imnizmip
Donderdag 25 Februari 1897. 5 centiemen per nummer. 5!ste Jaar 3136.
k,
iVrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Gebeurtenissen in het Oosten-
H. Sedert 1669 is Creta onder de turksche
ioverbeerscbing, en die tweehonderdjarige
overweldiging is eene martelaarsgeschie
denis. De Turk oefent op het eiland de
grootste en bloedigste tirannie uit, die
men bedenken kan.
aeer Creta is beroemd in de geschiedenis
answer oudheid het heeft vandaag niets
Openbare Zitting van den
Gemeenteraad der Stad Aalst
CiST.
bande
scatif.
(riool,1
nr.
DE DENDERBODE
K-
JDit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
7 dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
„p maanden; fr. i-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitanliën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
ien,
Guique auum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen cp
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel©
van dit blad.
leref
jee-;
Aalst, 24 Februari 1897.
HET EILAND CEETA.
meer van zijnen vroegcren glans.
re€. De apostel Paul us bekeerde de Creten-
e zers tot het Christendom. In de IXC eeuw
maakten zich de Arabieren meester van
het eiland en in de X® (952) werden zij er
aan uitgedreven en het werd bezet door de
ÏGenueczen, die het afstonden aan den
markies de Montferrat. Deze verkocht
het aan de Vcnitianen, die het behielden
dot in de 17® eeuw.
I Te dien tijde viel het in de handen der
Turken, na een beleg van Candia, dat
{vijftien jaar duurde.
Creta is een langwerpig eiland, en het
(grootste van den griekschen archipel.
IS Eene bergketen loopt door het eiland. Te
midden ligt de berg Psilorite (oudtijds
jlda), wiens top altijd met sneeuw is be-
eer dekt.
sen Het klimaat is er zacht en gezond bet
^an rvriest er nooit. De hitte wordt er getem-
perd door den noorderwind. De herfst is
,eD het regenseizoen, waarna de plantengroei
begint. In het noorden heeft men soms
aardbevingen. De leprozerij is cr eene
plaag-
I™ De grond is er steenachtig en weinig
geschikt voor den landbouw. Er groeit
1 vlas, katoen, tabak; olie, wijn en vruchten
k- zijn de rijkdom des lands. lie europeesche
fruitboomen, vooral de kriek, groeien er
goed; verder de grenaat-, dc vijge-, de
00 St-Jansbroodboom, de wijngaard. Malvezy
is een keurige wijn.
r, In de bergen vindt men den cypres,
denplaan, den kastanjeboom. Ook oogst
men cr aromatische planten, gom, enz.
Men kweekt er schapen, geiten, peer
den, muildieren, varkens, gevogelte en
bieën. De kusten zijn vischrijk het wild
is overvloedig, en geene andere schadc-
lijke dieren vindt men er tenzij serpenten.
:n De mineralen zijn plaaster, kalk, wit-
'fj steen en schaliën. De uitvoer bestaat in
f (olie, vruchten, rozijnen, was en kaas.
Men schat er 240,000 inwoners, waar-
ie van 120,000 Grieken en even zooveel
Turken anderen schatte:; de verdeeliug
ie wat hooger. De hoofdstad heet Candia.
Daar zetelt de grieksche aartsbisschop.
De stad is op eene opgaande holling ge-
bouwd en zeer dichterlijk gelegen. Bin
nen is de stad zeer droevig aangezien de
huizen slechts blinde muren hebben en
t wonderlijke avonturen van eenen Zeeman
j 35e vervólg.
t i Hoor eens, juffrouw Dobres, voegde
juffrouw Cobes haar te gemoet, kapitein Mor-
gan is hier niet gekomen om vragen to beant-
woorden, maar eenvoudig om alles eeus op
te nemen.
Wat wildet gij zeggen vroeg ik.
Hoe moet het met ons gaan, mijnheer
antwoordde het meisje.
