Zondag 17 Januari 1897. 5 centiemen per nummer. 51ste Jaar 5125 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement Aalst. UIT SPOOK DER ABDIJ, GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Verschil van de differentie. niet eerlijk. Laffe aanvallen. t Schrikkelijke zaken De alcoolplaag. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 34, en in alle Postkantoren des Land. Cuique suum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. lleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den üijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. ge< Vt Aalst, 16 Januari 1897. Vooruit en andere socialisten bladen maken veel gerucht rond eene droeve familiegeschiedenis onlangs in Henegou wen voorgevallen. Do prinses de Caraman-Chimay heeft haren man verlaten en hare kinderen la ten zitten. Met dit feit wil Vooruit de schande uitwasschen die op de socialisten partij kleeft door het schoon, echt socialistisch ;edrag van juffrouw Emilie Claeyes, 'ooruit 's gewezen uitgeefster. Moeten wij zeggen dat Vooruit dcer- lyk den bal misslaat. Het gedrag van die plichtvergetene moeder en is in geenen deele aan de ka tholieken, noch aan de Kerk te wijten. Dit geval bewijst niets tegen hun. Het toont dat, niettegenstaande een uitdruk kelijk bevel, er menscheu zijn en gevon den worden die aan hunne plichten te kort blijven. De Kerk kondigt do onschendbaarheid van het huwelijk af. Zij legt de cchtelin- fen den heiliugen plicht op trouw en iefdevol te zijn tot de dood hen van el kander scheidt. Doch gendarmen heeft Zy niet om dit gebod te doen uitvoeren. De dwangmid delen der Kerk berusten in het geweten. Het geval echter van juffrouw Emilie is gansch verschillend. Wanneer zij met eenen getrouwden man ging samenwouen deed zij niet dan de woorden van Bebel in praktijk stellen - Hot huwelijk met b zijn onbreekbaren trouw is eene vor- ouderde instelling, die moet verdwij- nen. 't Is de liefde alleeu die den baud uitmaakt tusschen de gehuwden en komt er oneenigheid tusschen beide dan gebiedt de zedelijkheid dien band te breken. Zoo leert Bobel, de groote roode paus. En wat deed Emilie Zij heeft eenvoudig die woorden van Bebel tot daden over gebracht. Zij heeft gedaan in deze huidige maatschappij wat maar wet zal zijn in de roode samenleving der toekomst. Tusschen beide gevallen is dus het ver schil verbazend groot. De Kerk zegt Blijft trouw tot aan den doed. Begeert nieruands beddegenoot. Die plicht heeft die prinses vergeten. Bebel leertDe liefde alleen is de wet van het samenwonen. Met haar vergaat allen plicht. Dat heeft Emelie gedaan Waarom werpen de socialisten haar den steen Waarom is zy buiten de partij gesteld Is dit haar geen onrecht plegen Maquinay, een groote groene schreeu wer is tot de socialisten overgelcopen. Die renegaat is daarbij een judas en hui chelaar geworden. De rooden varon er wel meê. uit den Oorlog in de Vendee, 19de VEBVOIiG. Het spijt mij, dat ik aan het verlangen mijns vaders niet kan voldoen, maar de plicht weerhoudt ons hier zoo lang het leven in dezen martelaar nog niet is uitgebluscht, zullen wy blijven, Is dat uw besluit, Blanche vroeg M. deMilly. Ja, waarde vriend. Ik keur het zonder voorbehoud goed. Morgen kunnen wy onze reis voortzetten. Het leven van dezen eerbiedweerdigen gees telijke is ongetwijfeld weldra ten einde. Morgen sprak Claverolles, terwijl hij het hoofd schudde, morgen kunnen wij niet aan vertrekken denken. Wat wilt gij daarmee zeggen vroeg de baron. Dat wij zelfs in het zeer waarschijnlijk geval van den dood van