Zondas 28 Februari 1897.
5 centiemen per nummer.
51sle Jaar 5157.
Ill SIM DER ABDIJ
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Socialism
Godsdienst.
Staat
Voorzienigheid.
De Voorzienigheid
Vlamingen
DE LIJFRENTKASSEN.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuique suuru.
Per drukregel, Gewone 45 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen ep
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
lleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 27 Februari 1897.
In hunne dagbladen vallen de socialis
ten dagelijks den godsdienst aan zij
verklaren ronduit en zonder omwegen
dat hun niets zoo zeer aan 't herte ligt
als hem te zien verdwijnen. De godsdienst
is immers, lijk hun opperhoofd zegde, de
grootste hinderpaal voor de verwezenlij
king hunner droombeelden.
Niettegenstaande die klare en duide
lijke verklaringen durven de roode spre
kers in hunne meetingen op den buiten
aan de toehoorders zeggen dat do gods
dienst eene bijzondere zaak is, eeDe
kwestie van persoonlyk geweten waarin
de partij niets heeft te zien. Zij zullen
zelfs zeggen dat ze den godsdienst eerbie
digen.
Zou dat waar zijn
Wij veronderstellen voor een oogenblik
dat de socialisten in ons land meester
zyn en den opperbaas spelen.
Wat gebeurt er met de kerken en kloos
ters Zij moeten verdwijnen of hervormd
worden tot andere dienstoefeningen.
Men zal opmerken, wel neen, de gods
dienst is een private zaak en dus zullen
wij, katholieken, kerken en kloosters
mogen bouwen
Als 't u belieft. De Staat zal alles be
zitten. Bij gevolg zullen de katholieken
geen kerken mogen bouwen, want kerken
zijn geene verbruiksmiddeleu en daar
buiten gaat bet eigendomsrecht niet.
De Staat zal geene kerken on kloosters
ter beschikking van bijzonderen stellen
want dit waar van wege den Staat eenen
godsdienst erkennen.
Nu dat willen de opperhoofden niet
dat zullen zij nooit willen.
Wij zijn materialisten, schreef Vooruit
en volgens Bebel streeft de roode partij
op godsdienstig gebied naar de goddeloos
heid.
In de kerken zou de godsdienstzin on
der het volk onderhouden worden. Daar
zou men leeren juist het tegenoverge
stelde van de grondvesten waarop de
socialistischen Staat is gebouwd.
Daar zou men de onschendbaarheid van
het huwelijk in het herte prenten, on
schendbaarheid door den Slaat onder de
voeten vertrappeld. Immers alsdan is het
rijk der vrije liefde in zwier.
In alle andere leerstelsels bestaat de
zelfde tegenstrijdigheid.
De hoofden der socialisten zullen dus
niet toelaten dat audere leeringen dan do
hunne worden verspreid want dit zou
hun rijk in gevaar brengen.
Wat zal men alsdan met de katholieken
doen
Hunne godsdienstige overtuiging zullen
de roode hoofden niet kunnen ireffen.
daarom zal men ze in de nabijheid hou
den, zegt een hunner schrijvers, om er de
hand te kunnen opleggen als het pas
geeft.
Episode uit den 'Oorlog in de Vendee.
25"® VEBVOLG.
Jean Chouan, die met zijne troep den ge
vaarlijksten post betrok, lind zich voorgeno
men over jonkvrouw de la Moilleraye te
waken.
De jeugdige partij-aanvoerder had het ver
leden niet vergeten. Hij wist, dat hij het leven
te danken had aan den broeder van dat jonge
meisje zijne verkleefdheid jegens haai- en de
haren was dan ook onbegrensd.
De zeerob had gemeend, de expeditie te
moeten volgen, Blanche had den dapperen,
braven man lief, wiens heldenmoed haar be
kend was. Zij onderhield zich met hem met
een vertrouwen, dat hem diep trof.
Op een avond, dat halt gehouden werd,
ontdekte de oude-zeeman sporen van tranen
op het gelaat van 't kind
Hebt gij verdriet vroeg hij belangstel
lend.
Helaas, ik denk aan mijne familie. Wat
Bal er van mijn vader worden in dat arme
verblijf Hoe zal mijn broeder, die van alles
Het is zeer waarschijnelijk dat alsdan
een nieuw tijdstip van martelaars zal
ontstaan, waut men kent den haat der
roode kopstukken en deze haat gaat over
allengskens iu het hert van alle hunne
volgelingen.
