Donderdag 20 Mei 1897. 5 centiemen per nummer. 32** Jaar 5160,
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
PLECHTIGE HULDE
Hedendaagsche zeden.
VERBOND
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
jagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
oor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
Banden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
lindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont-
angen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 34,
i in alle Postkantoren des Land.
Cuique auum.
Per drukregel, Gewone 45 centiemen Reklamen fr. 4,00Vonnissen cv
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften word m niet teruggestuurd.
tleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
liijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 19 Mei 1897.
aan
Jesus-Christus den Verlosser.
Reeds hebben vele dagbladen meege
deeld dat een grootsch plan is gevormd
cm aan het einde dezer eeuw een plechtige
kulde te brengen van liefde en dankbaar
heid aan onzen Goddelijken Verlosser.
Te Rome is eene vereeniging gesticht
geworden van adelijke godvreezende mau-
i, om deze huldebetooging, die van
sch de christenheid moet uitgaan,voor
te bereiden. Deze vereeniging teil talrijke
Bisschoppen en hooggeplaatste personen,
en aan haar hoofd staat als eerevoor-
xittcr door Z. H. den Paus aangesteld
;n Z. E. Kardinaal Dominicus Jacobini.
Deze doorluchtige Prins der H. Kerk
heeft in een korten omzendbrief zich ge
richt tot alle Bisschoppen der katholieke
wereld, om hunne medewerking te ver
toeken, door het inrichten van diocesane
rereenigingen, ten einde die huldebetoo-
ingzoo algemeen en zoo luisterlijk moge-
ijk te maken.
Wij laten hier eene vertaliug volgen
ron dien brief
Zijne Eminentie Kardinaal
Dominicus Jacobini.
Aan alle katholieke Bisschoppen.
Doorluchtige en Hoogtceerdige Heer,
Het zal, ineen ik, U niet onbekend zijn,
het plan dat eenige in vrome godsvrucht
uitmuntende mannen hebben gevormd,
om bij het naderende einde dezer eeuw,
met deelneming van alle geloovigen over
heel de wereld verspreid, door gezamen
lijke oefeningen van godsdienst, eene bij
zondere plechtige hulde te brengen van
liefde en dankbaarheid aan den onverwin-
nelijken Verlosser van het menschelijk
geslacht.
Door hunnen vromen toeleg stellen zij
zich voor onzen Heiligsten Heer Paus
Leo XIII tegemoet te komen in zijne
Turigste wonschen van het eiude der 19'
eeuw en den aanvang der 20ïta eeuw te
heiliigen, door plechtige smeekingen om
Christus te verzoenen in het belang van
de naderende vrede en eendracht over de
wereld.
Het voorstel dier uitmuntende mannen
heeft de volle goedkeuring en de harte-
1 jkste aanmoediging van Z. H. bekomen,
(m uitvoering er aan te geven, hebben,
uit alle volken, katholieken zich te Rome
iacomiteit vereenigd, en heeft het Z. H.
behaagd mij, niettegenstaande mijne
onwaardigheid, daarvan te benoemen tot
eorevoorzitter.
Ik ontveins het niet, met groote blijd
schap heb ik die hoogst vereerende benoe-
aanvaard. Want wat kan ik mij
HET
wonderlijke avonturen van eenen Zeeman
47e vervolg.
Toen de les afgeloopen was, ging ik naar
haar toe en verzocht haar, mij naar de kajuit
te volgen.
- Alleen riep zij op een norschen toon
uit.
-Ja.
Ik wilde wel een enkel woord met u
wisselen.
Zij volgde mij naar de kajuit. Ik hield haar
bij het uiteinde der tafel staande, zoodat allen
op het halfdek ons konden zien. Ik bemerkte
nu, dat een duivelsche geest in haar gevaren
was. Toch had ik haar noodig zij was inder
daad de beste onder de vrouwen, die ik had
aangeworven.
