Donderdag 4 Februari 1897. 5 centiemen per nummer. Slsle Jaar 3150.
In Ecuador.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Koperen centen.
Leergangen van de
University Extension.
Iels over onze Priesters
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3€ bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
üijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 3 Februari 1897.
Ecuador is eene republiek vau Zuicl-
Amerika.
Sedert lang is dit land opgeëten van
de vrijmetselaars, die eeuwige versprei
ders van liberalismus en goddeloosheid.
In de jaren vijftig waren die mannen
daar meester. Zij joegen de Jesuïten
weg, sloten de collegiën en de scholen,
pesten bet volk den laatsten penning
af, en braken dan het geld met hamers.
Dat is historie, 't Is de historie ten
anderen van alle liberale bestieren.
Maar 't geweld en duurt nooit lang
't volk wierd dat moede. Een volksraad,
oen Pronunciatnenlo, gelijk de zuider
lingen dat heeten, wierp het bestier om
ver, en koos als hoofd een gewezen ban
neling, met name Garcia Moreno.
Die Garcia Moreno was een sterke
kop, thuis in alle wetenschappen, maar
vooruit en vooral een katholiek van één
stuk.
't Was een vau die onverschrokken
christenen, die naar de mis ging en pater
nosters las en de processie volgde, die te
biechte en te communie ging, en dat met
de diepste godvruchtigheid.
Ging het daarom te slechter Integen
deel
Hij deed den vrede ontstaan tusschen
de burgerlijke en de geestelijke macht
hij hervormde het ouderwijs op katho
lieken voet hij liet do kloosterlingen
hunue huizen oprichten en ongestoord
hun beschavend werk uitoefenen.
Hij stichtte scholeu van scheikunde,
toonkunde, sterrekunde hij gebruikte
het geld van den Staat om het leger, de
vervoermiddelen, en alle openbare wer
ken te verbeteren, getuige daarvan de
weg van Quito naar Guayaquil waarvoor
or meer dau honderd bruggen noodig
warcu.
Er was vrede en voorspoed, en toen
hij in Juli 1875 moest herkozen worden,
kreeg bij al de stemmen.
Dat en mocht niet blijven duren voor
de vrijmetselaars. Den 5 hoogst van het
zelfde jaar toen bij uit de kerk kwam,
■taken zij hem dood.
Getrouw aan zijne leus Vrijheid voor
alles en voor 'eikendeenuitgenomen voor.
het kwaad en de deugenieten, had Garcia
Morreno den vrede en den bloei in het
land gebracht.
Van zijne dood af was er rumoer iu
het land.zonder einde of groDd. Eindelijk
in het jaar 1892, kwam het bewind ia de
handen van eenen vranken katholiek,
Dr L. Cordero.
Alles legde goed aan voor een nieuw
tijdstip van rust en voorspoed.
HET
IpDÜÖ
wonderlijke avonturen van eenen Zeeman
32" vervolg.
«o»—
Een kleine groep vrouwen had zich bij de
deur der kombuis verzameld, alleh met eeu
soort potten en tinnen borden in de handen
het was het uur vau het ontbijt van de tus-
schendekspassagiers, en deze meisjes hadden
dien dag het bestuur over de uitdeeling der
spijzen. Het deed mij geuoegen te zien, dat
aan de bepalingen door dokter Rolt gemaakt,
trouw de hand gehouden werd dit legdo
eene gunstige getuigenis voor Brigstock en de
directrice af.
Terwijl ik mij naar het achtergedeelte van
het schip begaf, door degenen welke ik voor
bijging nieuwsgierig, maar zwijgend gadege
slagen, zag ik Kate Darnley. Zij stond dicht
bij de trap van het campagne.
By haar stonden drie a vier meisjes van de
weinigen, die een beschaafd voorkomen had
den. Zij gingen weg, toen ik aankwam en
mijn hoed voor haar afnam. Het gelaat van
Kate werd met een blos overtogen, toen zij
mij zag.
Maar de vrijmetselaars waren daar.
