper.
Over de tusschenkomst van den Staat
schryft de Paus Bedreigt derhalve de
gemeenschap of de bijzondere standen
oeuig nadeel dat ander» niet af te
weren is, dan is de tusschenkomst vau
den Staat gewettigd. -
In oen navolgend nummer zullen wij
voortgaan de aanvallen te onderzoeken
zoo van wege Land als van Dender-
galm.
M. de minister van nijverheid en ar
beid heeft aan de beambten van den
ykdienst bevel gegeven al de tinnen ma
ten van bet oud systeem, die hun zouden
voorgebracht worden, af te keuren.
peerden welke hij by den teugel leidde, kon
den slechts met moeite vorderen.
Na een half uur gaans door dit kreupel
hout hield Claverolles stil.
Daar is het, sprak hy, terwijl hij naar
eene hut wees, welke tegen eene rots gebouwd
was. De woning ziet er niet zeer aanlokkelijk
uit, voegde hy er bij. Het hindert ook niet,
daar zij ons eene groote veiligheid aanbiedt.
Kent gy den eigenaar vroeg M. do
Milly.
Zeer goed. Hy is een mijner vrienden,
een grijsaard, arm als Job, maar eerlijk en
trouw... Onze goede Cyranol zal zich ver
heugen, ons van dienst te kunnen zjjn.
De hut was inderdaad die van Cyranol.
Daar, in dat verpeste hol, rustte de ellen
dige bedelaar uit van zijne verre tochten
daar was zyn schat verborgen, de vrucht van
onzinnige ontberingen gedurende een lange
reeks van jaren. Claverolles was er een paar
malen geweest, om den onden bedelaar een
bevel van kapitein d'Orbois te brengen.
Hy wist, dat de oude vrek dien avond
afwezig was dit begunstigde zijne pluimen.
Hy underdo de deur en klopte.
Geen antwoord.
Myn vriend ia afwezig, sprak hij ik
zal de deur openen hij is te goedhartig om
zich over zulk eene handeling te beklagen.
Claverolles haalde een steen uit den muur,
en zijne hand in eene opening stekend, duwde
Teenbosschen. Verjonging.
Na een zeker aantal jaren, verschillend
volgens den aard van den grond waar de
teenbosschen zijn aangelegd en de min
of meer redematige zorgen van onderhoud
en bemesting waarvan zij het voorwerp
zijn, verslappen de stompen zoodanig, dat
zij nog slechts onbeduidende opbrengsten
leveren. Deze verkwijning kan veelvul
dige oorzaken hebben, zooals de uitput
ting van den grond veroorzaakt door eene
gansche reeks van oogsten, de min of
meer groote zuurheid des bodems, de ge
vorderde ouderdom van de teenbosschen,
de plotselinge opvolging van vorst en
dooi, enz. Hetzij deze of nog andere oor
zaken afgezonderd of te samen werken,
Zij hebben allen voor gevolg de leef
kracht van de stompen te vermindoren,
alsook de verdrooging en het opensprin
gen der schors van de koppen der stom
pen te veroorzaken.
In dien toestand zijn de teenbosschen
onbekwaam nog voldoende opbrengsten
te geven en hun bestaan is zelf erg be
dreigd. Wat doen in zulk geval Is er
een middel tegen deze kwaal of moet
men den grond maar goedsmoeds ont
ginnen Het middel bestaat en is zeer
eenvoudig, doch in 't algemeen is het
ongelukkiglijk niet gekend door de eige
naars onzer teenbosschen.
Het middel dat wy aanbevelen en
dat ons in onze proefnemingen uitnemend
goede uitslagen heeft opgeleverd, be
staat in het afkappen dat wil zeggen in
het gelykgrouds afdoen van dokoppen
der stompen.
Het gelijkgronds afkappen der stompen
heeft voor gevolg op den onderaardschen
stomp bijkomende botten te doen uit
schieten, welke onder den invloed van
voordeelige omstandigheden, krachtige
scheuten zullen voortbrengen, waarvan
het onderste deel na den oogst der twy-
gen, het volgend jaar nieuwe stompen
zullen uitmaken, welke in staat zijn op
hunne beurt talrijke botten te schieten,
welke zich met groote kracht zullen ont
wikkelen.
De afkapping zal plaats hebben na het
afkappen der twijgen, bij middel van oen
scherpsnijdend werktuig, zijnde eene
soort van storke snoeitang. (1) Dit werk
tuig geeft eene zuivere snede, eu levert
daarbij de zwarigheid niet op, de worte
ling van de stompen los te rukken. Te
meer het laat de spoedige uitvoering van
het werk toe.
Bij gebrek aan het werktuig zou men
desnoods eene soort van scherpsnijdende
hak kunnen gebruiken, maar iu dit geval
moet de afkapping geschieden terwyl de
grond bevrozeu is, zulks om de bewerking
te vergemakkelen en eene schadelijke
losmaking der wortels tc vermijden.
De afkapping kan slechts al hare goede
uitwerksels opleveren, iu andere woorden
zy kan de echte verjonging der teenbos
schen slechts voor gevolg hebben, op
voorwaarde door de oppervlakkige om-
hij op eene geheimen veer. Zoodra de deur
zich geopend had, trad hij binnen en stak
een flambouw aan.
Het inwendige van de hut was volkomen in
overeenstemming met het uitwendige.
