Donderdag 27 Mei 1807. 5 centiemen per nummer. Jaar 5162
CH.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
ROODE TAKTIEK.
Tentoonstelling.
DE TIJD.
In het Oosten
irken
driers,
sten in
ïedten,
>n Eik,
ansche
t meer
eland
id aan
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
agteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
oor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
wanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
indigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
togen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
n in alle Postkantoren des Land.
Cuique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen cv
34 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
Uijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
st«
Aalst, 26 Mei 1897.
Aan oprechtheid van wegc de aanbid
ders der akelige commune van Parijs
onzaliger memorie mogeu wij ons niet
teel verwachten. Zij zijn er slechts op
uit om, gelijk op welke wijze, aanhangers
tekrijgeu. Alle middelen ziju daarvoor
icden bedrog staat op de eerste lijn.
Wat de socialisten het meest beoogen
iaden buiten te winnen voor hunne om-
wentelings-theoriën.
Gelukkiglijk voor de samenleving daar
«tuiten zij tegen cencn bijna onoverko-
melijken dam.
De godsdienstzin is er nog tamelijk wel
bewaard gebleven en de zucht naar be-
ntting van het plekje land waar de land
bouwer op werkt en dat hij met zijn zweet
leeft besproeid, is hem diep in het herte
[etorteld.
Dat hebben de socialisten begrepen en
daarom hebben zij hunne toevlucht ge
nomen tot het bedrog.
In zijn nummer van zondag 9 mei
schreef het groot orgaan der roode partij
dat men bij de meetingen op den buiten
den Godsdienst niet mocht aanvallen,
daar zulk gedrag meer kwaad doet dan
goed.
Dat is een.
Leider E. Vaudervclde, geslepen hoofd
man heeft ter gelegenheid der bespreking
van het wetsontwerp strekkende om de
lasten to verminderen veroorzaakt bij den
koop en verkoop der kleine eigendom
men, verklaard dat de socialisten tegen
denkleinen eigendom niet zijn.
Dat is twee.
Nu dat zijn twee groote en grove leu
gens.
Aan de katholieken is het en bijzon
derlijk aan hunue redenaars die krijgs
list te ontmaskeren.
De roode bende is tegen den Godsdionst
niet, kraait Le Peuple onbeschaamd
uit.
Wat toepet toch om zoo te durven lie
gen. Hier hebben de jannen derParijzer
commune wat te veel hunne gedachten
doorkennen.
Bebel zegde in 1881 in den Duitschen
Wij streven op het gebied dat men
heden godsdienstig noemt, naar do god-
Nerloochening.
Op ieder bladzijde van zijn boek ka»
men lezen hoe nauw de Godsdienst bij de
rooden ter harte ligt.
Wij kennen geenen God, schreef en
herhaalde Vooruit honderde maal, en wij
gelooveu er ook niet aan
In al hunne dagbladen gaat hetzelfde
deuntje op te beginnen van het blad
La Commune dat in 1871 te Parijs
HET
I verscheen tot het nietigste bladje dat
hedendaags van de roode partij ver
schijnt.
In het werkje: Een wandelingsken
door eenige socialistische schriften heeft
do schrijver F. R. de bewijzen opeenge
stapeld.
Recht typisch is het volgende uit Le
Peuple.Dit uittreksel geeft ons de maat
te kennen van hunnen afkeer en haat
voor den Godsdienst.
Wij kunnen aan God slechts mis
prijzen en onze vervloekingen geven cn
werken om de wereld zoo spoedig moge
lijk uit zijne dwingelandij te verlossen.
En nu zegt Le Peuple dat men op
deu buiten den Godsdienst met vrede
laten moet 1
De roode bende zal ook nog den klei
nen eigendom eerbiedigen, bazuint gezel
Vandervelde uit.
Nog eene slaapmuts om de landbou
wers iu de doekskens te winden.
Met der daad is dat eene vermetele
leugen.