Ik zal u naar de plaats uwer bestemming
overbrengen, zegde ik. Ik zal nu eenige verte»
genwoordigeters bijeenroepen en u dan gerust
fBtellen, ween maar niet, het is alles in orde.
Het ongeluk is dit, riep een andere
jonge vrouw uit, dat juffrouw Cobes, die
betaald wordt om zorg voor ons te dragen,
oen van de eerste geweest is, die met de ma
trozen gemeene zaak heeft gemaakt. Moest
zij ons niet getrouw gebleven zijn
I Zij zag toornig naar. juffrouw Cobes.
Zwijg riep de directrice uit. Mijne
macht is niet minder geworden, omdat de
zaken een anderen loop genomen hebben dan
toen wij uitzeilden. Ga op het dek en praat
maar wat t<
de zee.
de eigenlijke woningen binnenwaarts ge
bouwd zijn.
Die blinde muren zijn enkel onderbro
ken door eene deur, en soms door een
latwerk voor eenen wijngaard. In de voor
naamste straat zijn er winkels, in den
aard als in Europa verder openbare
plaatsen en hovingen. Er zijn eenige ker
ken, een klooster en een synagoog.
De haven is zeer vervallen. Er komen
slechts eenige kleine schepen aan. De
handel is onbeduidend. De schoonste
wandeling is een turksch kerkhof. De
leprozen zijn in een lazaret opgesloten,
dat in den omtrek van de forteres gele
gen is.
De tweede stad van Creta is Chanea,
met 12,300 zielen, meestal Turken. De
europeesche consuls wonen in de voorstad
Khaleppa. Do stad is versterkt en heeft
eene goede citadel.
Ook daar viudt men slechts eene poort,
zooals te Candia. De huizen zijn regel
matig gebouwd. Men vindt er moskeeën,
kerken, en een capucienenklooster. Cha
nea is de meest handeldrijvende koopstad
van het eiland.
De derde stad is Retimo, met 8000 in
woners, eene citadel en een griekschen
bisschop. De meeste bewoners zijn mu
zelmannen.
Creta hoort toe aan dcu Sultan, gelijk
hooger gezegd, en zooals in alle turksche
bezittingen, heeft de mahomedaansche
overhecrsching er zich op wreede wijze
doen gevoelen. Het eiland is door de turk
sche uitbuiters bijna ganscb ten onder
gebracht, en de Cretenzers zijn sedert
lang reeds het juk van den Sultau moede.
Dc mahomedaansche bevolking leeft in
bestendige oncenigheid met de cbriste-
neu, eu voortdurend hebben er botsingen
plaats die dan door de turksche overheden
met wreed geweld beteugeld worden.
Sedert lang reeds vraagt de christene
bevolking hare vereeniging met Grieken
land. De Grieken wcnschen niets beter
dan Creta ia te lijven, de koning zelf is
er zeer voor genegen, doch de minister
raad, waarvan M. Delyannis thans voor
zitter is, vreesde erge verwikkelingen te
verwekken en zich de europeesche mo
gendheden op den hals te halen.
Dc europeesche mogendheden zijn er
inderdaad allen op belast om Turkije te
verdeelen, doch elk hunner zou bet groot
ste stuk willen inpalmen en in geen geval
Griekenland een deel van den buit laten
meènemen. Daar zy elkander wantrouwen
eu vrcezen de eene door de andere be
drogen te worden, behouden zij nog liever
den tegenwoordigen staat van zaken, en
laten do Turken maar gerust buuuc gru
welen tegen do Armeniërs en Cretenzers
plegen.
Nu zou er wel eens een gansche om
mekeer in de zaak kunnen komen, en
De jonge vrouw mompelde iets tegen eene
harer gezellinnen en begon toen hartelijk te
lachen. Juffrouw Cobes nam er geene nota
van en wij begaven ons naar het voorste ge
deelte van het tnsschendek.
