Donderdag 11 Maart 1897. S centiemen per nummer. Slsle Jaar 3140. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Eet onzijdig onderwijs en zijne vruchten. Eene eeuwige bloem Montmartre. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 3 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique luum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen oji 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 10 Maart 1897. Geachte lezers, weêr eens over 't on- derwijs zult ge wellicht zeggen, i Voorzeker, ja, 't is weer eens over I 'tonderwijs dat we u onderhouden willen. Maar wij vragen ht t u Moet ge raet ons niet bekennen dat het vraagstuk der opvoeding en van 't onderwijs des volks eene der belangrijkste, der gewichtigste vraagstukken is en het gedurig aan 't dag orde staat En denkt toch niet dat het in België alleen is dat men zich bestendig met dit vraagstuk onledig houdt, immers in alle landen der wereld om zoo to zeggen hou den de geleerdste mannen, de wijsgeeren en al wie met de toekomst der samenle ving bezorgd is, er zich meê onledig. In zake van volksonderwijs wordt er heden een hevige kamp gestredeu langs de eene zijde treft men de katholieken, langs de andere zijde, de liberalen of tru- weelgasten, en de roode socialisten aan. De katholieken willen het godsdienstig I onderwijs en de liberalen met hunnen rooden aanhang het onzijdig, of liever, j goddeloos onderwijs. Doch het onzijdig onderwijs wordt he den, zelfs door godverloochenaars of vrij- denkers als eene plaag voor de samenle ving geoordeeld. Reeds hebben wij de getuigenis inge- roepen van verscheidene geleerde man nen cn heden willen wij er de volgende bijvoegen. Halen wij vooreerst getuigenis aan van M. Fouillé, eenen vrijdenker, lid der Academie van wetenschappen ia Frank- I njk; Te Parijs, schrijft Lij, vindt men op j i 100 vervolgde kinderen, er nauwelijks 2, die uit eene godsdienstige school komen. Op 100 kinderen in La Petite Roquette opgesloten, telde men er *11, die eene christene school, tegen j 87, die eene verwereldlijkte school bij- woonden. M. Périó, schoolopziener, erkende de zer dagen in de Revue padëgogiquedat j het onderwijs der onzijdige zedeleer in i Frankrijk allergebrekkigst is, en dat de meeste onderwijzers, onbekwaam om met den meesten goeden wil, in dit vak iets j uit hunnen eigen koker te trekken, er zich bij bepalen de samenvatting uit de j handboeken na te schrijven, of onbehen- diglijk zinnen samen te rapen, die nau welijks aaneenhangen Men oordeole welk nut zulk onderwijs j stichten kan I Ook in Italië maakt de wereldlijke j school bankroet, 't Is M. Gianturco zelf, HET wonderlijke avonturen van eenen Zeeman 37* vervólg. Brigstock heeft ons daarover een stuk voorgelezen, bracht Alice Perry in het mid den. Hij wil ons doen gelooven, dat het waar heid bevat, omdat het gedrukt is. Dit is uit een dagblad overgeschreven en mij door mijn oom toegezonden, riep een der meisjes uit en las het volgende voor j u Aai Herald. Terwijl de regeering beweert, dat zij niet weet wat zij met al die meisjes moet aanvan gen, die naar Australië komen, heeft zij de t districten Widebay en Burnett River geheel uit het oog verloren. Daarin bevindt zich eene bijna uitsluitend mannelijke bevolking er zijn niet meer dan zes vrouwen in het geheele district, behalve die, welke in do laatste zes maanden aangekomen zijn. Als er onmiddelijk een schip met twee honderd van deze meisjes uitgerust werd, dan aarzel ik niet als mijne meening te kennen te geven, dat zij allen "binnen twee maanden getrouwd zijn. A. BUSHMAN. de minister van 't Openbaar Onderwys, die het bestatigt iu een schrijven, aan eenen leeraar gericht Weet gij lot welk besluit ik gekomen r> beu schrijft hij. 