Men moet het volk den haat aan lee
ren, zegde Marcx, en dat hebben de so
cialisten gedaan.
Over honderd jaar ontstond hier in ons
land de krijg der patriotten, der boeren
die hunnen godsdienst, met het gevaar
van hun leven, tegen het Fransche ge
spuis hebben verdedigd
Als dan zijn vele martelaars gevallen
Welnu het rijk der socialisten zal een
eeuwige strijd zijn waaraan slechts met
den val van 't roode gespuis of met de
uitroeiing van den godsdienst een einde
zal gesteld worden
Dat verbeidt ons zoo de socialisten
eens meester worden, kunnen wij eene
nog ellendigere toekomst tc gemoet gaan
EN
Denderbode heeft meermalen gewezen
op het gevaarlijke der uitdrukking De
Staat moet de Voorzienigheid zijn der
werkende klasse.
Dat is immers niet waar in ccnen zin,
waar in eenen anderen, maar in dat
geval een zeer gevaarlijke taal.
Met de Encycliek in de hand hebben
wij bewezen dat de Paus de woorden hem
door het Land van Aelst in den
mond gelegd nooit heeft geschreven en
M. Daeus den zin der wereldbrieveu ver
draaide wanneer hij zoo iets staande
hield.
Welk is de eigenlijken sin der woorden
Voorzienigheid zijn n Is dat syaoniom
van bijzondere beschermiug
Op de laatste vraag is hot antwoord
ontkennend, want de Voorzienigheid zijn
van iemand is voor hem zorgen in alles
en voor alles.
Zoo verstonden wij het in het eerste
artikel dat wij daarover schreven.
Het Land nam onze bepaling dan aan
en ging bewijzen, beweerde het «dat wij
dom en onwetend waren en onbeschoft
op den hoop toe.
Wij hebben den ganschcn text aange
haald en lieten onze lezers oordeelen.
Wat schrijft de Paus nu over de tus-
schenkomst van den Staat.
Hier zijn letterlijk zijne woorden
De meer bemiddelden toch hebben
echter minder behoefte aan do staatsbe-
schermiug, zij vinden dikwijls iu eigen
kracht reeds voldoenden steun en genoeg
zame hulp de armen echter, de meu-
schen zonder hulpmiddels, zijn bijna
teenemaal afhankelijk van do bescher
ming bun door den Staat tc verleenen.
De Werklieden alzoo.die het meeren-
deel in dien toestand vorkeeren, behooren
door den Staat onder zijne bijsonderc
bescherming te worden genomen.
De Paus zegt dus dat de Staat de werk
lieden onder zijne bijzondere bescherming
moet nemen.
Dat heeft Dcnderbode altijd gezegd
maar vandaar de Voorzienigheid der wer
kende klasse te moeten zijn is er een
oneindig breed verschil.
Wie zou het ooit gelooven. Het Land
vau zondag 11. komt ons zeggen dat de
woorden Voorzienigheid in dien zin moe
ten opgenomen worden
Dan zijn we t'akkoord. Maar wat blijft
er dan van dat uitschietend artikel over
waarin Priester Daeus do domme en
trolsche onwetendheid van Denderbodc
aan den kaak ging stellen
Niets, niets, dit artikel wordt kranig
verloochend.
Ouze lezers mogen oordeelen en daar
om laten wij hier wederom de liefelijke
proza van M. Dacns volgen.
j> Waar de bie honing uit zuigt
Trekt de spin haar fenijn uit.
G'hebt die Pauzelijke Encecliek dat
n roemweerdig onsterflijk stak, die Ence-
n cliek waardoor Leo XIII optreedt als
de V-ader der Werklieden
n d'Encecliek, door de Werklieden ontvangen
als een Hemelsch Manna, in 1893 en 94
was t'Aalst iemand van woord en gezag, die I
overal ging vertellen dat die Encekliek
voor ons Land niet was, maar voor Italic
Spanje en nvi dat die Eneoklick Vci.rs-
•:ttrn gaat leveren, nu durft mcu iu Den-
n derl>ode den zin der Encekliek vervalschen,
schrijvende dat do Staat de Voorzienigheid
NIET moet zijn der Workliedeu.
