Zondag 17 Januari 1897.
5 centiemen per nummer.
51ste Jaar 5125
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement Aalst.
UIT SPOOK DER ABDIJ,
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Verschil
van de differentie.
niet eerlijk. Laffe aanvallen.
t Schrikkelijke zaken
De alcoolplaag.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 34,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
lleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
üijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
ge<
Vt
Aalst, 16 Januari 1897.
Vooruit en andere socialisten bladen
maken veel gerucht rond eene droeve
familiegeschiedenis onlangs in Henegou
wen voorgevallen.
Do prinses de Caraman-Chimay heeft
haren man verlaten en hare kinderen la
ten zitten.
Met dit feit wil Vooruit de schande
uitwasschen die op de socialisten partij
kleeft door het schoon, echt socialistisch
;edrag van juffrouw Emilie Claeyes,
'ooruit 's gewezen uitgeefster.
Moeten wij zeggen dat Vooruit dcer-
lyk den bal misslaat.
Het gedrag van die plichtvergetene
moeder en is in geenen deele aan de ka
tholieken, noch aan de Kerk te wijten.
Dit geval bewijst niets tegen hun. Het
toont dat, niettegenstaande een uitdruk
kelijk bevel, er menscheu zijn en gevon
den worden die aan hunne plichten te
kort blijven.
De Kerk kondigt do onschendbaarheid
van het huwelijk af. Zij legt de cchtelin-
fen den heiliugen plicht op trouw en
iefdevol te zijn tot de dood hen van el
kander scheidt.
Doch gendarmen heeft Zy niet om dit
gebod te doen uitvoeren. De dwangmid
delen der Kerk berusten in het geweten.
Het geval echter van juffrouw Emilie
is gansch verschillend. Wanneer zij met
eenen getrouwden man ging samenwouen
deed zij niet dan de woorden van Bebel
in praktijk stellen - Hot huwelijk met
b zijn onbreekbaren trouw is eene vor-
ouderde instelling, die moet verdwij-
nen. 't Is de liefde alleeu die den baud
uitmaakt tusschen de gehuwden en
komt er oneenigheid tusschen beide
dan gebiedt de zedelijkheid dien band
te breken.
Zoo leert Bobel, de groote roode paus.
En wat deed Emilie
Zij heeft eenvoudig die woorden van
Bebel tot daden over gebracht. Zij heeft
gedaan in deze huidige maatschappij wat
maar wet zal zijn in de roode samenleving
der toekomst.
Tusschen beide gevallen is dus het ver
schil verbazend groot.
De Kerk zegt Blijft trouw tot aan den
doed. Begeert nieruands beddegenoot. Die
plicht heeft die prinses vergeten.
Bebel leertDe liefde alleen is de wet
van het samenwonen. Met haar vergaat
allen plicht.
Dat heeft Emelie gedaan Waarom
werpen de socialisten haar den steen
Waarom is zy buiten de partij gesteld
Is dit haar geen onrecht plegen
Maquinay, een groote groene schreeu
wer is tot de socialisten overgelcopen.
Die renegaat is daarbij een judas en hui
chelaar geworden. De rooden varon er
wel meê.
uit den Oorlog in de Vendee,
19de VEBVOIiG.
Het spijt mij, dat ik aan het verlangen
mijns vaders niet kan voldoen, maar de plicht
weerhoudt ons hier zoo lang het leven in
dezen martelaar nog niet is uitgebluscht,
zullen wy blijven,
Is dat uw besluit, Blanche vroeg M.
deMilly.
Ja, waarde vriend.
Ik keur het zonder voorbehoud goed.
Morgen kunnen wy onze reis voortzetten.
Het leven van dezen eerbiedweerdigen gees
telijke is ongetwijfeld weldra ten einde.
Morgen sprak Claverolles, terwijl hij
het hoofd schudde, morgen kunnen wij niet
aan vertrekken denken.
Wat wilt gij daarmee zeggen vroeg de
baron.
Dat wij zelfs in het zeer waarschijnlijk
geval van den dood van dezen geestelijke
morgen deze plaats niet kunnen verlaten,
antwoordde de verrader. De onderneming
gewaagd het zou het groote dwaasheid zyn
e ovordag te beproeven.
Terwijl meu in 7 Land van Aelst, M.