Zij kunnen den kleinen eigendom niet
eerbiedigen,dat gaat reehtstreeksch tegen
hun programma dat zegt Do Staat zal
zich meester maken van de voorthrengst-
middelen geene enkele uitgezonderd
Wilde M. Vandervelde hot doen hij zou
het zelfs niet kunnen. De wilkeur waarin
hij vervallen moet, zou hem machteloos
maken.
Daarbij heeft hij stout gelogen want het
laatste Congres der roode bende heeft
verklaard door den mond van den bruta
len Gentschen leider, Anseele Het
Congres beweert dat het onmisbaar is dat
de Staat, die het gansche volk verbeeldt
en in zijnen schoot de vrije gemeente
inricht eenigen eigenaar worde van den
grond en van de werktuigen.
Liebknecht de Dnitsche roode paus
heeft op een ander Congres onbewimpeld
gezegd Aan de kleine landbouwers
zullen wij zeggen zonder omwegen dat
hunue verdwijning als kleine eigenaars
noodzakelijk is en onoverkomelijk.
Wat meer is, die zelfde gezel op eene
meeting te Seraiug heeft niet gezegd dat
hij de kleine boeren zou sparen, integen
deel.
Wij willen, riep hij er uit, den bij-
zonderen eigendom onteigenen zonder
schadevergoeding. Wij zullen het doen
door eene belasting op de erfenissen.
Wordt M. Vandervelde eens minister
dan zullen de lasten op de erfenissen zoo
veel bedragen als deze zelf.
Landbouwers opgepast gedenkt het
spreekwoord
Als de vos de passie preekt,
Boerkens, wacht de ganzen
wonderlijke avonturen van eer
48' vervolg.
Wat is er schreeuwde Brigstock, en iu
eaa oogwenk schaarden zich wel zeven of acht
mannen om juffrouw Cobes heen.
Och, Thomas, riep juffrouw Cobes uit,
eene van de vrouwen heeft zich den hals afge
sneden
Dat zal de beteekenis geweest zijn van
het geluid, dat wij zoooven in de lucht ge
hoord hebben, zegde eene stem.
Ik zag eene menigte gestalten, blijkbaar
in nachtgewaad, op de trap staan.
Breng mij naar die vrouw, juffrouw
Cobeg, zegde ik.
Mijnheer Morgan, riep Brigstock uit,
gij vervult uwe plichten niet, gij zijt een
ichnrk, en wij willen niets meer met u te
maken hebben
Ik deed een stap achterwaarts, balde mijne
vuisten en nam eene houding ter mijner ver
dediging aan, terwijl ik uitriep Ik een
Khurk Hondsvot, die gij zijt
Terwijl ik dit zegde, werd ik door vier
mannen aangegrepen, die verwijtingen, belee-
digingen en vloeken uitstieten, en even hul
peloos, alsof ik met ijzeren boeien gebonden
werd ik door het luik geworpen en kwam
in mijne kajuit te recht.
Zij slingerden mij met zooveel kracht in
mijne kajuit, dat ik eenige oogenblikken als
bedwelmd was. Ik viel op mijne knieën, maar
stond onmiddelijk weer op en bleef met mijue
hand op den kant van de bank staan, terwijl
ik adem schepte, en mijne gedachton verza
melde.
In de kajuit was het Btikdonker. Ik greep
naar een phosphoor en stak de lamp aan.
Toen ik bloed aan mijne hand zag, zag ik iu
den spiegel en bemerkte, dat ik eene wond
boven mijn linkeroog gekregen bad. De wond
was van niet veel beteekenis ik dopte ze met
koud water.
Ten tweede male was ik nn in deze kajuit
opgesloten. Wat was de bedoeling van Brig
stock Wat meende bij in mijn nadeel ont
dekt te hebben Mijne woede kende geene
palen als ik er aan dacht hoe ik behandeld
was, hoe men mij een schurk genoemd had.
hoe men mij naar deze kajuit had gesleept als
een gevaarlijke hond naar zijn kot.
Wat had ik gedaan Daar ik niet bij
De tentoonstelling is nog niet gereed
ik geloof dat men zulks nog weken lang
zal kunnen zeggen.