Verstaan we daardoor, gelijk Denderbode
schrijft, dat de Werklieden moeten kost.
kleêren en onderhoud hebben zonder iets te
doen, en niet alleen de Werklieden, maar
alle Burgers en Landbouwers ül.Met zulke
dwaze streken komt Denderbodc d'Euce-
cliek bestrijden... Neen, neen de I'aus
leert uitdrukkelijk iu zijn Encycliek dat de
Staat het recht eu de plicht heeft van den
welstand der Werklieden te behertigeu..
n Dat de Werkliedeu zekerlijk huu beste
moeten doen, moedig, vlijtig werken, zor
gen en sparen, maar dat zij recht liebbeu
op de bescherming van den Staat en op een
zeker aandeel van de goederen die zij helpen
voortbrengen. Kardinaal Manning, in zijn
Commentaar op d'Eucekliek, na den
ongelukkigen toestand der Werklieden aan-
n gehaald te hebben, schrijft letterlijk De
Werklieden behoeven door den Staat onder
zijne bijzondere hoede te worden genomen.
n Encycl. p. 27Is dat niet klaar eu uit-
n drukkelijk Wat blijft er dan over van
n d'Hoofdartikels in Denderbode Niets an-
ders dan de droeve, droeve overtuiging dat
er iu ons Christen Land mensclion zijn die
n oogen hebben en niet zien, ooreu en niet
n noren, een hert en niet gevoelen...
(Letterlijk nagedrukt.)
Eenige bemerkingen.
't Land vergelijkt zich aan eene bie en
Denderbode is eene spin
Dank, manneken, maar eigen lof
stinkt
Gij durft schrijven De Werklieden
moeten kost, kleederen en onderhoud
hebben zonder iets te doen.
verstoken is, zijne wonde kunnen verbinden
en hem de versterkende middelen geven, welke
voor eenen zieke zoo noodig zijn
Stel u gerust, juffrouw, ik heb daaraan
gedacht.
Hoe zoo
Toen ik de abdij van Savigny moest ver
laten, heb ik iemand, die zeer aan mij ge
hecht is, opgedragen, mij bij uwen vader en
brooder te vervangen.
En wie is dat vroeg Blanche.
Het is een meisje van ongeveer uwen
leeftijd. Zij heet Margarotha het is mijno
pleegdochter.
O, hoe gelukkig maakt l\et mij, te hoo-
ren, dat mijn dierbare vader niet door allen
verlaten is riep Blanche uit Ik gevoel eene
zusterlijke teederheid voor die goede Marga-
retha. Hoe geeme zou ik haar zien, haar aan
mijn hart drukken
liet gesprek duurde nog eenigen tijd voort.
Jonkvrouw de la Meilleraye deed eene
vraag over baron de Milly.
De zeerob antwoordde ccnigzins verlegen
Omtrent dien edelman weten wij niets
met zekerheid.
Weet gij dan ten minste iets vroeg
Blanche snel.
O, alles bepaalt zich tot het volgende
Gedurende de vervolging dor Blauwen in het
bosch viel eeu hunner, die doodelijk gewond
was, in onze handen. Ondervraagd zijnde,
antwoordde hij woedend
Ja ja, ik heb dengene gezien, die gij
zocht. Er is op hem gevuurd.... Ongelukkig
leeft hij nog, terwijl ik....
Na eenigen tijd voegde hij erbij
Ik wilde hem juist afmaken, maar die
ellendige boeren zijn hem ter hulp gekomen...
Zij hebbeu hem uit mijne handen gerukt....
Daarna werd ik door een kogel getroffen....
Gij waart daar....
Blanche bodekto hot gelaat met de handen
en mompelde
Arme vriend Hij heeft dus nieuwe kwellin
gen moeten oudergaan. En dat ulles, wegens
zijne zelfopoffering voor mij O mijn God, be
scherm hem red hem geef hem ons terug
De smart van het meisje was zeer groot.
De achting, welke zij den baron toedroeg,
was te midden der gevaren van dien noodlot-
tigen oorlog toegenomen. Zij bewonderde zijn
ridderlijken moed, zijne edelmoedigheid en
zijne rondborstigheid, en zonder dat zij het
bemerkte, gleed eon zoeter gewoel, tcederder
zelfs dan broederlijke liefde, iu haar hart.
Na de meêdeeling van den zeerob bleef de
jonkvrouw langen tijd iu gedachten verzon
ken.