dezen geestelijke morgen deze plaats niet kunnen verlaten, antwoordde de verrader. De onderneming gewaagd het zou het groote dwaasheid zyn e ovordag te beproeven. Terwijl meu in 7 Land van Aelst, M. Diericx trachtte hatelijk te maken in de oogen zijner kiezers met hem als vijand voor te stellen van een rustgeld voor den j" ouden dag der werklieden, verscheen iu Hel Volk van Gent, het orgaan van M. J Verhaegon,Voorzitter van den Belgischen i Volksbond een schrijven dat wij niet on- j opgemerkt willen laten voorbijgaan. Dat schrijven moet ons de maat geven 3 der goede trouw van 't Land dat maar 3 altijd voortgaat te zeeveren dat de ka- I tholieken en afgereerdigden van Aalst buiten onzen broeder vijandig zijn ij jezind aan het pensioen der oude werk- t lieden. Op 2den Kerstdag had te Geerardsber- j gen in den Kath. Kring het jaarlijks ban- ket plaats. De Volksvertegenwoordigers en pro- vinciale Raadsleden waren er tegenwoor dig. Te dier gelegenheid wiord de toe stand van het Arrondissement en Kanton onderzocht. Men sprak dan ook over de lijfrent- kassen. Welk stelsel is het beste Moet men de werklioden verplichten te storten of mag men ze vrij laten en zou iu dat geval de uitslag even goed zijn Welk stelsel beantwoordt het beste aan de noodwendigheden van het Arrondis sement Al die vragen wierdeu er besproken en ;roudig oudei zocht. Het Volk eindigt zijn verslag met de olgende woord^i^ u Iu naam zijner kollegas heeft M. b Diericx op al die punten geantwoord en eene krachtige ondersteuning n beloofd. Wij hopen dat deze woorden zullen vruchten dragen. n Zoo schrijft het orgaan der werklieden van Gent, maar te Aalst zijn er inauuen die het werkende volk opruien moeten ten voordeele van oneen broeder en daarom wordt de waarheid opzettelijk verdraaid en met de voeten getreden. Land doet niet dan zeeveren het peu- sioen moet er zijn in 1897 juist alsof daarmee de kwestie ware opgelost. 't Is dwaas en belachelijk en lijkt niet slecht op de vlieg uit de fabel. De man met al zijne eerlijkheid en deftigheid heeft reeds zoolaug gezeeverd en wij we ten nog niet eens de grondtrekken van zijn stelsel. Is het vrijheid of de verplichting dat oneen broeder zal verdedigen Wat verstaat hij door werklieden Wij wedden dat op die simpel vragen 't Land nooit zal antwoorden. Rechtuit. Een geusch schrijver der Revue de Belgique heeft rechtuit gezegd De waarheid 't is wij die ze scheppen. De macht is het recht Schoone leerstelsels Die advokaat schreef zijn gedacht rechtuitDendergalm durft dat niet eens doen. Het zou grootelij ks te verwonderen zyu, had Denderbode in den aanval van laffe razernij dien wij over acht dagen gebrand merkt hebben, niet zijn paart gekregen. Het aandeel van den leeuw is hem te beurt gevallen. Opdat onze lezers eens voor goed de kwade trouw van Chipka kennen zouden, laten wij onveranderlijk het stuk volgen waarin de groene schrij- velaar al zijnen gal heeft uitgespuwd. Dat schoon dingen staat getiteld Schrikkelijke zaken. Zou men niet zeggen, bij het lezen van die hoofding, dat Aalst met de grootste en schrikkelijkste ramp gaat getroffen worden En wat komt te voorschyn Eene duivelsche leugen, zonder schijn van waarheid en het is deugene uit de pen gevloeid, die gedurig boft op zijne ridderlijke deftigheid en eer dengeue die iu alle nummers vraagt Is leugen taal zonde Wij herhalen het het stuk is letterlijk, onveranderd overgedrukt uit Het Land van Aelst van 3den Januari 1897, 3'1" bladz. eerste kolom n De Christone Volkspartij geeft Meetings n met Referendums voor het Pensioen aan -, d'oude Werklieden, en Denderbode doet niets dan ons bespotten, dan ons verwijten - op een ongehoorde en wilde manier.. Waar- om toch Als ge niet wilt helpen om den -, ouden Arbeider nit d'Ellende en uit d'Ar- n moede te helpen, om aldus de Steden Parochiën op te beureu, zie eens voor Parochie vau 3000 zielen, aan 75 omlerlin- gen een Pensioen van 300 fr. 