Hier had het inwendige geheel het voorko
men van eene gevangenis. Ik ben eens op een
schip met misdadigers te Hobart-Town ge-
woest, en de inrichting van dat schip herin
nerde mij aan hetgeen ik nu zag. Eeu meisje
lag iu eene kooi te slapen. Haar hair was
losgegaan, het hing over haar voorhoofd en
was zoo zwart, dat haar doodsbleek gelaat
daardoor nog meer uitkwam. Juffrouw Cobes
sprak luide. Ik fluisterde Spreek wat zach
ter Nooit te voren was het gevoel van de
heiligheid van den slaap krachterig in mij
geweest. Juffrouw Cobes fluisterde mij nu toe,
dat het meisje over hevige hoofdpijn had ge
klaagd. Ik staarde deze eenzame slaapster
aan. Niet dat zij eenzamer was dan do ande
ren, maar hare verlatenheid was nog vreese-
1 ijker, omdat zij daar zoo eenzaam ziek lag
Van wien was zij een kind Wat waren hare
verwachtingen
Die arme Kate Darnley dacht ik, ter
wijl ik rond zag. Wat zou het voor zulk eene
beschaafde dame vreeselijk zijn, in zulk een
hok ziek te moeten liggen
Ik ging zwijgend verder, door juffrouw
misschien hebben wij voor een oorlog te
vreezen, want Griekenland schijnt thans
besloten te zijn om op Creta tussehen te
komen de tweede zoon van den koning
van Griekenland, prins Georgius, is reeds
naar 't eiland vertrokken.
gehouden op 12 Februari 1S97.
Redevoering van M. DrIs.BAUWENS.
MIJNE HEERFN,
Op aanvraag van acht onzer geachte mede
leden, werden wij, door het geëerd Schepe
nencollege, tot deze vergadering hoogdrin
gend opgeroepen. De dagorde meldde het te
berde brengen en bespreken van eeu verzoek
schrift, wellc men naar de Kamer der Volks
vertegenwoordigers sturen zou, ten einde het
Sas veroverd gelijkstellen der talen te hand-
ayen. Niemand van ons baarde het verwon
dering, dat men, voor zóo belangrijk eene
stemming, ons tot eene buitengewone zitting
dagvaardde. Kon het ook anders Is de taal
van een volk, Mijne Heeren, zijn dierbaarste
pand niet zijn weergalooze schat Is onze
taal het kostelijkste kleinood niet.dat schittert
in Vlaandrens kroon de heerlijkste parel,
die er in flonkert Is zij geen gehard schuts-
wapen tegen verbastering geen opgeworpen
dam tegen Frankrijks godtergend ongeloof
het bolwerk onzer onafhankelijkheid, de
waarborg van ons zelfbestaan Ja, dit alles
is zij, doch op nog meer mag zij roemen de
taal ie de ziel der natie, zij is de natie zelve i
Mijne Ileoren, het stormt- in den Vlaamschen
lande Het klept in alle gemeenten aller
wegen, tot in de geringste dorpen, stijgen
klachten, bedreigingen, wraakkreten op.
Waarom die opschudding dat gelui der
noodklok die alarmkreten Is er onraad
Ja, Mijne Ileeren, er is verraad Het heiligste
onzer rechten wordt verkromd, de zuur ge
wonnen gelijkheid onzer landstalen voor do
wet is in haar bestaan bedreigd. En daarvoor
stormt het iu Vlaanderen Zijne koene zonen
snellen ton strijde, vastberaden hunne moe
derspraak, dit palladium hunner vrijheid,
zonder vaar noen vrees, met hand en tand, te
verdedigen.
Laat ik eenen blik werpon op die donkere
bladzijde onzer volksbeweging.
In zitting van 19 November, had de Kamer
der Volksvertegenwoordigers een einde ge
steld aan liet schreeuwendste onrecht ooit
tegen een vrij volk bedreven het verbannen
zijner taal nit de wetgeving. De Kamerleden
riepen de gelijkheid beider landstalen nit
de stiefmoederlijk behandelde. ootmoedige
moederspraak zou voortaan gelijken tred hou
den met hare zoo lang bevoordeeligde zuster,
de trotscho Fransche. Dit rechtsherstel ge
schiedde, Geachte Ambtgenooten, met eenpa
rige «temmen, op drie na. Walen cn Vlamin
gen reikten hiervoor malkaar do broederhand
en vergaten hunne oude veoten. De twistende
partijen, hoe fel op elkander ook gebeten,
legden voor eenen stond hunnen wrok af.