Dan sprak ik met haar op den vriendolijk-
atentoon, dien ik maar kon aannemen. liet
waa dringend noodig, eerlijk met haar te
werk gaan. Ik zegde haar dus, dat het mijn
plan was, het schip met behnlp van de vrou-
aar Sydney te brengen, nadat de beman
ning bet verlaten had. Ik hield haar voor,
eervollers, wat zoeters denken, dan gedu
rende de korte rest mijns levens naar best
vermogen te werken voor de glorie van
onzen Zaligmaker,in deze eeuw vooral die
ten einde spoedt In deze eeuw, zeg ik,
waarin hooveerdige menschen, opgebla
zen door ecno valsche wetenschap, en als
door eeue koorts voortgejaagd iu hunne
vermetelheid niet hebben geschroomd,
den oorsprong van den Christelijken
Godsdienst in twijfel te trekken en de
goddelijke Persoon zelve onzes Heeren als
eene fabelachtige uitvinding voor te stel
len Zoo groote beleedigingen Hem aan
gedaan te herstellen door gebeden
Gods gramschap verzoenen den heili
gen Naam van Christus, de glans Zijner
glorie en het beeld Zijner goddelijke zelf
standigheid door de hoogst mogelijke lof
prijzing aan het begin der volgende eeuw
verheerlijken dat is bet, wat wij
moeten beoogen, dat waarnaar wij volij
verig moeten streven.
En hiertoe zullen zich alle krachten op
het nauwste vereenigen luistervolle
plechtigheden, als oefeningen van eer
boete en godsvrucht; werken cn geschrif
ten van geleerde mannen met dit doel
uitgegeven talrijke hoofdstukkeu in de
goede dagbladen openlijke betooningen
van liede en gehechtheid aan den Paus
van Rome; dit alles zal alle geloovigen
in geestdrift ontsteken en uit alle volken
een algemeene juichtoon over de wereld
deen weergalmen Schitterender zal daar
door de broederlijke samenwerking in het
streven naar het goed, de wonderlijke
eenheid van Christus' Kerk, en de nauw
ste vereeniging van alle geloovigen met
Haar hoofd voor de wereld stralen.
Door de zegevaan van het Kruis, waar
in alleen heil te vinden is. opnieuw en
hooger over heel den aardbol opgestoken,
zal tic maatschappij niet alleen behouden
zijn tegen de gevaren van eenen dreigenden
ondergang,maar ook zij zal met gelukkige
schreden in het nieuwe jaarhonderd, den
weg inslaan van vrede en voorspoed.
Ik koester de blijde hoop, dat uwe
Doorluchtige Hoogwaardigheid gelijk ook
alle overige Bisschoppen mij en het comi-
teit te Rome gevestigd met krachtige
hulp zal bijstaan en. haren ijver in het
bijzonder aanveerden om onder hare
onderhoorigen ook eene vereeniging tot
hetzelfde doel óp te richten.
Intusschen verzoek ik Uw antwoord te
mogen ontvangen, om te zamen te over
wegen, wat ons te doen staal
In afwachting daarvan smeek ik, Chris
tus onzen Heer, al uwo gebeden genadig
lijk te aanhooren.
Van uwe Doorl. Hoogwaardigheid,
U zeer toegenegene broeder,
D. Kardinaal JACOBINI.
Rome April 1897.
wat er zou kunnen gebeuren, als wij vreemde
matrozen nit die zuidelijke zeeën opnamen,
deed verhalen van misdaden, door matrozen
van die eilanden gepleegd, en had de voldoe
ning, dat zij met open mond naar mij lui
erde.
Brigstock liep ons voorbij om zijne kajuit
binnen te gaan. Hij zag ons verwonderd aan.
Ik bracht het meisje naar den anderen kant
der tafel en ging voort op een fluisterenden
toon met haar te spreken. De vrouwen op
het halfdek keken naar binnen, terwijl zij do
deur voorbijkwamen.
Eenmaal kwam eene groep op den dorpel
staan. Ik gaf ze een wenk om weg te gaan, en
nu gingen zij arm in arm heen.
Juffrouw Alice, zegde ik, ik kan niet
buiten u. Gij zijt het puik van het geheele
gezelschap. Ik zal u in manskleeren steken,
als de mannen vertrokken zijn. Als wij te
Sydney aangekomen zijn, zal men uw portret
zeker in de dagbladen plaatsen. Gij weet, dat
gij schoon zijt.
Hierop lachte zij. Welke witte tanden heeft
zijdacht ik.