's jaars, 't zou over de 22,000 fr. 's jaars zijn voor den kleinhandel, voor de lijdende Burgerij' n voor den Ambachtsman Denderbode, al mj hieraan niet wilt MEEHELPEN, houdt toch op van TEGEN TE WERKEN... Waarom zijt gij hoos als wij 't goede willen doen V... Wat hebben die oude Werklieden van de Stad en den Buiten u misdaan Weet ge niet, Denderbode, dat dit Pensioen aangekondigd is door onzen Koning, door n zijn Ministers Weet ge niet dat de oude Paus niets vuriger betracht dan dit Peu- 6ioen Dit Pensioen zal een zegening zijn voor g'heel ons Vaderland elk zal er bij winnen in rust en in voordeelmen zal die urine Ouderlingen niet meer zien bede- len gaan men zal ze niet meer zien op- schuiven, als ehristene slaafkes aan d'Ilos- piciön die menschen zullen vrij en weerdig nun oude dagen slijten en gij Denderbode, ge bespot ons voor dat werk ge steekt. stokken in 't wiel ge wilt den moed en de koeragie benemen, volgens u men zou do wapeus moeten neerleggen,vóór den strijd... Aalst Aalst Aalst de stad der Alleen- - heersching dendipo der wraakzucht 'tis verschrikkelijk Maar daarom den n moed niet verlorenmet te meer kracht b gewerkt b Hebt gij het gelezen vriend lezer, Denderbodeals gij hieraan niet wil meewerken, houdt toch op van tegen te werken, n En verder En gij, Denderbodegi bespot ons voor dat werk ge steeki; stokken in bet wiel. n Wij stellen vertrouwen in u, sprak Blanche, gij kent het land te goed. O, ik ken het reeds van af mijne jeugd. Hoe ver zyn wij verwijderd van de plaats, waar mijn vader zich schuil houdt Ongeveer drie mijlen. Dat moet u niet verwonderen de aanval der bandieton heeft is van onzen weg afgebracht. Wat raadt gij ons to doen Te wachten. Wij zuilen wachten. Gelukkig hebben wij levensmiddelen. De bewoner van deze hut heeft niet aan alles gedacht. Die levensmiddelen zijn op de peerden gebleven, sprak Claverolles, terwijl hij op- stoud, zoo gij het toestaat, zal ik ze gaan halen. Goed, antwoordde M. Milly. Claverolles verliet de hut. De peerden stonden op eenigen afstand in het kreupelhout te rusten. Hij naderde de dieren en liefkoosde hen. Juist toen bij hen wilde meevoeren, trad een jonge man nit het bosch te voorschijn, die op hen toekwam. Claverolles onderdrukte met moeite een kreet van verrassing en vreugde. Alles gaat opperbest mompelde hij. De duivel bemoeit zich zeker met mijne za ken mijne prooi zal mij gewis niet ont snappen. Hij vatte den onbekende by den arm en sprak eenige oogenblikken op fluisterenden toon met hem. Begrepen zegde hij ten slotte hardop. Zeer wel, burger Claverolles, antwoordde do jonge man, ik vertrek.... Morgen zullen wij dat nest aristocraten wel krijgen. Tot morgen dus, vriend, ik reken op u. Clavorolles liet den vreemdeling met eer gebiedenden wenk gaan, nam de levonsmid- delen en haastte zich naar de hut terug. XIII. ONTMASKERD. De volgende uren brachten geen verande ring in den toestand van deu priester. Altijd dezelfde ongevoeligheid en machteloosheid slechte het hart klopte nog. Do volgende dag bruk aan. Het was een schoone lentedag, een dag vol kalmte en weemoed. Van tijd tot tijd drong ceue licht straal tusschen het dikke struikgewas