Zondas 28 Februari 1897. 5 centiemen per nummer. 51sle Jaar 5157. Ill SIM DER ABDIJ Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Socialism Godsdienst. Staat Voorzienigheid. De Voorzienigheid Vlamingen DE LIJFRENTKASSEN. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique suuru. Per drukregel, Gewone 45 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen ep 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. lleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 27 Februari 1897. In hunne dagbladen vallen de socialis ten dagelijks den godsdienst aan zij verklaren ronduit en zonder omwegen dat hun niets zoo zeer aan 't herte ligt als hem te zien verdwijnen. De godsdienst is immers, lijk hun opperhoofd zegde, de grootste hinderpaal voor de verwezenlij king hunner droombeelden. Niettegenstaande die klare en duide lijke verklaringen durven de roode spre kers in hunne meetingen op den buiten aan de toehoorders zeggen dat do gods dienst eene bijzondere zaak is, eeDe kwestie van persoonlyk geweten waarin de partij niets heeft te zien. Zij zullen zelfs zeggen dat ze den godsdienst eerbie digen. Zou dat waar zijn Wij veronderstellen voor een oogenblik dat de socialisten in ons land meester zyn en den opperbaas spelen. Wat gebeurt er met de kerken en kloos ters Zij moeten verdwijnen of hervormd worden tot andere dienstoefeningen. Men zal opmerken, wel neen, de gods dienst is een private zaak en dus zullen wij, katholieken, kerken en kloosters mogen bouwen Als 't u belieft. De Staat zal alles be zitten. Bij gevolg zullen de katholieken geen kerken mogen bouwen, want kerken zijn geene verbruiksmiddeleu en daar buiten gaat bet eigendomsrecht niet. De Staat zal geene kerken on kloosters ter beschikking van bijzonderen stellen want dit waar van wege den Staat eenen godsdienst erkennen. Nu dat willen de opperhoofden niet dat zullen zij nooit willen. Wij zijn materialisten, schreef Vooruit en volgens Bebel streeft de roode partij op godsdienstig gebied naar de goddeloos heid. In de kerken zou de godsdienstzin on der het volk onderhouden worden. Daar zou men leeren juist het tegenoverge stelde van de grondvesten waarop de socialistischen Staat is gebouwd. Daar zou men de onschendbaarheid van het huwelijk in het herte prenten, on schendbaarheid door den Slaat onder de voeten vertrappeld. Immers alsdan is het rijk der vrije liefde in zwier. In alle andere leerstelsels bestaat de zelfde tegenstrijdigheid. De hoofden der socialisten zullen dus niet toelaten dat audere leeringen dan do hunne worden verspreid want dit zou hun rijk in gevaar brengen. Wat zal men alsdan met de katholieken doen Hunne godsdienstige overtuiging zullen de roode hoofden niet kunnen ireffen. daarom zal men ze in de nabijheid hou den, zegt een hunner schrijvers, om er de hand te kunnen opleggen als het pas geeft. Episode uit den 'Oorlog in de Vendee. 25"® VEBVOLG. Jean Chouan, die met zijne troep den ge vaarlijksten post betrok, lind zich voorgeno men over jonkvrouw de la Moilleraye te waken. De jeugdige partij-aanvoerder had het ver leden niet vergeten. Hij wist, dat hij het leven te danken had aan den broeder van dat jonge meisje zijne verkleefdheid jegens haai- en de haren was dan ook onbegrensd. De zeerob had gemeend, de expeditie te moeten volgen, Blanche had den dapperen, braven man lief, wiens heldenmoed haar be kend was. Zij onderhield zich met hem met een vertrouwen, dat hem diep trof. Op een avond, dat halt gehouden werd, ontdekte de oude-zeeman sporen van tranen op het gelaat van 't kind Hebt gij verdriet vroeg hij belangstel lend. Helaas, ik denk aan mijne