Den volgenden morgend en de daarop vol-
Waar heeft Denderbodc zoo iets be
weerd zoo iets geschreven dat de Staat
daarvoor niets zou mogen vergen zelfs in
geval hij de Voorzienigheid zijn moest
De socialisten, die groote bclo vers, gaan
zoo ver niet.
Het Land beschuldigt ons nogmaals de
Eucykliek te vervalschen omdat wij schrij
ven dat de Staat de Voorzienigheid niet
moet zijn noch van de Werklieden noch
van de Burgers.
Zoo, zoo Kent M. Daens dan alleen
den Wereldbricf?Eu wat boteekenen dan
die woorden En dat men er niet aan
denke de Voorzienigheid van den Staat
in de plaats te willen stellen.
Denderbode schrijft dat niet omdat
1° in den eigenlijken zin die woorden
valsch zijn cn in de Eucykliek niet voor
komen
2° omdat men de woorden moet ver
draaien opdat Voorzienigheid zou betec-
kenon bijzondere zorg.
Wij ziju liever duidelijk en zeggen met
de officieele vertaling-jvan de Encyklick
bijzondere bescherming.
Waarom
Omdat dc woorden Voorzienigheid
vau den Staat verstaan in den zin van
bijzondere beschermiug zeer gevaarlijk
zijn en aanleiding geven tot valsche
opvatting.
Veronderstellen wij eens ceue meeting
waar Priester Daens zoo over de Voor
zienigheid van den Staat heeft gesproken.
Een socialist, zal nahem die woorden
herhalen en wanneer hij het wat fijn aan
boord legt, zullen zijne toehoorders zog
gen Het is waar Priester Daens heeft
ook gezegd dat dc Staat dc Voorzicni;
heid moet zijn der werkende klasse.
En zoo wordt het fenijn opgeslurpt.
Wat is het besluit.
Priester Daens legt de woorden Voor
zienigheid» uit iu den ziu van bijzondere
bescherming. Daarmee valt het eerste
deel van ons dilemma. Maar waar is dan
de trotscbe, domme en verwaande onwe
tendheid der opstellers van den Dender
bode
Het tweodo deel blijft immer recht
staau die taal is gevaarlijk.
't Vlaamsch. te Luik. In deu
Gemeenteraad van Luik wilden de libe
raleu eeu vertoogschrift aan de Volkska
mer doen stemmen, de defiuitieve verwer
ping van het wetsvoorstel Coremans-De
Vriendt vragende. De katholieken en do
socialisten waren er tegen en het voorstel
zou dus zeker verworpen ziju.
De voorafgaande kwestie werd door do
katholieken gesteld, en het Schepenen-
College sloot er zich bij aan uit vree3 vau
verwerping van 't liberaal voorstel.
De voorafgaande kwestie werd aange-
nomen met 20 stemmen tegen 13.
Dus te Luik heeft men, dank zij do
katholieken, geene stemming tegen het
Vlaamsch kunnen bekomen 1
Het bewijst dat de grootste vijanden
van hot Vlaamsch toch in dc Walea nic-t
huizen
gonde dagon rukte het Loirelegor op tegen
Granville.
De aauval was verwoed. De voorsteden
werdeu dadelijk ingenomen, doch dit gedeel
telijk succes bleef onvruchtbaar. De forten
hielden de aanvallers staande, en na twee
dagen strijdens trokken zij naar Bretagne
terug.
La Rochejaquelein betreurde het ten zeer
ste, dat hij de raadgevingen vau graaf Joseph
de l'uisayo geen gehoor had geleend het w
te laat
Wij zullen liet Vendecscho leger in groote
trokken volgen op dien droevigen tocht, welke
door zooveel heldenmoed, door zooveel bloed
trauon vergezeld ging.
Te 1'ontorBon had een vreesolijke strijd
plaats, waarin de republikeinen werden te-
iggeslagen. Vijf dagen later, te Dol, werd
Westermau tot den terugtocht genoodzaakt.
Le Rochejacquelein viel daarna de kolonne
d'Antraine, dien Stoffiet krachtdadig in
bedwang hield, in den rug aan. Ondanks de
pogiug van Kleber on Marceau moest dio
kolonno wijken.
De weg van Antraiu was vrij dc Ven-
deeërs volgen hem, gaan met geforceerde mar-
chcn door Eougères en Laval, trekken do
Sartho over te Sablé en do Loire te Durtal en
bereiken eindelijk de poorten van Angers.