't Is van terug te komen op een hoofdpunt mijner vroe- gere denkbeelden. Het kost mij moeite mijn ongelijk te bekennen, maar 't doet mij genoegen de waarheid te openba- ren. In de Kamer heb ik de vrije scho- n len bronnen van onwetendheid n geheeten, ik heb het vrij onderwijs b streng veroordeeld 1 Ik was slechts de a weergalm der in onze partij heerschen- a de denkbeelden. a Welnu, ik erken dat de vrije scholen b eene betere opvoeding en een beter b onderwijs geven dan de Staatsscholen. De waarheid is dat het officieel onder- b wijs in den grond bedorven is. Ik be- b reid eene wet, die de grootste vrijheid b van onderwijs zal toestaan. De Staat zal enkel voor rol hebben meesters en n leerlingen te beschermen de zending b der Kerk zal bestaan in het bepalen b der grenzen, buiten welke er noch b waarheid, noch rechtveerdigheid zijn b zal.... n Men zal mij achteruitkruiper heeten, b doch Italië zal mij zegenen omdat ik b door deze wijzigiug, het met mannen b zal bevolken, terwijl Italië tegenwoor- dig slechts voorbrengt.... die welke gij ïi kent 1 Ziedaar, geachte lezers, afdoende ge tuigenissen op de welke wij uwe ernstige aandacht inroepen. Ge zult bekennen dat aangezien do liberalen het onzijdig onderwijs opheme len het hoogst noodzakelijk is dat wij het oordeel doen kennen van hen die het vroeger voorstonden maar welke nu, ge lijk M. Gianturco, door de ondervinding geleerd, uitroepen dat het onzijdige offi cieel onderwijs in den grond bedorven is. De onbeperkte vrijheid van het onder wys en de Staat slechts de beschermer van onderwijzers en leerlingen, ziedaar het dool naar 't welk wij, katholieken, onverpoosd moeten streven. Geen dwang maar vrijheid in den breedsten zin. Oude postzegels. Sedert 1890 heeft het Werk der oude postzegels n te Sint-Truien 125 millioen oude post zegels verzameld en met de opbrengst daarvan een dorp gesticht, Sint-Trudo genaamd De Congo-Staat stond aan het werk 400 hectaren gronds in Boven-Congo af, op drie uren reizens van den post van Lusambo. Het nieuwe dorp telt 300 in woners en heeft een 100-tal woningen, eene kapel, een school, eene steenbak kerij, enz. Zij stak het papier weêr in haren zak en liet zich op eenen stoel neervallen. Ik zeg nogmaals, dat ik er geen woord van geloof, riep juffrouw Cobes uit. Maar, wij hebben ons niet allen ua&r Australië ingescheept om daar aan den man te komen, zegde een der meisjes. Ik ben een van die, welke een fatsoenlijke betrekking en een behoorlijk salaris zoeken. Wil juffrouw Cobes ons misschien wijs maken, dat er geene betrekking te krijgen is, zegde Alice Perry. Ik kan juffrouw Perry de verzekering geven, dat de betrekkingen te Sydney en ook te Melbourne niet maar zoo voor bet pakken zijn, verklaarde juffrouw Cobes, en dat de looneu volstrekt niet kooger zijn dau iu Enge land. Ik begon dat gehaspel beu te worden. Ziet eens hier, dames, zegde ik, terwijl ik met mijn reglet naar de kaart wees, hier bevindt het schip zich op dit oogenblik. Daar ligt Australië. Iu plaats van langs deze Kaap daarheen te gaan, znllen wij er langs die Kaap heengaan. Al die stipjes, die gij daar ziet zijn eilanden en een daarvan zal het eiland zijn, waarop Brigstock en zijne meestanders eene kolonie willen inrichten. Wij zullen zorgen dat wij het zoo spoedig mogelijk vin den. Onderstel eens dat het bewuste eiland Men bericht, dat in het museum van Egyptische oudheidkunde te Caïre, het oudste herbarium vau de wereld is neer gelegd. 