Een vermolmde bank, eau koffer, eenige
aarden pannen en een paar. armoedige klee-
diugstukken waren de eenige teekenen dat
daar een menschelijk wezen woonde.
Jonkvrouw dc la Mcillorayc gevoelde ccnc
groote walging. Dit geval duurde echter niet
lang, en zij volgde de beide mannen naar
binnen.
Terwijl M. de Milly en Blanche den ge
wonde met hunne armen ondersteunden,
bracht Claverolles eeu weinig orde in de hut.
Hij schopte het gereedschap, dat over den
grond verspreid was, ter zijde en naderde den
hoop vodden welke den bedelaar tot bed
dienden.
Daar moest de priester worden neergelegd.
De legerstede moest wat minder vnil en hard
gemaakt worden
Ily stak de handen onder de voddon en
haalde de peluw te voorschijn, die met droog
mos bedekt was.
De vriend van d'Orbois toonde bijzonder
veel iever. Hij nam den peluw en schudde
hem flink been en weder.
Eensklaps voer hem eene rilling door het
lichaam eu sohitterde een zonderlinge glans
in zijne oogen.
werking van den grond de mededingende
planten (onkruid) te vernietigen, in do
uitputting des gronds te voorkomen, als
ook de zuurheid des bodems te verzadi
gen. De oppervlakkige omwerking zal
zoodra mogelijk na het afkappen der
twijgen geschieden, en dc vruchtbaarheid
van den grond zal hersteld worden door
toepassing van scheikundigen mest.
Naarmate de grond min of meer is uitgo-
put, zal men gedurende den winter 1000
a 1500 kil. Thomas-phosphaat gebruiken.
In geval do toen bosschen in een zand
achtige grond aaugelegd zijn, zal mon in
de meeste gevallen, terzoffdortiid als de
metaalslakken 1000 tot 1500 kif. kaïniet
moeten gebruiken. Eindelijk, op hot
oogenblik dat de wasdom herbegint, zal
men de bemesting voltooien met 100 a
150 kil. soda-nitraat, per hectaar uit lo
strooien.
Wat de zuurheid des gronds betreft,
deze zal bestreden worden door do toe
passing zelve van do metaalslakken, ton
ware die zuurheid overmatig weze, in
welk geval men, voor de oppervlakkige
omwerking van den grpnd, nog 1000 a
2000 kil. vetten kalk in poeder moet toe
passen. L. Van den Beeod.
Landbouw-ingenieur.
(1) Die snoeitang, in 't fransch sécateur
recepteur geheeten, is eon zeer aanbove-
lens werktuig, wier prijs betrekkeiyk go-
riug is, (ongeveer 16 frank).
Liberale gelukkigmakera. Nau
welyks zitten de liberalen aan 't bestuur
eener stad of gemeente of het regent
nieuwe belastiugen.
Nog geen jaar warou de liberalen te
Niuove en te Geerardsbergen meester of
nieuwe belastingen zyn de inwoners
komen treffen. Duizenden en duizenden
franks worden geeischt.
Te Meckelen, ook eene stad aan de
macht der liberalen en socialisten over
geleverd, worden er voor meer dan 186
duizend franks nieuwe belastingen ge
vraagd.
Wat geluk van door liberalen bestierd
te worden.
Moest het bestuur onzer Stad Aalst
ook onder de macht dor geuzen gevallen
zijn, wij zouden een broeksken gekregen
hebben van 't zelfde laken der Ninovie-
ten, G^erardsbergenaars en Mechelaars.
De liberale belastingsmeders boweren
dat de afgetredene katholieke besturen
de financiën in bedenkelyken toestand
hebben nagelaten.
Dwaling 1 logentaalen bedrog De
katholieko besturen schaften de belas
tingen at vroeger door de liberalen inge
voerd en waren zy herkozen geworden, zy
zouden hebben blijveu beheereu gelijk
vroeger, 't is te'zeggen. zonder zelfs eene
roode duit nieuwe belasting te moeten
heffen.
Ja, wat geluk van door liberale goluk-
kigmakers bestierd te worden.
Zijne hand had een bard voorwerp aange
raakt.
Hij wilde zekerheid krijgen of hy zich uiet
vergist had, doch het harde voorwerp was er
wel zeker en gaf bij aanraking een helderen
klank. Ditmaal was er geen twijfel meer mo
gelijk het waagoud, het was de schat van
den grysaord.
Met geweld wist Claverolles zich te be
dwingen en hij bleef kalm. Geen woord, geen
gebaar verried zyne aandoening. Hy zette
zijn werk in stilte en zeer zorgvuldig voort.
Toen alles gereed was, sprak hy
Laten wij thans onzen dierbaren ge
wonde hier neerleggen. Ily zal er rust vin
den het is alles, wat wij voor hem kannen
doen.
Zonden wy zyne wonde niet kunnen
verbinden vroeg Blanche.
Waartoe zou het baten Hy kan nog
slechts eenige oogenblikken leven.
M. de Milly iwas dezelfde meening toege.
daan.
Eene lichte trilling der lippen alleen toonde
aan, dat alle leven nog niet geweken was.
De oogen waren gesloten.... de ziel stond op
het punt haar stoffelijk omhulsel te verlaten
Blanche knielde naast den stervende neder
en bad langen tyd. Toen zy weer het hoofd
ophief sprak zij
(WORDT VOORTGEZET.)