Morgen zondag is het meeling
te Brussel om protest aan te tee
kenen tegen de stemming van
den Senaat en te vragen dat de
Volkskamer aan hare eerste stem
ming over het wetsvoorstel Core
mans-De Vriendt zou getrouw
blijven.
Allen dus naar Brussel, Vlamin
gen
De Aalstenaren vertrekken om
11 u. 45 m. terug uit Brussel om
5 uren.
Mijn vorig schrijven heb ik gesloten
met eene zinspeling op het stelsel van
onzen Volksvertegenwoordigen M. Die-
ricx. De grondbeginsels daarvau heeft hij
uiteengezet in den Bien public van
29 Oogst 1896.
Die heer vat zijn gedacht in de vol
gende regelen samen.
Dat de Staat, zegt hij, ieder en Belg
helpe zich eene kleine lijfrente aan tc
schaffen, het strikt noodzakelijke opdat
hij zijne oude dagen zonder zorg en kom
mer kunne doorbrengen zonder de hulp
van de weldadigheid in te .roeponDe
Staat kan zijne voorschotten terugnemen
zoodra de eigenaar van het lijfrentboekje
getoond heeft dat hij alleen voort kau.
Hoe zou M. Diericx dat willen .toege
past zien
In de volgeude woorden schetst hij ons
zijne zienswijze.
Wij herhalen de woorden van Dender
bode Zondag 20 September 1890.»
Ik veronderstel, zegt de schrijver, dat
de Staat 1 frank bijvoege bij elke storting
van 2 fr. tot op het oogenblik dat de som
zou volledig wezen die aan den eigenaar
van het renteboekje recht geeft op 50cen
tiemen per dag.
n In deu eersten graad dus geeft de
Staal den 3'3eo frank. Daarna zal de Staat
den 5<l6u frank geven terwijl de belangheb
bende er vier stort tot dat de rente tot
één frank per dag is geklommen.
Is de eigenaar van het boekje met
2 fr. niet tevreden zoo zal hij van dan af
aan de stortingen alleen te dragen heb
ben.
Denderbode bemerkte daarop
Van ditoogenblik afkan men alleeno
loopen. Naarmate men voortgaat wordt
dc weg door don Staat, die in den beginne
zoo vrieudelijk een handjen toestak, recht
hobbelig gemaakt.
Wat de Staat in 't begin scheen te
geven was maar leenen indien men te
groote rentenier wil worden.
Dat en is maar recht.
De schrijver ging voort.
- Tot vergoeding zal de spaarkas zich
den 5den frank toeeigenen zoodra meu
recht heeft op 2 franken daags. Van 2,50
tot 3 fr. daags maximum ontlast hij u
van den derden.
De weerstand was hardnekkig. De geheelo
dag ging voorbij iu vergeefsclie aanvallen.
Dit oponthoud zou het koninklijk feger nood
lottig worden. Wanhopig door de nadering
van generaal Kossignol, trekt la Ilochejac-
quelin zich op Dangé terug.
Eene troepenbeweging van Westermanu
deed hem vervolgens besluiten de Loire weder
over te trekken en La Fléche te bezetten,
hetgeen niet zonder bloedverlies geschiedde.
Deze marchen en contra-marchou, deze on
ophoudelijke gevechten hadden het Vendee-
sche leger verpwakt. Het was nog slechts eeno
verwai'de massa zieken, gewonden, vrouwen,
kinderen en grijsaards, die hunne blikken op
do Loire gericht hielden en luide jammerden
Geeft ons onze verwoeste haardsteden,
onze vlakten weer Wij willen in onze ge-
boortcplaalson sterven Wij willen onze asch
1 mengen bij die van de dierbaren, (lie ons daar
wachten
Naast die wanhopigen hielden zich cenige
heldhaftige mannen staande, die altijd gereed
waren om le strijden, te sterven voor het
welzijn van allen.
Onder dezen altijd vooraan Jean Cottereau.
Hoeveel zelfverloochening, heldenmoed en
vermetelheid sproiddo de jonge aanvoerder in
die noodlottige dagen ten toon 1
I De eerste bij deu aanval, dc laatste bij den
Te recht deed men den schrijver opmer
ken dat armen en rijken hunne stortingen
zouden staken zoodra zij eene rente van
2 fr. daags hadden bekomen.