Dat belet den Koning niet er dikwijls
heen te gaan en die bezoeken, breedvoe
rig geëxploiteerd door de pers, dienen
tot voorwendsel aan eindelooze reclames.
Barnum is dood, maar indien hij leer
lingen heeft achtergelaten moeten deze
zich stellig te Brussel bevinden cn zich
ton dienste hebben gesteld van de ten
toonstelling.
Daar het thema van de koninklijke be
zoeken begon te verslijten, namen onze
reklaam-artisteu hunnen toevlucht tot
een ander koordje, en'tis Sarah Bern
hardt, die theater ster, die hun nu dieut
om de aandacht te roepeu op Brttxélles-
Kermesse.
De Parijssche tooneelspeelster heeft
de toutoonstelliüg bezocht, eu dat bezoek
is eene gebeurteuis geworden, waaraan
door ernstige bladen heele kolommen
wordeu gewijd, waarin zij al de bijzon
derheden van dit bezoek vermelden, wat
zij gezien hoeft, waar zij ontheten heelt,
do ontmoetingen die zij er deed, hare
samenspraken met de hotelhouders, de
dienstmeiden, de overheden voor de
klucht van Bruxcllcs-Kermesse.
Sarah Bernhardt neemt al die lach-
merterij goed op, amuseert zich uitste
kend over een kompliment dat men haar
toestuurt iu Marollcnfransch, enz. En
intusschcn scherpen eu reporters, die
haar volgen, hunne potloodeu en maken
onderweg geestdriftige verslagen op, voor
welke, 's avonds,al de gapers van Brussel
in bewondering staan.
Ik weet ciet of er in dc hcele wereld
eene stad is, die aan Brussel het record
der gapers kau betwisten. Voor 't oogen-
blik is Sarah Bernhardt liet mikpunt
dezer banale nieuwsgierigheid, die altijd
nieuw voedsel zoekt, van welke soort ook.
Gij hebt geen denkbeeld van den geest
drift, waarvan de Franscho tooneclspeel-
ster hier het voorwerp is. 't Is geene be
wondering meer, maar eene verafgoding.
Men heeft jonge mannen comme il faut
gezien, die de peerdon der diva uitspan
den eu haar in triomf door het volk
sleurden.
Haar berucht rijtuig is, sedert het in
den bloemenstoct reed, te Brussel gekend
door al do flaneurs, omtrent gelijk het
zwart peord van Boulanger te Parijs.
Het is verschrikkelijk hoe men te
Brussel Parijs naiiapt.
Eu merkt wel op dat de hoogerc klassen
niet altijd aan deze besmetting ontsnap
pen. Groote dames, die niet zouden wil
len doorgaan voor lauwe christenen, loo-
peu naar den schouwburg om Sarah Bern
hardt te hooren in la Samaritaine, eene
machte was, deze vraag te beantwoorden,
dacht ik aan een nieuw plan, dat de mannen
gemaakt hadden. Ik trachtte mij alle gedra
gingen, allo woorden, alle blikken vun Brig
stock en de andereu te herinneren, of wel
licht deze mij een wenk zouden kunnen geven.
Zonden zij hun plan hebben laten varen om
zich op een eiland te vestigen Als dat zoo
was, dan hadden zij Brigstock met verbazende
snelheid voor liunne zienswijze weten te win-
daar deze nog geen uur geleden met den
meesten ernst met mij over dit plan gespro
ken had.
Zij waren nu zonder kapitein. Wat wilden
zij beginnen
Ik liep mijne kajuit woedend op en neer.
Mijn schoone droom om dit schip te behou
den en veilig naar de plaats zijner bestem
ming over te brengen, was nu ten einde. De
moeite, die ik mij gegeven had om aan de
vrouwen onderricht le geven, was nu vruch
teloos.
Ik bad een gevoel, alsof ik de koorts had.
Het was niet alleen de beleediging, die ik
ondergaan had, maar het was ook de schok
van de tijding, die juffrouw Cobes mij had
meegedeeld.