't Is eene vreemde verzameling van eeuwenoudo planten, ontdekt inde graven en cerbiedweerdige heiligdommen der koninklijke momieën. Sommige dier planten zyn bewonderensweerdig goed bewaard. Er zijn van die bloemen, teedere hulde aan de dooden, welke in eenige druppels lauw water, hunne buigzaamheid en hunne kleur terugvinden. Die bloemen komen uit graftomben welke uit de vierde eeuw voor de Christelijke jaartelling dag- teekenen. Het zijn witte en blauwe lotus bloemen, roode heulbloemen, oostersche stokrozen,chrysanthemen, wilde saffraan bloemen, wiigenmenthe- on rozenbla deren. Onder de bloemen die herleven zijn er twee wonderen van het planten rijk de kleine rozen van Arkansas en de bijbelsche roos van Jericho, die 'zulke wonderbare reizen op den adem der win den heeft afgelegd; wonderbaarder nog is de oude bloem der dooden, insgelijks ontdekt in een graf van het oude Egypte, waar zij sedert misschien drie duizend jaren sluimerde. Wegens hare onvergelijkelijke herle ving, werd deze geheimzinnige bloem door een geleerd reiziger, Dr Deck, die haar in 1848 ontdekte, "Bloem der Verrijzenis» Van waar komt deze bloem Wat voor een bloem is het 1 Men weet het niet. Zij gelijkt aan geene enkele andere plant. Men kent noch hare familie noch hare wieg. Eenige type in de wereld, schijnt zij zonder voorouders gelijk zonder af stammelingen te zijn. Wanneer men van die wonderbare bloem spreekt, schijnt men buiten de natuurlijke geschiedenis te gaan, om de legende van een of ande ren oostersche droom binuen te treden. Zelfs de geschiedenis harer ontdekking gelijkt aan een verhaal uit Duizen en eenen Nacht. Rond 1848 ondernam dokter Deck een do ontdekkingstocht in Opper-Egypte enin woestijn, met net doel de rijke smaragd- mijnen, die in de oudheid ontgind wer den, terug te vinden. Op zijne reis ontmoette hij een ouden Arabier wien hy het leven redde. De Arabier was arm, en toch betaalde hij het honorium van den geueesheer met eenen schat, die zooveel weerd was als alle edelgesteenten der wereld. Die schat is eene plaut, 't is een klein mager en verdroogd plantje, dat, naar de Arabier vertelde, ontdekt werd op den boord der woestijn, in een oud graf op don boezem eener Egyptische priesteres. hier ligt, zegde ik, naar de kaart wijzende. Ziet eens hoe wij dan regelrecht naar Sydney kunnen gaan, dat daar ligt. Wij zullen ons de hnlp, die wij noodig hebben, op een dier eilanden verschaffen en het schip zal een maand of zes later te Sydney aankomen dan bepaald was. Ik rolde de kaart op, ten einde de vrouwen te verstaan te geven, dat ik niets meer te zeggen had. Zij hadden echter nog geen plan aan deze samenkomst een einde te maken. Zij wilden weton of ik de kapitein was Ik antwoorde, dat dit zoo was. Of kapiteins altijd maar konden doen wat zij wilden Neen, zij konden alleen doen wat recht en billijk was. Of het mijn plicht niet was regel recht naar Sydney te gaan en de vrouwen veilig aan land te zetten, het aan de vrouwen, die met de matrozen afgesproken hadden een eiland op te zoeken, overlatende voor zich- zeiven te handelen. Ik antwoordde, dat eene der voorwaarden, waarop mij het bevel over het schip opgedra gen was, hierin bestond, dat ik Brigstock en de zijnen zou behulpzaam zijn een eiland te vinden en hen daar aan land zou zetten. Als ik had geweigerd mijne toestemming hiertoe te geven, zou de bemanning mij niet tot ka pitein aangesteld hebben. Er ontstond een rumoer. Allen