Diericx trachtte hatelijk te maken in de
oogen zijner kiezers met hem als vijand
voor te stellen van een rustgeld voor den j"
ouden dag der werklieden, verscheen iu
Hel Volk van Gent, het orgaan van M. J
Verhaegon,Voorzitter van den Belgischen i
Volksbond een schrijven dat wij niet on- j
opgemerkt willen laten voorbijgaan.
Dat schrijven moet ons de maat geven 3
der goede trouw van 't Land dat maar 3
altijd voortgaat te zeeveren dat de ka- I
tholieken en afgereerdigden van Aalst
buiten onzen broeder vijandig zijn ij
jezind aan het pensioen der oude werk- t
lieden.
Op 2den Kerstdag had te Geerardsber- j
gen in den Kath. Kring het jaarlijks ban-
ket plaats.
De Volksvertegenwoordigers en pro-
vinciale Raadsleden waren er tegenwoor
dig. Te dier gelegenheid wiord de toe
stand van het Arrondissement en Kanton
onderzocht.
Men sprak dan ook over de lijfrent-
kassen.
Welk stelsel is het beste
Moet men de werklioden verplichten
te storten of mag men ze vrij laten en
zou iu dat geval de uitslag even goed
zijn
Welk stelsel beantwoordt het beste aan
de noodwendigheden van het Arrondis
sement
Al die vragen wierdeu er besproken en
;roudig oudei zocht.
Het Volk eindigt zijn verslag met de
olgende woord^i^
u Iu naam zijner kollegas heeft M.
b Diericx op al die punten geantwoord
en eene krachtige ondersteuning
n beloofd.
Wij hopen dat deze woorden zullen
vruchten dragen. n
Zoo schrijft het orgaan der werklieden
van Gent, maar te Aalst zijn er inauuen
die het werkende volk opruien moeten
ten voordeele van oneen broeder en
daarom wordt de waarheid opzettelijk
verdraaid en met de voeten getreden.
Land doet niet dan zeeveren het peu-
sioen moet er zijn in 1897 juist alsof
daarmee de kwestie ware opgelost.
't Is dwaas en belachelijk en lijkt niet
slecht op de vlieg uit de fabel. De man
met al zijne eerlijkheid en deftigheid
heeft reeds zoolaug gezeeverd en wij we
ten nog niet eens de grondtrekken van
zijn stelsel.
Is het vrijheid of de verplichting dat
oneen broeder zal verdedigen
Wat verstaat hij door werklieden
Wij wedden dat op die simpel vragen
't Land nooit zal antwoorden.
Rechtuit. Een geusch schrijver
der Revue de Belgique heeft rechtuit
gezegd De waarheid 't is wij die ze
scheppen. De macht is het recht
Schoone leerstelsels
Die advokaat schreef zijn gedacht
rechtuitDendergalm durft dat niet eens
doen.
Het zou grootelij ks te verwonderen zyu,
had Denderbode in den aanval van laffe
razernij dien wij over acht dagen gebrand
merkt hebben, niet zijn paart gekregen.
Het aandeel van den leeuw is hem te
beurt gevallen. Opdat onze lezers eens
voor goed de kwade trouw van Chipka
kennen zouden, laten wij onveranderlijk
het stuk volgen waarin de groene schrij-
velaar al zijnen gal heeft uitgespuwd.
Dat schoon dingen staat getiteld
Schrikkelijke zaken.
Zou men niet zeggen, bij het lezen van
die hoofding, dat Aalst met de grootste
en schrikkelijkste ramp gaat getroffen
worden En wat komt te voorschyn
Eene duivelsche leugen, zonder schijn
van waarheid en het is deugene uit de
pen gevloeid, die gedurig boft op zijne
ridderlijke deftigheid en eer dengeue
die iu alle nummers vraagt Is leugen
taal zonde
Wij herhalen het het stuk is letterlijk,
onveranderd overgedrukt uit Het Land
van Aelst van 3den Januari 1897, 3'1"
bladz. eerste kolom
n De Christone Volkspartij geeft Meetings
n met Referendums voor het Pensioen aan
-, d'oude Werklieden, en Denderbode doet
niets dan ons bespotten, dan ons verwijten
- op een ongehoorde en wilde manier.. Waar-
om toch Als ge niet wilt helpen om den
-, ouden Arbeider nit d'Ellende en uit d'Ar-
n moede te helpen, om aldus de Steden
Parochiën op te beureu, zie eens voor
Parochie vau 3000 zielen, aan 75 omlerlin-
gen een Pensioen van 300 fr. 's jaars, 't zou
over de 22,000 fr. 's jaars zijn voor den
kleinhandel, voor de lijdende Burgerij'
n voor den Ambachtsman Denderbode, al
mj hieraan niet wilt MEEHELPEN, houdt
toch op van TEGEN TE WERKEN...