Er bevond zich oen weinig brandewijn iu
de kast en koud water iu eene karaf. Ik
maakte daarvan een grog klaar en zette mij
flauwe en ontstichtende parodie van het
evangelie.
't Is treurig om zeggen, maar het feit
springt te veel iu 't oog Brussel tracht
meer en meer te zijn gelijk Parijs: eene
stad vau vermaak en lichte zeden. Het
gelukt er maar al te goed in, en ik voeg
er hij dat do schouwburg een der voor
naamste werktuigen dezer hervorming is.
Bmsselsche corresp. Handelblad.
O Tijd, gij stouto roover
Die rang noch aanzien spaart,
Niets laat uw roofzucht over
Wat neembaar is op aard
De schatten zelfs der kunsten
Vernielt gij zonder spijt,
Eu rijkdom, eer en gunsten
Verdwijnen door den Tijd I
Zijn scherpe tanden knagen
Hij laat niet los, o neen
En eeuwen, jaren, dagen
Verslindt hij een voor een I
Dc jeugd, iu kracht van jaren,
Door levenslust verblijdt,
En ouden, grijs van haren.
Gaan mede met den Tijd I
Hij graaft de diepste kuilen
In rotsen vau arduin
Graniet en marmerzuilen
Verbrijzelt hij tot puin
Hij doet de rozen welken,
Ontsiert het grastapijt
De frissche leliekelken
Verdwijnen door den Tijd
De goud en zilverschatten,
Op aarde zoo betracht,
De roover zal ze vatten.
Ontstelen waarde en pracht.
Het luchtkasteel met wallen,
Door velen zoo benijd,
Zal brokkelen en vallen,
Verslonden door den Tijd
O Tijd, gij stoute roover
Die rang noch aanzien spaart,
Niets laat uw roofzucht over
Wat neembaar is op aard
Alleen dermeuschen zielen
Zijn van uw roof bevrijd
Wat eeuwig is, vernielen
Dat kunt ge üiet, o Tijd I
Mond- en klauwzeer werd van 1 tot
eu met 15 mei geconstateerd in 5 stallen
dor provincie Antwerpen en in 7 stallen
der proviucie Brabaud, in 8 der proviucie
Oost-Vlaanderen, iu 7 der provincie
Henegouwen en iu 6 (iu één gemeente)
van Luxemburg. Besmet waren 33 stallen
zich bevindende in 19 gemeenten des
lauds. De provinciën West-Vlaanderen,
Limburg, Luiken Namen bleven gedu
rende de eerste lielft van mei totaal van
de ziekte verschoond.
neder om na te denken en to luisteren. Alles
was stil in de kajuitnu en dan slechts
hoorde ik een paar leerzen boven mijn hoofd
kraken. Somtijds meende ik een gedruisch
van mannen- en vrouwenstemmen te hooren.
Ik trachtte mij te bemoedigen met de ge
dachte, dat het scheepsvolk het niet buiten
mij kon stellen, maar ik vond geene hoop in
die overweging; als ik aan de beleediging van
Brigstock en aan het gedrag der bemanning
dacht.
Zoo verliepen cr eenige uren. Al mijne ge
dachten bepaalden zich nn bij de bedoelingen
van het scheepsvolk. Ofschoon ik van koorts
achtige aandooning niet kou slapen, strekte
ik mij toch op mijne slaapbank uit, waarop
ik neerlag met het hoofd vol van brandende
gedachten.
Ik viel eindelijk voor een paar uren in
slaap, en toen ik wakker werd, was de dag
reeds aangebroken.
Ik staarde door het raamke en zag, dat het
mistig weer was en dat er een motregen viel.
Er woei eene zachte bries uit het zuiden.
Het zal zoo wat 8 uren geweest zijn, toen de
sleutel der deur werd omgedraaid eu Gonger
met eeu ontbijt biunentrad. Hij zotte het blad
neer eu ging weer heen, zouder eenige nota
van mij op te nemen, ofschoon hij zorg droeg
de deur weer te sluiten.