Voor de armen waar dat niets.'2 frank
daags waar een heel prachtig rustgeld.
Velen verlangen zelfs zooveel niet om
hunnen ouden dag kommerloos en zonder
gebrek door te brengen4 cn tot last niet
te zijn van hunne kinderen of der Buree-
len van Weldadigheid.
Voor de rijken ware het erger. Deze
hebben middelen genoeg eu behoeven in
geeuen deelc de gunsten van den Staat.
M. Diericx denkt dat er niet vele van
dien deesera zouden zyn. Het ware te
wcnschen maar dit is niet bewezen en
eene waar nog te veel.
Wij bosluiten daaruit dat degenen die
aan Staatsgunsten zullen kunnen deel
nemen streng bepaald moeten worden.
Maar hoo
Dat is de knoop en hoe die oplossen.
Men mag niet antwoorden de hand
werklieden. Want vele kleine bedienden
zijn er die het erger hebben dan vele
werklieden, die met veel meer moeite de
twee einden van het jaar aaneenknoopen
kunnen.
Velen zijn er die tot daartoe slechts
geraken, God weet, ten prijze van welke
opofferingen.
Mot welk recht zou men aan doze hun
aandeel iu de staatsgunsteu outzeggeu
Hebben zij ook geen gebrek geene
outbeoringon te onderstaan Waarom do
handwerklieden meer dan zij 7
Men zou aan de eersten eeu rustgeld
geven omdat zij gebrek lijden en aan de
iaatsten die in den zelfden nood zijn zou
mon het weigeren.
Is dat rechtveerdig
Hel Land van Aelst heeft over de pen
sioenen veel gezaagd maar tot hiertoe
weinig goeds gedaan. Dit blad zou uu
eens recht verdienstelijk handelen rnet
eens door eene klare eu duidelijke bepa
ling te doen kennen degenen die aandoe!
in staatsgunsten zullen hebben, degenen
die de Staat helpen zal om hunne stor
tingen to doen of zou Het Land een pen
sioen willen zonder voorafgaande storting
van wege den belanghebbende
(Vervolg).
Aardappelen. Duitscbland is
ontegensprekelijk hot land dat do grootste
hoeveelheid aardappelen verbruikt. Do
aardappelvelden beslaan er meer dan
300,000 bekt. en levert er 32,000,000,000
kilogrammen knollen op. Vau dit laatste
cijfer werden er 1,500,000 ton gebruikt
voor de stokerijen.
Vervolgens komt Fraukrijk waarvau
hot jaarlijks gebruik 10,000,000,000 kilo
grammen bereikt. Dc oppervlakte van
den grond welke voor deze teelt bestemd
is beslaat 1,400,000 hektaren.
Eugelan.l verbruikt 4,500,000,000 kilo
grammen aardappelen per jaar, welke
geteeld worden op 500,000 hektaren van
zijn grondgebied.
Holland, wiens aardappelen eene zeer
goede faam genieten, komt slechts op
den vierden rang.
terugtocht, de eenen aanmoedigend, de oiu-
etuimigheid van anderen maligend, de wou
den verbindend, de stervenden troostend, was
hij overal tegelijk, overal waar het gevaar
het groot8t was.
Jeanne Chonan had haren zoon, op wien
zij met recht trotsch ging, willen volgen.
Evenals jonkvrouw de la Meilleraye wijdde
zich de edele vrouw aan zieken, gewonden en
stervenden. Hoeveel tranen droogden zij, hoe
veel harten werden door haar vriendelijk
woord verlicht
Het uur deq ontknoping underdo.
Den 12 December 1793 Het Welterman zijne
cavalerie op de Vondecërs chargeeren. Door
de bloem van La Rochojacqnelein's dapperen
teruggeslagen, schuimbekte de republikein-
Bche generaal van woede en zwoer, dat hij
zijne neerlaag schitterend zon wreken. I)ie
eed zou hij weldra houden. Na eene heldhaf
tige worsteling vluchtte het Loire-leger, door
de overmacht verpletterd, in wanorde langs
den weg van Laval, do ongelukkigen luister
den niet meer naar de stem hunner aanvoer
ders en hadden slechts één doel, één wcnsch
de Loire. De zegevierende republikeinen snel
len toe, slaan alles neêr wat bun ouder de hand
komt en baden in hun bloed. Het was met do
Vendée gedaan
(WORDT VOORTGEZET.)