spraken te En de Arabier verklaarde dat die won derplant eene onvergetelijke schoonheid bezat. Toen hij die groote lofspraak hoorde op het magere plantje, dat voor alle sie raad op zijn verslensten stengel twee knopjes droeg, verbrand door de zon cn geel geworden door den tijd, kon Dr Deck zich niet weerhouden te glimlachen. Daarop nam de Arabier eenige druppels water, besproeide het plantje en aan stonds gebeurde er een wonder voor de verbaasde oogen van den geleerde de plant sidderde, bewoog zich, de stengel richtte zich op, de knopjes zwollen, gin gen open en de bloem ontlook, hare lichte bladeren ontrollende, die zich als een schitterende stralenkrans rond het mid denpunt schaarden, sierlijk en frisch. Men zou zeggen eene fantastische paaschbloem, geplukt in een betooverd bloembed. En, langzamerhand, .hare met de fijnste kleuren van den regenboog ge schakeerde bloemenkroon openend, ont blootte de sehoone verrezene haren ver jongden boezem, op welken oude zaadjes rusten. Maar helaas het kostbare zaad dat de Verrijzenisbloem met jaloersche zorg sedert eeuwen bewaart, is voor al toos onvruchtbaar I Aan welken groud zou men die zaden moeten toevertrouwen en welke zon zou ze kunnen bevruchten Eu zio, na deze korte verrijzenis wordt do bloem weer stijf, verbleekt, helt over; de stengel kromt zich en wordt geel, de bladeren krimpen samen, verslensen, rollen ineen; de geheele plant zakt ineen en sterft. Welk tafereel 't Was het leven, "t is de dood. Er blijft niets over dan de twee zwakke bollekens, geel geworden door do eeuwen en verbrand door eene zon van over drie duizend jaren. h Ten toppunt van verrassing en bewon dering, nam dokter Deck deze buitenge wone plant meê en vernieuwde meer dan honderd maal de proefneming van den ouden Arabier; en altijd verrees de klcino bloem uit de woestijn, de geheimzinnige plant in hare onvergankelijke schoonheid mits eenige druppels water. Toen hij stierf vermaakte dokter Deck de Bloem der Verrijzenis aan zijnen leer ling en vriend, den geleerde Lames, die op zijne beurt, eiken dag en steeds met gelijk gevolg, de wonderbare proef her haalde. Arnold Boscowitz, de bekende schrijver vau De siel der plant, is van oordeel dat de ouden dit groot wonder van de plan tenwereld gekend hebben. 't Is zelfs waarschijnlijk, zegt hij, dat in de middeleeuwen het Oosten er eene onbepaalde herinnering van behouden had, want in do hoofdkerken van Bayeux en Rouen, op de graven der kruisvaar- gelijk, zoodat het mij onmogelijk was de vra gen te begrijpen die mij toegeschreeuwd wer den. Ik zag Alice Perry een woedenden blik op juffrouw Cobes slaan een andere balde hare vuisten tegen deze vrouw en schreeuwde haar alle bedreigingen toe. De verwarring werd nog vermeerderd door do vrouwen op het halfdek, die tegen die, welke iu de kajuit waren, schreeuwden. Om hieraan een einde te maken zegde ik togen Kate, dat zij langs de trap naar het verdek moest terugkeeren, waarop ik mijn eigen kajuit weer binnentrad. Toen ik niets meer in de aangrenzende kajuit hoorde, zag ik er even in en bemerkte, dat zij leeg was. Ik ging naar het vertrek en werd onmiddelijk door Brigstock aangepakt. Het geeft niets of gij mét die vrouwen al redeneert. Zij zijn toch voor geene rede vatbaar. Zij willen naar Australië too. Wie zal ze daarin verhinderen Ik heb er zelf nooit een dienstmeid op nagehouden, maar ik heb altijd wel begrepen, dat hot een lastig soort van volkje is, waar geen rede meê te schieten is. ders, gelijk te Malta, op die der Ridders van de Orde, staat er als