Katholieken, Democraten, laberalen, Pro
gressisten, Socialisten juichten dien genade
slag aan de onbeperkte heerschappij van den
Cobes gevolgd. Brigstock stond bij het ge
opende luik.
- Nu zullen wij allereerst den voorraad
zoetwater eens gaan opnemen, zegde ik.
Om half twaalf liad ik mijn onderzoek ge
ëindigd.
- Zoudt gij ons ook eens willen zeggen,
waar het schip nu is vroeg Brigstock.
Ik gaf hem de juiste plaats op, waar het
schip zich nu bevond.
En is de koers naar Kaap Hoorn
Dat is de koers, waarin het schip zich
voortbeweegt, antwoordde ik.
Hij glimlachte even en vestigde een pein-
zenden blik op zee. Juist op dit oogenblik
ging do wind geheel liggen, zoodat de zeilen
geheel slap hingen. Maar al spoedig wakkerde
de wind weer eeu weinig aan.
Ik verliet het dek niet, voordat Gouger
had meegedeeld, dat het middagmaal reeds
een half uur klaar Btond. Aun Harding wird
het toezicht op het dek opgedragen, en ik
trad de kajuit binnen, na eeu poosje gevolgd
door Brigstock.
Deze bleef onder aan deu trap staan en
vroeg
Als gij niet wenscht, kapitein, dat ik
eenen volksstam op den anderen toe, jubel
den bij het einduemen van de vernedering
der Vlamingen.
Gedenkwaardige gebeurtenis, welke in het
geheugeu der Vlamingen onnitwischbaar zou
gegrift blijven Zij, die, in verleden tijden,
voor haardsteden en altaren onverschrokken
vochten, hadden Gó jaar lang voor hun taal
recht iu de bres gestaan en zegepraalden nu
De gewichtigste stap van hun politiek leven
was gedaan
Vlaanderen was in feestdos. Triomfkreten
doorschalden stad en land ieders oogen tin-
teldeir van blijdschap elks boezem gloeide
van grooter liefde tot het vaderland. De alge-
meene geestdrift tooverde zich voor onzen
stam eene nog glansrijker toekomst voor
Dra zon men, bij het uitvaardigen der wet,
de banieren zwaaien, de leeuwenvaan ont
rollen, in uitgelaten vreugdegejuich zijn hart
uitstorten....
Eilaas het grenst aan het ongeloofelijke
onverhoeds stortte het gebouw onzer ver
wachtingen in, onder heiligschenucnde mo
kerslagen vermorzeld.... De billijkste der
wetten leed in den Senaat, na veel gewrijf en
geschrijf, schipbreuk door het laakbaar sa
menspannen van halsstarrige Walen met
eenige plichtvergeten Vlamingen, door de
liartelooze samenzwering van den overmoed
der eersten en do slaafecne onderwerping, het
laf verraad der laatsten Daartegen baatte
geen tegenspraak, geen handtastelijk recht
O Verbastering, ziedaar nw rampzalig werk
Schande dubbele schande over die ontaarde
Senators, wier namen door de rechtgeaarde
drukpers werden gelaakt, door de Vlaamsche
nieuwsbladen gebrandmerkt, in elke gemeente
aan den geeselpaal genageld
Dit bericht verbrijzelde het hart der Vla
mingen. Er ontstond geweeklaag, gejammer
en getreur onder het volk, maar welhaast
maakte de neerslachtigheid plaats voor gram
schap alom barstte men in bedreigingen en
- venschingen uitalom spuwde men vlam
eu vuur.