door en gluurde in het ellendig hol, waar de man des vredes op sterven lag. Blanche lag op de knieën. Zij bail voor haren vader, voor hare vrienden in het katho liek-koninklijk leger, voor het bloedend. Frankrijk, voor allen, die troost en hoop noodig hadden. Op die wijze ging de dag voorbij. Voor oen oogenblik echter Blangde M. de O.waarheidminnende held Hoe heeft uwe pen in uwe hand niet gebeefd, als gij die kolossale leugen néér hebt geschre ven Om te durven beweren dat wij het pen sioen tegenwerken moet men een van die lyraöiidale bosjes hebben.die men alleen )ij gfeuzen en groenen aantreft. Hét ware onze lezers beleedigén uog- lajs te schrijven dat wij het rustgeld zijn genegen, en uit gauscher herte wen- schon het maar zoo gauw mogelyk te zien invopren. Daarmee echter is alles niet atgedaan. Wij hebben een wensch uitgedrukt,ons herfj rechtuit gebiecht maar daarmee hpt pensioen niet in voege. De held zeevert altijd voort het pensioen moet er komen, het pensioen moot er zijn n Is daarmee de kwestie opgelost Moesten wij naar de gezegden en be weringen van 't orgaan der vischmerkt, onzen broeder r meten, ah Toorzeker dan weegt hy licht Deukt die ook misschien dat met uit te roepen Er moet eene wet komen op de bieren deze daarmeê is gestemd en in voege gebracht Aardige taak, die do held zich voor stelt. Hij meent dat hij anderen, zijne katholieko tegenstrevers, moet uitschel den, moet hatelijk maken, opdat onzen broeder daarmeê iu de stembus profijt zou kunnen treffen 1 I 'tls schoon het grondbeginsel van zede- leer dat als basis voor zulke handelingen di^ut 1 Wie bad het ooit gedacht dat er, hing Tia Voltaire, den aartsvader der leugenaars, mannen zouden gevonden worden die immer uitroepen Alles in eerlijkheid en deftigheid en het grond beginsel zouden toepassen Liegt stout, liegt altijd er zal toch iets van overblij ven. n Dat doet de held. Wij hopen dat hij droeve vruchten zal plukken van de stormen die hij zaait wij hopen dat het eene verbazende ontgoocheliug zal zyn vau zijne «hoornen, wanneer bet volk hem donderend toeroepen zal iu de stembus - Weg met de leugenaars 1 Weg met de gepatenteerde belovers, die niets uitvoe ren kuunen en gedurende vier jaren niets hebben gedaan dan hunne machteloos heid aan den dag gelegd De krekel uil den Dendergalm heeft met zijn tergend getsirp ook de katho lieken van Aalst willen treffen. Wij ont moeten bij hem dezelfde goede trouw waarmede wij bejegend worden van wege zijneu weordigen bondgenoot 't Land van Aelst. Zijne taal is dezelfde 't is leugen, of met opzet, verdraaide zinnen. De katholieken zegt hij zijn partijgan gers van het pensioen in princiep. Hij gaat voort Maar blijft te zien of het mogelijk is Waar zou men het geld halen waar zou :I men de middelen vinden om hot te verwezen lijken Is er zaad in het baksken heilaas, eer de werklieden ons zullen gezegd hebben van waar het geld moet komen, kunnen wij niet overgaan tot het verwezenlijken van de zoo nuttige, schoone, wenschelyke her vorming. n Moeten wij het zeggen, de katholieken vrageu aan de werkliedeu niet hun aan te duiden van waar het geld vandaan moet komen. Het Bestuur nochtans mag met recht tot de wetgevers zeggen, die voorstellen doen welke zulke groote uitgaven veroor zaken Alles goed, maar hoe de wet uitvoeren 't Is niet genoeg ze te doen stemmen, zij moet uog in voege ge steld worden. En dat vraagt spijkers, van waar zullen ze komen? Het hemelsch manna zal echter in onze koffers niet regenen en gij, wetgever,gij moogt niet wenscheudat wij uw vuil