Gij zijt nu schoon, en als wij het anker
in de baai van Sydney laten vallen, zult gij
eeu bewijs van uwen moed gegeven hebben.
Aan schoonheid en moed wordt in de kolo
niën meer weerde gehecht dan aan fortuin. Ik
Over een drietal weken spraken al de
dagbladen over het verdwijnen van een
17jarig meisje, dat zich te Antwerpen
uit liefdesverdriet verdronk.
Een geneesheer uit het roode kamp had
dit kind van den buiten uit het huis barer
tante gelokt door scboone beloften: me
nigvuldige brieven van zijne hand spie
gelden haar de hoop eeuer aanstaande
echtverbintenis voor, zoodat, onvoorzich
tig genoeg, het meisje met hem nauwere,
ongeoorloofde betrekkingen aanknoopte.
Intusschen maakte de roode dokter het
hof aan eene burgersdochter, met wie
hij weldra in het huwelijk zou treden.
Toen bet buitenmeisje zulks vernam,
poogde zij zich eerst het leven te bene
men bij middel van vergif, en daar dit
niet lukte, zocht zij de dood in het water
der vesting. Op den dag van 's dokters
huwelijk werd haar lijk opgehaald.
Ziedaar een staaltje van de heden
daagsche zeden.
Het verwondert ons echter niet. Siuds
men het godsdienstig gevoel bij de kinde
ren des volks heeft uitgedoofd en som
mige dagbladen tegen Kerk en Godsdienst
de gruwelijkste leugens uitbraken, heeft
het zinnelijk genot de plaats der schaamte
en des eergevoels ingenomen eu viert
men volop den teugel aan allerhande
driften.
En lichtzinnige ouders bemerken niet
dat hun kroost naar den afgrond van ze
deloosheid en losbandigheid wordt mede-
gesleept, en zij openen eerst dan de
oogen, als het te laat is.
Met schrik vragen wij ons af, waar de
hedendaagsche beschaving ons volk zal
heenvoeren.
Want niet slechts in den minderen
stand ook in de zoogezegde hooge wereld
heeft de kanker des zedenbederfs diepe
wortelen geschoten.
Pas eenige dagen geleden werd, ook te
Antwerpen, het lijkje van een kind ont
dekt dat door eeno ontaarde moeder of
dezer helpster in het water werd gewor
pen, om de schande der familie te ver
bergen.
Het kind, de vrucht van eene schul
dige liefde of eenen schandigen wellust,
had tot moeder een meisje van nauwelijks
twintig jaar, uit eeue deftige Israëlitische
familie, die onder hare leden hoogge
plaatste en goedgekende personen telt.
't Is dank aan eenen werkman dat dit
gruwelijke feit aan het licht is gekomen.
Ook hier schijnt de vrije zedenleer,
welke God en zijn gebod buitencijfert, de
oorzaak van dien misstap geweest to zijn.
Men gehoorzaamt thans nog enkel aan
zijn zoogezegd geweten, maar dat geweten
is zoodanig rekbaar, dat het alle daden
verschoont, waarbij de driften eenen rol
zal zeker al op uw bruiloft dansen, als ik nog
geen twee maanden in Australië geweest ben.
- Gekheid riep zij uit, terwijl zij een
ernstig gezicht trachtte te zetten, maar hare
oogen straalden daarbij van vreugde. Zij kon
zich echter niet lang inhouden en barstte in
lachen uit.
Zij heeft zeker erg veel plezier, zegde
eene vrouw, die naar beneden zag.
Ik bleef haar nog eene poos vleien, daar ik
wel kon merken, dat zij dit geerne had toen
meeneude dat ik genoeg gezegd had, nnm ik
haar naar het halfdek mee en verliet haar.
Het weer was dien nacht doodstil. De wind
was bijna geheel gaan liggen. Toen ik om
streeks negen uren op het dek kwam, was de
lucht bewolkt, zoodat er slechts enkele sterren
te zien waren. Ik zag, dat Brigstock met een
drietal matrozen in een druk gesprek gewik
keld was. Zij vermoedden mijne tegenwoor
digheid wel, maar hunne stemmen klonken
gedempt, alsof zij niet wilden beluisterd wor
den. Toen zij mij in het oog kregen, ging
het drietal ieder zijnen weg.