familie. Wat Bal er van mijn vader worden in dat arme verblijf Hoe zal mijn broeder, die van alles Het is zeer waarschijnelijk dat alsdan een nieuw tijdstip van martelaars zal ontstaan, waut men kent den haat der roode kopstukken en deze haat gaat over allengskens iu het hert van alle hunne volgelingen. Men moet het volk den haat aan lee ren, zegde Marcx, en dat hebben de so cialisten gedaan. Over honderd jaar ontstond hier in ons land de krijg der patriotten, der boeren die hunnen godsdienst, met het gevaar van hun leven, tegen het Fransche ge spuis hebben verdedigd Als dan zijn vele martelaars gevallen Welnu het rijk der socialisten zal een eeuwige strijd zijn waaraan slechts met den val van 't roode gespuis of met de uitroeiing van den godsdienst een einde zal gesteld worden Dat verbeidt ons zoo de socialisten eens meester worden, kunnen wij eene nog ellendigere toekomst tc gemoet gaan EN Denderbode heeft meermalen gewezen op het gevaarlijke der uitdrukking De Staat moet de Voorzienigheid zijn der werkende klasse. Dat is immers niet waar in ccnen zin, waar in eenen anderen, maar in dat geval een zeer gevaarlijke taal. Met de Encycliek in de hand hebben wij bewezen dat de Paus de woorden hem door het Land van Aelst in den mond gelegd nooit heeft geschreven en M. Daeus den zin der wereldbrieveu ver draaide wanneer hij zoo iets staande hield. Welk is de eigenlijken sin der woorden Voorzienigheid zijn n Is dat syaoniom van bijzondere beschermiug Op de laatste vraag is hot antwoord ontkennend, want de Voorzienigheid zijn van iemand is voor hem zorgen in alles en voor alles. Zoo verstonden wij het in het eerste artikel dat wij daarover schreven. Het Land nam onze bepaling dan aan en ging bewijzen, beweerde het «dat wij dom en onwetend waren en onbeschoft op den hoop toe. Wij hebben den ganschcn text aange haald en lieten onze lezers oordeelen. Wat schrijft de Paus nu over de tus- schenkomst van den Staat. Hier zijn letterlijk zijne woorden De meer bemiddelden toch hebben echter minder behoefte aan do staatsbe- schermiug, zij vinden dikwijls iu eigen kracht reeds voldoenden steun en genoeg zame hulp de armen echter, de meu- schen zonder hulpmiddels, zijn bijna teenemaal afhankelijk van do bescher ming bun door den Staat tc verleenen. De Werklieden alzoo.die het meeren- deel in dien toestand vorkeeren, behooren door den Staat onder zijne bijsonderc bescherming te worden genomen. De Paus zegt dus dat de Staat de werk lieden onder zijne bijzondere bescherming moet nemen. Dat heeft Dcnderbode altijd gezegd maar vandaar de Voorzienigheid der wer kende klasse te moeten zijn is er een oneindig breed verschil. Wie zou het ooit gelooven. Het Land vau zondag 11. komt ons zeggen dat de woorden Voorzienigheid in dien zin moe ten opgenomen worden Dan zijn we t'akkoord. Maar wat blijft er dan van dat uitschietend artikel over waarin Priester Daeus do domme en trolsche onwetendheid van Denderbodc aan den kaak ging stellen Niets, niets, dit artikel wordt kranig verloochend. Ouze lezers mogen oordeelen en daar om laten wij hier wederom de liefelijke proza van M. Dacns volgen. j> Waar de bie honing uit zuigt Trekt de spin haar fenijn uit. G'hebt die Pauzelijke Encecliek dat n roemweerdig onsterflijk stak, die Ence- n cliek waardoor Leo XIII optreedt als de V-ader der Werklieden n d'Encecliek, door de Werklieden ontvangen als een Hemelsch Manna, in 1893 en 94 was t'Aalst iemand van woord en gezag, die I overal ging vertellen dat die Encekliek voor ons Land niet was, maar voor Italic Spanje en nvi dat die Eneoklick Vci.rs- •:ttrn gaat leveren, nu durft mcu