Waarom zijt gij hoos als wij 't goede willen
doen V... Wat hebben die oude Werklieden
van de Stad en den Buiten u misdaan
Weet ge niet, Denderbode, dat dit Pensioen
aangekondigd is door onzen Koning, door
n zijn Ministers Weet ge niet dat de oude
Paus niets vuriger betracht dan dit Peu-
6ioen Dit Pensioen zal een zegening zijn
voor g'heel ons Vaderland elk zal er bij
winnen in rust en in voordeelmen zal
die urine Ouderlingen niet meer zien bede-
len gaan men zal ze niet meer zien op-
schuiven, als ehristene slaafkes aan d'Ilos-
piciön die menschen zullen vrij en weerdig
nun oude dagen slijten en gij Denderbode,
ge bespot ons voor dat werk ge steekt.
stokken in 't wiel ge wilt den moed en de
koeragie benemen, volgens u men zou do
wapeus moeten neerleggen,vóór den strijd...
Aalst Aalst Aalst de stad der Alleen-
- heersching dendipo der wraakzucht
'tis verschrikkelijk Maar daarom den
n moed niet verlorenmet te meer kracht
b gewerkt b
Hebt gij het gelezen vriend lezer,
Denderbodeals gij hieraan niet wil
meewerken, houdt toch op van tegen te
werken, n
En verder En gij, Denderbodegi
bespot ons voor dat werk ge steeki;
stokken in bet wiel. n
Wij stellen vertrouwen in u, sprak
Blanche, gij kent het land te goed.
O, ik ken het reeds van af mijne jeugd.
Hoe ver zyn wij verwijderd van de
plaats, waar mijn vader zich schuil houdt
Ongeveer drie mijlen. Dat moet u niet
verwonderen de aanval der bandieton heeft
is van onzen weg afgebracht.
Wat raadt gij ons to doen
Te wachten.
Wij zuilen wachten. Gelukkig hebben
wij levensmiddelen. De bewoner van deze hut
heeft niet aan alles gedacht.
Die levensmiddelen zijn op de peerden
gebleven, sprak Claverolles, terwijl hij op-
stoud, zoo gij het toestaat, zal ik ze gaan
halen.
Goed, antwoordde M. Milly.
Claverolles verliet de hut.
De peerden stonden op eenigen afstand in
het kreupelhout te rusten.
Hij naderde de dieren en liefkoosde hen.
Juist toen bij hen wilde meevoeren, trad een
jonge man nit het bosch te voorschijn, die
op hen toekwam.
Claverolles onderdrukte met moeite een
kreet van verrassing en vreugde.
Alles gaat opperbest mompelde hij.
De duivel bemoeit zich zeker met mijne za
ken mijne prooi zal mij gewis niet ont
snappen.
Hij vatte den onbekende by den arm en
sprak eenige oogenblikken op fluisterenden
toon met hem.
Begrepen zegde hij ten slotte hardop.
Zeer wel, burger Claverolles, antwoordde
do jonge man, ik vertrek.... Morgen zullen
wij dat nest aristocraten wel krijgen.
Tot morgen dus, vriend, ik reken op u.
Clavorolles liet den vreemdeling met eer
gebiedenden wenk gaan, nam de levonsmid-
delen en haastte zich naar de hut terug.
XIII.
ONTMASKERD.
De volgende uren brachten geen verande
ring in den toestand van deu priester. Altijd
dezelfde ongevoeligheid en machteloosheid
slechte het hart klopte nog.
Do volgende dag bruk aan. Het was een
schoone lentedag, een dag vol kalmte en
weemoed. Van tijd tot tijd drong ceue licht
straal tusschen het dikke struikgewas door
en gluurde in het ellendig hol, waar de man
des vredes op sterven lag.