Onder een nietig voorwendsel hebben
zij nu het bestier omver geworpen en
hun spel begonnen.
De gevangenissen zitten vol veroor
deelden genomen uit de goede en booge
burgery en ouder den priesterstand.
Weegt er op iemand eeuig vermoeden,
hij wordt gebannen.
Het goed der kloosterlingen en van
veel bijzouderen is aangeslagen verplet
terende lasten wegen op hel volk. Het
bisschoppelijk paleis ligi. geplunderd, de
paters Salesianeu zijn weggejaagd, en
die meest in den weg loopen worden
doodgeschoten, of zelfs in hun bed ver
moord.
't Is de gewone wijze der vrijmetse
laars van orde te houden en recht te
doen
Een jongeling, Victor Vivar, had in
een dagblad De Wet,de handelwijze
geschandvlekt der wandalen die het bis
schoppelijk paleis hadden verwoest.
Dat en konden die dwingelanden niet
verkroppen. Zij staken de koppen bijeen
en besloten Hij moet dood.
Des nachts wierd hij verraderlijk in
het huis van eenen vriend overrast, en
seffens op de pijnbank geleid, opdat hij
de medeopstellers van het dagblag ver
klappen zou.
Daarin en gelukten zij niet, en dat en
was geenc vermindering voor hunne
woede. Zonder verdere pleegvormen
sleepten zij hem op een kerkhof en scho
ten hem dood.
Meer nog. Een voor een rukten zij van
de rechter hand de vingers of die gediend
hadden om zijn verontweerdigd katholiek
gevoelen neêr te schrijven.
Meer nog Hij vroeg als laatste ge
nade om te mogen biechten en die dui
vels en wilden niet.
Dus hij wierd vermoordzonder vonnis,
zonder onderzoek, zonder vormen.
En dat gebeurt op liet einde der negen-
tieude eeuw, op een tijdstip waarop vrij
metselaars, liberalen, socialisten, aan
gansch de wereld verklaren
Dat zij de mannen van bet licht zijn;
De mannen van den voorspoed, van
den vrede
De mannen van het recht
Goede God Wat zou er gebeuren
moesten die bloedhonden eens meester
worden in ons land.
Eeu tijd zou aanbreken gelijk aan die
schromelijke eeuw toen onze voorouders
in de kerken baden
Van de woede der Noormannen, verlost
ons, Heero
- Ik zag al naar u rond, zegde ik, terwijl
ik hare hand een geruiraen tijd in de mijnè
hield, opdat allen, die ons gadesloegen, zou
den begrijpen, dat zij mijne vriendin was. Ga
naar de campagne. Ik wil niet hebben,
dat gij zoo met die meisjos uit mindere stan
den verkeert. Gij moet eeu hut iu een ander
gedeelte vau het schip hebben.
Neen, antwoordde zij haastig en vastbera
den. Begunstiging van dien aard zou de
jaloezie slechts opwekkeu maar wij kunnen
daarover later wel eens sproken. Ileht gij nu
het bevel over het schip op u genomen
Nog niet.
Waarom nog niet vroeg zij. Wat moe
ten wij beginnnen zonder u
Ik zag naar de klok boven de kajuit en
zegde Ik heb nog tien minuten om te beslis
sen. Ik heb aan Brigstock beloofd, dat ik hem
om acht uren een bepaald antwoord zou
geven. Wat zal ik tegen hem zeggen vroeg
ik, terwijl ik haar glimlachende aanzag.
Wel, gij moet natuurlijk het bevel op u
nemen. Begrijpt gij den verecbrikkelijken
toestand niet, waarin wij verkeeren, nu wij
zonder kapitein zijn
Ik weet daar alles van, antwoordde ik
zachtjes.
Ik zal het bevel op mij nemen, al ware het
alleen maar omdat gij aan boord zijt. En gij
Meer dan eens reeds heeft men naar
inlichtingen gevraagd over de aanstaande
inwisseling van het kleine kopergeld, de
1- en 2-centiemenstukken.