iu Den- n derl>ode den zin der Encekliek vervalschen, schrijvende dat do Staat de Voorzienigheid NIET moet zijn der Workliedeu. Verstaan we daardoor, gelijk Denderbode schrijft, dat de Werklieden moeten kost. kleêren en onderhoud hebben zonder iets te doen, en niet alleen de Werklieden, maar alle Burgers en Landbouwers ül.Met zulke dwaze streken komt Denderbodc d'Euce- cliek bestrijden... Neen, neen de I'aus leert uitdrukkelijk iu zijn Encycliek dat de Staat het recht eu de plicht heeft van den welstand der Werklieden te behertigeu.. n Dat de Werkliedeu zekerlijk huu beste moeten doen, moedig, vlijtig werken, zor gen en sparen, maar dat zij recht liebbeu op de bescherming van den Staat en op een zeker aandeel van de goederen die zij helpen voortbrengen. Kardinaal Manning, in zijn Commentaar op d'Eucekliek, na den ongelukkigen toestand der Werklieden aan- n gehaald te hebben, schrijft letterlijk De Werklieden behoeven door den Staat onder zijne bijzondere hoede te worden genomen. n Encycl. p. 27Is dat niet klaar eu uit- n drukkelijk Wat blijft er dan over van n d'Hoofdartikels in Denderbode Niets an- ders dan de droeve, droeve overtuiging dat er iu ons Christen Land mensclion zijn die n oogen hebben en niet zien, ooreu en niet n noren, een hert en niet gevoelen... (Letterlijk nagedrukt.) Eenige bemerkingen. 't Land vergelijkt zich aan eene bie en Denderbode is eene spin Dank, manneken, maar eigen lof stinkt Gij durft schrijven De Werklieden moeten kost, kleederen en onderhoud hebben zonder iets te doen. verstoken is, zijne wonde kunnen verbinden en hem de versterkende middelen geven, welke voor eenen zieke zoo noodig zijn Stel u gerust, juffrouw, ik heb daaraan gedacht. Hoe zoo Toen ik de abdij van Savigny moest ver laten, heb ik iemand, die zeer aan mij ge hecht is, opgedragen, mij bij uwen vader en brooder te vervangen. En wie is dat vroeg Blanche. Het is een meisje van ongeveer uwen leeftijd. Zij heet Margarotha het is mijno pleegdochter. O, hoe gelukkig maakt l\et mij, te hoo- ren, dat mijn dierbare vader niet door allen verlaten is riep Blanche uit Ik gevoel eene zusterlijke teederheid voor die goede Marga- retha. Hoe geeme zou ik haar zien, haar aan mijn hart drukken liet gesprek duurde nog eenigen tijd voort. Jonkvrouw de la Meilleraye deed eene vraag over baron de Milly. De zeerob antwoordde ccnigzins verlegen Omtrent dien edelman weten wij niets met zekerheid. Weet gij dan ten minste iets vroeg Blanche snel. O, alles bepaalt zich tot het volgende Gedurende de vervolging dor Blauwen in het bosch viel eeu hunner, die doodelijk gewond was, in onze handen. Ondervraagd zijnde, antwoordde hij woedend Ja ja, ik heb dengene gezien, die gij zocht. Er is op hem gevuurd.... Ongelukkig leeft hij nog, terwijl ik.... Na eenigen tijd voegde hij erbij Ik wilde hem juist afmaken, maar die ellendige boeren zijn hem ter hulp gekomen... Zij hebbeu hem uit mijne handen gerukt.... Daarna werd ik door een kogel getroffen.... Gij waart daar.... Blanche bodekto hot gelaat met de handen en mompelde Arme vriend Hij heeft dus nieuwe kwellin gen moeten oudergaan. En dat ulles, wegens zijne zelfopoffering voor mij O mijn God, be scherm hem red hem geef hem ons terug De smart van het meisje was zeer groot. De achting, welke zij den baron toedroeg, was te midden der gevaren van dien noodlot- tigen oorlog toegenomen. Zij bewonderde zijn ridderlijken moed, zijne edelmoedigheid en zijne rondborstigheid, en zonder dat zij het bemerkte, gleed eon zoeter gewoel, tcederder zelfs dan broederlijke liefde, iu haar hart. Na de meêdeeling van den zeerob bleef de jonkvrouw