lijnwaad wit wasschen. Als wij eene wet voorstellen dan hebben wij de vraag der bronnen opgezocht, wij hebben alles gewikt en gewogen. - Is die redeneering zoo valsch? Plaatst lezers, een oogenblik op de kussens an de ministers. Ik herhaal hetHet is niet genoeg wetten te stemmen, ze moeten nog uitgevoerd worden. Ons besluit Wij mogen de werklieden niet gaan ophitson, maar de kwestie stu- deeren, ze bespreken, ze onderzoeken. Dat is van het grootste belang. Om het te bewijzen, twee vraagskens Zal de werkman verplicht worden voor de rustgelden geld te storten of zal hij vrij blijven het niet te doen en dus geen pensioen hebben Wie zal er pensioenen kannen trek ken De Werklieden. b Wat verstaat gij daardoor Dat Dendergalm en 't Land die twee vragen beantwoorden en zij zullen eene schoone taak vervuld hebben zij zullen oneindig meer verdiensten hebben dan nu met eeuo zoo tergende kwade trouw Denderbode te beschuldigen van vijand schap tegen de peusioenen ten gunste van oude werklieden. Milly er in. het meisje-aan hare gepeinzen te ontrukken. Op «len arm van haren getrouwen vriend geleund, ging zij eene wandeling doen. Zoodra zij verdwenen waren, sprong Cla verolles op van vreugde. Snel naderde hij de legerstede, schoof den gewonde Op zij en stak de hand in de peluw, waaruit hij eon zeer zwaren stok te voorschyn bracht. -Het goud van Cyranolmompelde hij. Ik zal rijk zijn De oude schelm zal mij niet durven verdenken. Hij verliet insgelijks de hnt, bond den zak aan den zadel van een der peerden vast nam wederom plaats aan het bed van den 'stervenden priester. Het was tijd M. de Milly en Blanche keerden terug. De zon daalde langzaam aan den horizon, Reeds begon de duisternis te vallen. Alles was kalm in de natuur. Daar weerklonk opoeus een verward geraas van stemmen, een vreesolijk wapengekletter om «1e hut. M- do Milly vloog naar de denr en ver bleekte. De Blauwen riep hij uit, terwijl hij zijn pestool greep. Eene geweldige losbranding antwoordde hem. Hij was niet getroffen. Op zijne beurt gaf hij vuur. Twee mannen In den Almanack de la Temperance voor 1897, vinden wij een verhaal dat ijzen doet en klaar aautoout waartoe de alcoolplaag leiden kan. Lees, ze met aandacht en overweegt De bekentenissen van een ter dood veroordeelde. Den 29 januari 1893 werd eene mon sterachtige misdaad begaan in het bosch van Solcilmont, te Gilly (Henegouwen). Men vond er twee kleine meisjes, 8 en 10 jaar oud, het eene over het andere gelegen zij waren verwurgd en het oud ste was vooral afschuwelijk mishandeld geweest. Eenige dagen later vielen vermoedens op zekeren Van Rillaert. Iu al de onder- vragiugeu bleef hij hardnekkig looche nen bij do lijkjes gebracht was geene de minste ontroering in hem op te merken. Niettegenstaande zijne loocheningen, werd Vau Rillaert, op de zwaarst beschul digende getuigenissen, ter dood veroor deeld door het Assisenhof van Henegou wen. Daags na do uitspraak vroeg de ver oordeelde naar den heer procureur des konings. De achtbare magistraat begaf zich in zijne cel en hij deeu volledige en omstaudige bekentenissen betrekkelijk zijne afgrijselijke misdaad. Ziehier den beknopten inhoud van het verslag dat door den veroordeelde onder teekend werd 'k Ben moe van te liegen mijn ge weten drijft mij tot spreken. Ik ben in derdaad den moordenaar van de twee meisjes Degróve. Ik was dronken toen ik de arme kin- ders ontmoette rechtover de kerk van S' Eloi. Ik bood hun sardientjes aaa en vroeg hun mij te volgen 't geen zij zonder moeilijkheid deden. Wij zijn naar het bosch