Ik veronderstelde, dat zij met elkaar over
het plan gesproken hadden om een eiland te
bevolken.
Al de vrouwen waron beneden al de dek
ken waren bijna geheel verlaten. Geen licht
was ergens te zien behalve bij het valluik,
spelen, en dat zelfs het naberouw eener
gepleegde misdaad tot zwijgen wordt ge
bracht.
Geene Kerk meer, geen Geloof, geen
open oor meer voor het zalvend en zin
nen bed wingeud woord van don Godsdienst; j
dal is niet meer van onzen tijd Maar
pralen, paradeeren, genieten tot de
schande toe, dat is de leus, dat is levens
regel.
En zulke voorheelden worden door libe
rale hoogere standen aan het volk voor
gehouden. Is het dan to verwonderen, dat
het peil der zedelijkheid, der eerlijkheid
en van zooveel andere deugden ten hui-
digen dage zoo diep gedaald is
DER KATÜOLIEKE KRINGEN.
Vergadering te St-Truien.
Zaterdag namiddag is de 29® vergade
ring van het verbond geopeud in de Aca
demische zaal van het Klein Semiuarie.
Werden opgemerkt in de zaal MM.
de Volksvertegenwoordigers Dc Malander,
Indekeu, Helleputte, Cl. Cartuyvels de
senateurs Meyers, Keesen en baron
BethuneMM. Max Doreye, Paul Le-
febvre, enz.
Om half 5 doet M. Woeste zijne intrede
spreekt de openingsredevoering uit, D
waarna M. C. Cartuyvels iu naam van het
katholieke Limburg, de aanwezigen wel
kom heet.
Na lezing van het telegram aan Z. H.
den Paus en het verslag der vorige zit
ting, begint de vergadering onmiddellijk
met de dagorde.
De eerw. h. Eyckens bespreekt breed
voerig de kwestie der beroepssyndi
caten MM. baron Bethune en Helleputte
nemen deel aan de beraadslaging eu ten
slotte wordt de wensch uitgedrukt, dat
nog in dezen zittijd aan de beroepssyndi
caten de burgerlijke verpersoonlijking
worde toegekend.
Over bet vraagpunt der werkmans
pensioenen onstaat eene langdurige
bespreking, die het einde dor zitting van
zaterdag en het begin van die van zondag
inneemt, en waaraan deel nemen MM.
Pirard, de Malander en Verhelst.
Ten slotte worden do voorgestelde
wenscheu aangenomen, waarin men
vraagt 1° een grondig onderzoek door
de regeering; 2° in afwachting herziening
en uitbreiding der voorzienigheidskasscn
in werkliedenmaatschappijen 3° onder
steuning dezer kassen door subsidies
4° Pro vi ncie- en Gemeentebesturen zouden
denzelfden weg inslaan 5° de leden der
katholieke arbeidsmaatschappijen aan
zetten, zich aan te sluiten bij de Staatskas.
Eene beraadslaging over de Katho
lieke Kringen besluit tot het uitbrei
den cn stichten van nieuwe Kringen.
Eene lange besproking ontstaat ver
volgens over het verslag van M. Hennin,
over de eenheid in de katholieke
rangen.
De bespreking neemt eene breede
vlucht doordien M. Helleputte de stich
ting voorstelt van comiteiteu, waarin de
verschillige fracties der katholieke partij
zouden vertegenwoordigd zijn, en die met
de opmaking der candidatenlijsteu zou
den gelast zijn.
Dit voorstel vindt hevige bekaraping
bij M. Woeste. Deze wil eenheid, geen
tweeledigheid, en hij ziet in het voorstel
den ondergang der katholieke partij.
Ten slotte worden de voorstellen Hen-
nin en Helleputte naar het bureel ver
zonden en daarmee is de dagorde uitgeput.
Een groot banket, in de school der
Broeders, sluit de vergadering. Meer dan
200 dischgenoten
M. Woeste dronk aan Z. H. den Paus
en aan Z. M. den Koning; M. Nagels aan
de rechterzij verder heildronken van
MM. Helleputte, Cartuyvels en Francotte
cn eiudelijk do groote slotrede van M.
Woeste, welke de gansche zaal in ver
voering bracht.
waaronder de kajuitslamp brandde. Brigstock
stond bij den man aan het roer zij praatten
met elkander, maar op een fluisterenden toon.