langen tijd iu gedachten verzon ken. Den volgenden morgend en de daarop vol- Waar heeft Denderbodc zoo iets be weerd zoo iets geschreven dat de Staat daarvoor niets zou mogen vergen zelfs in geval hij de Voorzienigheid zijn moest De socialisten, die groote bclo vers, gaan zoo ver niet. Het Land beschuldigt ons nogmaals de Eucykliek te vervalschen omdat wij schrij ven dat de Staat de Voorzienigheid niet moet zijn noch van de Werklieden noch van de Burgers. Zoo, zoo Kent M. Daens dan alleen den Wereldbricf?Eu wat boteekenen dan die woorden En dat men er niet aan denke de Voorzienigheid van den Staat in de plaats te willen stellen. Denderbode schrijft dat niet omdat 1° in den eigenlijken zin die woorden valsch zijn cn in de Eucykliek niet voor komen 2° omdat men de woorden moet ver draaien opdat Voorzienigheid zou betec- kenon bijzondere zorg. Wij ziju liever duidelijk en zeggen met de officieele vertaling-jvan de Encyklick bijzondere bescherming. Waarom Omdat dc woorden Voorzienigheid vau den Staat verstaan in den zin van bijzondere beschermiug zeer gevaarlijk zijn en aanleiding geven tot valsche opvatting. Veronderstellen wij eens ceue meeting waar Priester Daens zoo over de Voor zienigheid van den Staat heeft gesproken. Een socialist, zal nahem die woorden herhalen en wanneer hij het wat fijn aan boord legt, zullen zijne toehoorders zog gen Het is waar Priester Daens heeft ook gezegd dat dc Staat dc Voorzicni; heid moet zijn der werkende klasse. En zoo wordt het fenijn opgeslurpt. Wat is het besluit. Priester Daens legt de woorden Voor zienigheid» uit iu den ziu van bijzondere bescherming. Daarmee valt het eerste deel van ons dilemma. Maar waar is dan de trotscbe, domme en verwaande onwe tendheid der opstellers van den Dender bode Het tweodo deel blijft immer recht staau die taal is gevaarlijk. 't Vlaamsch. te Luik. In deu Gemeenteraad van Luik wilden de libe raleu eeu vertoogschrift aan de Volkska mer doen stemmen, de defiuitieve verwer ping van het wetsvoorstel Coremans-De Vriendt vragende. De katholieken en do socialisten waren er tegen en het voorstel zou dus zeker verworpen ziju. De voorafgaande kwestie werd door do katholieken gesteld, en het Schepenen- College sloot er zich bij aan uit vree3 vau verwerping van 't liberaal voorstel. De voorafgaande kwestie werd aange- nomen met 20 stemmen tegen 13. Dus te Luik heeft men, dank zij do katholieken, geene stemming tegen het Vlaamsch kunnen bekomen 1 Het bewijst dat de grootste vijanden van hot Vlaamsch toch in dc Walea nic-t huizen gonde dagon rukte het Loirelegor op tegen Granville. De aauval was verwoed. De voorsteden werdeu dadelijk ingenomen, doch dit gedeel telijk succes bleef onvruchtbaar. De forten hielden de aanvallers staande, en na twee dagen strijdens trokken zij naar Bretagne terug. La Rochejaquelein betreurde het ten zeer ste, dat hij de raadgevingen vau graaf Joseph de l'uisayo geen gehoor had geleend het w te laat Wij zullen liet Vendecscho leger in groote trokken volgen op dien droevigen tocht, welke door zooveel heldenmoed, door zooveel bloed trauon vergezeld ging. Te 1'ontorBon had een vreesolijke strijd plaats, waarin de republikeinen werden te- iggeslagen. Vijf dagen later, te Dol, werd Westermau tot den terugtocht genoodzaakt. Le Rochejacquelein viel daarna de kolonne d'Antraine, dien Stoffiet krachtdadig in bedwang hield, in den rug aan. Ondanks de pogiug van Kleber on Marceau moest dio kolonno wijken. De weg van Antraiu was vrij dc Ven- deeërs volgen hem, gaan met geforceerde mar- chcn door Eougères en Laval, trekken do Sartho over te Sablé en do Loire te Durtal