zinnebeeld der eeuwige liefde eene geheimzinnige bloem gegraveerd, die geene andere is dan de Bloem der Verrijzenis, op 't oogenblik dat zij haren kelk opent. Maar men zal nooit 't geheim dezer plant kunnen uitleggen, welke na dui- zende jaren uit haar graf opstaat, om te herleven onder eenen druppel water, en hare altijd sehoone kroon opent, als om aan de verbaasde wereld te zeggen Ziedaar hoe ik was ten tijde der Pharaco's Al wie ie Parijs is geweest, kent den prachtigen tempel van Montmartre, aan net H. Hart gewijd; men weet ook hoe veel haat en wraak de revolutie heeft, tegen dat groote en verhevene denkbeeld aan hooger leven. Dezer dagen berstte dien haat weer onstuimig los in la Petite République, het orgaan van Jules Gucsde en de Fran- sche socialisten de razende, die er de pen voerde, noemt zich Fournière. De municipale raad van Parijs moet, zegt hij, een proces inspannen tegen den Staat, over den eigendom van den grond, waarop de prachtige tempel gebouwd is. Won de stad dit proces, dan zou zy dat monsterachtig n monument van christen kunst afbreken. In ons Montmartre, zoo godlastert die kerel, waar de miserie mot de vroo- lijkheid zich afwisselt hebben zij (de priesters) op de hoogte, dat zware beest in steen neergehukt, dat zich met dui- zende cimentklauwen tot in den tuf vast klampt. Wat zalf zal Parijs genezen het ontdoen van dat onzedelijk bouwkundig beest, dat reeds haatlyke kleinen voort brengt op de helling van den heuvel Wat asschewoensdag zal een einde maken aan den carnaval, waarvan Jan Brunnet, de clericale zotskap, het eerste oké uit stiet op de 35,000 kadavers van Versail les Als ik een gansch bijzondere haat heb toegewijd aan dien walgelijken bouw, die Montmartre onteert, 't is dat hij het zinnebeeld is van iets. De menschen kun nen zich vermommen, de dingen niet. Zij wilden Parijs schandvlekken en zij zijn gelukt. Kan men eene walgelijker taal uitden ken? Is het niet de uitroep vaneen ra- zenden vandaal, die zich hooren laat Zou men zoo'n kerel niet moeten binden en hem in het huis der razende gekken in veiligheid zette Kunst, hooger denkbeeld, verheven strekking, eigendom, niets wordt door die rooden geëerbiedigd, en zij zijn hier zooals zij ginder zijn. Zij zullen niet rus ten voor dat zij hun doel hebben bereikt: de afbraak van die prachtige kathedraal, door het gold der katholieken opgericht 1 Ligt het niet in nw plan in awe i kolonie ook bedienden te houden Zeker niet Allen znllen daar gelijk zijn en elkander onderling hnlp verleenen. Kapitein, vervolgde hij, terwijl hij mij met ernstigen blik aanzag, het zal voor ons een geruststelling zijn, als wij mogen vernemen, dat gij niet uitsluitend de belangen der tusschendekspassagiers op het oog hebt. Brigstock, zegde ik met eenige geme lijkheid, ik bon door middel van bedrog op dit schip gebracht en genoodzaakt het bevel daarover op mij te nemen. Ik zeg genood zaakt, voegde ik er langzaam bijomdat ik wel begrijp, hoe men met mij zon gehandeld hebben, als ik eens geweigerd had. Het kan niemand schelen, aan wien ik de voorkeur Wees gij beleefd en gehoorzaam, en laat de bemanning zich zoo gedragen, dat zij volkomen begrijpt, dat ik heer en meester aan boord van dit schip beu, en gij zult geen reden hebben u te beklagen. Ik begaf mij naar den achtersteven, het aan im overlatende nog eens na te denken over hetgeen ik gezegd had. Toen ik Kate Damley op het dek zag, gaf ik haar een wenk en ging den trap halver wege af om haar op te wachten. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1