van Soleilmont gegaan langsheen Lodelinsart, Jumet en Ransart. Daar gekomen, verrees de misdaad die ik droomde in al hare afgrijselijkheid voor mij. Ik aarzelde.... In eene opwel ling tegen mij zelf, schreeuwde ik tot do kleinen Redt u I ik ga u dooden 1 Zij giugen aan 't weeneu, zeggende dat zij den weg niet kenden om huis waarts tc keeron. Laat ons weer bij moeder gaan, voegden zy er smeekend bij. Wij vervolgden onzen weg naar het bosch. Daar wierp ik mij eensklaps op mijne slachtoffers en verwurgde hen. Eens jnijn dubbel, mijn drievoudig schemstuk voltrokken, heb ik mij naar Jumet begeven, waar ik eene herberg binnen trad. H Is de drank, de dronkenschap, de genever, die mij aangedreven heeft tot de misdaad en mij de vreeseliike kracht heeft gegeveti om te te voltrekken. Wan neer ik bij drank ben, ben ik nog slechts eene wilde beest. Wee hun die genever drinken I Men beeft gezegd dat ik eens aan mijne moeder eeue messteek heb willen toebrengen ik was toen ook onder don invloed van don alcool. Met deze bekentenissen wil ik mijn geweten verlichten ik verzoek u al wat ik gezegd heb, openbaar to maken. vielen stuiptrekkend op den grond. De een was dood. - Dood aan dien ellendeling, bakt hem in etukken, brulden de anderen. De geweren werden andermaal aangelegd. Een daarvan was op de borst van Blanche gericht. Werktuigelijk wierp M. de Milly zich voor het dreigende wapen. Hot verbijsterde meisje zag haren redder badend iu zijn bloed aan hare voeten neerstorten. Zij vouwde de han den en beval hare ziel aan God. Op dit oogenblik riep Claverolles met don derende stem Verloren wij zijn verloren Wat beteekent dat riepen eenige Blau wen. Ziet, daarginds Met de baud wees hij naar het kreupel hout, waaruit in allerijl gewapende mannen te voorschyn kwamen. Do Chonans de Chouans brulden de republiekanen, terwijl zij op de vlucht sloe gen. Zonder te aarzelen, vatte Claverolles het jonge meisje om het lijf, wierp haar opeen peerd en maakte zich gereed om te vluchten De Chouans naderden. Zij vuurden her haaldelijk op de vluchtelingen. Een kogel trof het peerd vau jonkvrouw de La Meilleraye. Vervloekt siste Claverolles. Ieder het zijn. Denderbode heeft eene ontdekking gedaan, zegt Dender galm, 't verplicht onderwijs is tegen de vrijheid. Neen, jongen, Frère Orhan beeft dat voor ons gezegd. 'lis bewezen, groote wijsgeer, "t ver plicht onderwijs op straf van vele en ter gende boeten is eene uiting van de vrij heid. Verplichten en vrij laten is hotzelfdo voor de opstellers van Dendergalm O 1 de mannen van hot licht 1 Hij wierp zich op het stervende dier, maakte den zak los, die deu schat van Cyranol bo- Tatte, en verdween bliksemsnel in het kreu pelhout. In zijne geldzucht had Claverolles het meisje vergeten. Dat redde haar. Toen zij van het peerd opstond, stonden twee mannen voor haar. Een kreet van vreugde ontsnapte, hare lip pen. Zy had een hunner herkend, het was Joau Chouan. De andere was de zeerob. Gy hebt my aan de gevangenschap, wellicht aan den dood ontrukt, sprak zy, terwijl zy den aanvoerder der Chouans «Ie hand reikte de hemel zegene u er voor.... Mijn vader zal zoo gelukkig zyn Zij voegde er by, terwijl zij de oogen naar de hut richtte Maar wat is er van M. do Milly gewordou O, nu heriunor ik het my De blauwen hebben hem op een peerd geworpen en hem meegevoerd. Welk een barbaarschheid Uy werd gewond, toen hij mij verdedigde. Zij moeten achtervolgd worden, sprak Jean Chouan. Op een wenk vlogen eenige ruiters bet bosch in. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1