Ik beschouwde dit gesprek met den man
aan het roer als eene onbeschaamdheid van
Brigstock maar zooals het altijd ging als
mijn toorn tegen hem ontbrandde, zoo ging
het nu ook ik gevoelde al het gevaarlijke
van mijn toestand en zweeg.
De man aan het roer was Isaac Ooffin, ik
erkende hem aan zijne stem. Ik ging het dek
zwijgend langs, met een van Halerow's siga
ren iu den mond, en gal' mij over aan lioilijko
droomen voor de toekomst.
Terwijl ik dacht, hoorde ik oen klagend ge
luid hoog in de lucht. Ontsteld bleef ik staan
en zag naar boven, waar een paar sterren
zich vertoonden. Op dat oogenblik wist ik
waar dat geluid vandaan gekomen was, of
het moest door eene troep zeevogels gemaakt
zijn.
Een klageuder geluid had ik nooit gehoord.
Het hield eenigen tijd aan en stierf toen lang
zaam weg.
Groote God, Isaac, wat was dat riep
Brigstock uit.
Ik ging naar hen toe en vroeg Hebt gij
ooit zulk een geluid gehoord
Eene soort van profetie, zegde Coffin.
Waarvan
De militaristen betooging. Het
is dus op 13 juni dat de stokers de mili
taristische beweging hunne wandeling
hebben vastgesteld. Zij is door M. Buis
toegelaten, zoodat het alleen de verdedi
gers zijn van de Vlaamsche zaak, aan
wien een optocht in de straten van Brus
sel geweigerd werd.
De grolpotten, die deze betooging zul
len besturen, hopen, naar 't schijnt, dat
de KoPing hun in het paleis zal ontvan
gen «'0 eene redevoering uitspreken.
Ofwel bedrieg ik mij, óf, indien de
Koning spreekt, zal het iu denzelfden zin
zijn als hij eertijds sprak aan de liberale
burgemeesters, toen deze hem kwamen
vragen de schoolwet Jacobs niet te be
krachtigen.
De Koning zegde dat hij zich moest on
derwerpen aan den wil dos lands.
Dat zal waarschijnlijk nogmaals zyn
antwoord zijn in alle geval, men mag
zeker zijn dat het iu overeenkomst met
de ministers zal vastgesteld zijn.
Komieke begoocheling van generaal
Brialmout, die zich verbeeldt den Koning
bang te maken, en hem verbintenissen te
ontrukken, ten gunste van den persoon
lijken dienstplicht.
Heeft hij dus reeds vergeten, dat, lie
ver dan zich wegens de militaire kwestie
in oppositie te stellen met de Kamer, bij
zich heeft afgescheiden van eenen mi
nister, waarvan hij nochtans veel hield,
generaal Brassine Handelsblad.
Van moeilijkheden, bromde Brigstock,
en daar hij blijkbaar niet verder mét mij
wilde spreken, ging hij heen.
Ik schreef de handelwijze van dezen man
aan eene vlaag van lastigheid toe, waaraan
zeelieden dikwijls blootstaan.
Thans hoorde ik stemmen ik kan ze wel
niet duidelijk onderscheiden, maar kon toch,
merken, dat er meer bijeen waren dan zij, dia
de wacht hadden. Ook hoorde ik de stem van
Brigstock. Ik wilde mij den schijn niet geven
alsof ik luisterde door te blijven staan, maar
toch maakte zich opeens eeu zekere angst van
mij meester.
Eensklaps zag ik een licht. De gestalte van
eene vrouw, die eene lantaarn in de hand
hield, kwam naar boven en bewoog zich naar
de plaats waar ik stond. Het was juffrouw
Cobes. Ik vroeg haar dadelijk wat zij moest
hebben. Zij beantwoordde deze vraag op
eenen toon van afgrijzen
Eene van de vrouwen, Mary Lonney,
heeft zich den hals afgesneden.
Ik wierp mijne sigaar weg en liep de trap
af, terwijl ik vroeg Is zij dood
Terwijl ik dat zegde, kwamen de mannen,
die met elkaar hadden staan praten, haastig
nader.
(WORDT VOORTGEZET).