Ziehier wat de Moniteur in den loop der
maand november hierover afkondigde
1. Te beginnen van 1 meert 1897, zal de
Nationale Bank, handelende als Staats-
kassier, <le Belgische stukken van 1 en 2
centiemen aan pari verwisselen, tegen
in België wettigen loop hebbende stand
penningen.
2. De te verwisselen sommen mogen
niet minder dan 10 frank bedragen.
3. De verwisseling der sommen van
minstens 10 frank en geene 100 frank te
boven gaande, zal van den 4 tot den 12
en van den 18 tot den 28 van iedere
maand, rechtstreeks gedaan worden aan
de winketten der Nationale Bank, te
Brussel, en in bare agentschappen in de
provinciën.
Voor de sommen van meer dan 100
frank, moeten de houders zich, bij brief,
wenden tot den gouverneur der Nationale
Bank, die hem in elk geval bijzondere
onderrichtingen zal doen geworden voor
bet aanbieden der te verwisselen stukken.
4. De ter wisseling aangeboden stuk
ken, welke ook hun gozamcnlijk bedrag
zij, moeten in zakken van ten hoogste
20 fr. behelsd wezeu. Al de zakken moe
ten een stevig in perkamentliuuen of in
karton opschrift dragen met den naam en
de woonst van den deponent en de waarde
van den inhoud
5. Eene voorloopige kwitantie zal den
deponent worden afgegeven en na onder
zoek vereffend worden.
6. De koperen plaatjes, welke geenen
afdruk zouden behouden hebben, alsook
de andere munten welke geene belgische
stukken van 1 en 2 centiemen zijn, zullen
aanschouwd worden als hebbende hunne
weerde verloren. Zij zullen den deponen-
ten worden teruggegeven na ingesneden
te zijn geweest, indien zij worden terug
gevorderd, op het oogenblik der vereffe
ning, vermeld bij bovengemeld 5.
Het is vooral op het laatste punt dat
wij de aandacht onzer lezers vestigen.
Vele personen beproeven, overal waar
zij komen, de winkeliers en al wie zij
met kopergeld betalen, van die weerde-
looze plaatjes in de haDd te foffelen. Wij
hebben deze week nog kardoezen geo
pend, waarvan tien ten honderd uit die
vuiligheid bestond.
Dat is vlakweg oneerlijk, des te laak
baarder omdat het de mindere man is,
die er het meest door lijdt, want het is
hij, die soms een gedeelte van zijn week
loon in kardoezen ontvangt.
en ik zullen wel andere schikkingen maken,
zegde ik nog zachtjes, want Brigstock stond
niet ver van mij af, als die gekken van ma
trozen en vrouwen het schip verlaten hebben,
om het goed en wel naar de plaats zijner be
stemming te brengen.
M. Morgan, riep Brigstock mij toe, is
het nog geen acht uren
Het is er dicht bij, antwoordde ik, en ik
hen gereed... Wij zullen elkander spoedig
weer ontmoeten, voegde ik er bij, mij tot het
meisje wendende.
Na verloop van eenige minuten kwam Brig
stock den trap af met Joe Harding, jaist iu
het oogenblik, waarop Gonger met koflie en
cacao, voor ons bestemd, binnentrad.
Brigstock kwam naar mij too en zegde tegen
mij Welnu, mijnheer, hoe zullen wij het
hebben
Het is acht uren cn ik zal u die vraag
dus beantwoorden, zegde ik. Ik neem het
bevel over het schip op mij.
Zij keken beiden, alsof zij honne ooren niet
konden gelooven. Toen glimlachten beiden en
zegde Brigstock
Mijnheer Morgan, geef mij uwe hand.
Ik schudde den man de hand Joe Harding
strekte toen zijn groote hand naar mij uit, die
ik insgelijks schudde. Terwijl dit geschiedde,
zag ik Gonger bij de deur der kajuit staan,
Ook armenbussen en ophaalschotels
krijgen er in menigte. Dit is weinig
mcnschlievend. Wanneer men eene aal
moes geeft, moet degene, die ze ontvangt
er iets meè kunnen doen. Men weze dus
op zijne hoede.