Ja, het Vlaamsche volk is woedend Het
knarsetandt en grimt de onzinnigeu aan, die
zóo roekeloos zijn herwonnen erfrecht met de
voeten traden. Gelukkig het gedane kwaad
is nog te verhelpen de Kamer zal het he
meltergend bestaan van den Senaat wraken,
zijne hartelooze daad laken, zijn schelmstuk
met bekrachtigen. Do oogen aller Vlamingen
zijn op de Kamer gevestigd zij is voor hou de
lichttoren, de haven de verlichtende hoop,
de redding, de zege
Het zal verzoekschriften regenen, eischen
hagelen. Gemeenteraden, politieke veroeni-
giugen, letterkundige gezelschappen, muziek
maatschappijen, burgers- en werklieden krin
gen, bijeenKomsteu vau ouderlingen bijstand
en ziekenfonds het is alles in rep en roer en
teekent verzet aan tegen het ongehoord mis
kennen van onze taalrechten. Antwerpen gaf
hun overigens het voorbeeld der werkzaam
heid. De Scheldestad stelde zich aan de spits
dezer grootsche beweging en hare gemeente
raadsleden, behalve twee. eischten, bij een
klinkend vertoogschrift, het handhaven der
'et De Vriendt-Coremaus.
Monstermeetingen werden alom belegd.
Brugge's Halle was propvol van overtuigde
vaderlandersGent zag met fierheid zijne
n, met vaandel en banier, naar do verga
dering der Vlamingen stroomen. Geen ge-
hier met u het middagmaal gebruik, zeg het
mij dan maar. Ik beu maar een gewoon zee-
en gij zijt een deftig heer, zoodat het
wel kon wezen, dat gij er tegen hadt, om met
men8chen van mijn slag aan tafel te zitten.
Ik antwoordde hierop door naar eenen
stoel te wijzen en bediende hem onmiddelijk
tn een en ander.
Ik kan u wel zeggen, zegde hij, terwijl
hij naar zijne teiloor zag, dat de matrozen er
niets tegen hebben, dat ik met u aan tafel
zit. Natuurlijk erkennen zij mij als stuurman,
cn een stuurman heeft het recht om in de
kajuit te middagmalen. Maar toch kan ik het
niet met mijn geweten overeenbrengen, dat
ik fijner gerechten zou nuttigen dan de ande
ren. Ik zal dus dit stnk spek opeten, maar
dat stuk van het kicken weêr op den schotel
leggen.
In uw nieuwe kolonie, zegde ik, zullen
allen in dit opzicht met elkaar gelijk staan,
niet waar
- Neen, kapitein. Ieder zal eten naar
hetgeen hij zich hooft weten te verschaffen.
Maar wij moeten er toch naarstreven.dat
allen in dit opzicht met elkaar gelijk staan.
Als wij dood zijn, ziju wij allen aan elkander
gelijkik beu er voor, dat dit ook reeda
tijdens ons leven geschiedde.
Gij zult beviuden, dat de kleinen door
meente van Vlaanderen of het volk zal er, bij
openbare zittingen, krioelen. Den 28 dezer,
zullen uit alle gouwen keurbenden naar Bras-
sel stoomeu en de hoofdstad zal eens te meer
getuigen, dat de Vlamingen op indrukwek
kende wijze de taal hunner vaderen weten te
huldigen.
Wij ook, Mijne Heeren, wij, inwoners van
Aalst, Vlaanderens hartebloed, mogen, naar
plicht en geweten, met de armen over elkaar
niet zitten. Ons, Aalstenaars, die bij onze
besprekingen iu deze zaal alleen de moeder
taal gebruiken, haar den lauwertak aanboden
en de eereplaats toekenden, ons, zeg ik, is het
eene heilige verplichting de stem tegen het
verdrukken van aen Vlaamschen stam te ver-
heften en, bij een krachtig verzoekschrift,
recht te vorderen.
Meer dan eene beweegreden maant ons tot
het nemen van dit heilrijk besluit aan.