Blanche lag op de knieën. Zij bail voor
haren vader, voor hare vrienden in het katho
liek-koninklijk leger, voor het bloedend.
Frankrijk, voor allen, die troost en hoop
noodig hadden.
Op die wijze ging de dag voorbij.
Voor oen oogenblik echter Blangde M. de
O.waarheidminnende held Hoe heeft
uwe pen in uwe hand niet gebeefd, als gij
die kolossale leugen néér hebt geschre
ven
Om te durven beweren dat wij het pen
sioen tegenwerken moet men een van die
lyraöiidale bosjes hebben.die men alleen
)ij gfeuzen en groenen aantreft.
Hét ware onze lezers beleedigén uog-
lajs te schrijven dat wij het rustgeld
zijn genegen, en uit gauscher herte wen-
schon het maar zoo gauw mogelyk te zien
invopren.
Daarmee echter is alles niet atgedaan.
Wij hebben een wensch uitgedrukt,ons
herfj rechtuit gebiecht maar daarmee
hpt pensioen niet in voege.
De held zeevert altijd voort het
pensioen moet er komen, het pensioen
moot er zijn n
Is daarmee de kwestie opgelost
Moesten wij naar de gezegden en be
weringen van 't orgaan der vischmerkt,
onzen broeder r meten, ah Toorzeker
dan weegt hy licht
Deukt die ook misschien dat met uit te
roepen Er moet eene wet komen op de
bieren deze daarmeê is gestemd en in
voege gebracht
Aardige taak, die do held zich voor
stelt. Hij meent dat hij anderen, zijne
katholieko tegenstrevers, moet uitschel
den, moet hatelijk maken, opdat onzen
broeder daarmeê iu de stembus profijt
zou kunnen treffen 1 I
'tls schoon het grondbeginsel van zede-
leer dat als basis voor zulke handelingen
di^ut 1 Wie bad het ooit gedacht dat er,
hing Tia Voltaire, den aartsvader der
leugenaars, mannen zouden gevonden
worden die immer uitroepen Alles in
eerlijkheid en deftigheid en het grond
beginsel zouden toepassen Liegt stout,
liegt altijd er zal toch iets van overblij
ven. n
Dat doet de held. Wij hopen dat hij
droeve vruchten zal plukken van de
stormen die hij zaait wij hopen dat het
eene verbazende ontgoocheliug zal zyn
vau zijne «hoornen, wanneer bet volk hem
donderend toeroepen zal iu de stembus
- Weg met de leugenaars 1 Weg met de
gepatenteerde belovers, die niets uitvoe
ren kuunen en gedurende vier jaren niets
hebben gedaan dan hunne machteloos
heid aan den dag gelegd
De krekel uil den Dendergalm heeft
met zijn tergend getsirp ook de katho
lieken van Aalst willen treffen. Wij ont
moeten bij hem dezelfde goede trouw
waarmede wij bejegend worden van wege
zijneu weordigen bondgenoot 't Land van
Aelst.
Zijne taal is dezelfde 't is leugen, of
met opzet, verdraaide zinnen.
De katholieken zegt hij zijn partijgan
gers van het pensioen in princiep.
Hij gaat voort
Maar blijft te zien of het mogelijk is
Waar zou men het geld halen waar zou
:I men de middelen vinden om hot te verwezen
lijken Is er zaad in het baksken heilaas,
eer de werklieden ons zullen gezegd hebben
van waar het geld moet komen, kunnen wij
niet overgaan tot het verwezenlijken van
de zoo nuttige, schoone, wenschelyke her
vorming. n
Moeten wij het zeggen, de katholieken
vrageu aan de werkliedeu niet hun aan te
duiden van waar het geld vandaan moet
komen.
Het Bestuur nochtans mag met recht
tot de wetgevers zeggen, die voorstellen
doen welke zulke groote uitgaven veroor
zaken Alles goed, maar hoe de wet
uitvoeren 't Is niet genoeg ze te doen
stemmen, zij moet uog in voege ge
steld worden. En dat vraagt spijkers,
van waar zullen ze komen? Het hemelsch
manna zal echter in onze koffers niet
regenen en gij, wetgever,gij moogt niet
wenscheudat wij uw vuil lijnwaad wit
wasschen. Als wij eene wet voorstellen
dan hebben wij de vraag der bronnen
opgezocht, wij hebben alles gewikt en
gewogen. -
Is die redeneering zoo valsch? Plaatst
lezers, een oogenblik op de kussens
an de ministers. Ik herhaal hetHet
is niet genoeg wetten te stemmen,
ze moeten nog uitgevoerd worden.