Naar aanleiding van wat reeds in En
geland van over ettelijke jaren in zwang
is, werden er door de welwillende zorgen
van do University Extension overal, in
de voornaamste steden van België, leer
gangen ingericht, die voor doel hebben
sommige vakken van het hooger onder
wijs practisch onder het volk te ver
spreiden.
Te Gent, Brussel, Luik, Antwerpen,
enz. werden deze prijzenswaardige po
gingen met den besten uitslag bekroond,
de cursussen overal druk gevolgd.
Twee jaar geleden hadden wij het ge
noegen ook hier te Aalst die leergangen
te zien inrichten en allen, die deze be
langrijke voordrachten volgden, zullen
thans met vreugde vernemen dat er bier,
van den eersten zondag van Februari af,
weer University Extension-lessen zullen
gehouden worden.
De eerste reeks bestaat uit a) Zes
lessen over de geschiedenis vau de Ne-
derlandsche letterkunde iu de 17e en 18°
eeuw, door hoogleeraar Vercoullie; n) drij
lessen over de herleving van het Middel-
Nederlaudsch volkslied iu de 19e eeuw,
door Dr Maurits Sabbe.
Deze leergangen waarvoor de inschrij
ving tot 2 fr. beloopt, zulleu aanvangen
op Zondag 7 Februari aanstaan-le en,
zonder later tegenbericht, tijdens de acht
opvolgende zondagen telkens om 10 en
een kwaart uren 's voormiddags, voort
gezet worden.
LokaalStadhuis, zaal van den Ge
meenteraad. Van politiek zal er hooge-
naamd geene spraak wezen. Een gemengd
comiteit zal hiervan de beste waarborg
zijn.
Indien, zooals bet geenszins te betwij
felen valt, de bevolking er belang in stelt
en dezen oproep talrijk beantwoordt, zal
bet comiteit, in den loop van den zomer,
zich kunnen gelasten met het inrichten
van eenen tweeden leergang, van Micros
copie, bv., door hoogleeraar Mac-Leod,
iets wat in eene uijverheidsstad als de
onze, hoogst wenschelijk zou wezen.
Wij hopen dat allen, die de uitbreiding
en verspreiding van het hooger onderwijs
behartigen deze leergangen door hunne
tegenwoordigheid zullen gelieven te ver
eeren en, vooral door persoonlijk aanzoek
in den kring der vrienden en bekenden,
er bet welgelukken zullen van helpen
verzekeren.
Vriendelijk verzoek het bewijs der bij
treding schriftelijk of mondelings, zoo
spoedig mogelijk aan het comiteit over te
maken. De Schrijver,
J.-L. Sikgelxn,
Gheeraerdtstraat, 1, Aalst.
Waarom vervolgen de socialisten zon
der ophouden de priesters en kloosterlin
gen met hunnen vuigen laster?
Dit was de vraag welke ik mij stelde bij
het aanschouwen van den almanak door
Vooruit zijnen lezers aangebooden.
Lang moest ik niet denken, neen, de
oplossing schoot gauw door mijn brein.
Daar de priester de steunpilaar is der
maatschappelijke kwestie, zullen de socia
listen (ze zijn toch zoo vernuftig!) hemel
cn aarde bewegen om het kleed van onze
priesters en kloosterlingen te bemorsen.
Eu niet zonder reden. Met aldus te han
delen trekken zij de goddelijke leering in
twijfel... Allo beschimpingen zijn goed om
naar hun hoofd te slingeren; onder andere
zeggen de socialisten dat onze priesters
cn kloosterlingen tegen den vooruitgang
der geleerdheid werkeD cn dat zij de on
wetendheid willen om aldus de menschen
onder hunnen wil te doen buigen. Niets is
ougerijmder. Het is dank aan de kloos
terlingen dat de geleerdheid tot ons geko
men is. Zijn zij het niet die zich in de let
teren oefenden en die het in de scholen,
uie Zij stichten, aan hunne leerlingen aan
leerden? En nu nog hedendaags treft men
onder hen groote geleerden in allo weten
schappen aan.