en bereiken eindelijk de poorten van Angers. Morgen zondag is het meeling te Brussel om protest aan te tee kenen tegen de stemming van den Senaat en te vragen dat de Volkskamer aan hare eerste stem ming over het wetsvoorstel Core mans-De Vriendt zou getrouw blijven. Allen dus naar Brussel, Vlamin gen De Aalstenaren vertrekken om 11 u. 45 m. terug uit Brussel om 5 uren. Mijn vorig schrijven heb ik gesloten met eene zinspeling op het stelsel van onzen Volksvertegenwoordigen M. Die- ricx. De grondbeginsels daarvau heeft hij uiteengezet in den Bien public van 29 Oogst 1896. Die heer vat zijn gedacht in de vol gende regelen samen. Dat de Staat, zegt hij, ieder en Belg helpe zich eene kleine lijfrente aan tc schaffen, het strikt noodzakelijke opdat hij zijne oude dagen zonder zorg en kom mer kunne doorbrengen zonder de hulp van de weldadigheid in te .roeponDe Staat kan zijne voorschotten terugnemen zoodra de eigenaar van het lijfrentboekje getoond heeft dat hij alleen voort kau. Hoe zou M. Diericx dat willen .toege past zien In de volgeude woorden schetst hij ons zijne zienswijze. Wij herhalen de woorden van Dender bode Zondag 20 September 1890.» Ik veronderstel, zegt de schrijver, dat de Staat 1 frank bijvoege bij elke storting van 2 fr. tot op het oogenblik dat de som zou volledig wezen die aan den eigenaar van het renteboekje recht geeft op 50cen tiemen per dag. n In deu eersten graad dus geeft de Staal den 3'3eo frank. Daarna zal de Staat den 5<l6u frank geven terwijl de belangheb bende er vier stort tot dat de rente tot één frank per dag is geklommen. Is de eigenaar van het boekje met 2 fr. niet tevreden zoo zal hij van dan af aan de stortingen alleen te dragen heb ben. Denderbode bemerkte daarop Van ditoogenblik afkan men alleeno loopen. Naarmate men voortgaat wordt dc weg door don Staat, die in den beginne zoo vrieudelijk een handjen toestak, recht hobbelig gemaakt. Wat de Staat in 't begin scheen te geven was maar leenen indien men te groote rentenier wil worden. Dat en is maar recht. De schrijver ging voort. - Tot vergoeding zal de spaarkas zich den 5den frank toeeigenen zoodra meu recht heeft op 2 franken daags. Van 2,50 tot 3 fr. daags maximum ontlast hij u van den derden. De weerstand was hardnekkig. De geheelo dag ging voorbij iu vergeefsclie aanvallen. Dit oponthoud zou het koninklijk feger nood lottig worden. Wanhopig door de nadering van generaal Kossignol, trekt la Ilochejac- quelin zich op Dangé terug. Eene troepenbeweging van Westermanu deed hem vervolgens besluiten de Loire weder over te trekken en La Fléche te bezetten, hetgeen niet zonder bloedverlies geschiedde. Deze marchen en contra-marchou, deze on ophoudelijke gevechten hadden het Vendee- sche leger verpwakt. Het was nog slechts eeno verwai'de massa zieken, gewonden, vrouwen, kinderen en grijsaards, die hunne blikken op do Loire gericht hielden en luide jammerden Geeft ons onze verwoeste haardsteden, onze vlakten weer Wij willen in onze ge- boortcplaalson sterven Wij willen onze asch 1 mengen bij die van de dierbaren, (lie ons daar wachten Naast die wanhopigen hielden zich cenige heldhaftige mannen staande, die altijd gereed waren om le strijden, te sterven voor het welzijn van allen. Onder dezen altijd vooraan Jean Cottereau. Hoeveel zelfverloochening, heldenmoed en vermetelheid sproiddo de jonge aanvoerder in die noodlottige dagen ten toon 1 I De eerste bij deu aanval, dc laatste bij den Te recht deed men den schrijver opmer ken dat armen en rijken hunne stortingen zouden staken zoodra zij eene rente van 2 fr. daags hadden bekomen. Voor de armen waar dat niets.'2 