Ons besluit Wij mogen de werklieden
niet gaan ophitson, maar de kwestie stu-
deeren, ze bespreken, ze onderzoeken.
Dat is van het grootste belang. Om het te
bewijzen, twee vraagskens
Zal de werkman verplicht worden
voor de rustgelden geld te storten of
zal hij vrij blijven het niet te doen en
dus geen pensioen hebben
Wie zal er pensioenen kannen trek
ken
De Werklieden.
b Wat verstaat gij daardoor
Dat Dendergalm en 't Land die twee
vragen beantwoorden en zij zullen eene
schoone taak vervuld hebben zij zullen
oneindig meer verdiensten hebben dan
nu met eeuo zoo tergende kwade trouw
Denderbode te beschuldigen van vijand
schap tegen de peusioenen ten gunste van
oude werklieden.
Milly er in. het meisje-aan hare gepeinzen te
ontrukken. Op «len arm van haren getrouwen
vriend geleund, ging zij eene wandeling
doen.
Zoodra zij verdwenen waren, sprong Cla
verolles op van vreugde. Snel naderde hij de
legerstede, schoof den gewonde Op zij en stak
de hand in de peluw, waaruit hij eon zeer
zwaren stok te voorschyn bracht.
-Het goud van Cyranolmompelde hij.
Ik zal rijk zijn De oude schelm zal mij niet
durven verdenken.
Hij verliet insgelijks de hnt, bond den zak
aan den zadel van een der peerden vast
nam wederom plaats aan het bed van den
'stervenden priester.
Het was tijd M. de Milly en Blanche
keerden terug.
De zon daalde langzaam aan den horizon,
Reeds begon de duisternis te vallen. Alles
was kalm in de natuur.
Daar weerklonk opoeus een verward geraas
van stemmen, een vreesolijk wapengekletter
om «1e hut.
M- do Milly vloog naar de denr en ver
bleekte.
De Blauwen riep hij uit, terwijl hij
zijn pestool greep.
Eene geweldige losbranding antwoordde
hem.
Hij was niet getroffen.
Op zijne beurt gaf hij vuur. Twee mannen
In den Almanack de la Temperance
voor 1897, vinden wij een verhaal dat
ijzen doet en klaar aautoout waartoe de
alcoolplaag leiden kan.
Lees, ze met aandacht en overweegt
De bekentenissen van een ter dood
veroordeelde.
Den 29 januari 1893 werd eene mon
sterachtige misdaad begaan in het bosch
van Solcilmont, te Gilly (Henegouwen).
Men vond er twee kleine meisjes, 8 en
10 jaar oud, het eene over het andere
gelegen zij waren verwurgd en het oud
ste was vooral afschuwelijk mishandeld
geweest.
Eenige dagen later vielen vermoedens
op zekeren Van Rillaert. Iu al de onder-
vragiugeu bleef hij hardnekkig looche
nen bij do lijkjes gebracht was geene de
minste ontroering in hem op te merken.
Niettegenstaande zijne loocheningen,
werd Vau Rillaert, op de zwaarst beschul
digende getuigenissen, ter dood veroor
deeld door het Assisenhof van Henegou
wen.
Daags na do uitspraak vroeg de ver
oordeelde naar den heer procureur des
konings. De achtbare magistraat begaf
zich in zijne cel en hij deeu volledige en
omstaudige bekentenissen betrekkelijk
zijne afgrijselijke misdaad.
Ziehier den beknopten inhoud van het
verslag dat door den veroordeelde onder
teekend werd
'k Ben moe van te liegen mijn ge
weten drijft mij tot spreken. Ik ben in
derdaad den moordenaar van de twee
meisjes Degróve.
Ik was dronken toen ik de arme kin-
ders ontmoette rechtover de kerk van S'
Eloi. Ik bood hun sardientjes aaa en
vroeg hun mij te volgen 't geen zij zonder
moeilijkheid deden. Wij zijn naar het
bosch van Soleilmont gegaan langsheen
Lodelinsart, Jumet en Ransart.