Gedurende de maand April werden
3710 paarden ingevoerd, waarondor 1727
uit Engeland. Voor de vier eerste maan
den worden er 12,951 iugebracht tegen
10,977 voor dezelfde maanden in 1896 en
7,886 iu 1895. Vele paarden werden in
April uit Engeland ingevoerd met het doel
ze nog aan de meleïneproef te ontrekken
die nu, sedert 15 Mei, regelmatig toege-
gepast wordt op de paarden die ingevoerd
worden langs de havens van Antwerpen,
Gent, Oostende-
Volgens wij vernemen is de toevoer van
slachtcrijpaarden reeds afnemende. Onder
de paarden die aan de melleïneproef
reeds onderworpen zijn er, door de vec-
artskuudigen dienst in de havens van
Antwerpen on Gent, verschillige snotziek
bevonden, die geen uiterlijke teekens der
kwaal vertoonden.
Alles laat dus verhopen dat het Hooger
Bestuur er in zal gelukt zijn den stroom
van snotzieke paarden uit Londen onscha
delijk te maken.
De vredesonderhandelingen worden
niet rechtstreeks gevoerd tusschen Grie
kenland en Turkije. Het zijn de gezanten
der groote mogendheden te Constantino-
pel, die van den oenen kant met den Turk
onderhandelen, en van don anderen kant
zich in betrekking zullen stellen met den
gevolmachtigden gezant die door Grie
kenland naar de Turksche hoofdstad zal
gestuurd worden. Van nu af toonen een
deel der Turksche ministers zich genegen
om do mogendheden de vredesvoorwaar
den tc laten bepalen.
De Grieksche kroonprins heeft naar
Athene bericht, dat Edhem pacha onder
handelingen met hem wilde aanknooptu
voor het sluiten vau den vrede. Do Griek
sche regeering heeft aan den kroonprins
geantwoord dat hij zich van alle onder
handelingen moest onthouden; ry heeft
terzelfdertijde de vreemde gezanten te
Athene verwittigd, dat zij geene recht-
streeksche onderhandelingen met Turkije
zal aanknoopon, daar Griekenland reeds
zijne belangen aan de goede zorgen der
mogendhedeu heeft toevertrouw.
Het schijnt dat er een geschil ontstaan
is tusschen koning Joris, die den vrede
wil, en het ministerie, dat geene opoffe
ringen van geld of van grondgebied wil
doen.
Het is een merkwaardig en beteeke-
nisvol feit dat van iedere honderd kin
deren, die te Parijs, Frankrijk, voor mis
daad terechtstaan, acht-en-negentig opge
voed zijn in de publieko school waaruit
alle godsdienst verbannen is en slechts
twee percent in de katholieke school,
waarin godsdienst en zeden onderwezen
wordeu.
Op het blad stond het gewone eone tas
thee, beschuit, geconserveerd vleesch, eeu
stuk koud varken8vlee8ch, zij wilden mij dus
niet van honger doen omkomen. Ik werd
door het zien van dit voedsel eeuigzins opge
beurd en at met grooten eetlust.
Terwijl ik ontbeet, boorde ik stemmen in
de aangrenzende kajuit ik spitste mijne
oorou. De stemmen van Brigstock en Harding
waren gemakkelijk genoeg te kennen, ook
meende ik de stem van juffrouw Cobes te
hooren, en er was nog een vierde, een der
matrozen, waarschijuiijk Jackson.
Het beschot was dik en het gesprek dien
tengevolge moeilijk te verstaan. Ik hoorde
Brigstock zeggen
Het schip is in den goeden koers. Het
kan zoo nog een geruimen tijd doorvaren.
Spoedig zal er wel iets gebeuren.
Het is jammer, zegde juffrouw Cobes,
dat hij zulk een verraderlijke schurk is. Alles
ging zoo goed.
Harding zegde iets met zijne zware stem,
dat ik niet kon verstaan, waarop Brigstock
uitriep
lk zon gedacht hebben, dat hij meer ver
stand had. De stemmen daalden nu en hiel
den eindelijk geheel op.
(WORDT V0ORTGEZET.)