frank daags waar een heel prachtig rustgeld. Velen verlangen zelfs zooveel niet om hunnen ouden dag kommerloos en zonder gebrek door te brengen4 cn tot last niet te zijn van hunne kinderen of der Buree- len van Weldadigheid. Voor de rijken ware het erger. Deze hebben middelen genoeg eu behoeven in geeuen deelc de gunsten van den Staat. M. Diericx denkt dat er niet vele van dien deesera zouden zyn. Het ware te wcnschen maar dit is niet bewezen en eene waar nog te veel. Wij bosluiten daaruit dat degenen die aan Staatsgunsten zullen kunnen deel nemen streng bepaald moeten worden. Maar hoo Dat is de knoop en hoe die oplossen. Men mag niet antwoorden de hand werklieden. Want vele kleine bedienden zijn er die het erger hebben dan vele werklieden, die met veel meer moeite de twee einden van het jaar aaneenknoopen kunnen. Velen zijn er die tot daartoe slechts geraken, God weet, ten prijze van welke opofferingen. Mot welk recht zou men aan doze hun aandeel iu de staatsgunsteu outzeggeu Hebben zij ook geen gebrek geene outbeoringon te onderstaan Waarom do handwerklieden meer dan zij 7 Men zou aan de eersten eeu rustgeld geven omdat zij gebrek lijden en aan de iaatsten die in den zelfden nood zijn zou mon het weigeren. Is dat rechtveerdig Hel Land van Aelst heeft over de pen sioenen veel gezaagd maar tot hiertoe weinig goeds gedaan. Dit blad zou uu eens recht verdienstelijk handelen rnet eens door eene klare eu duidelijke bepa ling te doen kennen degenen die aandoe! in staatsgunsten zullen hebben, degenen die de Staat helpen zal om hunne stor tingen to doen of zou Het Land een pen sioen willen zonder voorafgaande storting van wege den belanghebbende (Vervolg). Aardappelen. Duitscbland is ontegensprekelijk hot land dat do grootste hoeveelheid aardappelen verbruikt. Do aardappelvelden beslaan er meer dan 300,000 bekt. en levert er 32,000,000,000 kilogrammen knollen op. Vau dit laatste cijfer werden er 1,500,000 ton gebruikt voor de stokerijen. Vervolgens komt Fraukrijk waarvau hot jaarlijks gebruik 10,000,000,000 kilo grammen bereikt. Dc oppervlakte van den grond welke voor deze teelt bestemd is beslaat 1,400,000 hektaren. Eugelan.l verbruikt 4,500,000,000 kilo grammen aardappelen per jaar, welke geteeld worden op 500,000 hektaren van zijn grondgebied. Holland, wiens aardappelen eene zeer goede faam genieten, komt slechts op den vierden rang. terugtocht, de eenen aanmoedigend, de oiu- etuimigheid van anderen maligend, de wou den verbindend, de stervenden troostend, was hij overal tegelijk, overal waar het gevaar het groot8t was. Jeanne Chonan had haren zoon, op wien zij met recht trotsch ging, willen volgen. Evenals jonkvrouw de la Meilleraye wijdde zich de edele vrouw aan zieken, gewonden en stervenden. Hoeveel tranen droogden zij, hoe veel harten werden door haar vriendelijk woord verlicht Het uur deq ontknoping underdo. Den 12 December 1793 Het Welterman zijne cavalerie op de Vondecërs chargeeren. Door de bloem van La Rochojacqnelein's dapperen teruggeslagen, schuimbekte de republikein- Bche generaal van woede en zwoer, dat hij zijne neerlaag schitterend zon wreken. I)ie eed zou hij weldra houden. Na eene heldhaf tige worsteling vluchtte het Loire-leger, door de overmacht verpletterd, in wanorde langs den weg van Laval, do ongelukkigen luister den niet meer naar de stem hunner aanvoer ders en hadden slechts één doel, één wcnsch de Loire. De zegevierende republikeinen snel len toe, slaan alles neêr wat bun ouder de hand komt en baden in hun bloed. Het was met do Vendée gedaan (WORDT VOORTGEZET.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1