Daar gekomen, verrees de misdaad
die ik droomde in al hare afgrijselijkheid
voor mij. Ik aarzelde.... In eene opwel
ling tegen mij zelf, schreeuwde ik tot do
kleinen Redt u I ik ga u dooden 1
Zij giugen aan 't weeneu, zeggende
dat zij den weg niet kenden om huis
waarts tc keeron. Laat ons weer bij
moeder gaan, voegden zy er smeekend
bij.
Wij vervolgden onzen weg naar het
bosch. Daar wierp ik mij eensklaps op
mijne slachtoffers en verwurgde hen.
Eens jnijn dubbel, mijn drievoudig
schemstuk voltrokken, heb ik mij naar
Jumet begeven, waar ik eene herberg
binnen trad.
H Is de drank, de dronkenschap, de
genever, die mij aangedreven heeft tot de
misdaad en mij de vreeseliike kracht
heeft gegeveti om te te voltrekken. Wan
neer ik bij drank ben, ben ik nog
slechts eene wilde beest.
Wee hun die genever drinken I
Men beeft gezegd dat ik eens aan
mijne moeder eeue messteek heb willen
toebrengen ik was toen ook onder don
invloed van don alcool.
Met deze bekentenissen wil ik mijn
geweten verlichten ik verzoek u al wat
ik gezegd heb, openbaar to maken.
vielen stuiptrekkend op den grond. De een
was dood.
- Dood aan dien ellendeling, bakt hem in
etukken, brulden de anderen.
De geweren werden andermaal aangelegd.
Een daarvan was op de borst van Blanche
gericht.
Werktuigelijk wierp M. de Milly zich voor
het dreigende wapen. Hot verbijsterde meisje
zag haren redder badend iu zijn bloed aan
hare voeten neerstorten. Zij vouwde de han
den en beval hare ziel aan God.
Op dit oogenblik riep Claverolles met don
derende stem
Verloren wij zijn verloren
Wat beteekent dat riepen eenige Blau
wen.
Ziet, daarginds
Met de baud wees hij naar het kreupel
hout, waaruit in allerijl gewapende mannen
te voorschyn kwamen.
Do Chonans de Chouans brulden de
republiekanen, terwijl zij op de vlucht sloe
gen.
Zonder te aarzelen, vatte Claverolles het
jonge meisje om het lijf, wierp haar opeen
peerd en maakte zich gereed om te vluchten
De Chouans naderden. Zij vuurden her
haaldelijk op de vluchtelingen.
Een kogel trof het peerd vau jonkvrouw de
La Meilleraye.
Vervloekt siste Claverolles.
Ieder het zijn. Denderbode heeft
eene ontdekking gedaan, zegt Dender
galm, 't verplicht onderwijs is tegen de
vrijheid.
Neen, jongen, Frère Orhan beeft dat
voor ons gezegd.
'lis bewezen, groote wijsgeer, "t ver
plicht onderwijs op straf van vele en ter
gende boeten is eene uiting van de vrij
heid.
Verplichten en vrij laten is hotzelfdo
voor de opstellers van Dendergalm
O 1 de mannen van hot licht 1
Hij wierp zich op het stervende dier, maakte
den zak los, die deu schat van Cyranol bo-
Tatte, en verdween bliksemsnel in het kreu
pelhout.
In zijne geldzucht had Claverolles het
meisje vergeten. Dat redde haar.
Toen zij van het peerd opstond, stonden
twee mannen voor haar.
Een kreet van vreugde ontsnapte, hare lip
pen.
Zy had een hunner herkend, het was Joau
Chouan.
De andere was de zeerob.
Gy hebt my aan de gevangenschap,
wellicht aan den dood ontrukt, sprak zy,
terwijl zy den aanvoerder der Chouans «Ie
hand reikte de hemel zegene u er voor....
Mijn vader zal zoo gelukkig zyn
Zij voegde er by, terwijl zij de oogen naar
de hut richtte
Maar wat is er van M. do Milly gewordou
O, nu heriunor ik het my De blauwen
hebben hem op een peerd geworpen en hem
meegevoerd. Welk een barbaarschheid Uy
werd gewond, toen hij mij verdedigde.
Zij moeten achtervolgd worden, sprak
Jean Chouan.
Op een wenk vlogen eenige ruiters bet
bosch in.
(WORDT VOORTGEZET).