Zij vragen wat de kloosterlingen ge
daan hebben. Maar slaat de wereldge
schiedenis open enge zult lezen welke
grootsche werken zij verricht hebben.
Doorbladert onze nationalegeschiedenis
en ge zult er in vinden dat zij met spade
en bijl gewerkt hebben om ons land
vruchtbaar te maaken, welke met bos-
schen en moerassen bedekt was.Ge zult er
in lozen hoe zij steeds op de bres waren
om den kleinen tegen den machtigen te
te beschermen. En dan durven die man
nen vragen wat de priesters en klooster
lingen gedaan hebben?
Zij zouden beter doen te vragen wat zij
reeds verricht hebben. Ja dit valt moeie-
lijker te bewijzen; immers al hunne wer
ken bestaan in woorden, zulks bewijst
doorslaande de geschiedenis der processen
van Vooruit.
/NPeerdenkweekmaatscliappij.
Deze maatschappij is, zooals wij reeds
aankondigden, zondag 11. gesticht.
Verschillige commissies zijn benoemd,
namelijk voor den kweek van zware trek-
peerden, halfbloed- en volbloedpeerden.
zich in de handen wrijvende, en een oogenblik
later hoorde ik eeu gejuich in do nabijheid
van de kombuis opgaan.
Ik ben blijde over uw besluit, riep Brig
stock uit, niet waar Joe Wat ligt er dikwijls
veel in dat enkele woordje (ja) opgesloten
Kapitein, wij zullen van morgen met u in de
kajuit ontbijten, om de zakon nog eens nader
te bepraten. Later staat het aan u, bevelen
te geven omtrent de manier waarop alles ver
der zal geregeld worden.
Ik zette mij aan dat gedeelte der tafel,
waar kapitein Halerow blind geslagen was
Brigstock nam tegenover mij de plaats iu,
waar doktor Rolt gedood was, en Harding
zette zich naast hem neêr, Terwyl wij aten
en dronken, voerden wij het volgende ge
sprek
Moet ik, zegde ik, dit schip nu naar
een eiland in de Stille Zuidzee brengen
Ja, antwoordde Brigstock.
Hebt gij niet het een of ander eiland op
het oog?
Wij moeten zoeken naar eeu eiland, dat
ons geschikt voorkomt, antwoordde Brig
stock.
Wij kunnen daarover eerst oordeelen
als wij het zien. voegde Harding er bij.
Hebt gij misschien wel eens een oog
geslagen op eene kaart van de Stille Zuidzeo
Het is een en al eiland wat men daar ziet,
Brigstock dus is er keus genoeg.
Nu ja, als men het zoo nemen wil, dan
is hot eok zoo, antwoordde hij maar nu gij
het bevel over dit schip op u genomen hebt,
mijnheer, en gij eene vóliedige kennis van die
wateren bezit ik schudde met het hoofd,
maar hij ging voort en goede kaarten aan
boord hebt, zal het ons wel zoo veel moeite
niet kosten een geschikt eiland te vinden.
Gij wilt aan land gaan, zegde ik, met
een aantal vrouwen, die misschien nog nooit
van baai- leven in de open lucht geslapen
hebben. Waar denkt gij met hen te blijven,
voordat gij eon dak boven hun hoofd gebouwd
hebt
Och, het is daar zulk een zacht klimaat,
zegde Harding, dat zij wel in open lucht kun
nen slapen, totdat wij eeu dorp gebouwd
hebben. Wilden, die niets boven hun hoofd
hebben, kunnen onder den blooten hemel ook
wel rustig slapen en hunne gezondheid behou*
den, terwijl stevige eugelsche vrouwen zich in
zulk een geval een ziekte op den hals zouden
halen.
Maar, zegde ik. om nu eens op mijn kapi
teinschap terug te komen welke bepalingen
zullen er ion opzichte van de landverhuizere
gelden
(WORDT VOORTGEZET;.