En ten eerste. Derwijze zullen wij ons
Vlaanischgezind Ministerie in dezen taalstrijd
ondersteunen, welk het wetsvoorstel zoo ducli-
tig bijsprong. Derwijze brengen wij een wel
verdiend huldebetoon aan Mr Begerem, eenen
man uit éen stuk gegoten, die door zijn door
wrocht opstel en zijne gevleugelde woorden de
aangevoerde drogredenen den bodem insloeg
en onze tegenstrevers pal zette. Leve Bege
rem
Ten tweede. Door dit vertoogschrift druk
ken wij den stempel onzer goedkeuring op het
gedrag der Vertegenwoordigers onzer kiesom
schrijving, die allen, zonder uitzondering,
het harnas aangordden, ten strijde rukten en,
met deu heer Woeste, hunnen gids en raads
man, aan het hoofd, het gelijkstellen der talen
dapper verdedigden. Eere zij hun
Ten derde. Door dezen opeisch hechten wij
het zegel van het volk aan de edele pogingen
der Senators van ons arrondissement. Zij ook
kampten manmoedig, betwistten het terrein
aan tie tegenstrevers, weken geen duim
gronds. Hun en vooral Mr Van Vreckem,
wiens goed doorwerkt verslag de Vlaamsche
Zaak zooveel dienst bewees, zij een eerepalm
toegekend
Ook den Heer Baron Bethnne, die met ge-
harden moed in de eerste rangen als voor
vechter streed, dragen de erkentelijke Vla
mingen in het hart. Hem zij onze dank
De namen van andere verdienstelijke Sena
tors zullen insgelijks in de gedenkbladen der
Vlaamsche Beweging met gouden letters op-
geteekend worden.
Maar, Geachte Heeren, boven al deze driif-
veeren onzer handeling, hoe loffelijk ook,
staat het onschendbaar recht van het volk
zelf.
(Men heeft het pasgeboren taalrecht in de
wieg willen versmoren en, om die euveldaad
te verontschuldigen, ingebeelde moeilijkheden
opgesomd eeu gebrekkig vertalen der tek
sten een mogelijk geharrewar over eene zin
snede eeu kibbe len en twisten over een
woord een vitten en kijven over uitdrukkin
gen Alsof advocaten en wetgevers het niet
veelal als het einddoel huns levens aanzagen
teksten uit te pluizen, met woorden te scher
men Alsof de Vlaamsche tekst den Fran-
schen niet zou toelichten en omgekeerd
Mijne Heeren, welko grootsche onderne
ming, welk omvangrijk werk heeft geen voor
en tegen geene schaduwzijde Voorbeelden
met de vleet zouden eon ontkennend ant-
de grootcu overschadnwd worden, evenals het
nu gaat.
Dat zal ik niet ontkennen. In onze ko
lonie zal men iemand beoordeelen, evenals
men eene klok beoordeelt, en wel naar zijn
werk.
Zoo redeneeren wij hierover nog wat voort,
waarop ik zegde
- Ik denk aan juffrouw Ivate Darnley eeu
beter gedoelte van het schip tot verblijf aan
te wijzen.
Zon dat wel raadzaam zijn vroeg hy.
Waarom niet? vroeg ik haastig, daar
die vraag mij volstrekt niet naar den zin was,
omdat het er veel van weg had, dat hij zich
dingen wilde bemoeiën, die hem volstrekt
niet aangingen.
- Zou dit geene aanleiding tot ontevreden
heid geven vroeg hij. Daar hebt gij juffrouw
Cobes. Het zou natuurlijk hare verwondering
wekken, als uwe aanstaande hier werd toege
laten en zij niet. Dat zou onaangenaamheden
tussehen mij cn haar geven. En de matrozen
zouden zeggen, dat onze aanstaanden even
goed landverhuizers zijn als juffrouw Darnley,
niet beter een niet minder. Zij zouden dit
kunnen zeggen ik wil niet beweeren, dat zij
het werkelijk zouden doen*
(WORDTflVOORTGEZETty